Toeren door Tsjechi
Jawa is in Nederland het bekendste Tsjechische motormerk. Tijdens een rondreis blijkt Tsjechië echter veel meer motormerken te hebben voortgebracht, waaronder juweeltjes van technisch vernuft. Het land biedt de bezoeker een rijke geschiedenis op het gebied van techniek en cultuur. En bovendien is het een heerlijk land om met de motorfiets te toeren. Wie Praag niet bezoekt, heeft Tsjechië niet gezien. Het oude stadscentrum met de imposante burcht, dertiende-eeuwse Karelsbrug, astronomisch uurwerk en Wenceslasplein staan terecht hoog op de toeristische agenda. In de steegjes van de Kleine Zijde en andere historische buurtjes hangt nog steeds de romantische sfeer uit de boeken van Gustav Meyrink en Franz Kafka. Het oude stadscentrum aan de Moldau is dan ook overlopen door toeristen, zakkenrollers en andere gauwdieven. De bewoners van Praag zelf komen er nauwelijks nog aan te pas, die vermaken zich in de omringende wijken. Het loont de moeite om daar ook een dag of wat rond te neuzen. Daar vinden we – soms wat vervallen – huizen in de stijl van Jugendstil, kubisme of de wat nieuwere “Stalinistische barok” uit de communistische periode. Praag laat ons maar moeilijk los, zoveel is er te zien en te beleven. Uiteindelijk rijden we toch de stad uit naar het omringende land, dat sinds oudsher “Bohemen” heet: daar komt ons woord bohemien vandaan. Levensgenieters, lustige vagebonden, vrolijke flierefluiters. In die rol kunnen we ons op de motor wel vinden. Voordat we de borden “einde bebouwde kom” passeren rijden we al door het bos. Het toeren door het platteland is een ware verrukking. Zacht glooiende heuvels zijn versierd met bossen en akkers. Hier en daar rijden we door een slaperig dorp rond een vijver, waarin de vis zwemt die een belangrijke rol op de menukaart inneemt. Het christendom, dat vis tot vastenvoedsel bestempelde, speelde een rol bij het aanleggen van de meren en de viskwekerijen. Daarbij ontstonden in de Middeleeuwen uitgestrekte waterpartijen, die op ingenieuze wijze met elkaar verbonden waren. Dat staaltje waterbouwkunde dat je als Nederlander zijnde natuurlijk aanpsreekt. Zo landelijk, zo liefelijk. Zo nu en dan sturen we door een grotere plaats, waar de eeuwenoude historie is opgepoetst. Waar rond het centrale plein kleurige huizen staan, met fraai bewerkte gevels en waar het asfalt de kinderkopjes niet heeft verdrongen. Kutná Hora is daar een mooi voorbeeld van. Sinds de middeleeuwen een belangrijke zilverstad, dus er kon wel wat in imponerende architectuur worden geïnvesteerd. Na onze rondrit door het centrum zoeken we ook hier een buitenwijk op. In het stadsdeel Sedlec stallen we de motor voor de poort van de kloosterkerk. De koelte binnen is aangenaam, maar we komen voornamelijk voor het bizarre interieur, dat de zwarte dromen van menig Gothic-fan overtreft. Uit schedels en beenderen van tienduizenden mensen is hier een inrichting tot stand gekomen die maar weinig overeenkomt met de inhoud van de Ikea catalogus. Door de overdaad werkt het geheel op ons niet griezelig of beklemmend, maar juist hilarisch. Met wat voor ongebreidelde fantasie zijn bijvoorbeeld die kroonluchters samengesteld, die boven onze devoot onthelmde hoofden bungelen! Op onze motortocht door Tsjechië verbazen we ons herhaaldelijk over de rijkdom die dit Midden-Europese land in de loop der eeuwen heeft voortgebracht. Het land was na de Tweede Wereldoorlog in een Doornroosjeslaap terecht gekomen, onder de communistische staatsstructuur raakte het de leidende rol kwijt op gebied van cultuur, techniek en