Toeren door de Alpen
Wat is er mooier dan met een stel motorvrienden binnen een week een flink aantal Alpenpassen in centraal Europa met een bezoek te vereren? In zes dagen lieten we meer dan 3000 kilometer onder de banden door rollen, voornamelijk via de secundaire wegen van de Ardennen, de Vogezen, het Schwarzwald, de Zwitserse Alpen, de Italiaanse Dolomieten en Tirol. Een route waarvoor eigenlijk maar één ding noodzakelijk is: passie voor passen!Een dergelijke reis vergt natuurlijk wel enige voorbereiding, dus aan de vooravond van onze trip wordt de Moto Guzzi Breva bepakt en bezakt en wordt de route in de Garmin-GPS geladen. Een flink aantal winteravonden puzzelen met landkaarten en met het Mapsource-programma hebben geleid tot zes mooie etappes van elk ongeveer 500 kilometer. Met zo min mogelijk snelweg natuurlijk, want we willen deze week vooral de zijkanten van de banden verslijten!Dankzij de GPS kunnen de satellieten ons nu de weg wijzen, maar om de route ook ‘analoog’ te kunnen volgen (voor als de digitale techniek ons in de steek zou laten), printen we de route ook uit op een handvol A4-tjes, die in de routerol gaan. In de praktijk blijkt het vaak best makkelijk om de route er op papier naast te hebben, vooral voor het bepalen van een pauzeplek of zo.De bagage voor zes dagen gaat gemakkelijk in de originele driedelige Guzzi-kofferset en de originele tanktas. En als alles dus is geregeld, ingepakt, gecontroleerd en ingesteld, rijden we de volgende ochtend vroeg in zuidelijke richting, voor een route van 475 km die ons via Zuid-Limburg, de Belgische Ardennen, Luxemburg en het noorden van Frankrijk naar het plaatsje Herbitzheim in het Saarland voert. In het motorvriendelijke hotel Bliesbrück worden we gastvrij ontvangen en is het aan het eind van de middag tijd voor een lekker pilsje op het fraaie terras. Zo’n eerste dag is altijd even wennen. Wennen aan het onderweg zijn en wennen aan het samenspel met je motormaten. Want op de motor ben je in een groep altijd ‘samen alleen’ op pad en de eerste uren is het in een groep altijd even zoeken voordat iedereen zijn ‘eigen’ plekje heeft gevonden en iedereen ook weet wat je aan elkaar hebt. Die eerste dag doen we het dus relatief rustig aan, maar de wegen in de Ardennen en Luxemburg zijn mooie opwarmertjes voor wat er nog komen gaat.De volgende dag vroeg uit de veren. 500 kilometer per dag lijkt immers niet zo veel, maar toerend over kleinere wegen mag je blij zijn met een gemiddelde snelheid van 50 km per uur. Tel daarbij de tijd van pauzes en tanken bij op en je bent zomaar een uurtje of 11 onderweg! De route van de tweede dag heeft een lengte van 400 kilometer. Van Herbitzheim rijden we via de Vogezen en Le Grand Ballon naar het Zwarte Woud in Duitsland. De eerste kleine pas met een hoogte van circa 1100 meter dient zich aan: de Col de Steige. Daarna volgt de Col de la Schucht en dan gaan we nog iets hoger op de Col du Grand Ballon, die 1343 meter boven de zeespiegel is. De eigenlijke top van de Grand Ballon, de hoogste berg van de Vogezen, kan alleen te voet beklommen worden en iets onder die 1424 meter hoge top herinnert een monument aan ‘de Blauwe Duivels’, het bataljon Vogezenjagers dat de Grand Ballon de hele Eerste Wereldoorlog in Franse handen wist te houden.Door het goede weer laat deze pas zich van zijn mooiste kant zien, maar het kan hier ook behoorlijk spoken. Een blik op de weersvoorspelling is dus aan te raden als je hier wilt gaan motorrijden.Via de Frans-Duitse