Toeren Ierland
Ierland is een land van contrasten, rustieke dorpjes tussen groene heuvels enerzijds, woest water dat onophoudelijk op de grillige kliffen beukt aan de andere kant. Een schitterend land voor motorrijders ook, met natuurlijke hoogtepunten langs de prachtige Atlantische kust tussen Donegal en Cork.De wijzer van de barometer staat als vastgenageld op 1.035 milibar. Een ongewoon hoge luchtdruk voor een Ierse zomerdag. Geen wolkje trekt langs de diepblauwe hemel en de Atlantische Oceaan oogt kalm als het IJsselmeer bij windkracht nul. Al uren zit ik op de rand van een klif hoog boven de zee, geniet van de warmte en het spectaculaire uitzicht over de groene heuvels tot aan de steile rotsen van Slieve League, die bijna 600 meter uit het water omhoog rijzen. Er zijn maar weinig toeristen te vinden in deze afgelegen streek in het uiterste noordwesten van het eiland. Hier toont Ierland nog haar oorspronkelijke charme, wordt nog niet door toeristenstromen overspoeld zoals de beroemde schiereilanden in het zuidwesten.Het stabiele hogedrukgebied weet ook de volgende dagen de toenaderingspogingen van alle Atlantische lagedrukgebieden af te slaan. Perfecte omstandigheden voor mijn toertocht door de provincies Donegal en Connemara. Ik volg daarbij minuscule ‘single tracks, enkelsporige weggetjes die vaak verborgen liggen tussen metershoge fuchsiaheggen en oeroude stenen muurtjes. Weinig verkeer en veel rijplezier is het motto. De mooiste single tracks tref ik aan tussen Kilcar en Killybegs: als een ware achtbaan slingert het smalle asfaltspoor langs de Atlantische kust, klimt over kleine passen en wentelt zich steil naar beneden naar één van die droombochten, waarvan er hier net zoveel zijn als zandkorrels op het strand. Dit is Ierland als in een plaatjesboek.Dat wordt wel anders op weg naar Connemara. Het landschap wordt vlakker naarmate ik verder van de kust geraak en tegelijkertijd ook saaier. En een stuk dichter bevolkt. Bijna nergens in Europa wordt zoveel gebouwd als in Ierland. De Ier houdt van zijn land en streek en profiteert van de bloeiende economie, die al jaren pronkt met groeipercentages waar de rest van Europa nauwelijks van durft te dromen, crisis of niet… De verveling van het binnenland duurt gelukkig niet lang en wordt op het Connemara schiereiland door een landschap afgelost, dat eigenlijk totaal niet beantwoordt aan de gebruikelijke clichés over Ierland. Clichés die de afgelopen dagen overigens vaker niet dan wel kloppen. Het Ierse weer is toch zo veranderlijk? Niet dat ik me er heel erg mee bezig houd, maar de hemel is hier al vier dagen lang helder blauw. Wat mij betreft dik in orde.’s Nachts verandert het beeld evenwel in dichte mist en motregen, door de Ieren drizzle genoemd. Niet zomaar motregen, er zijn meerdere varianten mogelijk. Vanaf lichte natte mist kan drizzle zomaar traploos overgaan in een soort wolkbreuk, zonder dat ook echt te zijn. Drizzle is altijd weinig en zacht en lijkt in niets op de harde regen die we bij ons kennen.Regen valt aan de Ierse kust maar zelden, maar drizzle des te vaker. De vorm die ik nu ervaar is er één van de fijne soort en blijkt prima geschikt om zich door de ritsen van mijn regenpak te wurmen. En natuurlijk net daar waar je dat het liefste niet hebt,. Het rijplezier neemt daardoor toch wat af en kamperen zit er vandaag niet in. Ik kies dus voor de luxe van een bed and breakfast.In Doolin, vlak bij de beroemde Cliffs of Moher strijk ik neer. De saaie grauwe huizen van Doolin staan wijd verspreid in het landschap. Wel staan op strategisch belangrijke plaatsen – dus rond de plaatselijke kroeg – meerdere huizen op een kluitje. Nergens