Toeren Noord-Duitsland
Geen files, geen hectiek en op een steenworpafstand van Nederland. Een aanlokkelijke gedachte en dus trokken we de motorkleren aan voor een mooie weekendtoer in Noord-Duitsland tussen de Ems, Dollard en Jade, ook wel Oost-Friesland genaamd.Op de houten kist prijken in zwarte letters trots de woorden: ”Rossell Tea Limited, Gurusaday Road, Calcutta, India”. Ooit voer de oude klipper vast en zeker naar India, maar tegenwoordig slijt hij zijn dagen knarsend dommelend in de haven van Leer. En de viskotter Ane dobbert geheel ongegeneerd naast de trots van de haven, de Warsteiner Admiral. Het ruikt naar vrijheid en avontuur, naar kinderfantasieën gevoed door de jonge geest over schepen die al plunderend de wereldzeeën bevoeren. Dat de crew van de Warsteiner Admiral zich op dit moment in werkelijkheid voorbereid op een avond ‘Riverboat fun mit Tanz und Buffet’ dat vergeten we voor de goede orde even.Nog een laatste blik op de Middeleeuwse straten van de binnenstad en dan verlaat ik de ‘Poort tot Oost Friesland’ over de Störtebekerstrasse in de richting van de Noordzee. Op de BMW boxer over de dijk langs de Ems, die zich als de rand van een megasoepbord rond het achterland heeft genesteld, richting het noorden. Dat ik niet de enige ben die nogal ontvankelijk is voor oude zeevaarders romantiek, blijkt al in het plaatsje Oldersum. Daar heeft men ter ere van de legendarische zeerover en volksheld Klaus Störtebeker in een kleine groentetuin de piratenvlag gehesen. Kan natuurlijk ook ter afschrikking van aardappeldieven zijn, maar dat geheel terzijde. De weg noemt zich vanaf hier de Groene Kuststraat, beetje raar want de eerste tien kilometer zal de zee zich nog niet laten zien. Iets verder in Emden, waar de Ems in de Dollard uitmondt, word ik evenwel voor het eerst getrakteerd op een vluchtig Noordzeebriesje. In de verte zie ik aan de horizon de Nederlandse kust, waaraan zich de contouren van zware tankers en vrachtschepen aftekenen. Het veer naar Borkum verlaat en een viskotter kruist mijn weg richting de binnenstad. Duidelijk wie er in het met kanalen doortrokken Emden altijd voorrang heeft: een verkeerslicht springt op rood en de vijftig meter straat voor me scharniert loodrecht omhoog, net als de ernaast liggende spoorrails trouwens. Ik tokkel langzaam richting de oude haven en blijf even hangen bij een eetkraampje waar ze krabbroodjes, ‘fischfrikadellen’ en gerookte paling verkopen. Er hangt hier een heerlijk ontspannen sfeer, oude visserbootjes dobberen op de achtergrond, net als het tomatenrode blusschip Deutsche Burcht, dat naast een restaurant en museum ook nog een heuse bruidssuite herbergt.Toch draait hier niet alles om de scheepvaart. Vlakbij het park bijvoorbeeld, staat het Otto Huus, een initiatief van de uit Emden afkomstige Duitse komiek Otto Waalkes, die er een nogal rariteitenkabinet tentoonstelt. Wat te denken van z’n eerste baardstoppels? Erg grappig, maar ik dirigeer de 1150R weer terug naar de Störtebekerstrasse op weg naar de roodgele Pilsumer vuurtoren. Het is een stralende zomerdag en kleine wolken sieren her en der de verder strakblauwe lucht. Een lichte bries voert over de oneindig lijkende weilanden en laat het gras wuiven in de wind. Jammer dat de enige glooiing hier in Noord-Duitsland zich uitgerekend tussen straat en Noordzee bevindt. Om het water niet alleen te ruiken, maar ook te zien, moet ik tussen tientallen schappen door een weg