Toeren: in de herfst langs de Moezel
De herfst is het jachtseizoen. Vlak voor de winterslaap trekken mannen er op uit om nog één keer de elementen te trotseren, de gevaren in de ogen te zien en beladen met trofeeën weer naar huis te komen. Mannen met geweren, hengelaars, fotografen, verzamelaars van paddestoelen en bochtenjagers op motoren hebben het allemaal op hun eigen prooi gemunt, maar het idee is hetzelfde: voorraad hamsteren om de winter mee door te komen!Net als vorig jaar rij ik naar de Moezel, om daar in kleurige herfsttinten het seizoen 2007 af te sluiten. Alleen wil het met de herfst nog niet vlotten. Ik rij noordwaarts langs het water dat door een halsstarrig groen decor stroomt. Misschien is boven de wijnhellingen, waarvan de toppen in nevels zijn gehuld, de herfst wél al aangebroken. Na Beilstein begint de stuurpret pas goed. Eenmaal bovenaan zou ik zonder GPS niet meer weten waar noord, oost, zuid en west liggen. Dat ligt niet alleen aan de mist, maar ook aan de talloze bochten die me naar alle hemelsrichtingen hebben gejaagd.Ik sla linksaf voorbij klooster Maria Angelport en pak de weg door het Flaumbachtal richting Treis-Karden. Daar rij ik door een soort Moezelvallei in het klein: in het midden kronkelt het water, de weg volgt zoveel mogelijk die kronkels en de heuvels sluiten het zaakje aan beide kanten af met beboste hellingen, waarin ook hier het frisse groen overheerst. Geen spatje herfst in het palet. Het is dat de fruitbomen langs de weg niet in de bloesem staan, anders kon het net zo goed een prille lentedag zijn, op deze tocht tussen Moezel en Rijn. Opmerkelijk is trouwens dat voor de Duitsers zelf de ene rivier vrouwelijk is en de andere mannelijk: ‘die Mosel und der Rhein’. En Vadertje Rijn en Moedertje Moezel omarmen elkaar iets noordelijker bij Koblenz, waar het reusachtige standbeeld van Kaiser Wilhelm I hun huwelijk inzegent…De bruidschat van dit huwelijk tussen Rijn en Moezel vormt een prachtig motorgebied, dat lange tijd als armetierig is bestempeld. Het hoogplateau van de Hunsrück bood de bewoners namelijk slechts een karig bestaan, pal aan de oevers van de twee rivieren was het duidelijk beter toeven. Daar getuigen vakwerkhuizen, burchten en met wijngaarden bedekte hellingen van een rijk leven. En dat al eeuwen lang. Boven de oevers begon de wildernis: het ‘Siberië van Pruisen’ zoals de Hunsrück ooit werd genoemd. Veel toeristisch vermaak is er op de ‘hoogvlakte’ ook niet, dat concentreert zich beneden aan de rivieroevers. Wel ongerepte natuur, met talloze kilometers bochtig asfalt erdoorheen. Ideaal jachtterrein dus voor motorrijders, waarbij ’s avonds het geluk compleet wordt als ons – na gedane arbeid – een copieus herfstmaal met wild en wijn wordt voorgeschoteld.Kurt Saffenreuther, hotelier aan de Moezel, toverde gisteravond heerlijke gerechten uit zijn keuken, en schonk uit wijnflessen met zijn eigen naam op het etiket. Voor etenstijd klom hij nog even op zijn motor, om me dwars door de wijnbergen te gidsen naar het uitzichtspunt boven de Calmont, de steilste wijnberg van Duitsland. Weinig herfst, veel schitterend panorama. Dat panorama zet zich vandaag naadloos voort op de Hunsrück, op een weg rijk aan bochten en aan uitzicht naar alle kanten. Er staat een kapelletje in de wind, boompje ernaast, bankje eronder. Dat past helemaal in een herfstplaatje, alleen weigeren de bladeren nu nog van kleur te verschieten, ook als ik dwingend naar ze kijk. Over een paar weken zal dat wel anders zijn, dan maakt het