anders voel je de polsslag van Ierland zo duidelijk als in een van de talrijke cafés. Het bittere, donkere Guinness bier, de nationale drank van de Ieren, vloeit er rijkelijk. Vaak zit een groepje inheemsen rond de open haard en zingt Ierse liederen, begeleid door accordeon, gitaar en fluit.De kruidige rook van de haardvuren hangt ook de volgende morgen nog als een sluier boven het mistige Doolin. Met dit weer kan ik de Cliffs of Moher wel vergeten, het zicht reikt nauwelijks verder dan vijftig meter. Maar het regent niet meer, da’s dan weer een geluk. Het schijnt dat het weer meer naar het zuiden beter is. Dus op naar het Dingle schiereiland, de noordelijkste van de vijf beroemde Ierse landtongen, die zich als lange vingers in de oceaan uitstrekken. Nauwelijks heb ik Dingle bereikt of de eerste zonnestralen dansen over de groene berghellingen. De weg wordt smaller en hobbeliger en de verkeersborden spreken opeens een onbegrijpelijke taal, Gealic. Dingle wordt An Daingean. In het zuidwesten wordt deze oude Ierse volkstaal, die oorspronkelijk stamt uit het Keltisch, nog actief gesproken. Gealic is weliswaar sinds 1937 de officiële landstaal, maar desondanks zijn er nog maar weinig Ieren die deze oude taal beheersen. De regering steekt veel geld in de promotie van het Gealic, een kwestie van eigen identiteit.De westelijke punt van Dingle behoort ongetwijfeld tot het meest spectaculaire dat Ierland te bieden heeft. Bij Slea Head, in Gaelic Cheann Slébhe, brokkelt het land dramatisch af in eilanden, scheren en klippen, die zich tot ver in zee uitstrekken. De groene weiden dragen er witte stippen: de grote witte stippen zijn huizen, de kleine schapen. Zwarte klippen storten zich aan de rand van het eiland in de diepgroene zee en brede witgekuifde golven rollen door de kleine baai naar het witte Coomeenole Beach. Een perfecte plek om gewoon weg te dromen over de zee heen. Ergens daarginds ligt Canada…In het zuiden, op de andere oever van de Dingle Bay, steken de bergen van het Iveragh schiereiland omhoog, waar ik de volgende dag aankom. Om Iveragh heen loopt de beroemdste panoramaweg van Ierland, de Ring of Kerry. In de zomermaanden kruipt een lange rij touringcars en campers dicht aaneengesloten over de 180 kilometer lange rondweg. In plaats van mij bij de file aan te sluiten, sla ik af, landinwaarts waar bijna niemand anders heen gaat. De amper handdoekbrede en hobbelige weg klimt omhoog naar de Ballagisheen Pass. Weliswaar maar 304 meter hoog, maar wel omgeven door een grandioos landschap.Steile, duizend meter hoge bergen, geel en hard gras in een verder bruin heidelandschap en oeroude stenen bruggetjes over turfkleurige donkere beken. Hoogvlaktesfeertje.Onderweg zie je hier overal schapen. Ik heb intussen geleerd dat de wollige grasmaaiers in drie categorieën zijn in te delen. Allereerst zijn er de beestje die me volkomen negeren, zelfs al staan ze midden op de weg. Categorie twee slaat bij de aanblik van mijn naderende Honda in totale paniek op de vlucht, wat niet zelden tegen een hek eindigt. De derde lichting behelst het suïcidale restant dat tot het laatste moment wacht om vervolgens vlak voor mijn aanstormende voorwiel over te steken. Sommigen zinkt halverwege de moed in de hoeven, en die proberen in volle galop midden op de weg met een wilde slingerbeweging om te keren.Zodra de weg aan de westkant van Iveragh naar het oosten afbuigt, komt het Beara schiereiland in zicht. Beara is beduidend eenzamer dan Iveragh en Dingle, desalniettemin geen greintje minder spannend. Integendeel, Beara blijkt over een opwindende weg en een prachtig, kakelbont dorp te beschikken. De Healyt Pass is