WK Superbike Most, Tsjechië
Na het raceweekend in Misano waar Toprak Razgatlioglu zijn eerste overwinning van 2022 behaalde, bedroeg zijn achterstand op klassementsleider Alvaro Bautista 79 punten. Twee raceweekends later bracht de Turkse titelverdediger in het Tsjechische Most dat verschil terug tot 38 punten. Met nog zes weekends en achttien wedstrijden weet Razgatlioglu dat er nog veel te halen is.
Pas op 10 en 11 september kan Razgatlioglu op zijn geliefde Magny-Cours verder werken aan het verkleinen van zijn achterstand op Alvaro Bautista en Jonathan Rea. Hoewel in Most een tweede ’triple’ op rij net niet lukte, was hij wel net als een paar weken eerder in Donington de rijder die de meeste punten binnen harkte. In drie races pakte hij een handvol punten terug op Bautista en maar liefst negentien op Rea. Zowel Razgatlioglu als Bautista hadden iets te vierden in Most. De Spanjaard was met een indrukwekkende zege in de openingswedstrijd op zaterdag verantwoordelijk voor Ducati’s duizendste podium in het WK Superbike; een reeks die in 1988 begon toen Marco Lucchinelli op de legendarische 851 de tweede race van het weekend won in het allereerste WK Superbike-weekend in Donington.
Razgatlioglu zette op zondagochtend Yamaha’s honderdste WK Superbike-overwinningen in de boeken. Rea schreef met zijn 38e pole geen geschiedenis en het feit dat de Noord-Ier voor het derde weekend op rij zonder zege bleef, stemde niet vrolijk. In een vormcrisis verkeert Rea echter geenszins, bewees hij in drie weer zeer interessante wedstrijden.
Op zaterdag bevestigde Razgatlioglu zijn reputatie als de beste starter van het veld. Wel kreeg hij zoals verwacht Rea en Bautista achter zich aan. In de zesde van 22 ronden meldde Rea zich voor het eerst aan kop na de eerste van niet minder dan negen onderlinge inhaalacties. Aanvankelijk werd verwacht dat de race in de regen zou worden verreden, maar pas gedurende de wedstrijd kondigden zich de eerste druppels aan.
Bautista bleek zich enigszins verrassend het beste te voelen in de tricky omstandigheden en blies zijn Panigale V4RR langs Razgatlioglu en Rea. De Spanjaard reed foutloos naar zijn zevende overwinning van het jaar, ruim twee seconden voor Razgatlioglu. Die was het in de laatste ronden in een fel gevecht gewikkeld met Scott Redding, een specialist in regenachtige omstandigheden. De BMW-rijder leek zelfs voor de tweede plaats te kunnen gaan, maar in de laatste ronde plaatste Razgatlioglu zijn meedogenloze aanval – tot groot ongenoegen van Redding, die in de snelste bocht van het circuit over de kerbs op de groene ’track limits’-strook werd gedwongen. Razgatlioglu, Redding en vierde man Rea finishten binnen 0,6 seconden. Rea kampte in de slotfase, net als eerder in Donington, met remproblemen.
Na een weekend zonder overwinningen in Donington verzamelde Bautista met zijn winst in de openingswedstrijd al meer punten dan vorig jaar als Honda-coureur in drie races op Most. Opmerkelijk was dat Bautista voor het eerst sinds de wintertesten koos voor de harde compound achterband. Op zondag zat winnen er echter niet meer in. In de Superpole-race startte hij vanaf de tweede rij weliswaar voortreffelijk, maar de Superpolerace-specialisten Razgatlioglu en Rea waren simpelweg te snel voor hem. Rea toonde weer eens zijn vastberadenheid toen hij twee en een halve ronde voor het eind kopman Razgatlioglu passeerde, terwijl die op weg leek naar een gecontroleerde zege.
Zoals verwacht counterde de Turk direct, waarna Rea het nog één keer probeerde. Toen Razgatlioglu nadrukkelijk zijn rechterbeen uitstak, week Rea uit om contact te voorkomen. Daardoor belandde hij met hoge snelheid in de grindbak en het gras. Rea keerde net op tijd terug op het asfalt om Bautista voor te blijven. Redding miste de start volledig en reed na de eerste doorkomst op een teleurstellende veertiende plaats. De Brit finishte nog als achtste.
De slotrace van het weekend was vooral in de openignsfase zeer aantrekkelijk. Voor de derde keer op rij was Razgatlioglu het beste weg, met Bautista, Michael Ruben Rinaldi, Axel Bassani en Rea in zijn kielzog. Toen Rinaldi zich in de derde ronde onderuit remde, sloot Rea aan bij Bautista. De Ducati-coureur bulkte van het vertrouwen, ondanks een nog steeds pijnlijke hand na zijn crash in de eerste race op Donington. Net toen hij Razgatlioglu voorbij was gestoken, verremde de WK-leider zich voor de eerste bocht. Bautista moest de sluiproute nemen – evenals Redding die achter hem dezelfde fout maakte – en zakte terug naar de derde plaats.
Even reed Rea op kop, maar Razgatlioglu sloeg meteen terug. Toch eiste Rea weer de leiding op, maar na twee ronden kopwerk kwam Bautista langszij. Voor derde man Razgatlioglu was dat het sein om het tempo te verhogen: zeven ronden voor het eind passeerde hij Rea, een ronde later plaatste hij een beslissende inhaalactie op Bautista. Het verschil bleef klein, maar Bautista was minstens zo belangrijk dat hij weer vier punten uitliep op Rea. Redding werd op bijna tien tellen vierde.
In het WK Supersport kwam een einde aan Dominique Aegerters indrukwekkende reeks van negen overwinningen op rij. De Zwitser werd met nog twee andere rijders in de eerste bocht het slachtoffer van een onbesuisde actie van Can Öncü. Aegerter bleef liggen, maar de wedstrijdleiding besloot de race voort te zetten. Na afloop werd Aegerter vanwege een hersenschudding uitgesloten van een start op zondag.
Toen hij en het Ten Kate Yamaha-team wilden aantonen dat de rijder oké was, oordeelden de FIM en de wedstrijdleiding dat hij een blessure had gesimuleerd in de hoop dat de race afgebroken zou worden. Vanwege onsportief gedrag – Aegerter erkende zijn fout en betuigde spijt – werd het de WK-leider verboden om te starten. Zijn grootste concurrent Lorenzo Baldassarri won beide races en naderde zo Aegerter tot veertien punten. Glenn van Straalen werd op zaterdag vijfde – minder dan een seconde achter tweede man Stefano Manzi op Triumph – en op zondag vijftiende, nadat hij na problemen in de eerste bocht vanaf de laatste plaats was gekomen.