Warmdraaien MotoPlus 04-2008
Feiten. Zo lang ze met motoren of motorsport te maken hebben, kan ik ze opdreunen als de tafel van zeven op de lagere school. Redelijk gestampte pot dus. Maar het onthouden van verjaardagen, huwelijksdagen en andere jubilea buiten de huiselijke kring behoort helaas niet tot mijn sterkste punten. Een duidelijk gevalletje van dweilen met de kraan open en daar werd ik onlangs door het thuisfront weer eens fijntjes op gewezen. Of ik wist dat ik over een kleine twee weken alweer tien jaar ‘in het vak zit’? Nee, werkelijk geen tel bij stilgestaan. Maart 1998. Ik ben de laatste om te zeggen dat het nog steeds als de dag van gisteren aanvoelt, maar tien jaar? Poeh. Tien jaar terug regeerden Carl Fogarty en Mick Doohan nog met harde hand in het WK Superbike en in de GP’s. Tien jaar terug waren de Ducati 916 en de Honda RC45 de machines waar mijn gedachten naar afdwaalden als de colleges weer eens van slaapverwekkend niveau waren. Hoogste tijd om de vleugels op professionele wijze uit te slaan. Maar die passage van de grens tussen de relatief behaaglijke veiligheid van de schoolbanken naar de wereld waarin er brood op de plank moest komen, was een heftige en niet in de laatste plaats door de ontmoeting met een andere grensganger: de Yamaha YZF-R1. Met zijn 150 pk vermogen, drooggewicht van slechts 177 kg en ultrascherp gesneden designjas markeerde de R1 in 1998 de overgang naar een nieuw en destijds haast ongekend sportief tijdperk. Een tijd waarin niet alleen design en pk’s een hoge vlucht namen, maar ook de techniek daar achter. De scheidslijn tussen de racerij en de machines achter de etalageruit van de dealer werd met de komst van de R1 plotsklaps definitief stukken kleiner. Dat de Yamaha zijn woeste kracht maar al te graag ontplooide met een navenante tankslapper droeg alleen maar bij aan zijn ijzersterke imago en oefende een ongekende aantrekkingskracht uit op de sportieve motornatie. Dit was de machine waar met smart op was gewacht. Dit was de machine die moeders, vrouwen, vriendinnen en waarschijnlijk ook het merendeel van de kopers witte randjes rond de neus en een onbestemd gevoel in de maagstreek bezorgde. Dit was de machine ook waarvan iedere motorjournalist zich hardop vroeg of ‘ie ooit nog overtroffen zou worden. Het antwoord op die laatste vraag kennen we inmiddels. De YZF-R1, die dit jaar ook alweer tien jaar ‘in het vak’ zit, is niet alleen ruim 30 pk rijker, maar ook talloze vernieuwingen van elektronische aard zoals elektronisch aangestuurde gaskleppen en inlaatkelken. Maar die stijging van pk’s en technische lekkernijen kunnen niet verhullen dat de belangstelling voor de supersport tanende is. Die dalende verkoopcijfers gaan gepaard met een groeiende vraag naar potente nakeds. ‘Beter voor het behoud van het rijbewijs’, is dan de meest gebezigde uitleg. Lariekoek natuurlijk, want het merendeel van die ‘power nakeds’ is tegenwoordig in feite niets meer of minder dan een uitgeklede supersport. En ook al is het blok vaak getemd, een flinke draai aan het gas is nog altijd meer dan voldoende om het roze papiertje een enkele reis richting de papierversnipperaar van Koos Spee te bezorgen. Nee, die dalende trend houdt volgens mij eerder verband met de stijgende gemiddelde leeftijd en de daardoor strammer wordende ledematen van de Nederlandse motorrijder. Of zou de alsmaar sterker en sneller wordende supersport zichzelf tot grensgeval hebben gemaakt? Niet meer te mannen door de rechterhand van de gewone sterveling? In die zin ben ik benieuwd of we over tien jaar de special ‘20 jaar Yamaha YZF-R1’ nog kunnen maken. Jeroen HiddingChef-redacteur