met zijn 330 meter misschien een dwerg vergeleken met Alpine bergwegen, de opeenvolging van zo’n dertig bochten en haarspelders is voor Ierse begrippen fenomenaal. En eindelijk geeft het asfalt een beetje grip. Helaas zijn veel Ierse wegen maar al te vaak met een dikke laag split verpest, wat elk bochtenplezier in de kiem smoort.Net wanneer mijn Honda Dominator weer een beetje tot rust is gekomen rijden we Eyeries binnen, het reeds genoemde schilderachtige dorp. Elk huis heeft hier zijn eigen vrolijke kleur. Roze staat naast lila, groen naast blauw en turkoois naast geel. Gewaagde, soms zelf pijnlijke, combinaties, maar wel creatief en goed voor het humeur. Het lijkt alsof de kinderen van het dorp de kleuren mochten uitzoeken, als een soort remedie tegen de lange en sombere winters. Het vrolijke karakter van Eyeries zet zich voort langs de smalle kustweg, die doorloopt tot het uiterste einde van Beara. Twintig meter omhoog, scherpe linkerbocht en dan steil naar beneden, rechterbocht en meteen weer omhoog. Tot de weg 25 km verder simpelweg in zee eindigt. Een of andere grapjas heeft hier een wegwijzer met ‘Moskou 3.300 km’ neergezet.Tot Bantry, het startpunt van de Ring of Beara, is niet zo ver. De stad is een historisch belangrijke plaats, hier had ooit de enige revolutie van het land moeten plaatsvinden. In 1796 probeerde de Ier Wolfe Tone, met behulp van een Franse armada, in opstand te komen tegen de toen ook al niet zo geliefde Engelsen. De onderneming strandde hopeloos toen de vijftig schepen in een storm terecht kwamen. Dertig maakten rechtsomkeert, tien vergingen met man en muis en de rest dobberde rond in Bantry Bay om daar na een week eindelijk voor anker te gaan. Tevergeefs, de zee bleef ruw en de revolutie moest worden afgeblazen. Ondanks dat werd Wolfe Tone toch een volksheld.Vanaf hier is nog maar een klein eindje naar de twee zuidelijkste van de vijf schiereilanden, Sheepshead en Mizen. Zij kunnen qua landschap evenwel niet wedijveren met hun noordelijke collega’s. Ik neem de tijd en rij rustig langs de kust van baai naar baai. Ierland geeft je rust, hectiek is hier niet aan de orde. Bij Old Head of Kinsale ontdek ik een sober monument dat aan een tragedie uit de Eerste Wereldoorlog herinnert. In mei 1915 voer het luxe passagierschip Lusitania van New York naar Liverpool. Het was het snelste schip op de noordelijke Atlantische Oceaan en de trots van de Britse natie. De snelheid gaf de bijna 2.000 passagiers helaas een vals gevoel van veiligheid tegenover de Duitse onderzeeërs. Op 7 mei was het zicht ten zuiden van Ierland niet al te best. Kapitein William Turner was weliswaar op de hoogte van het U-boot alarm, maar liet toch de snelheid van de 240 meter lange stalen zeereus flink minderen. Een catastrofale fout. Onderzeeër U-20 hoefde uiteindelijk alleen maar af te wachten voor hij zijn dodelijke torpedo kon afvuren. De Lusitania zonk in slechts achttien minuten, voor 1.198 opvarenden restte enkel een zeemansgraf. De wereld reageerde geschokt, de aanval tekende zelfs grotendeels voor Amerikaanse inmenging in de oorlog met Duitsland.Ik heb dringend behoefte aan een kop koffie en vind in de haven van Kindale een klein restaurantje. Op de TV boven de tap speelt zich een veel te luide soap af. Niet echt het volgen waard, totdat een omroepbericht mij snel en efficiënt uit mijn stemmingsdip doet ontwaken: ‘Stormwaarschuwing voor de westkust’ meldt de omroeper. Een orkaan komt over de Atlantische Oceaan aangerold en beloofd spannend weer voor morgen. Dat prikkelt toch je gedachten, ik droom al van een ontketende zee met torenhoge golven die de strijd opnemen met de Cliffs of