Voorbeschouwing Moto2 2010
Her en der wordt nog getreurd om het verdwijnen van de 250 cc-klasse. De nieuwe Moto2-klasse is echter inmiddels volop in beweging. En dat moet ook want, in dit “brugklassejaar” moeten nieuwe maatstaven worden gezet, terwijl gedurende het seizoen de grenzen verder opgerekt moeten worden. Alle gegrom ten spijt, de Moto2 leeft. In Jerez sloot Claudio Corti de generale repetitie voor het eerste Moto2-seizoen af als snelste. De Italiaan, vijf jaar geleden Europees Superstock 600-kampioen en vorig jaar tweede bij de 1000’s, was zo’n 0,7 seconde langzamer dan Alvaro Bautista’s kwartliterronderecord. Julian Simon klokte tijdens een officiële Moto2-test in Valencia de snelste tijd – anderhalve tel langzamer dan Mika Kallio’s drie jaar oude rondenrecord. Is een vergelijk met de kwartlitertijden terecht? Misschien niet, logisch is het echter wel. Ten Kate/Honda-coureur Kenan Sofuoglu mocht enige maanden een paar rondjes sturen met de Kalex van het team van Sito Pons. De voormalige Supersport-wereldkampioen was kort maar vernietigend in zijn oordeel. De Kalex voelde als een slecht afgestelde Supersport-fiets. Met dat harde commentaar zei Sofuoglu eigenlijk alles over de Moto2, de gemaakte vergelijking met de WK Supersport-klasse en de verdwenen kwartliters: de Moto2 staat aan het begin van een nieuw tijdperk en de eerste stapjes gaan voorzichtig – met vallen en opstaan. Beloofde Dorna vorig jaar nog in een persbericht 150 pk-sterke Honda CBR600-blokken, GEO Technology van de Japanner Osamu Goto leverde de teams – uit kostenoverwegingen – beduidend tammere blokken. Een (verplicht) zeer elementaire ECU, een maximum toerental van 16.000 en voor iedereen gelijke Dunlop-slicks (zeven voorbanden, negen achterbanden); het zijn allemaal maatregelen die genomen zijn om de kosten beheersbaar te houden. Volgens enkele teambazen hebben zij voor een Moto2-seizoen per rijder de helft minder nodig dan de 1,1 miljoen euro aan leasekosten die Aprilia wenste te cashen. Meer dan ooit draait de Grand Prix-wereld om geld – en vooral om het bezuinigen op uitgaven. Of het sportieve aspect daar ook door in het gedrang komt? Daar zijn de meningen over verdeeld. Vorig jaar vertelden de toenmalige Ducati MotoGP-project leider Livio Suppo in koor met Tech3-baas en IRTA-voorzitter Hervé Poncharal de Moto2 als ideale opstapklasse te zien voor de MotoGP. Valentino Rossi, Casey Stoner en Dani Pedrosa betreuren vooral het verdwijnen van de giftige tweetakten die hen hadden voorbereid op het rijden van de complexe MotoGP-raketten. De interesse voor de goedkopere klasse is vanaf het begin echter enorm. In Jerez waren op de uitslagenlijst vijftien verschillende framebouwers te vinden, terwijl de top 16 binnen één seconde stond. De laatste man op de lijst, de Belg Vincent Lonbois, had op zijn Suter dan wel 3,3 seconde langer voor een rondje nodig dan snelste man Corti, óók op een Suter. Peter Bom vindt die verschillen niet zo vreemd. De Nederlander deed als dataman een schat van ervaring op bij Ten Kate/Honda, bij een Ducati-team in het AMA en recentelijk bij het Yamaha-team dat Cal Crutchlow naar de Supersport-wereldtitel loodste. Bom werkt nu voor Kiefer Racing dat voormalig 125 cc-coureur Stefan Bradl en Vladimir Leonov