omhoog de dijk op zien te vinden, lopend welteverstaan. De op sommige plaatsen bijna negen meter hoge waterkering beschermt het land tussen de Ems en de Dollard in het westen, de wadden in het noorden en de Jade in het oosten. Boven aangekomen is het uitzicht over het water en de wadden adembenemend mooi. Motorjas en helm worden in het gras geparkeerd en ik ga er languit naast liggen en geniet van de allesoverheersende rust die hier hangt.Pas wanneer de luidende kerkklokken in de verte de stilte abrupt verstoren hijs ik me weer omhoog. D’r is hier tenslotte meer te doen dan enkel luieren in het gras. Het volgende doel is de kleine vissersplaats Greetsiel met z’n meer dan zeshonderd jaar oude haven. Aan de rand van het dorp volg ik de weg naar Eilsum en kom prompt in het achterland terecht. Niet echt gepland, maar toch een welkome afwisseling, want de lanen omgeven met bomen zijn ronduit schitterend. Het landschap is hier poldervlak, een groot contrast met de Duitse streken die motorrijkders normaal aandoen, zoals de Eifel en het Schwarzwald. Ik rij steeds verder het binnenland in richting Freepsum, niet een echt welbekende stad, maar hier bevindt zich wel het laagste punt van Duitsland: 2,30 meter onder de zeespiegel. Een aardigheidje om eens te bezoeken, maar de Oost-Friezen maken er maar bar weinig ophef over. Alleen met behulp van de fietswegwijzers is de plaats te vinden, waarbij verscholen in de bosjes een markeringsstaaf blijk geeft van het feit dat dit ook daadwerkelijk de laagste plek in Duitsland is. Daarnaast staat ook nog het hoogste punt van Ostfriesland vermeld, hetgeen een 24,5 meter hoge duin betreft dat zich op het waddeneiland Spikeroog bevindt. En ook de verhoudingsgewijs niet helemaal waarheidsgetrouwe 2963 meter hoge Zugspitze, het hoogste punt van Duitsland, hebben ze er voor de volledigheid maar bij geplaatst.In Marienhafe, een goede tien kilometer van de kust verwijdert, passeer ik een aantal scheepsrompen. In 1396 zetelde de zeerover Störtebeker zich hier, destijds nog gewoon een kustplaats waarbij de zee tot bijna aan de kerk reikte. Het godshuis had toen nog een 72 meter hoge toren, waarin de zeerovers het zich toen maar gemakkelijk hebben gemaakt.Nog een keer een draai over de grote heide en dan gaat het verder omhoog richting Norddeich. Weer passeer ik een markeringspunt, deze keer met verschillende dijkhoogtes erop vermeld: actuele dijkhoogte 8,60 meter, dijkhoogte 1906 6,70 meter, stormvloed 13 maart 1906: golven hoger dan 6,70 meter. Zonder deze beschermingswal had het terras van restaurant ‘Moders oll Hus’ een allesbehalve goede hand met kaarten. Al waren de golven nog maar drie meter hoog, dan nog zou het water tot hoog aan de gevel reiken. Gespannen neem ik een kijkje over de dijk, maar de Noordzee heeft zich voor een paar uur terug getrokken. Buiten een paar putten op het wad, is er geen water te bekennen. Ook zeehonden en robben worden getroffen door de grillen van de ruwe zee, zo ervaar ik bij de zeehondencrèche in Norddeich. Directeur Peter Linau van de opvang wijst naar Steffi, Nina en nog 28 robbenjongen, die tijdens verschillende zware stormen hun moeder kwijt raakten en huilend op zandbanken en stranden in de omgeving werden aangetroffen. “Ze blijven hier tot ze drie maanden oud zijn, dan zijn ze oud genoeg om voor zichzelf te zorgen en kunnen weer terug naar de natuur,” legt Linau uit. Een vrolijk bericht dat het beeld van betraande