WK Superbike Assen
Kou, regen, harde wind en af en toe ook zonneschijn; het was wat een verkleumd publiek en rijders voorgeschoteld kregen in Assen. Saai was het echter geen moment. In de Supersport-klasse zorgde Glenn van Straalen dat het Wilhelmus mocht worden gespeeld. Van Straalens maatje Michael van der Mark liet op de BMW Superbike duidelijk zien op de weg terug te zijn, Van der Marks teamgenoot Toprak Razgatlioglu was de grote man.
Verrassingen horen bij Assen en in de eerste Superbike-race van de dag was het meteen raak. Op de natte baan vertrok vrijwel het gehele veld op slicks. Behalve Nicholas Spinelli. De 22-jarige Italiaan, maakte in Assen zijn debuut als Superbike-coureur als de vervanger van Barni-rijder Danilo Petrucci. Die brak bij een motocrosscrash een schouder, zijn kaak en een sleutelbeen en enkele tanden. Spinelli, dit jaar actief in het MotoE-kampioenschap, toonde zich op zaterdag een waardig vervanger – vooral vanwege zijn keus voor intermediate-banden. Vanaf een elfde startplaats denderde hij naar voren om een voorsprong op te bouwen van liefst 28 seconden. Toen de baan opdroogde, slonk zijn voorsprong aanzienlijk, tot 4 seconden met nog zeven ronden te rijden. Een landgenoot reikte echter onbedoeld de helpende hand. Andrea Locatelli blies zijn Yamaha op en vanwege het oliespoor werd de race gestaakt. Toprak Razgatlioglu passeerde kort voor de rode vlag Alvaro Bautista en pakte de tweede plaats. In de korte Superpole-race leverde Baustista vervolgens echter een masterclass af.
Bulega vertrok als een raket, terwijl Bautista terugviel naar een achtste plaats toen hij bij een inhaalpoging op Michael Ruben Rinaldi wijd ging. De regerende kampioen boenderde echter met prachtige inhaalacties door het veld en achterhaalde in de voorlaatste zelfs de aanvankelijk comfortabel leidende Bulega, op zaterdag teleurstellend elfde in race 1. Alex Lowes troefde de sterke Remy Gardner af in het duel om de laatste podiumplaats. Razgatlioglu worstelde met onverwacht grote bandenslijtage machine en pakte als negende het laatste puntje. De afsluitende race was een absolute thriller, waarbij regendruppels halverwege de 21 ronden voor extra spanning zorgden. Bautista startte sterk met Locatelli, Bulega en Rea achter zich aan. Wegrijden kon Bautista echter niet. Met nog zestien ronden te rijden nam de opgeklommen Razgatlioglu de leiding over, en toen enkele ronden later regendruppels te zien waren, kwam de groep van zeven rijders weer bij elkaar én presenteerde Remy Gardner zich voor het eerst als leider. In de slotfase droogde baan weer volledig op, voor Razgatlioglu het sein om weer aan te vallen. Hij passeerde Gardner en kreeg Bautista in zijn wiel. De Turk liet zich zijn eerste Superbike-overwinning in Assen echter niet meer ontnemen. Ook voor BMW was het de eerste zege op het Circuit van Drenthe. De goed gestarte Bulega werd als achtste geklasseerd.
