WK Superbike Most, Tsjechië
Voor het eerst sinds de WK-ronde in Portimao in 2021 werden in Most drie verschillende winnaars gehuldigd en toch was één van hen de grote verliezer: Toprak Razgatlioglu had goede papieren om een flinke tik uit te delen aan Alvaro Bautista, maar terwijl hij aan de leiding lag, crashte de Turk vanwege een lekke band. Michael van der Mark maakte een bescheiden comeback.
Tot de dramatische anticlimax van het weekend was er al veel te beleven geweest in Most. In een hectische Superpole zagen meerdere rijders hun snelste tijd geschrapt vanwege gele vlag-situaties. Voornaamste slachtoffer was Alvaro Bautista, die daarom niet als matige zevende startte, maar als veertiende. Daarna was er een zeer bewogen natte eerste race met pitstops voor bandenwissels en op zondag werd het publiek getrakteerd op twee fantastische wedstrijden.
De eerste startrij bood naast polesitter en recordbreker Toprak Razgatlioglu met Danilo Petrucci en Remy Gardner twee onverwachte namen, maar in Most toonde de als vierde startende Axel Bassani in alle races aan dat hij uitstekend kan starten. Vanwege regen voor de start bleek de bandenkeuze cruciaal in de eerste race. Razgatlioglu, Petrucci en de als vijfde gekwalificeerde Jonathan Rea kozen voor intermediates, de rest van het veld startte op regenbanden. Toen de baan voldoende droog was, was voor die grote groep een bandenwissel onvermijdelijk. Rea was magistraal, zelfs als toen zijn intermediates duidelijk een nadeel waren op de nog natte baan. Maar de zesvoudig wereldkampioen nam in de zesde van 22 ronden de kop over van Bassani en reed na 23 races zonder overwinning eindelijk weer eens naar een indrukwekkende zege.
Razgalioglu verbeterde zich van een twaalfde plaats naar een tweede plaats in de race, op 4 seconden voor Rea. Twaalf ronden voor het einde bedroeg Razgatlioglu’s achterstand nog ruim 11 seconden. Petrucci besloot nog eens vier tellen na Razgatlioglu zijn eerste race op intermediates knap als derde. De grote verliezer was Bautista. Een allesbehalve vlekkeloze pitstop zorgden voor een grote achterstand en ondanks de snelste raceronde gaf Bautista 42 seconden toe op Rea. Met een twaalfde plaats, zijn slechtste finish sinds een achttiende plek in de Superpole-race in Assen in 2021 en zijn eerste finish naast het podium in 2023, betekende dat hij nog eens 16 punten inleverde op Razgalioglu. Rea was vanzelfsprekend blij met zijn eerste overwinning sinds Australië 2022. “Dit betekent veel. En het is niet omdat we er tot vandaag te weinig voor deden”, vertelde de 36-jarige Kawasaki-man. “Ik wist dat ik een gok moest nemen met de banden, dit was mijn kans.”
Na een natte warm-up was de rest van de zondag droog. Terwijl Bassani weer aanvankelijk het tempo aangaf, stond de korte race in het teken van het duel tussen Rea en Razgatlioglu. Het was na tien ronden de Yamaha-man die zijn vijfde race won op Most, 1,2 seconde voor Rea. De Ducati-crew had overduidelijk een betere afstelling gevonden voor Bautista. Vanaf een veertiende plaats stootte hij al na één ronde door naar de vijfde plaats. Daarna passeerde hij teamgenoot Michael Ruben Rinaldi en twee bochten voor het einde nam hij risico door derde man Bassani aan te vallen – met succes, en Bautista finishte ook maar 2,9 seconden achter Razgatlioglu. Wel was zijn voorsprong geslonken naar 49 punten; na de eerste race in Imola was de kloof nog 98 punten groot.