onder contract heeft. Het team rijdt met een Suter MMX-chassis, “Iedereen is noodgedwongen heel laat begonnen en we zijn tijdens de testen echt geplaagd door slecht weer”, aldus Bom. Hij omschrijft de Moto2 als een “interessante klasse met heel weinig elektronica en tuning”. Wel echter een klasse met toekomst. “Ik schat dat we uiteindelijk anderhalve seconde harder gaan rijden dan Supersport-fietsen die op en top uitgebalanceerd zijn”, voorspelt Bom. “In feite zijn we nu met z’n allen met gouden onderdelen aan het onderpresteren. We rijden met prototypeframes waaraan ik in niets een Supersport-frame herken. Aan alles zie je dat er één doel is: zo hard mogelijk rondjes rijden.” Bom wijst op de 23 kilo gewichtsvoordeel dat de Moto2-machines reglementair hebben ten opzichte van de Supersport-motoren (135 tegen 158 kilo). “Dat zijn de beste pk’s die je maar kunt wensen, daar kun je niet tegen tunen. Tijdens een van de testen riep Alex Hofmann (Aprilia-testrijder en voormalig MotoGP-coureur op Kawasaki en Ducati, FW) bij ons in de pits dat hij zijn Kawasaki-frame uit 2004 terug zag. In feite is een Moto2 natuurlijk ook een langzame MotoGP-brommer die aan het begin van zijn ontwikkeling staat.” Eskil Suter was destijds verantwoordelijk voor Hofmanns Kawa-frame. Met elf vertegenwoordigers is Suter de hofleverancier van de Moto2-klasse. De Zwitser heeft dankbaar gebruik gemaakt van zijn MotoGP-ervaring, terwijl het Japanse Moriwaki voor haar MD600 een specifiek frame bouwde voor onder meer ex-MotoGP-coureur Toni Elias (Gresini Racing Moto2) en Thomas Lüthi (Interwetten Moriwaki Moto2). Tech3-chef monteur Guy Coulon keek vooral goed naar het Yamaha M1-frame en het Japanse TSR nam een 250 cc-frame als basis. Tweetaktgoeroe Jan Witteveen is als “consulent” verbonden aan het JiR Moto2-team van voormalig Konica Minolta-teambaas Gianluca Montiron, maar zag zijn coureurs Mattia Pasini en Simone Corsi vooralsnog in de onderste helft van het veld. “Het functioneert nog niet zoals het moet, omdat in Japan haast niet getest is en ook wij zijn laat begonnen omdat het materiaal laat klaar was”, legt Witteveen uit. “Wij staan aan het begin en ik denk dat gedurende het jaar het wel goed komt. De keus op TSR is ook gevallen omdat we iets anders wilden.”Anders is ook het RSV-chassis van de Italianen Riccardo Drisaldi en Salvatore Giorlandino. Zij werkten vorig jaar nog voor het Althea Supersport-team, maar ontwikkelden halverwege 2009 hun eigen opvallende vakwerkframe. De Italianen kwamen onverwacht in beeld toen Aprilia eind vorig jaar besloot om toch geen frames te bouwen voor de Moto2. RSV (Riccardo-Salvatore-Victory) levert nu exclusief aan het team van Jorge Martinez – met Julian Simon en Mike DiMeglio – en het team rond Karel Abraham. Die exclusiviteit kent een prijs, want een RSV wordt afgetikt voor 140.000 euro, beduidend meer dan een Suter die voor 56.000 geleverd wordt. Terwijl de meeste bouwers gebruik maken van forse kokerprofielen bewandelt Bimota een andere weg. De deal met het team van de Thaise coureur Ratthapark Wilairot en Bernat Martinez kwam vooral tot stand, omdat het team de financiën voor de koop van Suter-frames ontbeerde. Gebrek aan financiën betekende ook de exit van Hector Faubel en de entree van Bernat