industrie. Maar de Sovjet-ideologie is in 1990 bij het grofvuil gezet en Tsjechen tonen zich ijverige restaurateurs van hun historische erfenis. Buiten de torens van het kasteel van Doornroosje ligt een onbedorven landschap, dat wij op de motor hogelijk waarderen. De wegen zijn leeg, de spaarzame passanten groeten vriendelijk. Als we onderweg even stoppen om op de kaart te kijken, worden we steevast geholpen door de plaatselijke bevolking. Al moeten we soms met handen en voeten communiceren. Of we worden in het Nederlands aangesproken door een van de vele landgenoten die er een tweede huis bezit. Jaarlijks bezoeken meer dan 330.000 Nederlanders de Tsjechische Republiek, die hemelsbreed dichterbij ligt dan Zuid Frankrijk. Ook wij zijn aangenaam verrast door de vriendelijkheid van de Tsjechische bevolking, de rust, de ruimte en de verrassend grote dosis interessante geschiedenis waar we onderweg op stuiten. Op een rots in de plaats Kamen staat een imposant kasteel, waarvan de grondvesten teruggaan tot de dertiende eeuw. Dat is allemaal mooi en aardig, maar zo’n rotsklomp moet toch echt iets meer in de aanbieding hebben, voordat we van de motor stappen. En dat hééft het plaatselijke kasteelmuseum. We sluiten ons aan bij de groepsrondleiding en steken onze voeten verplicht in de sloffen die bij de ingang gereed staan. Is hier sprake van ver doorgevoerde smetvrees of van een goedkope en efficiënte manier om de vloeren glimmend te poetsen? We komen er niet achter, het werkt in ieder geval wel op de lachspieren. Rare jongens, die Tsjechen. We worden steeds meliger van al die zalen met stoffig meubilair. Schoot die rondleiding nu maar eens op! Ook ongeduld wordt beloond, want ein-de-lijk treden we dan het kasteelgedeelte binnen waar het ons om begonnen is. De grootste collectie motorfietsen in de Tsjechische Republiek toont zich in volle glorie. Hier treedt duidelijk een tweedeling van de mannelijke en vrouwelijke bezoekers op. De dames in het gezelschap lonken overwegend naar de volgende zalen, waar stoffig meubilair op de glimmende vloeren staat. De heren daarentegen zwermen rond de motorfietsen uit en bewonderen de vitrinekasten met gerelateerde bezienswaardigheden. Alles getuigt van de rijke Tsjechische motorgeschiedenis, die – zo wordt ons al snel duidelijk – uit veel meer dan alleen Jawa bestaat. CZ, Ogar, Satan, Perun, Manet, Praga, Orion, Jelinek, Torpedo… we hebben er nog nooit van gehoord. En wat vinden we tussen al die technische juweeltjes nu de parel op de kroon? Een persoonlijke favoriet is moeilijk aan te wijzen. Nou vooruit dan maar: die Vodicy Motorcykl Pro is wel héél erg mooi! Deze driehonderd kilo wegende gangmaker bij wielerwedstrijden is tegelijkertijd de eerste in Tsjechenland zelf gebouwde motorfiets. In 1905 schroefde een amateur het gevaarte van 2300cc in elkaar van de onderdelen van landbouwmachines en een vliegtuigmotor. Ruim een eeuw later nog steeds een indrukwekkende verschijning! We rijden vanaf het motorkasteel verder over gewijde grond. In het nabijgelegen Pacov werd namelijk in 1904 de Fédération Internationale de Motocyclisme (FIM) opgericht, de überclub van motorclubs wereldwijd, die nog steeds actief is. In 1905 organiseerde de toentertijd kersverse organisatie haar eerste rally, de Ronde van Pacov, die meteen ook de eerste motorwedstrijd in Tsjechië was. Een memorabele gebeurtenis, voorloper van de wedstrijden in het iets verderop gelegen Brno – het Assen van het oosten zeg maar- dat net als het Nederlandse motormekka jaarlijks duizenden liefhebbers van motorraces lokt. Maar