Warmdraaien 13 – 2014
Toen ik in 2001 met mijn Garmin Streetpilot III op het stuur bij een toerrit arriveerde, was ik nog een soort van trendsetter. Die Garmin was in feite de eerste echte motornavigatie, voorzien van een losse datastick waar je 128 MB aan kaartmateriaal en routes op kon zetten. Met andere woorden: je moest voor je vakantie enorm puzzelen welke stukken van de wegenkaart je meenam in de GPS (heel Europa is tegenwoordig al dik 3 gigabyte groot…).
Het waren de tijden waarin ik avonden aaneen achter de computer zat om in Mapsource City Navigator V5 een route samen te stellen. Voor een toerritje van een paar honderd kilometer zat je soms langer achter je beeldscherm dan in het zadel van je motor. Maar wat maakte het uit: het hoorde bij de motorhobby en je voelde je ook nog een heuse pionier. En aan belangstelling geen gebrek: vaak dromden vele tientallen motorrijders in die tijd samen rond mijn motor, om eens met eigen ogen te zien wat dat voor kastje was, waar zomaar de route in beeld kwam, met keurig een aanwijzing bij elke afslag of kruispunt. Pure tovenarij: de meesten reden toen nog met een tanktas met kaartleesvenster. Of een routerol op het stuur, die ook net zijn intrede had gedaan. We praten over dertien jaar geleden, maar voor mijn gevoel is het bijna dertig jaar terug, zo’n enorme vlucht heeft de motornavigatie immers genomen.
Met name de laatste vijf jaar zijn er enorme stappen gezet, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik ben afgehaakt. Als GPS-fanaat van het allereerste uur kan het mij niet meer zo boeien. Ik sta dus niet langer elke paar jaar als een soort verslaafde bij Waypoint op de stoep voor wéér een nieuwer, mooier en beter apparaat met weer meer mogelijkheden. Om vervolgens urenlang te zitten puzzelen, handleidingen te lezen en op de diverse fora alle nieuwtjes en tips & tricks te absorberen om dat nieuwe apparaat in te stellen en optimaal aan het werk te krijgen.
Het zal ook wel met de fase in het leven en met drukke andere bezigheden te maken hebben, maar ik heb anno 2014 helemaal gekozen voor het gemak. Een navigatie moet zonder veel omhaal op de motor passen, de bediening moet intuïtief zijn, een route moet met een paar muisklikken zijn te downloaden en het kaartmateriaal moet zich automatisch updaten als ik de navigatie eens aan de pc hang. Ik wil daarvoor gewoon geen drie uur meer naar een heel langzaam groeiend balkje kijken, om na 192 minuten te concluderen dat er toch iets mis is gegaan.
Met ander woorden: van een Garmin-adept van het allereerste uur ben ik tegenwoordig een TomTom-aanhanger. Ik weet als geen ander dat een Garmin meer de diepte in kan; het Amerikaanse merk is niet voor niets een specialist op het gebied van outdoor- en scheepvaartnavigatie. Het is geweldig speelgoed, waarmee je uren, dagen en weken zoet kunt zijn, maar mijn spaarzame vrije tijd besteed ik tegenwoordig liever aan het motorrijden zelf. En het laatste wat ik dan wil is me zorgen maken over of ergeren aan de navigatie. Het is voor mij tegenwoordig een gebruiksvoorwerp dat moet werken, that’s all. Volgens mij gebruikt het merendeel van de motorrijders slechts 20% van de mogelijkheden van zijn of haar GPS. Dus waarom richt een fabrikant zich zo nadrukkelijk op whizzkids? Een navigatie hoort het leven juist simpeler te maken, maar gezien de ervaringen, de vragen en het commentaar van veel Garmin-rijders is dat nog lang niet vanzelfsprekend. Juist op dit vlak scoort TomTom beter, mede door de ervaringen van hun miljoenen autonavigatiesystemen, die immers helemaal door dummies bediend moeten kunnen worden.
Wat mij betreft wachten we nu alleen nog op een mooie compacte navigatie die zelf online gaat (via Wifi, simcard of je GSM) voor het bijwerken van de wegenkaarten, het downloaden van routes, maar ook voor actuele verkeers- en weersinformatie. Maar bovenal moet het gebruiksgemak dus voorop staan, want navigatie moet een leuk hulpmiddel zijn, geen blok aan je been waar je bijna gek van wordt!
Eric Bulsink
Hoofdredacteur MotoPlus