Vergelijkingstest Yamaha MT07 – Yamaha MT-09
Deze beide Yamaha’s waren het afgelopen seizoen hotter dan hot en hebben in ieder geval één ding gemeen: het zijn beide koppelmeesters. Maar waarom zou je een kleine MT kopen en waarom juist een grote?
Met een prijs van respectievelijk € 6.999,- en € 9.499,- waren de Yamaha MT-07 en de MT-09 het afgelopen motorseizoen de ‘shooting stars’ van de motormarkt. Zo veel power, coolness en goede looks, inclusief ABS, biedt geen enkele andere fabrikant de bezitters van een kleinere beurs. Kortom, een breed lachende dealer en een al even breed lachende klant. Maar welke MT levert meer waar voor zijn geld?
Tijd om op te stappen, op zoek naar het antwoord op die prangende vraag. Waar alles bij de kleine MT op een plek zit waar je het zelf gemonteerd zou kunnen hebben, zit je op de MT-09 dicht op het stuur, wat bovendien vrij hoog is gepositioneerd. Dat doet eerder aan een enduro denken dan aan een naked bike. De driecilinder MT-09 is sierlijk, slank en afgetraind. Stap je van de kleinere tweecilinder MT-07 over op de MT-09, dan doet deze heel volwassen en groot aan. De 11 kilo lichtere en slechts 181 kilo wegende MT-07 is werkelijk waar zo licht als een stuk speelgoed. Goed, laten we eens gaan buitenspelen. Om vanuit stand op een snelheid van 100 km/uur te komen, heeft de MT-09 slechts 3,3 seconden nodig. De ‘07’ heeft daar 0,5 seconde langer voor nodig. De verschillen worden groter bij een sprint naar 200 km/uur. Die raffelt de MT-09 in 11,5 seconden af, maar de MT-07 doet daar 24,7 seconden over. Een loser dus? Misschien voor motorrijders die niets liever doen dan sprintjes over 400 meter trekken, want bovenin acteert de driepitter veel brutaler dan de twin. Voor alle anderen, die de motor rond het huis, op de lange baan en voor een toerrit gebruiken, liggen de zaken heel anders. Dat komt met name door het kleinere blok van de ‘07’. De 690 cc metende twin is niet alleen levenslustig (maximaal 10.500 toeren), maar produceert over het totale toerenbereik een nagenoeg constant koppel. En wel op een wijze zoals je niet snel zou verwachten van een motor met deze cilinderinhoud. Dat blijkt ook uit de vermogensgrafiek. Tussen 3.000 en 9.000 toeren is er meer dan 60 Nm koppel beschikbaar. Dat nodigt niet alleen uit tot schakellui rijden, maar is ook bijzonder prettig in de dagelijkse praktijk. De twin voelt namelijk geen moment gestrest aan, hangt superzacht aan het gas, loopt relatief soepel en ondanks de relatief bescheiden 76 pk bij 8.900 tpm doet hij in geen enkele situatie zwak aan. Kortom: dit apparaat schenkt pure pret en bovendien is het blok met een verbruik van 1 op 28,6 heerlijk zuinig.
De driecilinder van de MT-09 is van een heel ander kaliber. Ook dat blok is zuinig (1 op 22,7) en beschikt voor de alledaagse praktijk eveneens over een indrukwekkend koppel. Tussen de 2.500 en 10.000 toeren is er steeds 70 Nm beschikbaar. Het gemeten topvermogen van 108 pk wordt bij 9.700 toeren aangetikt. Dat geldt voor twee van de drie rijmodi, waarin de 847 cc metende driecilinder vrij pittig op het gas reageert en daardoor ook wat gevoelig is voor lastwisselreacties. Die zeer directe gasaanname is met name in stadsverkeer wat lastig. Maar gelukkig kun je ook kiezen voor de B-modus, waarin het blok 1.500 toeren minder draait maar nog steeds 112 pk produceert en wat gebruiksvriendelijker aan het gas hangt. Dat voelt meer ontspannen aan.
Gebruiksvriendelijkheid, zo kun je het verschil tussen beide MT’s misschien nog wel het best duiden. Waar de MT-07 de lichtvoetige atleet is, die de tienkamp met een lach op het gezicht aangaat, is de MT-09 een kettingrokende houwdegen, die je eerder bloedend in de heksenketel van een kooigevecht aantreft.
Dit beeld komt ook bij het stuurgedrag wat naar voren. De MT-09 laat de bochten net even wat minder neutraal en vanzelfsprekend onder de wielen door rollen dan de MT-07. Er is vaak een kleine correctie nodig in de vorm van licht tegensturen. Dat is zeer waarschijnlijk inherent aan de geometrie en wordt beter voelbaar naarmate de banden slijten. Ook de net even iets minder fijngevoelig aansprekende veerelementen dragen daar aan bij. Bij de MT-07 gaat het allemaal net even wat soepeler en comfortabeler. De kleinste van de twee stuurt wat harmonischer en preciezer en veert zachtmoediger. Kortom, ben je op zoek naar een in alle opzichten homogener geheel, dan is de MT-07 jouw machine. Maar echte driecilinder-fanaten zullen niet snel een twin omarmen, want ondanks het tikje robuuste stuurgedrag is de driepitter van de MT-09 een uiterst potente en onderhoudende krachtbron. De drieling combineert op haast ideale wijze vermogen, koppel en levenslust, een heerlijk exorbitante rouwdouwer. Het spektakel wordt akoestisch ondersteund door het karakteristieke, rauwe malen van de driecilinder. Wie dat eenmaal heeft meegemaakt, zal waarschijnlijk geen problemen hebben met de kleine steekjes die het rijwielgedeelte laat vallen. Zeker gezien het feit dat de prijs meer dan aanlokkelijk is.
MOTOPLUS CONCLUSIE
Welke van de twee MT’s moet je nu kiezen? Onder de streep maakt de ‘07’ misschien wel de meeste indruk. Het is de meest homogenen en uitgebalanceerde van de twee, makkelijker te rijden en beter gemanierd bij alledaags gebruik. En de MT-07 heeft minder rauwe randjes dan de € 2.500,- duurdere ‘09’. Maar die heeft dan weer een vermogensontplooiing waar die van de MT-07 in alle opzichten het antwoord op schuldig moet blijven. Wie de fascinerende vermogensafgifte van de driecilinder eenmaal aan den lijve ondervonden heeft, zal niet lopen kniezen over het wat robuustere stuurgedrag en de iets minder verfijnd aansprekende vering.