Moher. Hoe destructief ook, ergens is het ook wel een romantisch beeld. Eigenlijk een kans die ik me niet kan laten ontgaan en tien minuten later zit ik weer op mijn Honda, draai het stuur naar het noorden en geef gas. Naar Doolin is het nog 200 km. Gedurende de nacht neemt de wind geweldig toe, de luchtdruk keldert flink. Mooie vooruitzichten. Met de rammelende kozijnen en fluitende telefoondraden valt aan slapen nauwelijks te denken. De beloofde storm met windvlagen tot 100 km/uur blijft uit, maar windstoten van 75 km/uur zijn ook niet slecht. Nu kan ik het er tenminste op wagen om naar de Cliffs of Moher te rijden.Bij windkracht elf was het niet te doen geweest, maar nu worstel ik moeizaam tegen de wind in langs de uiterste rand van de klippen omhoog en vind een uitstekende rots die enigszins bescherming biedt tegen de razende storm. Voor me stort de steile rotswand zich tweehonderd meter naar beneden in de woeste Atlantische golven. Een blik in de afgrond zorgt voor een extra portie adrenaline. Over een lengte van acht kilometer verzet de zwarte rotswand zich als een reuzenmuur tegen de aanstormende zee. Enorme brekers rollen naar de steile kust, slaan over de kop en spatten uit elkaar in metershoge schuimwolken, om dan door de storm hoog over de klippen te worden gejaagd. Een indrukwekkend en vooral fascinerend schouwspel.Wolken in alle grijstinten haasten zich naar het noorden en pas ver in het binnenland houden ze een beetje in, ontladen zich en zetten hun reis voort. De barometer is inmiddels tot 970 millibar gedaald. Er laag voor een zomerse dag in Ierland. Zo blijkt andermaal: Ierland is een land van contrasten. ________________________________________[INFOKASTEN]INFOIerland is een eiland van een kleine vijfhonderd kilometer lang en 275 kilometer breed ten westen van het Verenigd Koninkrijk. Staatkundig gezien is het land verdeeld in de Ierse Republiek en het veel kleinere Noord-Ierland, dat het noordoostelijke deel van het eiland beslaat. Het westen van Ierland is wat natuurschoon aangaat het indrukwekkende wat het groene eiland te bieden heeft. Diep ingesneden steile klifkusten met droomachtig mooie stranden, kakelbonte dorpjes tussen groene weiden, overschaduwd door 1.000 meter hoge bergen en doortrokken met smalle weggetjes. Ierland is lid van de Europese Unie en je kunt er gewoon met de Euro betalen.KLIMAATHet zuidwesten heeft dankzij de centrale verwarming, de warme golfstroom genaamd, het mildste, maar ook het natste klimaat van heel Ierland. Daardoor groeien er zelfs palmbomen. In de zomermaanden van juni tot en met augustus ligt de gemiddelde dagtemperatuur rond twintig graden en zelfs in de winter wordt het zelden kouder dan vijf graden. Het zuidwesten staat met 2.500 mm neerslag per jaar helemaal bovenaan de Europese regen hitparade. De buien duren meestal niet zo lang, maar zijn daarbij wel des te heftiger. Verantwoordelijk voor de beroemd en eveneens beruchte weersomslagen is de Atlantische Oceaan.REISWie met zijn of haar eigen motor naar Ierland reist, ontkomt niet aan een boottrip. De goedkoopste en wellicht ook meest comfortabele optie is de directe lijndienst van Irish Ferries. Vanaf het Franse Cherbourg, op ongeveer 750 kilometer van Utrecht, vertrekt er iedere twee dagen een boot naar Rosslare aan de zuidoost kust van Ierland. De boot vaart ’s nachts en is ongeveer achttien uur onderweg. In het hoogseizoen is er al een retourticket vanaf 287 euro op basis van één persoon met motor en ligstoel. Ga je liever voor het comfort van een bed, dan betaal je per overtocht een kleine 34 euro meer. Als alternatief kun je er ook voor kiezen om eerst Engeland te doorkruisen