Bandentips: opslag van zomerbanden en winterbanden, versleten banden en hoe ontstaan scheurtjes?
Motorbanden zijn zwart en rond en als enig contactvlak met het wegdek enorm belangrijk. Het is dus van groot belang om de staat van je banden in de gaten te houden. Daarbij duiken altijd weer dezelfde vragen op: hoe lang kan ik banden gebruiken voordat de band vervangen kon worden? Hoe moet ik mijn goede banden opslaan? Hoe lang kun je banden als nieuw bestempelen? Hieronder de antwoorden en wat tips.
Motorbanden opslaan
De veroudering van motorbanden is een chemisch en natuurkundig proces, dat langzaam verloopt. Nieuwe (ongebruikte) motorbanden sla je koel en droog op en niet in contact met direct UV-licht (zonlicht), chemicaliën of ozonstraling. Koel betekent in dit geval een temperatuur tussen -20° en +25° Celsius (racebanden kunnen niet bij temperaturen onder 0 worden opgeslagen). Als banden buiten worden opgeslagen, moeten ze worden beschermd met een zonwerend en waterdicht folie en dan op dusdanige wijze dat luchtcirculatie gegarandeerd is en hoge temperaturen, door hittestuwing, worden vermeden. Zonder wielen kunnen banden staand worden opgeslagen, waarbij ze iedere vier weken licht moeten worden gedraaid. Zijn de banden gemonteerd, moeten ze met de juiste bandenspanning (één bar) bij voorkeur hangend worden opgeslagen. Ze kunnen eventueel ook liggend worden gestapeld. Ook hier geldt: om de vier weken de positie wijzigen.
Als hier rekening mee wordt gehouden, kan een ongebruikte band vanuit technisch oogpunt tot vijf jaar na de productiedatum als nieuwe band worden verkocht en gebruikt. Bij aankoop geldt de aankoopdatum dan als het begin van de garantieperiode. Kom je motorbanden ouder dan tien jaar tegen, dan kun je beter op zoek gaan naar wat anders, hoe goed die banden er misschien ook nog uitzien. Let daarbij altijd op een aantal dingen.
DOT-nummer verraadt leeftijd
Hoe oud een band is, verraadt het DOT-nummer op de flank van een band. Hierin is de productiedatum van een band verwerkt. De laatste vier cijfers van het DOT-nummer geven de productiedatum van de band aan. De eerste twee cijfers daarvan hebben betrekking op de productieweek (dus van ‘01’ t/m ‘53’). De laatste twee cijfers staan voor het productiejaar. Een band met ‘DOTXXXXXX2515’ is bijvoorbeeld in week 25 van 2015 geproduceerd.
Profieldiepte motorbanden beoordelen
In Nederland hanteren we een wettelijke profieldiepte van 1 mm voor motorbanden, het verdient echter de aanbeveling om banden eerder te vervangen, waarbij 2 mm resterende profieldiepte een goed uitgangspunt is. Meten doe je dit in het midden van het loopvlak, waarbij de minimale diepte van het profiel voor alle punten in dit gebied geldt.
Moderne banden zijn weliswaar van slijtnokjes (TWI = Tread Wear Indicator), die je op meerdere plekken in de profielgroeven tegenkomt, maar als echte slijtage-indicatie is het eigenlijk niet bruikbaar. In de regel wordt bij de hoogte van deze nokjes namelijk uitgegaan van Amerikaanse normen en die liggen met 0,8 mm onder onze eigen eisen.
Motorbanden op schade controleren
De profieldiepte en de leeftijd zijn niet de enige criteria voor de levensduur. Ook haarscheurtjes in een motorband, sneetjes, bobbels, andere onregelmatigheden en een te lage of juist te hoge bandenspanning kunnen de levensduur van een motorband beperken. Daarom is het verstandig om banden regelmatig aan een visuele inspectie te onderwerpen om sneller scheurtjes op het spoor te komen. Neem bij twijfel contact op met een specialist.
Kleine scheurtjes in motorband zijn vaak onschuldig
Scheurtjes op de bodem van een profielgroef (ook wel spanningsscheurtjes genoemd) worden meestal veroorzaakt door niet de juiste spanning, overmatige hitte, overbelasting van de band of een te hoog ozongehalte in de omgeving. Normaal gesproken zijn dit soort scheurtjes oppervlakkig, niet meer dan 0,5 mm diep en hebben ze geen invloed op de stevigheid van een band. Kleine scheurtjes in banden hebben dus geen invloed op de eigenschappen van een band.