grens rijden we het Zwarte Woud in. Deze streek is misschien wel het mooiste motorgebied van Duitsland. Prachtige motorwegen, uitgestrekte bossen, diep uitgesleten dalen en mooie vergezichten wisselen elkaar in hoog tempo af. Zo bereiken we die avond Rickenheim, dat niet ver van de Zwitserse grens ligt. Hier, in Hotel Engel, zullen we overnachten. Het hotel heeft ook een gezellig terras waar het zomers goed toeven is en je vel motorrijders kunt treffen. Ook qua avondmaal kennen ze hier de wensen van hongerige motorrijders: ze serveren er namelijk ‘schnitzels als deurmatten’.Ons ‘menu’ van dag drie staat volledig in het teken van de schitterende bergpassen door het hart van Zwitserland. Daar is het wel uitkijken geblazen met de snelheid, want de bekeuringen zijn niet mals en vooral in tunnels en als je van een bergpas af een dorpje inrijdt, staat de politie regelmatig te controleren. Ook stellen ze hier geen prijs op radardetectoren en navigatiesystemen waarin je de flitspalen als POI’s (point of interest) hebt opgeslagen. Wie dergelijke POI’s erin heeft staan, loopt zelfs de kans dat het navigatiesysteem in beslag wordt genomen. Maar er zitten ook erg goede kanten aan Zwitserland, zoals het onberispelijke wegennet, de bijna Luxemburgs aandoende benzineprijzen van ongeveer € 1,10 per liter, de orde en netheid en het feit dat met name in de kleinere bergdorpen criminaliteit en diefstal nog een onbekend gegeven is. Heerlijk, zo kan het dus ook…Na dik honderd kilometer passeren we deze derde dag het beroemde Vierwoudstedenmeer. Langs de oevers van dit meer liggen diverse interessante steden, waarvan Luzern de bekendste is. Al die plaatsen zijn erg goed bereikbaar en historisch en landschappelijk gezien heeft dit gebied veel te bieden.In Altdorf houdt de bekende Willem Tell de wacht en na enkele kleine colletjes, zoals de Glaubenbielenpas, wordt het langzamerhand tijd voor het echte werk. Door de Berner Alpen kronkelt zich een unieke weg van het Berner Oberland over de Grimselpas naar Wallis met zijn Rhônedal. Na Meiringen komen we langs de Aareschlucht, een heel diepe kloof die is uitgesleten door de rivier de Aare. De lengte van deze kloof bedraagt 1400 meter en het hoogste gedeelte van de kloof is 180 meter boven de rivier. De rivier is toegankelijk voor het publiek en ’s nachts verlicht.We vervolgen onze route en na Innertkirchen gaat de weg langs de Aare omhoog. Voor Guttannen passeren we al twee tunnels, vier haarspeldbochten en een lawinetunnel. Het Grimselgebied is overigens beroemd om zijn rijkdom aan mineralen en in Guttannen toont het Kristallmuseum een mooie verzameling daarvan. Om het kleine dorp liggen zeer hoge bergen, zoals de Steinhaushorn van 3121 meter, de Ritzihorn van 3263 meter en iets verder de Diechterhorn, die met 3389 meter hier de hoogste is. Verder in het nauwe dal passeren we, bij de kleine nederzetting Handegg, de 35 meter hoge Handeggfall en nog hoger bereiken we de eerste van de uit vijf aparte delen bestaande stuw, die gezamenlijk de Kraftwerke Oberhasli vormen. De fjordachtige stuwmeren dragen zeker bij tot de verfraaiing van het landschap, maar zijn daarnaast dus vooral functioneel: Zwitserland wekt een groot deel van de elektriciteit op door middel van waterkracht: het water wordt eerst verzameld in natuurlijke meren of kunstmatige stuwmeren, om vervolgens door een metersdikke pijp honderden meters lager tegen een schoepenrad te spuiten. Aan dat schoepenrad zit dan weer een heel grote dynamo, waar