Vergelijkingstest Adventure allroads
Met de Multistrada Enduro wil Ducati zich een weg banen naar de top van de hard bevochten klasse der Adventure-allroads. In het basiskamp wachten behalve de BMW en KTM ook de recent opgewaardeerde Triumph Tiger Explorer en de Aprilia Caponord Rally. Een topontmoeting!
De vijf hier bij elkaar gebrachte allroads zijn in alle gevallen het topmodel van de fabrikant in deze categorie. We hebben bij elkaar 709 pk, vijf behoorlijk geavanceerde elektronisch geregelde veersystemen en 340 liters aan kofferruimte. Er staat hier in totaal een gewicht van 1,4 ton en – hou je vast – 104.720 euro aan motorfietsen. En dat zijn dan nog de ‘kale’ prijzen.
Wat ze gemeen hebben – en wat al te zien is aan de klassieke draadspaakwielen en de wielmaten van 19 inch voor en 17 inch achter – is dat ze claimen reiscomfort te combineren met (enige) terreinvaardigheid, met natuurlijk veel stuurplezier op binnenwegen. Ze hebben daarvoor heel verschillende genen meegekregen; ze komen uit verschillende stallen met verschillende filosofieën. Om die volledig tot hun recht te laten komen, vullen we de algemene 1000-punten-scorelijst – die motoren ongeacht hun categorie op dezelfde manier beoordeelt – aan met de typische disciplines van deze Adventures: reizen, binnenwegen en offroad. Vijf motoren, vijf rijders, over de snelweg door Duitsland en dan over de Alpen. Dan ten oosten van het Gardameer op prachtige binnenwegen weer de bergen in, waar we ook slechte wegen en onverharde paden onder de wielen krijgen. Kan de hagelnieuwe Multistrada Enduro aan de stoelpoten van de troon van de GS zagen? Hoe plaatst de doorontwikkelde Triumph Tiger Ontdekkingsreiziger zich in dit gezelschap? Zorgt de Noordkaap-Aprilia in de Rally-versie voor een verrassingssucces? En waar staat de KTM 1290 Super Adventure in dit deels nieuwe gezelschap? Welke eindaandrijving is beter voor dit soort motoren, cardan of ketting? En tenslotte: wordt 2016 de doorbraak voor leger-olijfgroen-metallic? En waar kan ik sliders kopen voor de randen van mijn zijkoffers?
Goed ingelezen lezers zullen de uitkomst van de bijgaande 1000-punten-scorelijst al een beetje hebben kunnen vermoeden. Weliswaar heeft de Multistrada Enduro met zijn dikke 30-liter-tank, navenant grote actieradius, vrijwel allesomvattende uitrusting en royale topvermogen uitstekende ingrediënten om de R1200GS dicht op de huid te gaan zitten, maar afgezien van de score op het onderdeel ‘Motorblok’ ligt het wit-blauwe merk telkens voor het rode merk.
In totaliteit rijdt geen andere motor van dit vijftal zo neutraal en stabiel als de GS Adventure; de motor voelt erg goed in balans. Alleen de voor een Adventure-allroad fascinerend lichtvoetige, precies sturende Aprilia Caponord Rally kan in dat opzicht meekomen, maar die geeft niet het draagstoelachtige comfort en het gevoel van onvermoeibare gelatenheid van de Beierse boxer.
Een dikke allroad, dat betekent altijd veel gewicht bovenin. Elke motor in deze test probeert op zijn eigen manier om dit nadeel (inherent aan het concept) weg te werken. De BMW lukt dat het beste, deels misschien dankzij zijn speciale voorwielophanging, deels door zijn platte motorblok met krukas in lengterichting. Daarbij komen de nadelen van de Telelever bij dit type motoren het minst tot uiting.
De Aprilia weet zijn kilo’s met de vermaarde rijwielgedeelte-magie uit Noale eveneens goed te camoufleren; de Caponord voelt een stuk lichter aan dan hij in werkelijkheid is.
KTM gooit onder andere stevige vering en demping plus allerlei elektronische trucs in de strijd tegen de onvermijdelijke kilo’s. Elektronische trucs zien we ook bij de Ducati, die echter de omgekeerde weg gaat en zacht geveerd is, maar wel zeer uitgebreide mogelijkheden heeft om de demping aan te passen. In beide gevallen werkt het de ene keer beter dan de andere, maar daarover later meer.
Triumph doet het met de geometrie. Dat lukt goed bij rustig rijden, maar zorgt bij een pittige rijstijl voor andere problemen.
Op het onderdeel ‘motorblok’ van onze puntenscorelijst lukt het zelfs de DVT-Testastretta van de Ducati nauwelijks om de aansluiting te houden bij de maatstaf in deze klasse. De 1290 super-V-twin uit het Oostenrijkse Mattighofen weet enorme prestaties, fantastische bruikbaarheid en goede manieren te combineren, wat hem een grote voorsprong op het onderdeel ‘motorblok’ geeft. Dat en de zeer goede praktijk-eigenschappen geven de KTM dan ook de tweede plaats in de totaalstand van de 1000-punten-beoordeling, nipt achter de rondom gladgeslepen BMW. Waarom er ondanks dat supermotorblok niet meer in zat? Lees daarvoor verder op de volgende pagina’s.
Niet ver achter de ietwat op achterstand gezette Ducati volgt – misschien verrassend – de sportieve Aprilia. En de Triumph? Naast een overwinning op het onderdeel ‘kosten’ scoort hij ook behoorlijk op het praktijk-onderdeel, en het zijdezacht lopende driecilinderblok is het allersoepelst van allemaal. Afgezien daarvan is het optreden van de Britse avonturier in dit veld van topmodellen echter nogal mat.
Of daarmee ook de uitkomst van de hierna volgende testonderdelen al bij voorbaat vaststaat? Een ding kunnen we alvast verraden: er zit minstens één grote verrassing bij!