Michael van der Mark kwam op zaterdag tijdens de Superpole ten val toen hij met een vers setje slicks net iets te veel wilde en startte vanaf een teleurstellende dertiende plaats. “Het idee was goed, alleen de uitvoering minder”, haalde Van der Mark zijn schouders op. De BMW-coureur reed echter een sterke race en finishte kort achter Jonathan Rea als zevende. Van der Mark reed de twee na snelste ronde van de race en was ook van mening dat er meer te halen was geweest dan een zevende plaats. “Maar ik probeerde vooral verstandig te zijn. Het was wel tricky. Want wat ik vandaag heb meegemaakt, dat heb ik ook in Assen nog nooit meegemaakt. Ik had er wel van genoten, maar het was niet ideaal. Het is nog verrassend hoe hard je kunt op slicks op een natte baan, maar je wéét dat de baan gaat drogen, en om ‘m dan op een nat gedeelte kwijt te raken, dat wil je niet. Dat is gewoon stom. Je zoekt wel de grens op en dan is het wel makkelijker als er mensen voor je rijden. Je kijkt toch naar elkaar. Ik probeerde toch rustig te blijven, vooral op die stukken die nog nat zijn. Ik reed best wel hard naar die groep toe en als je er dan bent… Ik ben nogal gauw geneigd om ‘m er dan tussen te prikken, maar als het nat is, gaat dat niet echt.” Van der Mark bleef echter achter Remy Gardner, Alex Lowes en polesitter Jonathan Rea hangen. “Jonathan zat best te pushen en wachtte tot hij een foutje zou maken. En daarvoor zakten Gardner en Lowes wat in en ik dacht ‘nu is het tijd om toe te slaan’, maar helaas kwam die rode vlag. Van de ene kant baal ik wel, maar ik denk ik ‘ik ben rustig gebleven’, en dat was me eerder misschien niet gelukt.” Het podium was volgens Van der Mark wel mogelijk geweest. “Ja, ik denk het wel. Ik zat bij dat groepje, zat niet op m’n tandvlees en dacht ‘ik pak ze zo’. Ik had echt het idee dat ik meer had dan zij. Maar ja…”
Een achtste plaats in de Superpole-race betekende ook een achtste startplek voor de afsluitende wedstrijd. De Nederlander werkte zich in de wisselende omstandigheden na harde duels met onder meer Andrea Iannone en Andrea Locatelli op naar de vierde plaats, maar kon zich daar niet handhaven toen het droger werd. Twee ronden voor het einde kwam Locatelli bij het aanremmen voor de GT binnendoor, waarna Van der Mark op het verboden blauwe deel van de baan terecht kwam. Hij finishte als zesde, maar kreeg van de wedstrijdleiding drie seconden straftijd. Een negende plaats was een te magere beloning voor een sterk optreden. “Tja…. Jammer om zo een zesde plaats te verliezen, ik ben het er niet echt mee eens, maar regels zijn regels”, baalde Van der Mark in stilte. “Gezien alle omstandigheden, door het weer en de kou, hebben we weinig aan de set-up kunnen doen. Het was best wel goed. Natuurlijk wil je op het podium staan, maar het was fijn om weer eens met de snelste mannen mee te kunnen.” Van der Mark was kritisch op zichzelf. “In de laatste race verviel ik toch weer in oude gewoontes. Te veel pushen bij het ingaan van de bochten, ook omdat dat met deze machine zo makkelijk gaat. Maar daar winnen we de tijd niet mee, het gaat om de exits. Dat krijg je er uit als je meer met die topjongens mee kunt! Als je echt dichtbij ze rijdt, kun je niet zo rijden. Ik vraag te veel van de voorkant. In het begin reed ik als die andere mannen, maar als je dan die aansluiting mist, ga je het weer verkeerd doen. Aan de banden zie je niet zo veel, maar ze doen niet meer wat je wilt. Ik pushte op de verkeerde plekken.”
Vergeleken met vorig jaar constateerde Van der Mark progressie te hebben gemaakt met BMW. “We kunnen hard en laat remmen, de fiets stuurt goed, we hebben meer grip dan voorheen, alles is verbeterd. We zien ook: we komen hier en hoeven niet zo veel te veranderen; de basis is beter. De bandenslijtage is ook minder en Toprak en ik kunnen die problemen ook voorkomen door onze rijstijl aan te passen. Dat zagen we in Barcelona, in die eerste race. Daar had hij iets meer over, omdat hij in het begin beter om was gegaan met het gas. We moeten nu zo hard pushen om er bij te blijven en je moet veel meer nadenken. Af en toe een paar tienden langzamer rijden in een rondje. Hoewel dat moeilijk is. De elektronica (eigen, van BMW, red.) is ook gewoon goed. Toprak komt van die Yamaha en ik heb hem nog niet één keer over de elektronica gehoord. En we kunnen hier gewoon heel snel ‘schakelen’. Mochten we ergens tegen aan lopen, dan hebben we het morgen.”