aangezien er nu geen evenementen op de wedstrijdkalender staan, laten we Brno links liggen. Waarheen zullen we eens rijden? De keuze is niet moeilijk, want het is gewoon overál machtig mooi sturen op de Tsjechische landwegen. We mijden de drukke doorgaande wegen en zwerven op de bonnefooi door het platteland, dat hier nog niet is dood geknuffeld zoals in delen van Frankrijk, Engeland en België. De droom van wegen zonder einde en ander verkeer lijkt hier eventjes werkelijkheid te worden. Natuurliefhebbers komen hier net als cultuuraanbidders ruimschoots aan hun trekken. Het Tsjechisch Verkeersbureau meldt trots dat het land de hoogste dichtheid heeft van kastelen en andere historische gebouwen. Of het waar is weten we niet, maar we geloven het graag als we het Zuid-Boheemse Cesky Krumlov binnenrijden. Het beeldschone stadje aan een bocht in de Moldau staat, net als de Praagse binnenstad, volkomen terecht op Unesco’s lijst van Werelderfgoed. We laten de motor eens een dagje staan en slenteren door de nauwe straatjes langs de oorspronkelijke gotische en barokke huizen en bezoeken enkele musea. De stad heeft een eigen bierbrouwerij, de eethuisjes serveren traditionele Boheemse gerechten, die ons net als de rest van de Tsjechische producten verrassen met hun veelzijdigheid. Het verbaast ons niet om op de eerste verdieping van de oude watermolen, nu als restaurant ingericht, weer een mooi gerestaureerde verzameling motorfietsen aan te treffen. De eigenaar toont ons trots de Tsjechische Jawa’s en CZ’s die naast BMW en Ariel niet misstaan. Tsjechen zijn zich bijzonder bewust van de rijke historie die hun land op vele gebieden heeft. Onderweg komen we overal bewijzen tegen van het liefdevol koesteren daarvan. Een 50cc brommertje dat decennia geleden uit de fabriek rolde tegen een tuinhek, of een wat zwaarder exemplaar, bij de ingang van een kazerne. En niemand die bezwaar maakt als we de machines niet alleen met onze ógen bekijken. In het slaperige plaatsje Netvorice rijdt ons een groep jongeren tegemoet, die hun Tsjechische vervoersmiddelen duidelijk tot cultstatus hebben verheven. “De Amerikanen hun choppers, de Britten hun café-racers, wíj onze tweetakten,” aldus de beeldtaal die deze in retrostijl geklede enthousiastelingen met hun verschijning uitschreeuwen. In de passerende stofwolk ontwaren we pothelmpjes, lange leren jassen, een Velorex driewieler en mooi gerestaureerde motoren van Tsjechische makelij. Dezelfde motoren die in het plaatselijke motormuseum een ereplaats hebben gekregen. De eigenaar van de collectie, ingenieur Jirka Stiburek, ziet het namelijk als zijn missie op aarde om de Tsjechische motorbouw te eren als deel van het nationale erfgoed. Hij draagt de verzameling in het privé museum op aan de producenten van Tsjechische motorfietsen in het verleden, het heden en de toekomst. “Ter herinnering aan het Gouden Tijdperk van de Tsjechische motorfietsproductie. Het tijdperk waarin de ontwikkeling van tweewielige motoren op aarde werd geleid door vakbekwame en handige Tsjechen.” Aldus de gedreven museumeigenaar. Gouden tijden, gouden bergen. We dompelen ons weer onder in de belofte van het Tsjechische platteland, dat zich opnieuw gastvrij voor ons openstelt. Vrolijke kleuren, daar houden ze hier wel van. Ook tijdens reizen vóór 1990 vielen ons de felgekleurde bushokjes, lantaarnpalen en brievenbussen op. En het vlammende Jawarood, dat kán geen toeval zijn! “In Duitsland en Nederland is alles zo grijs,” klaagt ingenieur Jaromir Dvorak die we bij de Jawafabriek ten zuiden van Praag spreken. Daar