om daar vanaf bijvoorbeeld Liverpool de Ierse Zee over te steken naar Dublin. Rederij P&O rekent echter voor een retourtje met motor 298 euro. Niet mild, zeker gezien het feit dat je ook nog eerst met de boot of via de Eurotunnel naar Engeland moet.OVERNACHTINGENHier heb je bijzonder veel keus. Van een Country House, dat is een voor de gemiddelde motorrijder waarschijnlijk iets te luxe uitgevallen statige villa met prijzen vanaf 200 euro per nacht, tot hotels (50 to 150 euro), guesthouses (50 tot 100 euro) en Bed & Breakfast (30 tot 60 euro). Feitelijk is er in iedere prijs- en comfortcategorie wel iets te vinden. Zeker wanneer je het geen probleem vindt om in een hostel te overnachten, nergens in Europa zijn er namelijk zoveel die kamers aanbieden tussen tien en twintig euro per nacht. Over de spreiding hoef je je ook geen zorgen te maken, zelfs het allerkleinste gehucht heeft in het hoogseizoen minimaal één Bed & Breakfast. Daarnaast is er uiteraard ook een ruime keuze aan campings, vaak prachtig gelegen aan zee. Reken met tent dan op zo’n tien euro per nacht.VALUTAZoals gezegd is kun je in Ierland gewoon met de Euro betalen. Breng je echter ook een bezoekje aan Noord-Ierland, houd er dan wel rekening mee dat dit tot het Brits Koninkrijk behoort en je er met de Britse Pond Stirling moet betalen. Overigens wordt de Euro op veel plaatsen wel gewoon geaccepteerd.LITERATUURHet aanbod van reisgidsen over Ierland is rijkelijk. Voor globale informatie over het land met de meeste bekende bezienswaardigheden kun je het beste een beroep doen op de Marco Polo Reisgids Ierland, een 96 pagina’s tellende gids in binnenzak formaat met een vriendelijke prijs van een kleine acht euro (ISBN-nummer: 978 904 103 0443). Een stuk uitgebreider is de 18,95 kostende Reisgids Ierland (ISBN-nummer: 978 901 802 6288) uit de ANWB Gouden-serie. Wat beide reisgidsen missen zijn adressen van overnachtingsmogelijkheden en restaurants, die vind je wel in de Capitool Reisgids Ierland, een uitgebreid 384 pagina’s tellend boekwerk voor € 26,90 (ISBN-nummer: 978 904 103 3215)CONTACTVerkeerbureau IerlandSpuistraat 102 1012 VA AmsterdamT 020-620 8089I www.duscoverireland.com/nl/Reisduur: twee wekenGereden afstand: 2.000 kilometer[UNTERSCHRIFTE][Diese unterschrifte sind von den MRD Strecke, wenn andere Bilder verwenden möchtest kein Problem, maxgen wir die Unterschrifte nachher]]1. Onderweg over een single track in de bergen van Iveragh Peninsula2. Idem3. Zomer in Ierland4. Aan de noordwestkust bij Sligo5. Het spannendst in Ierland zijn de wegen direct langs de kust.6. Dit roestige schip heeft betere tijden gekend.7. De veerboot brengt schapen van Aran Island naar het vasteland.8. De klippen van Slieve League rijzen tot 600 meter op uit de zee.9. De kust van Donegal verrast steeds opnieuw met zijn fantastische bochten.10. Single track naar een strand in Connemara11. Vaak slingeren dit soort smalle wegen tussen de eenzame bergen van Connemara door.12. Idem13. Middeleeuwse bruggen in Connemara.14. Het Ierse weer is meestal wisselvallig. Amper is de bui weggetrokken, schijnt de zon weer volop.15. De bergen van Connemara zijn dan wel weinig hoger dan 700 meter maar maken wel indruk.________________________________________STREAMERHIER TOONT IERLAND NOG HAAR OORSPRONKELIJKE CHARME, ZONDER DE TOERISTENSTROMEN ALS OP DE BEROEMDE SCHIEREILANDEN.DE HUIZEN STAAN OP STRATEGISCH BELANGRIJKE PLAATSEN, DUS ROND DE PLAATSELIJKE KROEG. HET LAND BROKKELT DRAMATISCH AF IN EILANDEN, SCHEREN EN KLIPPEN, DIE ZICH TOT VER IN ZEE UITSTREKKEN.TORENHOGE GOLVEN NEMEN HET OP TEGEN DE CLIFFS OF MOHER. HOE DESTRUCTIEF OOK, ERGENS IS HET OOK WEL ROMANTISCH.