zeehonden moederziel alleen op een strandje snel doet vervluchten.Tijdens mijn bliksem bezoek aan de crèche heeft de Noordzee kans gezien om weer naar de kust terug te keren. Bij een blik over de dijk valt mijn oog op de contouren van het waddeneiland Norderney, dat ik graag met een bezoekje vereren. Daartoe zijn er twee mogelijkheden. De eerste is wachten tot de Noordzee zich weer heeft terug getrokken om dan met volledige waduitrusting er domweg naar toe te wandelen. Leuk, maar mijn voorkeur gaat toch gewoon uit naar het veer at er naar toe vaart. “Natuurlijk is het geen probleem, u mag de motor gewoon meenemen,” legt de vrouw achter het loket me uit, “rijden op het eiland is echter alleen in een drie kilometer lange zonegeoorloofd. En daarbinnen zijn ook nog verschillend stiltegebieden, 30 kilometerzones en parkeerverbodzones.” De hint is duidelijk: de BMW blijft hier. Ik koop een kaartje en ga aan boord. De overtocht is heerlijk rustig, onverstoorbaar klieft de boeg door het kalme water in de vaargeul, die gelukkig niet afhankelijk is van de getijden. De boeggolf verwijdert zich langzaam van de boot om uiteindelijk samen te smelten met die van een krabboot die ons tegemoet komt. In de haven van Norderney staat een obligaat viskraampje met allerlei lokale specialiteiten, waaronder een ‘Krabbenbrötchen’, dat een nogal forse prijs van € 4,50 draagt. Een paar stappen verder is de eerste fietsverhuurder van het eiland gevestigd. Eigenlijk de enige manier om het eiland goed te verkennen en dus kies ik voor een oerdegelijk exemplaar met drie versnellingen. Al fietsend door eenzame naaldbossen en uitgestrekte duingebieden maak ik kennis met het Norderney, maar het verlangen naar het motorzadel groeit naarmate de tocht langer wordt. Tijd dus om terug te gaan.Weer achter het stuur van de BMW weet ik de comfortabele brede buddy echt op waarde te schatten en rij verder langs de dijk. Grote schaapskudden en hun herders struinen over de dijkkruin alsof ze alle tijd van de wereld hebben. Niets hoeft, alles mag. Verschillende dorpjes passeren de revue, Nessmersiel, Dornumersiel, Bensersiel en onderwijl zorgt de warme en zwoele wind voor kleine zweetdruppeltjes op het voorhoofd. Plotseling steekt echter een flinke bries de kop op. De souvenirverkopers in de buurt van het strand komen als achtervolgt door een grote zwerm bijen in actie. Vuurtorens in alle soorten en maten en pluche zeehonden, robben en ander dierenvolk verdwijnt achter slot en grendel. De oorzaak laat zich raden, over de Noordzee drijft een gitzwart wolkendek langzaam richting de kust.Gedreven door stormvloedvisioenen vlucht ik alsof achterna gezeten door een horde piraten het binnenland in. Het blijkt slechts een tijdelijke remedie, aangekomen in Aurich halen de wolken me in. Bliksemschichten lichten de hemel op, donderslagen tergen mijn gehoor en dikke waterdruppels vallen te pletter op mijn vizier. Hier is geen kruid tegen bestand, enkel uitzitten. Wanneer ik de knarsende deur van het theehuis ‘Kluntje’ in een oud molenaarshuis open, komt de geur van versgebakken kersenvlaai me tegemoet. Er hangt een gemoedelijke sfeer in het etablissement en terwijl buiten de wind huilt en de regen onophoudelijk op aarde neerklettert, geniet ik binnen bij kaarslicht van een traditioneel bereid kopje Ostfriesischen thee. Op de vitrine staan verschillende schaalmodellen van vissersbootjes en zeilschepen en de wand is opgeleukt met een