zit waarschijnlijk wel een kern van waarheid in, maar ondertussen ziet het ons door de modellen in de museumcollectie rood voor de ogen. De oude vertrouwde tweetakters, waarop zoveel Nederlanders hun motorcarrière begonnen, worden nog steeds gemaakt voor de Russische, Aziatische en Afrikaanse markt. Voor landen binnen de Europese Unie worden vanwege de steeds strengere milieueisen nu viertakt modellen gebouwd, voorzien van een Rotaxblok. De fabriek in Tynec is voor liefhebbers zoals wij niet meer te bezoeken, we worden verwezen naar de showroom in Praha 10. We zeiden toch dat er buiten het centrum van Praag een hoop te zien en te beleven valt? Op de Kodanska straat, in de tiende wijk, treffen wij een jonge enthousiaste Jawa-rijder op zijn zelfgebouwde chopper. Kompleet met Tsjechische vlag op de tank geschilderd, een mooier symbool van de trots op het eigen erfgoed kunnen we zo snel niet bedenken. Ctibor Novak neemt ons op sleeptouw naar verschillende bezienswaardigheden, waaronder het oude Jawa fabrieksterrein in Praag zelf, nu slechts nog rustikaal onderdelenmagazijn voor volksvriendelijke tweetakters. De roodbemutste motoren uit het voormalige arbeidersparadijs zijn niet de enige Boheemse motorfietsen. Dat hadden we gaandeweg al geconstateerd en in het blauwe kielzog van Ctibor’s Jawa worden we in het technisch Museum nog eens fijntjes met onze neus op de feiten gedrukt. Net zoals de verkeersluwe plattelandswegen lijkt ook dit museum een droom die waarheid is geworden. Stoomlocomotieven, vliegtuigen, helikopters, uurwerken, luxe automobielen: je kunt het zo mooi niet bedenken of het staat in dit museum. Uiteraard ontbreken de motorfietsen niet. Te kust en te keur staan de mooiste modellen op de tweede verdieping langs de immense centrale hal gerangschikt. Hier een persoonlijke favoriet aan te wijzen is écht onbegonnen werk. We zijn niet weg te slaan bij de Böhmerland, een nog steeds hypermodern ogende machine die standaard voor drie personen was ontworpen, maar ook in varianten werd gebouwd voor twee of vier personen. Naar wens met zijspan. En uiteraard standaard in vrolijke, felle kleuren gespoten. Want aan grijze middelmaat doen ze in Tsjechië niet. Zeker niet wanneer het de motorenbouw betreft. De rijke traditie van Tsjechië op het gebied van techniek, was de rode draad waarlangs we onze enerverende rondrit uitsponnen. Onderweg werden de stoutste verwachtingen overtroffen en werden er nieuwe verwachtingen gekweekt. Er schijnt in het noorden van Tsjechië om de zoveel jaar een exclusief Böhmerlandtreffen te worden georganiseerd. En eigenlijk moeten we het platteland nog afstropen op zoek naar een oude Jawa, zo’n helrode Bizon als op de kalender die we van de Jawa-ingenieur meekregen. Allemaal redenen om als echte bohemien weer snel terug te keren om naar hartelust door dit heerlijke motorland te toeren. Familiefiets voor acht personen? In Nederland staat welgeteld één Böhmerland op kenteken geregistreerd. Het blijkt een troetelkindje te zijn van de familie Kreunen, bekend van de Hengelose Auto- en Motorenvereniging die jaarlijks een veteranenrally organiseert. Vader Kreunen haalde de motor dertig jaar geleden vanachter het IJzeren Gordijn vandaan. Zoon Robert (rechts op de foto) haalt hem voor MotoPlus uit de stalling. De Böhmerland is een imposante verschijning met z’n felle kleuren, totale lengte van 2,56 meter en wielbasis van 1,75 meter. Het design rond de 600cc eencilinder met 80 mm boring en 120 mm slag heeft nooit navolging gekregen. De Böhmerland werd vanaf begin jaren twintig in het