Warmdraaien 22 – 2016
Sinds vorige week bestaat het begrip afleveringskosten niet meer in Nederland. Naar aanleiding van een onderzoek van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) naar de prijstransparantie in de autobranche is geconstateerd dat de prijsopgaven niet aan de wettelijke eisen voldoen. De wet zegt namelijk dat onvermijdbare en voorzienbare kosten in de prijs moeten zijn opgenomen. De verkoopprijs moet dus alle kosten die een consument verplicht moet maken voordat hij met een auto weg kan rijden omvatten, anders kan die consument onaangenaam verrast worden. En door het hanteren van totaalprijzen kan de consument de prijzen tussen verschillende merken volgens de ACM ook beter vergelijken. In de praktijk betekent dit dat bij autoprijzen in advertenties en op de prijskaartjes in de showroom de BTW, BPM, leges, recyclingsbijdrage en alle onvermijdbare componenten van de rijklaarkosten in de verkoopprijs moeten zijn opgenomen. En waar in de voorgaande regels dus het woord auto staat, kun je ook ‘motorfiets’ lezen, want die vallen onder dezelfde regels. Vandaar dat veel dealers de afgelopen dagen heel druk zijn geweest met nieuwe prijskaartjes en prijslijsten.
Toen de eerste berichten van dit ACM-onderzoek afgelopen zomer de kop op staken, ontplofte de berichtgeving op social-media en op diverse motorsites. Eindelijk gerechtigheid! Die ACM zou die zakkenvullers van dealers wel eens mores leren. Jarenlang hebben wij motorrijders immers moeten bloeden voor gepeperde afleverkosten, terwijl die eigenlijk alleen maar zijn bedoeld om de winst van een dealer nog verder op te krikken. Schandalig, want een dealer verkoopt sowieso elke motorfiets al met woekerwinsten. Tenminste, als je de – niet door enige kennis van zaken gehinderde – reaguurders mocht geloven.
Helaas zit de werkelijkheid anders in elkaar. De marges die een dealer maakt op nieuwe motoren staan al jaren zwaar onder druk, dat is echt een procentenkwestie. Hij moet het vooral hebben van onderdelen en accessoires, kleding en de verwachte onderhoudsbeurten als een koper de weg op gaat met zijn nieuwe motor.
Die afleverkosten op een nieuwe motorfiets, die doorgaans rond de 350 a 400 euro bedragen, zijn ook harde kosten die gemaakt moeten worden in de vorm van de kentekenregistratie, de kentekenplaat, het transport van de importeur naar de dealer, het uitkratten, opbouwen, schoonmaken, nulbeurt en het voltanken. Let wel: ik heb het hier over nieuwe motoren; bij occasions hebben die kosten doorgaans te maken met een afleveringsbeurt en de eventuele geboden garantie en in dat geval zijn ze vaak ook wel onderhandelbaar.
De denkfout die velen maken, is dat de afleverkosten dus sinds 1 november opeens niet meer betaald hoeven te worden. Helaas pindakaas: het zijn vaste kosten die nu 1 op 1 bovenop de verkoopprijs komen. Sterker nog: de nieuwe verkoopprijzen zullen in feite zelfs hoger zijn dan verkoopprijs plus de afleverkosten van voor 1 november. Juist door een aantal vaste kosten uit de verkoopprijs te sleutelen, hoefde je voorheen over die kosten immers ook geen BTW en BPM te betalen. Nu wordt de basisprijs van de motorfiets iets hoger en over dat hogere bedrag moet er belasting betaald worden. En waarschijnlijk ook iets meer verzekeringspremie vanwege diezelfde hogere basisprijs. Ondanks alle goede bedoelingen van de ACM is de consument in mijn ogen dus juist de dupe van het strikt naleven van deze wet. De mensen die het ACM-onderzoek afgelopen zomer toejuichten hebben zichzelf dus helaas in eigen voet geschoten, want per saldo gaan we meer betalen. Gelukkig zijn de grote importeurs achter de schermen op dit moment keihard aan het werk met de 2017-prijslijsten en in overleg met hun fabrikant wordt natuurlijk geprobeerd om de nieuwe inclusief-prijzen zo aangenaam mogelijk te houden, ook al omdat er in de showroom van de dealer een stevige concurrentiestrijd gaande is tussen de merken en de verkoopprijs een belangrijke rol speelt bij de aanschaf.
Eric Bulsink, hoofdredacteur MotoPlus
