Vergelijkingstest BMW R nineT – Triumph Thruxton R
Een motorfiets moet je midden in het hart raken en je ziel voor zich winnen. BMW’s R nine T is er voor gemaakt en ook de nieuwe Triumph Thruxton R is met hetzelfde doel op de wielen gezet. We maken een trip op zoek naar het innerlijke midden, van onszelf en van deze Brit en Duitser, een trip naar overal en nergens.
“Waar gaan we naar toe?”, kijkt Tobi me vragend aan. “Nergens in het bijzonder”, antwoord ik. En dat hoeft met deze machines ook niet. De weg is vandaag het doel en alleen dat is de moeite al meer dan waard. Tobi pakt de Thruxton R en na een druk op de startknop wijzen zijn mondhoeken al snel omhoog. De twin laat met een sonore roffel uit zijn twee rvs-uitlaatdempers weten wakker te zijn. Zijn teken van leven klinkt als muziek in de oren, maar is zeker niet belastend voor de trommelvliezen. Een fijngeslepen bas. Als vocale toegift ploft de Brit bij het afsluiten van het gas telkens heerlijk uit zijn beide megafoon-pijpen. Ook de R nineT verblijdt de wereld met aangename verbrandingsklanken. Alleen luider en veel rauwer. Als een echte rocker, zeker geen concertviolist.
Bij beide machines vallen de versnellingen stug, maar precies op hun plek. Weg uit de stad, de snelweg op. Snel wat kilometers maken voor de ene bocht op de andere volgt. Langdurig rechtuit rijden, is op beide motoren vermoeiend, en is eerlijk gezegd een beetje saai. Tobi komt naast me rijden, zoekt oogcontact en knikt kort. De linkerhand telt af van drie naar nul. Bij een snelheid van 140 km/uur spannen de Thruxton R en de R nineT hun spieren. Daar heeft de Beierse boxer er een paar meer van en heeft daardoor meer voorwaartse drang. De Triumph verdwijnt langzaam maar zeker uit de spiegels. Alhoewel de vermogenskrommes van de BMW en de Triumph nagenoeg gelijk aan elkaar omhoog klimmen, levert de boxer bovenin nog een paar extra pk’s en draait ‘ie bovendien meer toeren. Die slag is beslist.
Tot opeens een BMW R1200R voorbij komt gestoven, met aan boord de fotograaf van dit verhaal. Rechtop zittend gebaart hij driftig op de benzinetank. Het is zoals met alles in het leven: er is er één die sterker is en er is er één die met een half gevulde tank vertrekt. Bij het volgende tankstation wacht ons dus de eerste stop van de dag.
Tobi stapt ontspannen van de Thruxton. Ondanks de clip-ons zit hij uitstekend op de Brit. In zijn borst klopt duidelijk het hart van een racer. En dan ben je met de Triumph prima bediend. De smalle tank en het lange zadel zorgen voor veel bewegingsruimte. “Dat heb je ook nodig”, benadrukt Tobi. Het zadel heeft twee irritante drukpunten en dat merk je met name als je met een constante snelheid op bijvoorbeeld de snelweg rijdt. Ook de BMW biedt geen perfecte zitplek. De kniehoek is in het meest ideale geval geschikt voor mensen onder de 1.70 meter. Op hoog tempo ben je al snel geneigd om de duovoetsteunen te gebruiken. Dat maakt het draaglijker, maar aangenaam? Dat is toch wat anders. Dat komt deels ook door de te harde achterschokdemper. Harde klappen worden niet genoeg onderdrukt, waardoor het af en toe lijkt of de smid met zijn voorhamer in je kruis slaat. Ongedempt en onbarmhartig.
De tanks zijn weer tot de rand gevuld, maar we zijn wel klaar met de snelweg. We pakken de eerstvolgende afrit en al snel kronkelt de weg wulps door het landschap en verleidt ons met bochten tot aan de horizon. De motoren bepalen het ritme en lijken ons met hun koppel haast gewichtloos vooruit te duwen. Heerlijk ontspannen, rijden om te genieten. Maar het kan ook anders. Beide twins hebben immers potentieel genoeg. De R nineT neemt wederom het voortouw, is niet nerveus, draalt niet en ligt uiterst stabiel op de weg. Heeft die harde achterschokdemper toch voordelen?