groen plaats voor bruin. Nu fluks het zadel maar weer in, want richting Korweiler liggen een paar geweldige bochten. Alleen blijkt het wegdek hier helaas in erbarmelijke toestand. Gelukkig haal ik de schade verderop langs de L108 dubbel en dwars in. Hier gaan de teugels los. Maar zolang ik het gele karretje van de plaatselijke postbode in mijn spiegels zie, blijf ik binnen de grenzen van een verantwoorde rijstijl. In Kastellaun moet ik dan toch in de ijzers. Dus ook maar meteen een bak koffie in het wegrestaurant op ‘n deel van een nieuw bedrijventerrein dat hier als een nieuwe kolonie op de prairie is verrezen. In de jaren tachtig waren bij Kastellaun kruisraketten van de NAVO gestationeerd tegen het Oostblok. En nu, twintig jaar later, zijn arbeiders uit dat voormalige Warschaupact graag gezien op de wijngaarden, om het zware werk te doen waar Duitsers hun schouders voor ophalen. De tijden veranderen en het klimaat verandert mee.Waar de zomer slecht en vochtig was, lijkt de nazomer nu even goed stand te houden. Wordt het nog wel herfst dit jaar? Het lijkt er hier langs de B327, bekend als Hunsrück Hohenstrasse, niet op. Eind jaren dertig is deze weg door Hermann Göring nog aangelegd over de oude handelspaden. Dan kon het Duitse oorlogsmateriaal sneller naar de Franse grens worden getransporteerd. Maar mijn BMW heeft geen zijspan met machinegeweer erop en ik koester vreedzame bedoelingen. Ik ben alleen op jacht naar stemmige herfstbeelden, maar die vind ik ook bij Oberwesel aan de Rijn niet. De wijnhellingen staan nog in stralend groen gewaad, slechts hier en daar zie ik een dieprood druivenblad als een fossiel uit tijden toen er nog geen sprake was van ‘global warming’. Het uitzicht op de Rijn en het eilandje met de oude Zollburg Pfalzgraben is er echter niet minder om. Verder maar weer, door de wijnbergen naar Bacharach. Het wijnstadje aan de Middenrijn ziet er in ieder geval uit zoals Amerikaanse toeristen zich ‘Zjermenie’ voorstellen: scheefgezakte vakwerkhuizen, middeleeuws lijkende uithangborden en kinderkopjes als bestrating. ‘Bacchi Alta’, het altaar van Bachus, daar zou deze plaatsnaam vandaan komen. Lekker romantisch, maar de oude wijngod is hier inderdaad prima op zijn plek. Op de steile hellingen boven Bacharach liggen de wijngaarden, waar grondstoffen voor het edele vocht rijpen. Door de steile hellingen aan Moezel en Rijn vindt de druivenpluk hier overwegend met de hand plaats, maar als het kan worden kleine tractoren ingezet. Dat zijn vaak oeroude modellen, die het in de herfst van hun leven echter nog prima doen. Opschieten doet zo’n tractor natuurlijk niet, toch benijd ik de wijnboeren, want zij mogen over de aanlokkende wegen rijden tussen de wijngaarden door, terwijl die voor ander gemotoriseerd verkeer steeds vaker afgesloten worden. Weer bovenop de Hunsrück rij ik vlot door bochten, die weer alle kanten op gaan. Zulke toertochten door het Duitse middengebergte krijg ik nooit genoeg van. Voorjaar in de Eifel, herfst aan de Moezel. Of andersom, of ergens anders. De motorritten waarmee ik het seizoen open en afsluit laat ik me niet graag ontgaan.De herfsttijd is ook de tijd van de jacht en dus het wild. Maar waar houdt al dat wild zich toch verborgen? Ik kom het alleen tegen op waarschuwingsborden langs de weg. En ’s avonds op het bord op mijn tafel. En daarboven aan de muur, want in menig café en restaurant in deze regio sieren de opgezette trofeeën de muren; altijd goed voor sterke verhalen in combinatie met een mooi glas wijn.Maar