WK Superbike Lausitzring
De terugkeer van het WK Superbike na negen jaar naar de Lausitzring ging voor velen gepaard met vallen en opstaan. Wereldkampioen Jonathan Rea en zijn teamgenoot Tom Sykes crashten beiden en ook Michael van der Mark gleed op zondag onderuit. Ondanks een vierde plaats in de tussenstand, kon de Ten Kate/Honda-coureur niet tevreden zijn.
In de veel te lange zomerstop tussen de wedstrijden in Laguna Seca en op de Lausitzring testte een aantal teams op het Duitse circuit. Ook het Ten Kate-team reisde af voor wat Michael van der Mark omschreef als ‘een heel nuttige test’. “Vooral met het nieuwe tijdschema dat we dit jaar hebben, is het fijn om twee dagen dingen te kunnen proberen zonder het idee te krijgen dat je tijd aan het verkwisten bent”, aldus Van der Mark, die het circuit al kende dankzij 125 cc-races in het Duitse kampioenschap. Toch leverde de test uiteindelijk weinig profijt op toen er geracet werd voor de punten. Op vrijdag startte Van der Mark uitstekend met een vierde tijd in de eerste training voor teammaat Nicky Hayden. Die veelbelovende start kreeg echter geen vervolg. “Het blok ging stuk in de laatste ronde. Daarna zijn we misschien toch wat de verkeerde kant op gegaan”, constateerde Van der Mark na een tiende plaats op vrijdag. “Het blok voelde zeker anders, maar ik zocht vooral grip.”
Na een zesde plaats in de natte afsluitende training voor de Superpole viel een tiende startplaats tegen – zeker omdat teammaat Hayden zich na een crash op zaterdagochtend in één vlammende ronde als derde kwalificeerde achter Chaz Davies en Tom Sykes. “Ik werd te laat binnengehaald voor een nieuwe band”, legde Van der Mark uit. “Daarna had ik geen tijd meer om een snellere tijd te zetten. Nee, ik was niet blij.” In de eerste race moest Van der Mark genoegen nemen met een bescheiden bijrol, ver achter de oppermachtige Davies. Terwijl Hayden met een derde plaats achter Sykes een mislukte start knap goedmaakte, restte Van der Mark niets meer dan de zesde plaats. Dat voor hem Rea – zijn eerste racecrash in dienst van Kawasaki, veroorzaakt door versnellingsbakproblemen – en Lorenzo Savadori onderuit gingen, scheelde hem nog twee plekken. “Al heel snel merkte ik dat ik te weinig grip had. Bij het aanremmen en in de bochten kon ik best veel goedmaken, maar bij het uitkomen kon ik gewoon niet snel genoeg op het gas. De afstelling van onze motor is dit jaar heel gevoelig en nu was het een kwestie van de vering die niet goed aanvoelde.”
Toch steeg Van der Mark naar de vierde plaats in de tussenstand, omdat hij Davide Giugliano net achter zich wist te houden. “Dat was heel lastig. Je wilt altijd meer, maar ik moest juist heel netjes rijden. Dat Nicky voor me zat, tuurlijk was ik pissig.”
Kort voor de start van de tweede race op zondag begon het te regenen. De wedstrijdleiding besloot de start uit te stellen, maar toen de rijders na een verlate opwarmronde weer hun startplaatsen opzochten volgde een tweede uitstel. “Er waren gasten die zich zorgen maakten over de plassen, ik vond vooral het beperkte zicht gevaarlijk. Het was in ieder geval goed dat de wedstrijdleiding luisterde naar de rijders”, vond Van der Mark.
Drie kwartier later dan gepland startte de met vijf ronden ingekorte race. Van der Mark startte redelijk, maar andermaal volgde een teleurstellend resultaat. Terwijl Rea zich met zijn negende seizoenszege fraai revancheerde, kwam Sykes niet verder dan een twaalfde plaats na een vroege crash. Op het podium kreeg Rea de verrassende Alex de Angelis en Xavi Forés naast zich. Sykes was niet de enige crasher, want ook Giugliano, Savadori en regenspecialist Anthony West verkeken zich op het natte asfalt en twee ronden voor het einde smakte ook Van der Mark op een eenzame zevende plaats rijdend bij het aanremmen tegen de vlakte. “Ik dacht alleen maar ‘blijven zitten’, vooral nadat Giugliano was gevallen. En ik snap nog steeds niet hoe ik zelf crashte. Ik deed niets anders dan de ronde daar voor. Maar het was zó glad.”
Van der Mark raapte zijn zeer zwaar beschadigde Fireblade uit het grind en stapte toch weer op. “Ik zag dat de clipons en de stepjes oké waren. ”
Met de kop vol in de wind en een ingedeukte tankcover verbaasde Van der Mark door in de laatste ronde een tijd te klokken die nog geen 0,8 seconde langzamer was dan zijn snelste tijd. De Ten Kate-coureur verspeelde ook maar één plaats. “Er zaten stenen tussen de band en de velg en het remreservoir van de voorrem was kapot. Ja, het was gevaarlijk, maar ik voelde nog remdruk, dus… Ik wilde niet opgeven. En het waren nog maar twee ronden, hè. Die punten kon ik goed gebruiken.”
Doordat Hayden achter hem finishte, deed Van der Mark zonder te overtuigen toch goede zaken in de tussenstand. Toch beaamde de 23-jarige coureur dat hij het vertrouwen mist dat hij aan het begin van het seizoen uitstraalde. “Dat klopt wel, ja. We krijgen de set-up niet voor elkaar. Het is steeds net niet, dat is heel frustrerend. Iedereen baalt daarvan.”
Voor het weekend verduidelijkte Van der Mark nog eens zijn beslissing om na zes seizoenen het Ten Kate/Honda Team de rug toe te keren en voor Yamaha te kiezen. “Ik wil altijd meer en zij doen ook hun best. Maar het kán gewoon niet meer met deze motor. De nieuwe Fireblade komt heel laat en er is me verteld dat die aan het begin van het seizoen nog niet honderd procent zal zijn. En ik wil wereldkampioen worden. Bij Yamaha is vanaf Imola de bemoeienis van de fabriek groter geworden en die zal volgend jaar nog verder toenemen.”
Van der Mark wil met een vierde plaats in de eindstand afscheid nemen van Honda en Ten Kate. De volgende race is op Magny-Cours. “Dat circuit ligt me wel. En als we dat kleine beetje vinden, komt het goed.”