Martinez, Spaans vice-kampioen in de Extreme-klasse. Bimota stapt in met een opvallend buizenframe, terwijl het team als een van de zeer weinigen gebruik maakt van Showa-vering. De overgrote meerderheid van de teams werkt met Öhlins. Ook MZ is een nogal vreemde eend. De MZ-bewindvoerders Martin Wimmer en Ralf Waldmann kochten een Supersport-Honda van het voormalige Stiggy Team, contracteerden Anthony West en sloegen met een illuster clubje aan het werk. Om het CBR-blok is deels een buizenframe gewikkeld, terwijl de MZ ook gezien werd met een bizarre buizenswing. Welke creatieve visie de bouwers er echter ook op loslaten, allemaal moeten zij werken met de uniforme Dunlop-slicks. Tijdens de eerste testen bleken de rubbers niet alleen maar positieve reacties op te roepen, vanwege hun harde constructie. Om de brede 3.75-voorvelg werd een 250 cc-band gemonteerd, die het extra gewicht van het veel zwaardere geheel maar matig kon absorberen. Veel coureurs hadden bovendien last van chatter aan de achterzijde. Diverse teams reden bijna twee volledige raceafstanden met de banden waarbij niet zelden pas laat de snelste ronde werd gereden. Het type banden dat tijdens de voorlaatste test werd gebruikt, zal de veertig Moto2-coureurs ook in Qatar en Motegi worden geleverd. “Het is bij die eerste GP’s waarschijnlijk de vraag wie het beste met chatter kan om gaan”, denkt Peter Bom. Hij heeft echter wel begrip voor de situatie waarin de Dunlop-technici zich bevinden. “Ze hebben heel veel getest in het Spaanse Open, maar de laatste tijd hebben zij ook vooral te lijden gehad onder het slechte weer”, legt Bom uit. “Net als voor veel teams en rijders geldt, is het ook bij Dunlop nog een fase van zoeken en experimenteren. Misschien is deze eerste generatie Moto2-frames wel te stijf voor de huidige banden. Maar je zult zien dat tijdens het seizoen ook op bandengebied veel progressie wordt geboekt.”Het deelnemersveld in de Moto2 is even divers als het aanbod framebouwers. Naast de voormalige 125 cc-wereldkampioenen Thomas Lüthi, Gabor Talmacsi, Mike DiMeglio en Julian Simon staan ex-MotoGP-mannen als Toni Elias, Alex De Angelis (vorig jaar nog teammaten bij Gresini/Honda) en Niccolo Canepa op de lijst. Bovendien is de voormalige 250 cc-klasse met onder meer Mattia Pasini, Raffaele De Rosa, Alex Debon, Karel Abraham en Lukas Pesek goed vertegenwoordigd. De groep wordt verder aangevuld met viertaktcoureurs uit het Spaanse Open – zoals de verrassend sterk presterende Amerikaan Kenny Noyes en de Colombiaan Yonny Hernandez– en het EK Superstock. De favorietenrol lijkt echter vooralsnog te liggen bij Toni Elias. Die brak echter tijdens de laatste test in Jerez een vinger en een botje in een enkel. Elias’ fysieke ongemak is symbolisch voor de vallen-en-opstaan-fase waarin de nieuwe klasse zich bevindt. Na een jaar komt krijgt de brugklasse haar eerste rapport. Pitstop• In de Moto2 presenteren zich vijftien framebouwers. Hier komen ze op een rij: Suter (foto – elf rijders, waaronder het Forward Racing-duo Corti-Cluzel), Moriwaki (zes rijders, waaronder Elias en Lüthi), RSV (Simon, DiMeglio, Abraham), Tech3 (Takahashi en De Rosa), Scot (De Angelis en Canepa), RSV, PromoHarris (Noyes, Olivé), Kalex (Gadea, Pons), BQR, Speed Up (Talmacsi