Tobi zit volhardend dicht achter me. De volgende bocht dient zich aan. Met het brede stuur van de R nineT als een hefboom in de knuisten schakel ik behoedzaam twee versnellingen terug. De boxer schudt vervolgens als een natte poedel. Fijn doseerbaar bouwen de twee 320 mm-schijven voor de snelheid af, en dat ondanks veel te veel loze slag in het remhendel. De voetsteun krast zacht in het asfalt. En weer weg uit de bocht. De gaskleppen geven hun volledige doorlaat vrij. ‘Eat my dust’, Thruxton R. Dat je mag verschroeien in de hitte van mijn Akrapovic-uitlaatdempers.
Stik, die Brit laat zich niet zomaar afschudden en komt zelfs naast me. Nadrukkelijk klinkt het geluid van de Britse twin met zijn 270° verzette kruktappen in mijn oren. Tobi gaat er eens goed voor zitten op de Thruxton R en bij de volgende bocht is het al zo ver. Hij remt diep de bocht in, stampt dankzij de anti-hop-koppeling probleemloos een paar versnellingen terug, neemt veel snelheid mee en zeilt heerlijk plat door de bocht. De Thruxton heeft meer grondspeling dan de R nineT en heeft er ook nog eens minder van nodig. De Triumph beschikt namelijk over smallere banden en stelt zich tevreden met een 160-achterband. Dat maakt hem lekker lichtvoetig natuurlijk. Om het achterwiel van de BMW ligt een 180-er. De veerelementen van de Triumph tasten soeverein het wegdek af. Ze zijn eveneens wat aan de harde kant, maar het totaalplaatje klopt wel. De naam Thruxton is afgeleid van een circuit in het zuiden van Engeland. Niet eerder paste die aanduiding beter bij een café racer uit het Triumph-gamma als bij dit model.
Volledig in harmonie met onze motoren schieten we ontspannen door het bochtenwerk. Ieder op zijn eigen manier, maar wel met evenveel lol. Maar er ontbreekt er één. Je snapt het al, onze fotograaf. We zetten de R nineT en de Thruxton langs de kant. Verbaasde blikken treffen elkaar. Als op eieren rijdend komt er even later een R1200R onze kant op. De fotograaf mompelt iets over een lekke band. En inderdaad, de achterband van de vloeistofgekoelde boxer is plat. Een onderzoekende blik op de band maakt duidelijk dat we dat smalle gravelpad beter niet hadden kunnen nemen. Een dikke houtsplinter heeft zich diep in het profiel van de band geboord. Wat nu? Het is bijna 19.00 uur ’s avonds en we bevinden ons in een soort niemandsland. De volgende tankstations en luchtautomaten zijn voor ons – tot we het hotel voor de nacht bereiken. Stoppen, oppompen, verder rijden; het ritme van de resterende kilometers.
De beide moderne klassiekers staan ons de volgende ochtend in een aangenaam zonnetje op te wachten. Passanten blijven staan, gezichten worden in de richting van ons vervoer gedraaid. Deze bikes zijn duidelijk meer dan vervoer, het zijn echte blikvangers. De vele mooie details van de Triumph zijn een nadere blik meer dan waard. Het is een machine, die op geslaagde wijze retrolijnen met moderne techniek combineert. Carter-deksels in oude look of het onder ‘oude’ Amal-carburateurs verstopte injectiesysteem zijn slechts enkele voorbeelden daarvan. De BMW moet het zonder dat soort sierraden doen. Purisme is het steekwoord bij de Duitser, waarbij de belangrijkste onderdelen van een motorfiets, zoals motorblok, rijwielgedeelte, tank en wielen, op de voorgrond zijn geplaatst.
Dat deze dag überhaupt met alle drie de motoren verder gaat, hebben we te danken aan een behulpzame motordealer in de buurt, die de R1200R heeft opgehaald en razendsnel van vers rubber heeft voorzien. We rijden dus nog een stukje verder naar ‘overal en nergens’, een plek die je moeilijk in het hart kunt sluiten, maar die plek was toch al vergeven. Aan de R nineT en de Thruxton R. Maar de prijs daarvoor is een hoge: € 15.900,- voor de Triumph en € 17.300,- voor de BMW.