Het slotstuk van het weekend bood zestien ronden een adembenemend spektakel tussen Bautista en Razgatlioglu. Zes ronden voerde de Spanjaard het veld aan, daarna kwam Razgalioglu langszij. Steeds weer probeerde Bautista op het korte rechte stuk, buitenomuit de slipstream komend, voldoende voorsprong op Razgatlioglu te hebben bij het aanremmen van de eerste bocht. Toen hij het eindelijk binnendoor kon proberen, werd hij alsnog in de eerste bocht afgebluft door de brutale Yamaha-kopman. Dat leverde Razgatlioglu een klein gaatje van 0,6 seconde op. Zes ronden voor het einde crashte hij echter bij het uitkomen van de tweede bocht. Zo kwam voor Razgatlioglu een einde aan een reeks van twintig opeenvolgende podiumfinishes. Zijn verbaasde reactie bleek terecht. De door Pirelli aangeboden nieuwe band vertoonde bij Rea, Gardner en Razgatlioglu blaren. Bij de achterband van de Turk trad echter plotseling drukverlies op, waarna de lekke band bij het accelereren van de velg klapte, met de crash tot gevolg. “Dit mag niet gebeuren”, gaf Giorgio Barbier van Pirelli toe. De band ging retour naar de fabriek voor verder onderzoek.
Met zijn achttiende seizoenszege vergrootte Bautista zijn voorsprong op Razgatlioglu weer tot 74 punten. “Vrijdag en zaterdag hadden we het moeilijk, maar je moet altijd vertrouwen houden”, vond de titelverdediger. “Ik ben rustig gebleven en ik wist dat dit voor ons niet het beste circuit zou zijn. Ik kon alleen maar m’n best doen. Maar ik reed een geweldige Superpole-race en daardoor mocht ik ook vanaf de eerste rij starten in de laatste wedstrijd. Toprak was heel sterk met het remmen en een paar keer moest ik overeind komen om niet neer te gaan. Hij crashte op een hele rare manier, dus misschien had hij een probleem. Maar zo zie je dat tot de vlag van alles kan gebeuren.”
Jonathan Rea verloor in de laatste bocht zijn tweede plaats aan Danilo Petrucci. Bassani volgde Rea op 0,061 seconde. Voor het eerst dit jaar stond Rea niet alleen in alle races op het podium, hij verzamelde ook de meeste WK-punten.
Michael van der Mark maakte na veertien weken afwezigheid zijn rentree. Met vallen en opstaan, toen de BMW-coureur op vrijdagmiddag al vroeg ten val kwam, niet voor het eerst dit jaar door een technisch probleem. Van der Mark kwalificeerde zich als achttiende, maar liet in de openingsfase van de op een natte gestarte eerste race zijn kwaliteiten als regenrijder zien. Hij klom op naar de achtste plaats, lag vanwege de bandenwissels zelfs even vijfde en finishte uiteindelijk als dertiende. In de Superpole-race bleef hij steken op een veertiende plaats en in de slotrace claimde hij als vijftiende het laatste WK-puntje. “Punten in de eerste race waren lekker, maar het was vooral goed om weer een race te finishen”, aldus Van der Mark. “Zondag was oké. Prioriteit was om zoveel mogelijk ronden te rijden. Met de Superpole-race was ik wel happy, omdat het ritme best goed was. In de tweede race was mijn start goed, maar daarna was ik wat te voorzichtig. Ik kwam achter een grote groep te zitten en ik moest te veel pushen om bij te blijven. Daarom heb ik iets gas teruggenomen. Het was een eenzame race daarna, maar we moesten die kilometers maken.”
Glenn van Straalen bezette in de eerste Supersport-race lang de zesde positie, maar finishte als achtste. Op zondag vertrok hij te vroeg en kreep een dubbele Long Lap Penalty (LLP). Na zijn eerste LLP crashte hij echter. Jeffrey Buis was met een negende en zevende plaats de beste Nederlander in de Supersport 300-klasse.