WK Superbike Aragon, Spanje
Na twee zeer teleurstellende WK Superbike-wedstrijden in Aragon wil Michael van der Mark zich in Assen voor eigen publiek revancheren. De Honda-coureur kwam in Aragon niet verder dan één zevende plaats en zakte naar de vierde positie in het kampioenschap. Ducati’s Chaz Davies toonde andermaal dat hij in Aragon nauwelijks te verslaan is.
Chaz Davies heeft een voorliefde voor het circuit van Aragon won er in 2011 in dienst van Yamaha de WK Supersport-race en twee jaar later scoorde hij een dubbel op de BMW-Superbike en vorig seizoen zorgde hij er voor Ducati’s allereerste WK Superbike-overwinning met de 1199 Panigale R. Dit jaar stormde de 29-jarige Welshman vanaf de vierde startplaats naar twee imponerende zeges, waar ook het Kawasaki-duo Jonathan Rea en Tom Sykes geen passend antwoord op had. In de race op zaterdag had Davies vier ronden nodig om kopman Sykes de leiding te ontfutselen, een dag later moest de Kawasaki-coureur al na één doorkomst plaatsmaken. In beide races vochten Sykes en WK-leider Rea om de runner-up positie. Op zaterdag trok wereldkampioen Rea aan het langste eind, maar op zondag maakte hij te veel fouten om de solide rijdende Sykes voor te blijven. De gefrustreerde Rea zag Davies 14 punten goedmaken en naderen tot op 26 punten. Hoewel nog steeds comfortabel leidend, besefte Rea zich de steeds groter wordende dreiging van Davies. “Tweede en derde worden is niet slecht, maar het is de achterstand op Chaz (9,1 seconde in de tweede race, FW) waar ik van baal. De Ducati is duidelijk beter geworden”, vertelde Rea na zijn zesde podium op rij in 2016.
Terwijl zijn teamgenoot Davide Giugliano met een vijfde en zesde plaats genoegen moest nemen, bewees Davies dat niet alleen de Ducati maar ook hijzelf zeer sterk zijn. “Dit weekend leek wel een droom”, straalde Davies, op zondag winnaar van de 700e WK Superbike-race uit de geschiedenis. “Vanaf het eerste moment was de machine erg goed en we hebben maar kleine dingen hoeven te veranderen. De technische upgrades die we hier kregen (Ducati kwam met een nieuw Akrapovic-uitlaatsysteem met dubbele einddempers, FW) was precies wat we nodig hadden. In Thailand kon ik de Kawasaki-jongens alleen maar in de slipstream bijhouden, nu kon ik tegenstanders op snelheid passeren. De lijst van dingen die we nog kunnen verbeteren is eigenlijk erg kort.”
Voor Michael van der Mark begon het weekend uitstekend met een derde tijd achter Sykes en Davies na twee trainingen. Ook in de korte derde vrije training, voorafgaand aan de Superpole, klokte de Rotterdammer de derde tijd. Terwijl hij in de Superpole aanzette op weg naar een snelle tijd kwam Van der Mark ten val toen zijn voorwiel na een kleine wheelie weer op het asfalt klapte. Het was Van der Marks eerste crash van 2016. Teamgenoot Hayden moest het gas dichtdraaien om Van der Mark te ontwijken. “Het was een hele rare crash. Moeilijk te zeggen wat daar nu eigenlijk fout ging”, vroeg hij zichzelf ook af. “Met het nieuwe tijdschema heb je nu tussen de Superpole en de eerste race op zaterdag ook maar heel weinig tijd om dingen te veranderen.”
Na een veelbelovend begin, waarbij de Ten Kate-coureur vanaf de elfde startplaats naar de zesde plaats reed, ging het in de vierde ronde andermaal fout. “Ik had gewoon niet de grip die ik op vrijdag wel had”, deed Van der Mark een poging om zijn tweede schuiver van de dag te analyseren. “Alles klopte, zo te zien. Maar ik remde mezelf onderuit, op de data was ook te zien dat ik het zelf deed. Ik zat ook wel te pushen, maar ik kon er gewoon niet bijblijven.”