Tsjechische Krasna Lipa geproduceerd. De met de hand gemaakte modellen werden desgewenst aangepast aan de wensen van individuele klanten. Wat vandaag de dag door motormerken als bijzonderheid wordt gepresenteerd, was tachtig jaar terug al niets bijzonders. Robert Kreunen: “De techniek was toen minstens zo mooi als tegenwoordig. Alles is al een keer uitgevonden, kijk bijvoorbeeld naar de dichte plaatstalen wielen.” Hoe is dit Tsjechische unicum in Nederland beland? “ Mijn ouders waren een keer in Tsjechië op bezoek bij vrienden en die vroegen m’n vader of hij een Böhmerland mooi vond. Mooi? Hij vond hem geweldig! Het duurde een paar jaar, maar in 1976 was het zover. Halsoverkop moesten betaling en papierwerk in orde worden gemaakt. Toen kwam het bericht dat we de motor binnen een maand moesten ophalen, anders verliep de vergunning. Hoe rijdt dat nou zo’n ellenlange motorfiets? “Het vereist wel een aparte rijtechniek, waar je even aan moet wennen. Op smalle weggetjes moet je al snel een paar keer heen en weer steken. Met ervaring kun je er best mee rijden, als je hem maar goed vast houdt.“ En dan nog passagiers meenemen? “Geen probleem. Twee op het zadel, en dan passen er nog twee achterop de drager. We rijden er wel op met z’n vieren of vijven. Vlak voordat de fabriek door de Tweede Wereldoorlog moest sluiten, kwam Böhmerland met een versie voor leger en politie waarop inclusief zijspan wel acht man kon uitrukken. Dat ding was te extreem: helemaal niet handelbaar op de weg. Je kon er nauwelijks mee door de bochten. De experimenten van Böhmerland zijn na 1939 nooit hervat. Maar volgend jaar is ons exemplaar weer deel van het Rijdend Museum, tijdens de veteranenrally van onze vereniging.” (www.hamove.nl) INFORMATIE Tsjechië grenst aan Polen, Slowakije, Oostenrijk en Duitsland. De voertaal is Slavisch, maar er wordt ook veel Duits of Engels gesproken. Tsjechië vormde tussen de wereldoorlogen samen met Slowakije de federatie Tsjecho-Slowakije. Het land was een bakermat van cultuur en een van de belangrijkste industriële landen van Europa. Na 1945 kwam Tsjecho-Slowakije in de invloedsfeer van de Sovjet Unie. Zware industrie werd naar het oostelijk gelegen Slowakije verplaatst, de Tsjechische industrie raakte in het slop. In 1989 maakte de Fluwelen Revolutie een einde aan de sovjetoverheersing. Tsjechië werd in 1993 gescheiden van buurland Slowakije, maar een officiële grensovergang tussen beide landen hebben wij niet kunnen vinden. Sinds 1 mei 2004 is de Tsjechische Republiek deel van de Europese Unie. Overnachtingen De mogelijkheden voor een goede overnachting in Tsjechië zijn eindeloos. De prijzen variëren echter enorm, dus een beetje rondvragen en niet bij de eerste de beste mogelijkheid kamp opslaan is aan te raden. Kamperen blijft de voordeligste manier, voor nog geen vijf euro per persoon en nog vijf euro extra voor een tent zit je op een goede camping met moderne sanitaire voorzieningen. Heb je geen zin of ruimte om een tent en slaapspullen mee te nemen, dan bieden de welbekende “Zimmer Frei” pensions uitkomst. Iets duurder, maar zeker zo comfortabel en vaak de mogelijkheid tot ontbijten, dus niet in alle vroegte drie keer het centrum van de dichtstbijzijnde plaats op en neer op zoek naar een bakker. Natuurlijk kun je ook kiezen voor een hotel. Vooral de prijzen van hotelovernachting en pension variëren onderling enorm. Betaal je in het centrum van Praag nog tussen de vijftig en zestig euro per nacht, hoe verder richting de buitenwijken hoe lager de prijs wordt. Datzelfde geldt ook buiten Praag, hoe dieper