en Iannone), ADV, TSR, MZ, Bimota (foto), CICP en FTR. Ook bij de teams zijn opvallende namen te vinden. Forward Racing is een afgeslankte versie van het voormalige Hayate MotoGP-team, terwijl met het Marc VDS Racing Team van Scott Redding en Vincent Lonbois ook voormalig Kawasaki-teammanager Michael Bartholemy zijn herintrede doet. Herintredende coureurs zijn Fonsi Nieto (in het door de Nieto-broers gemanagede G22 Holiday Gym) en Roberto Rolfo. • Achter de schermen is in de Moto2 een aantal voormalige MotoGP-technici werkzaam. Fabrizio Cecchini verkaste met Toni Elias mee van het MotoGP-team naar de Moto2-tak van Gresini. Daniele Romagnoli verruilde zijn functie van Lorenzo-teammanager voor die van crew chief van Raffaele de Rosa, zijn Tech3-collega Garry Reynders, vorig jaar werkend met James Toseland, staat nu Yuki Takahashi ter zijde. Edwards-crew chief Guy Coulon leidt als technische verantwoordelijke en mede-initiator het project. Alfred Willeke werkte jaren bij Suzuki en KTM en is nu de verantwoordelijke man bij het team van Tom Lüthi. De Nederlander Koen van Lierop is Lüthi’s dataman. Het nieuwe Marc VDS Racing Team engageerde ex-Hayden/Dovizioso-crew chief Pete Benson voor Scott Redding en de ervaren Trevor Morris (in het verleden ook werkend met Nicky Hayden) voor Vincent Lonbois.• Alex De Angelis en Niccolo Canepa doen met het Scot Racing Team noodgedwongen een stapje terug naar de Moto2. Het team van Cirano Mularoni heeft echter nog een rekening te vereffenen met Honda vanwege in 2009 gemaakte kosten. Het team veroverde met Hiroshi Aoyama de laatste 250 cc-wereldtitel en werkte met Gabor Talmacsi – en eerder met Yuki Takahashi – een prijzig MotoGP-seizoen af. Na de test Valencia moest het team als enige de Moto2-blokken weer inleveren bij Honda. Het team zou verder nog betalingen hebben uitstaan bij ex-rijders en ex-teampartner Gianluco Montiron. • De eerste twee gezamenlijke Moto2-testen in Valencia en Jerez werden verziekt door veel regen. In Valencia werd de top zes gevormd door Julian Simon (RVS), Kenny Noyes (PromoHarris), Toni Elias (Moriwaki), Claudio Corti (Suter), Yuki Takahashi (Tech3) en Alex de Angelis (Scot). Afgezien van Simon waren het vooral de rijders met viertaktervaring die domineerden. In Jerez klokte Elias de snelste tijd, voor Yonny Hernandez (BQR), Noyes, De Angelis, Cluzel (Suter) en Corti. Diezelfde Corti sloot de laatste officiële test af met de beste tijd in – weer – Jerez. Elias, Karel Abraham (RVS), Scott Redding (Suter), Noyes en Simon volgden. BijschriftenOpenerToni Elias, hier voor Mike DiMeglio, raakte in Jerez geblesseerd maar start in Qatar wel als de grote favoriet voor de Moto2-titel. SimonHoewel hij eigenlijk uitsluitend tweetaktervaring heeft, is 125 cc-wereldkampioen Julian Simon op de fraaie RSV wel constant snel. CortiHet voormalige Hayate MotoGP Team werd herdoopt tot Forward Racing en vond in Claudio Corti een snelle coureur. Takahashi_abraham_derosaYuki Takahashi en Raffaele de Rosa nemen op hun Tech3’s Karel Abraham (RSV) in de sandwich. De twee frames verschillen zeer. NoyesDe 29-jarige Kenny Noyes buitte zijn viertaktervaring en zijn ruime kennis van de Spaanse circuits uit tijdens de testen. De Amerikaan stond continu voorin op zijn Harris.