zeker in de berggebieden iedereen op kookt, de kachel heet stookt, de lamp aan doet en tv kijkt.Na de Gelmersee komen we bij grijsgroene Räterichbodensee op 1767 meter, waar de weg met een sierlijke zwaai omheen loopt. We slaan hier even rechtsaf naar de befaamde Grimsel Hospiz, een hotel-restaurant dat boven de boomgrens ligt en een schitterend uitzicht biedt op onder meer de 1909 meter hoge Grimselsee, een stuwmeer met een lengte heeft van 5,5 kilometer. Vanaf de Grimsel-hospitz kun je zelfs een boottochtje maken naar de Unteraargletscher.Via Gletsch (wij hebben helaas geen tijd, maar in de zomer kun je hier met een stoomtrein over de oude Furkapas rijden) rijden we het Rhonedal in. De weg loopt hier parallel aan de nog maagdelijke Rhone (of de ‘Rotten’, zoals hij hier in Wallis nog wordt genoemd). Deze rivier, die via het meer van Geneve naar het zuiden afbuigt en uitkomt in de Middellandse Zee, ontspringt in de Rhonegletscher, die je vanuit Gletsch zo mooi tegen de wand van de Furkapas kunt zien zitten. Al is hij allang niet meer zo imposant als pak-em-beet 20 jaar geleden; door de opwarming van de aarde zie je hem bijna jaarlijks kleiner worden.Wallis is het derde kanton (provincie) van Zwitserland en er wonen minder mensen als in de stad Utrecht. De streek wordt gekenmerkt door de vele ‘vierduizenders’ (bergen van meer dan 4.000 meter hoogte). De Matterhorn is daarvan natuurlijk één van de bekendste, maar zover rijden wij dit keer niet door, want een kilometer of tien na Gletsch slaan we rechtsaf de Nufenenpas op. Met zijn 2.478 meter de hoogste geasfalteerde bergpas van Zwitserland.Aan het eind slaan we linksaf en via de St. Bernardinopas en de Splügenpas rijden we dwars door de ongerepte natuur naar Italië. Net over de grens richting Campodolcina worden we meteen al getrakteerd op een aantal typische onverlichte Italiaanse tunnels. Een tip is om voordat je zo’n donkere tunnel ingaat eerst even één oog dicht te doen. Hierdoor ben je veel sneller aan de veranderde lichtintensiteit gewend. Maar het blijft hier uitkijken, ook al omdat en direct na de donkere tunnels vaak korte onoverzichtelijke haarspeldbochten zijn. Bij het uitkomen van de laatste tunnel zijn slipsporen op het wegdek de stille getuigen van het feit dat niet iedereen de bocht hier gehaald heeft… De route van die dag eindigt bij hotel Oriëntal in Prestone, midden in een smal dal. Iedereen is moe, want met al die hoge bergpassen was het een heel pittig dagje! Maar na een stevig maal en een goede nachtrust is iedereen er de volgende ochtend weer klaar voor. Maar als we naar buiten kijken, zien we het weer ’s ochtends vroeg omslaan en er stroomt een plotseling opkomende mist door het dal. Als een kolkende rivier komt de mist de vallei binnen en slokt alles op: een heel aparte gewaarwording.Toch hebben we niet zo heel lang tijd om hier lang bij stil te staan, want ons strakke schema roept en ook deze vierde dag moeten de nodige bergpassen onder de wielen door laten rollen.We gaan oostwaarts in de richting van de Dolomieten. De mist trekt gelukkig langzaam op en via het riviertje de Adda komen we bij de Passo di Mortirolo. Daarna volgt de beklimming van de Gaviapas tot 2652 meter. Deze bergpas ligt in regio Lombardije en is één van de hoogste paswegen in Europa. De weg voert dwars door het ongerepte Nationaal Park Stelvio. De weg is aangelegd in de Eerste Wereldoorlog, ter bevoorrading van de Italiaanse soldaten die vochten in het Italiaans-Oostenrijks