Tijdens de cruciale warm-up van zondagochtend werd Van der Mark geconfronteerd met een technisch probleem. “Ik ga niet zeggen wat het was, maar iedereen in het team weet dat dat niet had mogen gebeuren”, vond Van der Mark. Andermaal startte hij echter goed voor de tweede race. “Maar ik kon gewoon niet rijden zoals ik wilde. Niet remmen en insturen zoals het was op zaterdagochtend. Het was zó duidelijk te voelen, maar zo lastig te vinden waarom ik het nou zo moeilijk had. Dat je er geen verklaring voor kunt vinden, dat is nog het meest vervelend.” Van der Mark bezette enkele ronden de vijfde plaats, maar zag daarna thuisrijder Xavi Fores, Jordi Torres en ook Davide Giugliano voorbij komen. “De eerste ronden waren nog wel oké, daarna kon ik niks terugdoen als ze me voorbij kwamen. Op vrijdag had ik het idee dat ik wel voor het podium kon gaan, top 5 was zeker realistisch. Na de Superpole zag ik wel dat dat moeilijk ging worden.”
Vorig jaar scoorde Van der Mark één achtste plaats in Aragon, de ene zevende plaats van 2016 kon hem niet vrolijk stemmen. “Het was de manier waarop ik zevende werd, hè. Ja, ik ben zelf ook wel verwend geworden, hoor.”
Na drie raceweekenden bezet Van der Mark de vierde plaats in de tussenstand, zeven plaatsen hoger dan vorig jaar en met 46 punten meer in de aanloop naar de thuisrace in Assen. “Het vertrouwen en de ervaring maakt zo’n verschil”, schatte Van der Mark na het teleurstellend verlopen weekend in Spanje in. De fiets is ook zó verbeterd en zo veel makkelijk te rijden. Vorig jaar leek het tijdens het remmen wel eens alsof ik op een hobbelpaard zat, nu voelt hij strak en stabiel. Ik kan nu de grens ook meer verleggen, zonder het gevoel te krijgen dat het onveiliger wordt. Vorig jaar moest ik te veel pushen en dan ging het ook te vaak fout.”
De progressie die Van der Mark en de Ten Kate-Blade dit seizoen is niet alleen in de puntenstand terug te vinden, ook zijn kwalificatietijden onderstrepen dat: in Phillip Island was hij 1,2 seconde sneller dan tijdens de kwalificatie in 2015, zijn pole in Thailand – waar de concurrentie moeite had de tijdens van een jaar eerder te evenaren – bleek een verbetering van 1,1 seconde en ondanks de crash in de Superpole in Aragon, dook Van der Mark ruim een halve seconde onder zijn beste tijd van vorig seizoen. In Aragon vertrok de Supersport-kampioen van 2014 voor het eerst dit jaar zonder podium. “In Phillip Island kan eigenlijk iedereen wel hard rijden na twee testdagen. Thailand, daar zag ik vooraf wel tegenop. Maar juist daar werd ik het meest verrast”, vertelde Van der Mark, die in Buriram als derde en vierde finishte. “De topsnelheid was daar ook echt goed. Vorig jaar verloor ik in een bepaalde sector een halve seconde, puur omdat we daar topsnelheid misten. Hij loopt dit jaar nog steeds niet het hardste van allemaal, maar hij is echt sneller geworden. In Aragon hadden we ook verwacht dat het goed kon gaan, maar ja…”
Teambaas Ronald ten Kate verklaarde eerder dat het team in de winter ’tussen de 5 en 10 pk’ had gevonden. “Van mij mag er nog wel wat topvermogen bij”, meende Van der Mark echter. “We hebben echt een sprong gemaakt, maar we hebben nog wel een stapje nodig. Niet alleen als het gaat om het blok. We moeten de voorkant nog verbeteren, want ik vraag nog te veel van de voorband. De crash in de tweede race in Aragon was ook over de voorkant. Een slide achter gebeurt zo vaak dat je dat bijna meteen vergeet, maar als hij voor wegglijdt, is dat nooit fijn voor het vertrouwen.”