Al in het derde Superbike-weekend van 2024 deden geruchten de ronde dat er gegadigden waren om Van der Marks plek over te nemen. “Dat is heel normaal. Het enige wat ik kan doen, is resultaten behalen. Ik heb het gevoel dat iedereen onwijs blij is met mij. Natuurlijk wil ik meer. Ik denk dat voor het project, dat steeds beter wordt, we hebben een goede sfeer in het team, er is rust, die moet je eigenlijk niet willen verstoren.” BMW Motorrad Motorsport-baas Marc Bongers wilde zich nog niet vastleggen voor de toekomst. “Daar is het nog te vroeg voor, maar ik zou zeggen ‘never change a running system. We zijn over het algemeen heel tevreden en ik zie geen enkele reden om iets te veranderen”, aldus de Nederlander.
Ook in de zaterdagse Supersport-race leek aanvankelijk alle logica te ontbreken door inmenging van de weergoden. Polesitter Stefano Manzi en zijn Ten Kate Yamaha-teamgenoot Glenn van Straalen vielen direct na de start ver terug met hun slicks op de natte maar opdrogende baan. Van Straalen bezette na drie ronden de zeventiende plaats, vier plekken achter zijn teammaat. Toen de baan opdroogde, maakte het Ten Kate-duo grote stappen. Zij konden de vanaf de twintigste plaats komende ontketende Adrian Huertas niet stoppen, maar Manzi pakte in de laatste bocht nog tweede man Valentin Debise en Van Straalen kwam 0,111 te kort om de Fransman ook van het podium te duwen. Op zondag nam de 23-jarige coureur uit Hoogkarspel op prachtig revanche. Tijdens de race werden weer de sluizen open gezet, terwijl iedereen op slicks stond op de grid. De als vierde gestarte Van Straalen viel terug naar een negentiende plaats en werd zoals iedereen gedwongen tot een bandenwissel – die niet vlekkeloos verliep. Na enkele ronden klokte de Ten Kate-coureur duidelijk de snelste ronden van het veld en met nog zeven ronden te rijden, reed hij met een gebruikte set regenbanden naar het achterwiel van leider Niki Tuuli.
Drie ronden later werd de Fin op ogenschijnlijk speelse wijze aan de kant gezet. Van Straalen werd zo de eerste Nederlandse Supersport-winnaar sinds Michael van der Mark in 2014. “Ik was al blij geweest als ik vooraan mee had kunnen doen”, begon de vierde winnaar van 2024 zijn analyse. Een eerdere test op een nat Assen kwam goed van pas. “We hadden op het droge nog niet de goede settingsIk wist dat ik hier in de regen snel was. Nu kon ik gelijk ‘aan staan’, en het voelde heel erg goed.”
De omstandigheden en zijn snelheid op Assen – in 2022 en 2023 stond Van Straalen als tweede en derde op het podium – waren in zijn voordeel geweest, gaf de winnaar toe. “Ik zag dat ik het gat dichtte en dacht ‘als ik m’n ronden blijf rijden, dan kom ik er’. Gelukkig kon ik snel door die groep komen. Tuuli zag ik al lang voor me en ik was heel blij dat ik het gat kon dichtrijden naar hem toe. Maar die laatste paar ronden waren wel de moeilijkste van de hele race. Moeilijk om met die regenbanden nog de grip te vinden. Maar het glijden was ook wel weer leuk. Ik heb genoten. Als dat gaatje er is, krijg je ook de tijd om aan andere dingen te denken, zoals of het vandaag gaat gebeuren… Daar wil je eigenlijk niet aan denken en toen maakte ik ook een foutje. Maar uiteindelijk win je ‘m dan, en om dat hier te doen, in het oranje, voor een Nederlands team, dat is fantastisch.”