tijdens het motorrijden zie ik hier nog geen veldmuis. Een man die ik langs de weg met een mandje paddestoelen aantref, weet ook niet waar herten en everzwijnen gebleven zijn. Zo veel verkeer rijdt hier niet, daar zijn we het over eens. Misschien heeft het wild zich collectief teruggetrokken in het ‘Hochwildschutzpark Hunsrück’, waar de weg richting Simmern een eerbiedige boog omheen beschrijft. Om daarna wél de A61 te kruisen, de Autobahn die dwars over de Hunsrück loopt en het isolement van de streek gedeeltelijk heeft opgeheven. Verder is het land leeg, met sporadisch een dorpje tussen de bochten. Het is goed zichtbaar dat die A61 ook voor snelle verbindingen met de arbeidsmarkt heeft gezorgd.In een vette Hummer met bullbar kun je je hier, op de wegen door de bossen, misschien op topsnelheid uitleven, maar op de motor hou ik de gaskraan toch liever behoorlijk gesloten, voor het geval dat er tóch een verdwaald stuk wildvee oversteekt. Ondanks dat je ze niet ziet, moet je er in deze streek toch voortdurend rekening mee houden.Maar waar het bos ophoudt, beginnen de bochten weer. Het landschap ziet eruit zoals de mens dat wil. De oerbossen zijn al eeuwen geleden gekapt, de blik draagt ver over akkers en weides tot aan de horizon. Wordt de menselijke invloed op onze planeet niet een tikkeltje overdreven? De wereld warmde op en koelde weer af lang voordat Neanderthalers ten tonele verschenen. De Hunsrück was miljoenen jaren geleden deel van de subtropische Devonzee en in het ‘Hunsrückmuseum’ te Simmern bewonder ik de fossielen uit dat tijdperk van lang, heel láng geleden. In stukken leisteen schitteren de vormen van fantastische zeewezens, die in ons deel van de wereld uitgestorven zijn. Langs de weg richting Gemünden schuift de leisteen gewoon van de berg naar beneden. Opletten dus; straks word ik nog met motor en al tussen twee platen geplet, als een fossiel voor de toekomst, waar over een paar miljoen jaar zich misschien mensen aan staan te vergapen…Maar ik ga verder met mijn najaarsrit, dwars door het mooie Kellenbachtal. De route presenteert zich hier eerder als een dartel veulen dan als stramme oude bok. Het asfaltlint langs de Simmerbach naar Dhaun wordt ook in steeds bredere kringen van motorrijders bekend en geliefd. Je ziet er zelfs al steeds meer gele, Nederlandse keneteknplaten… Een plaatselijke motorrijder vertelt me dat er helaas ook steeds meer ongelukken gebeuren: “Ze donderen linea recta over de Autobahn naar beneden en duiken dan – nog steeds op volle snelheid – het dal langs de Simmerbach in. Om daar dan de macht over het stuur te verliezen.” Hij kijkt me er bij aan alsof hij denkt: “… en dit figuur op z’n BMW zal wel als volgende de berm invliegen.” Niet alleen eigen lijf en ledematen zijn hier in het geding, maar de hele Nederlandse eer!Gelukkig bereik ik wel zonder kleerscheurende schuivers het einde van het dal. Zestien kilometers adembenemende bochten liggen er op dat moment achter me, terwijl de volgende vergulde kilometers alweer fonkelend op me liggen te wachten in het Hahnebachtal. In Hahnebach weet de zomer ook al niet van wijken, al is het maar omdat de bewoners tuinen en plantsoenen vol met bloemen hebben gezet. De moestuinen langs het oude raadhuis zijn nog volop in gebruik, mannen en vrouwen komen er met mandenvol bloemen en groentes vandaan.Ik neem even pauze bij het kleine riviertje en kijk in het water. De spiegeling van mijn gezicht in het water vertoont aanmerkelijk meer rimpels dan mij lief is. Links en rechts