Voor de race in Assen heeft Van der Mark dat vertrouwen echter wel. Zijn CV op het Circuit van Drenthe is indrukwekkend, want Van der Mark won er twee maal een EK Superstock 600-race, pakte er in 2014 zijn allereerste Supersport-overwinning en kreeg vorig jaar het publiek op de banken met twee zwaarbevochten derde plaatsen. “Eerst durfde ik niet te hopen op twee keer een derde plaats. Na die zondag wist ik dat ik het ook in het WK Superbike goed zou kunnen doen als alles klopt. Het is onwijs mooi om te zien wat er op die tribunes gebeurt tijdens zo’n race. Ik hou me er niet mee bezig, maar ik zie het wel. Ik denk ook dat de Nederlandse motorsport dat nodig had.”
In Assen worden de Nederlandse bezoekers voor het eerst geconfronteerd met het nieuwe schema, waarbij de coureurs op WK Superbike-coureurs op zaterdag en zondag een race rijden. Van der Mark moet nog steeds wennen, gaf hij na Aragon toe. “Vorig jaar had je nog twee vrije trainingen voor de Superpole, waardoor je nog veel tijd om na te denken en te verbeteren. Nu hebben we maar een kwartiertje voor de kwalificatie. Het voelt ook nog een beetje raar om op zaterdagavond na een race te beseffen dat je er de volgende dag nóg eentje hebt. Het went wel.”
De tegenstand in Assen verwacht Van der Mark uit voorspelbare hoek. “Davies is onwijs goed, Rea en Sykes ook.” Wereldkampioen Rea won vorig jaar beide races en tekende in 2014 voor de laatste Ten Kate-zege op Assen. In totaal won Rea zeven maal in Nederland, terwijl Sykes in 2013 één race op zijn naam schreef. Naast een Supersport-zege in 2011 was Davies vorig jaar de man die Rea in beide races het best kon bijhouden. “Toch denk ik dat Johnny de favoriet is. Assen en hij is een sterke combinatie. Maar de Fireblade is ook goede motor voor Assen, vooral vanaf de Ruskenhoek tot en met de GT. Zelf vind ik het deel vanaf Manderveen heel mooi. Maar de Yamaha’s (met Sylvain Guintoli en Alex Lowes, FW) zouden het ook wel eens goed kunnen doen. Hoe makkelijk die mannen sturen, dat is echt bizar. Op snelheid komen ze nog wel te kort.”
Teamgenoot Nicky Hayden vergeet Van der Mark echter niet. De Amerikaan, die in 2006 de Dutch TT won en een jaar later ook nog eens op het podium stond in Assen, kende in Aragon weinig geluk. In de eerste race eindigde hij weinig opvallend als zesde en op zondag kwam Hayden voortijdig binnen vanwege ernstige vibratie. Zijn landgenoot en Ten Kate-teammaat PJ Jacobsen was in de Supersport-klasse eveneens weinig gelukkig. In de tweede bocht gleed hij onderuit, terwijl hij net de kop had overgenomen van Kenan Sofuoglu, de latere winnaar.
“De samenwerking met Nicky gaat steeds beter”, zegt Van der Mark over Hayden. “Niet dat die slecht was, maar ik denk dat hij tijd nodig had om zich op zijn gemak te voelen binnen het team. In de wedstrijden zat hij tot nu toe wel steeds achter me, maar niet ver. Op Assen is hij altijd snel.”
Het Ten Kate Team heeft een reputatie hoog te houden in Assen, met in totaal negen overwinningen sinds 2004, dankzij Chris Vermeulen (drie), James Toseland (één) en Jonathan Rea (vijf). Van der Marks eigen verwachtingen zijn hoog. “Twee keer op het podium. Ja, natuurlijk wil ik winnen en ons pakket is ook veel beter dan vorig jaar. Of ik kán winnen? Eh… Ja.”