Jeffrey Buis won vorig jaar voor MTM Kawasaki zijn tweede Supersport 300-wereldtitel en maakte vervolgens de overstap naar Freudenberg KTM, met Nederlandse inbreng van de voormalige 250 cc-coureurs Hans Smees en Jaap Hoogeveen. De 22-jarige Meppelaar won in Barcelona direct de eerste race en was goed te spreken over de 390 cc-eencilinder. “Hij heeft een ander karakter. Met de Kawasaki kon je onder hellingshoek op het gas, met deze motor is het iets meer stop & go. Je hebt veel meer koppel, meer pit bij het uitkomen van een bocht. Het frame neigt ook meer naar de Moto3, véél stijver. Eigenlijk moeilijker te rijden, maar als het werkt, is het heel mooi”, aldus Buis. “Het is een nieuwe uitdaging en KTM bood ook een goed pakket voor de toekomst.” Wat die toekomst exact inhoudt, vertelde Buis niet, maar de verwachting is dat KTM met een straatversie van de 890 cc zware RC8C-racer haar entree zal maken in het Supersport-WK.
Toen Buis na een weinig succesvol seizoen in de Supersport-klasse in 2022 weer terugkeerde naar de 300’s, zag hij dat de agressie in de klasse nog verder was toegenomen. Eerder al gaf Buis toe zijn vraagtekens te plaatsen bij de status als opleidingsklasse, omdat de rijder nauwelijks het verschil zou kunnen maken. “Ik rij hier met veel plezier. Maar ik weet ook dat mensen er fel tegen zijn. Maar op dit moment is er geen beter alternatief. Het is eigenlijk een beetje raar dat je in de race niet maximaal kunt gaan. Het is een te lichte motor met te weinig pk’s. Meer vermogen, als rijder leer je dan meer. In de kwalificatie zie je wie echt snel is, in de race kan iedereen winnen. Vanaf dit jaar is ook de startopstelling in de tweede race anders (de rijder met de snelste ronde uit de eerste race start op pole in race 2, red.) en nee, daar ben ik geen fan van. In Barcelona won ik de eerste race en stond ik op P16 voor race 2. Na één ronde lag ik al op de tweede plaats. Het probleem is dat in die eerste race jongens slipstreamend een snelle tijd zetten. Maar op kop rijden zijn ze niet gewend.”
Buis’ weekend zat er echter na de zaterdagse race al op. Binnen één ronde was de KTM-rijder van de dertiende naar de eerste plaats gereden, maar in de derde ronde kwam hij bij het uitkomen van de GT op de opdrogende baan op een natte plek terecht. Buis crashte en werd in zijn nek geraakt door tweede man Julio Garcia Gonzalez. Het angstaanjagende incident leidde tot een rode vlag. Na zo’n tien minuten was de opluchting groot toen Buis weer overeind kwam. In het ziekenhuis in Assen werd een hersenschudding geconstateerd. De zondag bleef hij thuis. Bij de herstart over vijf ronden startte Loris Veneman vanaf pole. In een hectische vijf ronden finishte hij in de door Daniel Mogeda gewonnen race net naast het podium en werd nog een plaats teruggezet vanwege het overtreden van track limits. Een dag later was Mogeda andermaal de beste in een andermaal hysterische wedstrijd. De 17-jarige Veneman reed een fantastische laatste ronde, kwam vanaf de elfde plaats en werd slim sturend en slipstreamend op 0,04 seconden prachtig tweede. In de tussenstand bezet hij de vijfde plaats, Buis is elfde. “Op deze baan kun je zo snel zijn als je wilt, maar hier moet je vooral slim zijn”, was Venemans overtuiging. “Wat er allemaal gebeurt in zo’n laatste ronde, het klinkt raar, maar je went er aan. Je verwacht dat er nog wel iemand binnendoor kan komen. Wat je in deze klasse leert, is vooral het vechten. Maar in de training probeer ik toch zoveel mogelijk alleen te rijden. Om zo nog wat te leren. Maar het is geen klasse waarin ik nog jaren wil rijden.”