landinwaarts hoe goedkoper de overnachtingen worden. Valuta Sinds mei 2004 is de Tsjechische Republiek lid van de Europese Unie. Toch beschikt het land nog steeds over een eigen munteenheid, de Tsjechische Kroon, en kun je er over het algemeen niet met de euro betalen. Omgerekend is één euro ongeveer 28,2 Tsjechische Kronen (CZK) waard, voor honderd euro krijg je 2825 CZK. Geld wisselen kun je bij de grens, banken en wisselkantoren in het land. Bovendien zijn er in de grotere steden ook pinautomaten. Invoer van Tsjechisch geld is ook toegestaan. Nuttige adressen Tsjechisch Bureau voor Toerisme Strawinskylaan 517 1077 XX Amsterdam Tel: 020 575 3014 (tussen 10.00 en 11.00 uur) E-mail: info-nl@czechtourism.com Website: www.visitczechia.cz Technisch museum Praag Kostelni 42 17078 Praag 7 Website: www.ntm.cz Motorcollectie in kasteel te Kamen Hrad Kamen aan de doorgaande weg in Kamen Tel: +420-565 426 619 Muzeum Motocyklu Netvorice Tel: +420 317 722 2514 Website: www.eltsen.cz/jawa Literatuur Het Tsjechisch Bureau voor Toerisme verzend op aanvraag diverse brochures. De Kosmos reisgids “Tsjechië en Slowakije” (ISBN 90-215-1980-1) past in je binnenzak en geeft een globaal maar gedegen beeld van de geschiedenis en bezienswaardigheden in beide landen. Michelin kaart 631 bewees een nuttige en betrouwbare reisgezel te zijn. [UNTERSCHRIFTE] CZ-01 Het Tsjechische platteland is geknipt voor motortochten. CZ-02 De gouden bergen zijn natuurlijk van hooi. CZ-03 Zowat elk dorp heeft zijn eigen meertje, dankzij het christendom. CZ-04 Kleuren kom je onderweg overal tegen. CZ-05 Naar alle windstreken kun je tot volle tevredenheid sturen. CZ-06 De droom van lege wegen wordt in Tsjechië waar. CZ-07 Praag is een groene, en waterrijke stad. CZ-08 Een bezoek aan Praag staat verplicht op de agenda. CZ-09 Twee fraaie staaltjes Tsjechische bouwkunst op één plaatje. CZ-10 De Jawa tweetakt motor behoort tot het Tsjechisch nationaal erfgoed. CZ-11 In Praag struikel je zo ongeveer over de diverse bouwstijlen. CZ-12 De jonge generatie is apetrots op Tsjechische motormerken. CZ-13 Een Jawa stuwt zijn berijder vooruit in de vaart der volkeren. CZ-14 Kijken mag ook met je handen. CZ-15 De Velorex driewieler werd aangedreven door een Jawa blok. CZ-16 De stamvader van de Tsjechische motorfietsen dwingt na een eeuw nog respect af. CZ-17 In motormuseum te Kamen komt de geschiedenis tot leven. Nou, bíjna dan. CZ-18 Rood is voor Jawa, blauw voor CZ. CZ-19 Het motormuseum Netvorice huldigt de Tsjechische motorbouwers. CZ-20 Al sinds voor de Tweede Wereldoorlog wordt Jawa in het karakteristieke rood geleverd. CZ-21 In het Technisch Museum in Praag val je van de ene verbazing in de andere. CZ-22 De “knekelkerk” van Kútna Hora is een bijzondere bezienswaardigheid. CZ-23 Vreemde kroonluchter hangt daar boven ons hoofd. CZ-24 Het prachtige stadje Cesky Krumlov nodigt uit tot een langer verblijf. CZ-25 Cesky Krumlov staat terecht op de Unesco lijst van Werelderfgoed. CZ-26 In het waterrijke Bohemen voelen Nederlanders zich wel thuis. CZ-27 Ook de Boheemse keuken blijkt verrassend veelzijdig te zijn. CM20060902-004 Ook op het gebied van brouwkunst heeft Tsjechië een rijke traditie CM20060902-006 Ook op het gebied van brouwkunst heeft Tsjechië een rijke traditie CM20060902-007 Ook op het gebied van brouwkunst heeft Tsjechië een rijke traditie CM20060902-008 Ook op het gebied van brouwkunst heeft Tsjechië een rijke traditie CM20060902-013 Ideetje voor een Tsjechofiele tatoeage CM20060902-014 Originele Tsjechische stickers, om op je Hayabusha te plakken