grensgebied. De weg kenmerkt zich door z’n smalle stukken van hooguit drie meter breed, met aan de ene kant rotsen en de andere kant een diep ravijn. Als je daar verkeer uit tegengestelde richting tegenkomt is het dus goed uitkijken. Ook een stijgingspercentage tot 16% en een onverlichte smalle tunnel van een halve kilometer maken deze pas heel bijzonder.Na de Gavia koersen we richting de Stelviopas. Deze ‘Passo di Stelvio’ is een van de bekendste, zwaarste, beruchtste en hoogste passen in Europa. Maar liefst 2.758 meter hoog, waardoor je ruim 20 kilometer moet klimmen om vanuit het dal bijna 2000 meter hoogteverschil te overwinnen. Het gemiddelde stijgingspercentage is met 7,7% heel behoorlijk en het uitzicht onderweg en vooral bovenop is ongekend mooi. Het is ook een pittig ritje naar de top en op de motor krijg je naarmate je dichter bij de top komt steeds meer respect voor de sportievelingen die deze pas met de racefiets of mountainbike te lijf gaan. Als je trouwens geluk hebt en buiten het hoogseizoen rijdt, is het niet ondenkbaar dat je auto- of motorfabrikanten hier bezig ziet met testwerk van nieuwe modellen, want de uitdagende kronkelende weg wordt met name voor remmentesten gebruikt.De Stelvio wordt ook wel Stilfser Joch genoemd. Dat is in feite de Duitstalige naam; de Duits-Italiaanse taalgrens loopt in feite ook over de top van deze pas loopt, die na de Col de l’Iseran (2.770m) en de Col de la Bonette (2.802m) de op twee na hoogste Alpencol en hij volgt ook nog steeds het originele tracé uit de jaren 1820-1825, toen de weg door Oostenrijkse ingenieurs werd aangelegd.Deze Koningin onder de bergpassen rijden we aan via Bormio. Bovenop de pas vind je meerdere winkeltjes en kraampjes met allerlei prullaria en tientallen motorrijders maken van de gelegenheid gebruik om hier te pauzeren en een foto te maken voor het thuisfront als bewijs van hun prestatie. Het nemen van de Passo Stelvio is en blijft dan ook een onvergetelijke ervaring, zelfs al wil het weer niet echt meewerken, zoals vandaag. Op de top regent het namelijk, zodat we niet al te lang boven blijven, maar meteen verder gaan op de achtenveertig haarspeldbochten naar beneden.Juist in deze bochten blijkt dat de middenbok van de volgeladen Moto Guzzi Breva erg weinig grondspeling heeft. Die zet in nagenoeg elke bocht een handtekening op het asfalt, waarbij de vonken eraf vliegen. In het begin is dat nog wel leuk, later wordt dat echter steeds irritanter. Maar dat is ook meteen het enige minpuntje van deze machine, want voor de rest doet de Guzzi het prima onder deze bergachtige omstandigheden.Dat het op bergpassen altijd uitkijken geblazen is, zien we in een groepje dat een eindje voor ons rijdt. Op zich rijden ze heel netjes, maar in de bergen kan er ook een halve zool van de andere kant komen, die zijn auto of motor minder goed onder controle heeft. En dat zien we dus gebeuren: een kamikazepiloot die bergop rijdt, komt in een haarspeldbocht volledig verkeerd uit en op de andere weghelft. Waar dus een Nederlandse motorrijdster rijdt, die enorm schrikt en haar eigen machine bij het insturen van de haarspeldbocht onderuit remt. Ze glijdt zelf door de helling af en komt een tiental meters lager bij de onderliggende bocht terecht(!), terwijl haar motor boven nog net achter het muurtje blijft hangen. Wonder boven wonder loopt het relatief goed af met enkel een paar gebroken ribben en wat blauwe plekken. Maar het drukt je wel weer even met de neus op de feiten dat het rijden