zie ik de forellen tussen de stenen door schieten in het heldere water. Maar zelfs om te fotograferen zijn ze me te snel af, laat staan dat ik ze zonder adequate hengeluitrusting zou kunnen verschalken. Dan maar weer verder op bochtenjacht, dat gaat mij gelukkig veel beter af.Vlak voor Bundenbach kom ik uit de beschutting van het dal op de kale hoogvlakte uit. Dat dit uitzicht mooi is wisten de Kelten al, die hadden hier in de eerste eeuw voor Christus een nederzetting, die op de originele fundamenten is nagebouwd. En wie niet van voortdurend afstappen houdt en de bezienswaardigheden het liefst in één pauze concentreert, is hier aan het juiste adres: vanaf een en dezelfde parking zijn op geringe loopafstand te bezichtigen: Keltensiedlung Altenberg, Besucherbergwerk Herrenberg (oude leisteengroeve) en het Fossilienmuseum. En wie de kinderen niet thuis laat, kan die kwijt in de speeltuin naast het schaduwrijke terras van cafetaria Glückauf. Achter de speeltuin rijzen ook nog de ruïnes van de oude Schmidtburg op, kortom op deze plek is het hele gezin nog wel eventjes zoet.Op de kruising van de Hunsrück Hohenstrasse en de B50 stuit ik vervolgens op de oude Romeinse nederzetting Belginum, uiteraard van interactief museum voorzien. Echt iets voor een zonnige herfstdag, om tussen de van kleur verschietende en neerdwarrelende bladeren over de vergankelijkheid na te denken. Niet iets voor een grijze dag, waarop de regen uit de hemel stroomt. Dan blijf ik liever hoog, dankzij mijn Corbin-zadel, en droog, dankzij GoreTex-kleding, op de motor zitten.De B50 brengt me met de nodige bochten weer naar de Moezel. Daar is sinds vanmorgen niet veel veranderd. Het bruine water stroomt nog steeds langs de frisgroene hellingen. Ik wissel eens van oever, om geen nekkramp te krijgen. Want het mooiste uitzicht heb ik natuurlijk als ik over het water naar de overkant kijk. Daar zijn volgens het gezegde het gras groener, en de hellingen volgens mij ook. Bij Würzig rij ik omhoog de wijnbergen in, om de Moezel ook eens van ten westen van boven te bekijken. Bij Alf kom ik weer aan het water. De verleiding is groot om ook nog eventjes de prachtige omweg via Bad Bertig te nemen, vol bloedstollende bochten. Maar genoeg is genoeg, er moet ook nog wat overblijven voor de volgende voorjaars- of najaarsrit. Ik moet niet al m’n kruit op één jachtpartij verschieten. Zo glijdt mijn BMW de laatste kilometers in bedaagd tempo langs de Moezel, en verschuift mijn belangstelling automatisch van bochtenjacht naar avondeten. Ik vraag me al af wat ik vanavond van de kaart zal kiezen. In de gastronomie langs de Moezel staan wildgerechten heus niet alleen in de herfst op het menu. Waar herfstkleuren in de natuur ontbreken, fonkelen de wijnglazen ’s avonds geel en rood. Na een goede maaltijd, met een mooi glas wijn erbij, komen de jachtverhalen los. “Man, die bochten daar na Korweiler! Daar zat me zo’n gele racewagen achterna. Nou, die heb ik eventjes een staaltje stuurmanskunst laten zien! Daar had die plaatselijke Schumacher kloon niet van terug.” En zo krijgt ook dit seizoen weer een waardig besluit. Laat nu de winter maar komen![[autor]]Tekst en foto’s Michiel van Dam[[Kasten]]INFODe streek tussen de Moezel en de Rijn vormt een heerlijk toergebied, vol met mooie kronkelige wegen, fraaie vergezichten en karakteristieke dorpjes. In de dalen langs de Moezel en de Rijn is het drukker en toeristischer, trek je het “binnenland’ in dan wordt het heerlijk rustig.Vanwege dat toeristische karakter, is