schilderij van een vuurtoren. Ingericht zoals je het verwacht en zoals het ook hoort in deze contreien, eigenlijk mist er alleen nog een beeld van een windmolen. Gelukkig staat die net achter het raam, op ware grootte welteverstaan. Twee bochten van het theehuis verwijdert ligt het Grossefehn, in de volksmond ook wel ‘vijf molen land’ genoemd, mijn eerste doel van deze nieuwe dag. Een idyllisch plekje dat doorregen is met sloten, die je weer via schilderachtige bruggetjes kunt oversteken. De achter rozenhagen verborgen kleine baksteenhuisjes geven het geheel daarnaast ook nog een heel romantische aanblik. Een waardig begin van de morgen, dat gevolgd wordt door de Duitse Veenroute die voert naar Marcardsmoor. Onderweg wordt ik nog een tijdje door het turfschip ‘Gretje’ begeleid, dat in alle rust over het veenkanaal schippert.Aangekomen in Neuharlingersiel maak ik hernieuwd kennis met de Noordzee en volg daarna de kustlijn naar Harlesiel en Carolinensiel, om vanaf daar dwars door Jeverland naar Willemshaven te cruisen. Ook een havenstad, met het verschil dat hier geen kleine pittoreske viskotters aanmeren, maar reusachtige vrachtschepen en olietankers. Via de kustweg langs de Jadeboezem kom ik uiteindelijk aan in Varel en hier laat ik de zee voorgoed achter me. Ik dirigeer de boxer hernieuwd richting de binnenlanden van Oost Friesland en zet koers richting Bockhorn, Neuenburg, Friedeburg om in Amerika te eindigen. Niet dat ik een dikke Interstate en felle neonreclame had verwacht, maar enkel het handjevol huizen aan het einde van de oeroude eikenlaan stelt toch enigszins teleur. D’r is hier niet eens een Mc Donalds te vinden, wel een achter de bosjes verscholen wegwijzer met de volgende tekst: Russland 1 kilometer. Het plaatsje is nagenoeg identiek aan Amerika met het verschil dat de huizen er iets groter lijken en de voortuinen er wat weelderiger bij liggen. Op de één of andere manier wat meer kapitalistisch. Er is hier zelfs een Harley-Davidson dealer, net als een groot touringcar-bedrijf. En een café. En in die laatste is – hoe kan het ook anders – het Russische ei met Wodka de dagschotel.Tegen de avond rij ik Amerika achter me latend de zonsondergang tegemoet. Over eindeloze straten door een verlaten landschap. Met één been nonchalant over de rechter cilinderkop gedrapeerd geniet ik van het Oostfriesche leven: geen stress, geen hectiek, geen files en bovenal geen compromissen!________________________________________[INFOKASTEN]Het land tussen de Dollard en de Jadeboezem biedt ontdekkingsreizigers genoeg om het gebrek aan bochten helemaal goed te maken. De plaats Leer – de Poort tot het Noorden – ligt op slechts 2,5 uur rijden van Utrecht en dat maakt het gebied uitermate geschikt voor een weekendtrip. We hebben de 450 kilometer lange toer in twee dagen gedaan en dan heb je ruimschoots de tijd om de vele bezienswaardigheden die het gebied rijk is te bezoeken.OVERNACHTENHet hotel Twardokus in Aurich ligt midden in het oude centrum van de stad. Voor een overnachting met ontbijt in het schitterend gerestaureerde pand betaal je per persoon 35 euro. Andere aanraders zijn Hotel Nordstern in Marienhafe (overnachting met ontbijt 30 euro p.p.) en Hotel Faldernpoort te Emden. Met veertig euro per persoon inclusief ontbijt iets duurder dan de voorgaande twee.Hotel TwardokusKirchstrasse 626603 AurichT +49 (0)41-99 090I www. twardokus.deHotel NordsternKirchstrasse 6926529 Osterupgant/MarienhafeT +49 (0)49-34 222Hotel FaldernpoortCourbièrestrasse 626725 EmdenT +49 (0)4921-97 520I www.faldernpoort.deBEZIENSWAARDIGHEDENZoals gezegd is er meer dan voldoende te doen in Oost-Friesland en dan met name op zeevaartgebied. Geen plaatsje zo klein of er is wel een zeevaartmuseum te vinden. Daarnaast is voor de lolbroeken ook het ‘Otto Huus’ van komiek Otto Waalkes in Emden een aanrader. Wat drink- en eetgelegenheden betreft zit je er in Noord-Duitsland ook warmpjes bij. Leuk om even langs te gaan is theehuis ‘Kluntje’ in Aurich, dat gevestigd is in de molenaarswoning van de naastgelegen molen, die tot museum is omgedoopt.WADDENEILANDENHet merendeel van de waddeneilanden (Juist, Baltrum, Langeoog, Spikeroog en Wangerooge) is auto- en motorvrij. Naar Borkum en Norderney mag je de motor evenwel wel meenemen, maar door de vele verkeersbeperkende maatregelen aldaar zul je er maar weinig plezier aan beleven. Er is een regelmatige veerdienst verbinding (niet afhankelijk van de getijden) tussen het vaste land en Norderney en de overtocht neemt zo’n vijftig minuten in beslag. Een retourtje kost 14 euro per persoon, de motor mag voor 12 euro mee. CONTACTVVV Oost FrieslandOstfriesland TouristikRheinstrasse 126506 NordenT +49 (0)4931-938 3200E info@ostfriesland.deI www.ostfriesland.deDuits VerkeersbureauPostbus 120511100 AB AmsterdamT 020-697 8066E Duitsland@d-z-t.comI www.duitsverkeersbureau.nl________________________________________[UNTERSCHRIFTE][Unterschrift MRD Seite 100 streamer]DE STAD LEER GELDT ALS DE POORT TOT OOST-FRIESLAND. HET RUIKT ER NAAR VRIJHEID EN AVONTUUR.[Unterschrift MRD Seite 101 oben]Op en top Oost-Friesland: kaarsrechte dijkwegen, stijlvol thee drinken en een onbeperkt aanbod van vis.[Unterschrift MRD Seite 101 unten]Er is altijd wel wat te doen in de oude haven van Leer. Op de achtergrond het raadhuis van de stad.[Unterschrift MRD Seite 102 oben]De wereld in het klein, tussen Amerika en Russland ligt krap één kilometer asfalt.[Unterschrift MRD Seite 102 unten]Een streng bewind: het café Russlandhof heeft een eigen visum voor haar gasten. En natuurlijk de Russische vlag.[Unterschrift MRD Seite 103 streamer]RAAR MAAR WAAR, GEEN MC DONALDS TE VINDEN IN AMERIKA, DAARENTEGEN WEL EEN HARLEY-DAVIDSON DEALER IN RUSSLAND.[Unterschrift MRD Seite 104 oben]Land van tradities: de kleine haven van Greetsiel en de molenaar die nog ambachtelijk meel maakt.[Unterschrift MRD Seite 105 streamer]AAN DE RAND VAN HET DORP VOLG IK DE GROENE KUSTWEG EN BELAND PROMPT IN HET ACHTERLAND.[Unterschrift MRD Seite 105 oben]Absoluut een korte omweg waard, het ‘vijf molen land’ Grossfehn en de Veenroute.[Unterschrift MRD Seite 105 unten]Helder momentje van de BMW R1150R ’s avonds in de haven van Emden.[Unterschrift MRD Seite 107 oben]Klinkers in plaats van asfalt, dat zie je niet zo gek veel meer. Links het schilderachtige haventje van Neuharlingersiel.[Unterschrift MRD Seite 107 unten]Een rasechte Oost-Fries: Klaus-Dieter Theede uit Marienhafe is verzot op vuurtorens en heeft er één op schaal nagebouwd.[Unterschrift MRD Seite 107 streamer]SCHAALMODELLEN VAN ZEILSCHEPEN, VUURTORENS, VISKOTTERS EN WINDMOLEN BEHOREN STANDAARD TOT DE INRICHTING.[Unterschrift MRD Seite 108 oben]Tijd om uit te rusten, even languit in het gras op de dijk genieten van de rust. Rechts het ‘Otto Huus’ in Emden.[Unterschrift MRD Seite 108 streamer]RUST EN BOVEN MIJ EEN EINDELOOS BLAUWE HEMEL, IK LEEF HET OOST-FRIESE LEVEN.