van bergpassen best veel rijkunst en concentratie vergt, waarbij het gevaar ook van andere weggebruikers kan komen. Goed kijken en opletten is dus van levensbelang.Via de Reschenpas rijden we Oostenrijk weer in en na 370 enerverende kilometers stoppen we bij het gezellige hotel Post in het centrum van de Kappl. Deze wintersportplaats is het tweede dorp in het Paznauntal en qua inwoneraantal tevens de grootste plaats in dit dal. Het ligt op een hoogte van 1.258 meter op de Kappler Berg, boven de rivier Trisanna en aan de voet van de Hohe Riffler.De vijfde route begint direct met de 2.032 meter hoge Silvrettapas, ook wel Bielerhöhe genoemd. De pas ligt in de Silvretta, aan de Silvretta Hochalpenstrasse. Een schitterend motorparcours, welke gelegen is tussen het Paznauntal in Tirol en het dal Montafon in de deelstaat Vorarlberg. Bijzondere panorama’s en eeuwige sneeuw liggen hier aan je voeten en bovenop de pas ligt het Silvrettastuwmeer. Het is echter wel een pas waarvoor je 11 euro tol moet betalen. Maar daarvoor krijg je ook heel wat terug. Wel moet je hier goed opletten voor loslopend vee en de daarmee samenhangende strontplakken op het wegdek!Na de Fachinajoch van 1.486 meter komen we weer terug in Duitsland en rijden noordwaarts naar Gebsattel in de omgeving van Rothenburg a.d. Tauber. Hier maken we onze laatste overnachtingsstop bij Gasthaus Lamm. Hiervandaan beginnen we de zesde dag aan onze laatste etappe van deze kort maar krachtige alpenreis. Via de Spessart gaat het richting Siegen en daar draaien we de Duitse snelweg op, om via het Ruhrgebied en de A3 bij Arnhem Nederland weer in te knallen. De reis zit er helaas op, maar gelukkig hebben we de foto’s nog…[kasten]HOTELS EN PENSIONSWij waren zes dagen onderweg en maakten vijf overnachtingen bij de onderstaande hotels/pensions. Bij al deze hotels ben je als motorrijder zeer welkom en ze bieden een uitstekende prijs/kwaliteit-verhouding. Hotel Bliesbrück, Herbitzheim, Duitsland www.bliesbruck.de tel 0049-6843-80000Hotel Engel, Rickenbach, Duitsland www.alemannenhof.com tel 0049-7765-92010Hotel Oriëntal, Campodolcina, Italië www.hoteloriental.com tel 0039-343-50014Hotel Post, Kappl, Oostenrijk, www.post-kappl.at tel 0043-5445-6203Gasthaus Lamm, Gebsattel, Duitsland, www.gasthauslamm.de tel 0049-9861-8968[bu]Bijschriften0439: waterval in Zwarte Woud0470, pict0027: op het terras van hotel Engel komen de verhalen los0481, 0487: Grimselsee0495: stuwdam in Grimselsee0501: sneeuw op Grimselpass0515: hotel Oriëntal0521,0526: Passo di Gavia0563,0563: Silvretta4293: in elke bocht een handtekening door de middenbok8284,8296,8299,8302,8306,8312,8313: Grimselpass, Grimsel Hospiz en stuwmeer8319, 8320; Matterhorn Gotthardbahn op station Oberwald8330,8332,8334,8336: afdaling van San Bernardinopass8339,8340,8345: boven op de Passo di Gavia8348,8358,8362: afdaling Passo di Gavia8366,8368: loslopend vee trekt zich nergens wat van aan0009, 8282: lekker pilsje op terras van hotel Bliesbrück0011: apres motor0016,0017,0018 Le Grand Ballon0037,0039 Nufenenpass0043 :Hospiz St.Bernardino0046,0047 : San Bernardinopass0051 : waterval onder aan de San Bernardino0528,0054 : boven op de Stelvio wordt allerlei prullaria verkocht0057: GPS geeft hoogte van Stelvio aan0059,0060: afdaling Stelvio0064: Afdaling Stelvio met 48 haarspeldbochten0065: waterval onder aan de Stelvio0532,0072,0534: in Oostenrijk waren door het slechte weer hele stukken weggeslagen0540: uitzicht op Kappl0094,0098,0099: Silvretta