het vinden van onderdak (hotel, zimmer-frei of camping) zeker langs de rivieren nooit een probleem.DE HEENREISHet gebied ligt op ongeveer 350 kilometer van Utrecht en is erg makkelijk te bereiken via de snelweg. Binnen drie uurtjes kun je er dus zijn. De makkelijkste weg loopt vanaf utrecht naar Eindhoven en Venlo, waar je de Duitse A61 (de ‘Linksrheinische Autobahn’) opdraait, die langs Keulen en Koblenz loopt. Als je deze snelweg verlaat tussen afslag 41 en afslag 45, sta je midden in het toergebied. Vanaf het noorden gezien rij je bij het verlaten van de snelweg een kilometer of 20 naar links om bij de Rijn te komen. Sla je onderaan de afrit rechtsaf, dan sta je met een kilometer of twintig bij de Moezel.INTERNETWil je beslagen ten ijs komen in het Moezelgebied, dan zijn de volgende websites de moeite waard:www.mosellandtouristik.de (ook in het Nederlands)www.mosel.comwww.die-mosel.dewww.mosel-reisefuehrer.dewww.mosella.deVerder kun je je voor informatie en brochures wenden tot:Het Duits VerkeersbureauPostbus 120511100 AB AmsterdamTelefonische klantenservice: 020-697 80 66 (maandag t/m vrijdag van 09.30 tot 12.30 uur)Folder bestellijn: 0900-109 10 29 (€ 0,25 per minuut)HERFSTTIPTot 25 november 2007 is in Moezelstad Traben-Trarbach een tentoonstelling te zien met schaalmodellen gemaakt aan de hand van schetsen van Leonardo da Vinci. Door boek en verfilming van Dan Brown’s “Da Vinci Code” staat Leonardo da Vinci (1452-1519) weer volop in de belangstelling. Dit veelzijdig genie is wereldberoemd door zijn schilderijen Het Laatste Avondmaal en Mona Lisa; minder bekend is Da Vinci als wetenschapper en uitvinder. Maar zo’n vijfhonderd jaar geleden schetste hij al ontwerpen voor onder meer parachute, tank, versnellingsbak, koppeling, tandwielen, kogellager, nokkenas en drijfstang. Die ontwerpen zijn nooit eerder driedimensionaal uitgevoerd, ook niet door Da Vinci zelf. Met behulp van computersimulatie zijn er 35 grote schaalmodellen uitgevoerd in hout, de meeste zijn juist bedoeld om door bezoekers, jong en oud, zelf in beweging te worden gebracht.Leonardo da Vincis Maschinen (tot 25 november 2007) zij te zien in het stadhuis “Alter Bahnhof”, Am Bahnhof 5 in Traben-Trarbach. Maandag t/m vrijdag tussen 12.00 en 18.00 uur; zaterdag, zondag en op feestdagen van 11.00 tot 19.00 uur. In het weekend en op feestdagen zijn er ook rondleidingen om 14.00 en 16.00 uur. De entree bedraagt voor volwassenen €6,50 per persoon.HERFSTARRANGEMENTHotel Zum Löwen biedt motorrijders twee weekeinden in oktober om het toerjaar 2007 in een passende ambiance af te sluiten. Kurt Saffenreuther (rijdt zelf op een Yamaha Diversion) heeft daarvoor een speciaal herfstarrangement samengesteld; op 19 t/m 21 oktober en op 26 t/m 28 oktober kun je genieten van dit ‘Biker Herfstweekend’.Het arrangement is op basis van twee overnachtingen inclusief ontbijt en avondeten (half pension) en d ekosten bedragen 120 euro per persoon, bij verblijf in een tweepersoonskamer. Eventueel een dag verlengen kost € 50,- p.p. extra. En wanneer je deze MotoPlus meeneemt om aan kurt te laten zien, dan krijg je bij aankomst een gratis glas Federweisser (jonge wijn) met een uienkoek. Rond dit hotel is een fraaie dagtocht uitgezet, zoals beschreven in dit verhaal. Deze ligt bij het hotel, maar is ook vooraf te downloaden voor je GPS (in Mapsource) via www.motoplus.nl.Het hotel Zum Löwen ist e vinden aan de Moselweinstrasse 23 in 56814 Ediger-Eller (Duitsland). T 0049 (0)2675 208, I: www.mosel-hotel-loewen.de