+ Plus

Toeren de Vlaamse Westhoek, Belgi

In de lente van 1915 schreef de Canadese arts John McCrae dit gedicht in zijn veldhospitaal op de plaats die bekend zou worden als het Essex Farm Cemetary. McCrae schreef het gedicht in een korte adempauze tussen de veldslagen, om zo de gruwel van WOI, oftewel “den Grooten Oorlog”, weer te geven. De tastbare herinneringen hieraan staan nog altijd diep gegroefd in het landschap van de Vlaamse Westhoek, een stille getuige van het verleden. De eerste wereldoorlog is een oorlog die wij Nederlanders niet of nauwelijks kennen. Nederland kon immers bij het uitbreken van de vijandelijkheden in 1914 de neutraliteit bewaren. De grens met Vlaanderen was daarom van de Noordzee tot aan de Duitse grens afgezet met onder stroom staand prikkeldraad. Bijna 92 jaar later zijn de sporen van de gruwel nog steeds zichtbaar in het West-Vlaamse landschap. Toch is de Westhoek een prachtig toergebied, dat loopt van de polders aan de Westkust tot aan het Vlaamse Heuvelland in het oosten, onderbroken door stadjes als Nieuwpoort, Diksmuide, Poperinge en Ieper. Ik kom hier vaker, en dan bij voorkeur in de maanden oktober of november, wanneer er hier herdenkingen, vieringen en activiteiten in overvloed zijn. Met als slotdag 11 november: met veel pracht en praal wordt dan de ondertekening van de Wapenstilstand herdacht. Voor Belgen, Britten en Fransen het equivalent van de Nederlandse Bevrijdingsdag, een dag dus om feest te vieren. Wanneer je tenminste van vieren mag spreken, wanneer je enkele miljoenen doden herdenkt… De Belgen vochtten indertijd rond de ondergelopen polders van de IJzervlakte, terwijl de Britten de Ieperboog, die loopt van de genoemde stad tot de heuveltoppen van de Kemmel, bestreken. Ondanks het feit dat deze gebeurtenissen bijna een eeuw geleden plaatsvonden, wordt er nog erg veel aandacht aan geschonken en en komen er jaarlijks duizenden Britten het Kanaal over de graven van dierbaren te bezoeken. Tijdens een bewolkt weekend gaat het met m’n Suzuki Bandit richting de Belgische kust. Op de snelweg eraf bij afrit Nieuwpoort, waarbij de zilte zeelucht zich direct aandringt. Ik ben niet de enige die er op uit trekt. Tussen de drukke rijstroken door laveer ik de Bandit richting de rustiger binnenwegen van de Westhoek. Ik ga naar het imposante Albert I-monument, gelegen aan de zogenaamde Ganzenpoot. Via dit sluizencomplex werd in WOI de IJzervlakte blank gezet door Hendrik Geeraert, waardoor het oprukkende Duitse leger een halt werd toegeroepen. Ik verlaat Nieuwpoort en ga op de N367 richting Gistel. Even voorbij St. Joris kies ik voor het smalle straatje langs de IJzer, de IJzerdijk. Die brengt me in het zo typische Westhoekse landschap met de uitgestrekte polders en de daarin verspreid liggende dorpen. Stuivekenskerke is zo’n kenmerkend polderdorp en blijkt niet meer om het lijf heeft dan een kerkje en enkele tientallen huisjes en boerderijen. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan. Dit vraagt om de allereerste stop. De smalle dijkweg slingert verder langs de meanderende IJzerstroom en de Bandit voelt zich in zijn sas. De baan naast de rivier is het domein van de tweewielers, die ik dan ook in grote getale tegenkom. Opletten geboden, want de smalle wegen kunnen soms gevaarlijk uit de hoek komen. Knijpende bochten, spoorvorming en modder, om over de slechte staat van het wegdek nog maar te zwijgen. Toch lenen de smalle wegen in de Westhoek zich uitstekend voor een rustige toertocht, helemaal gezien de prachtige bouwwerken die je tegenkomt. Al van kilometers ver springt de 84 meter hoge IJzertoren van Diksmuide in het oog. “Nooit meer oorlog” verhalen de inscripties in de gevel. Als een baken leidt deze vredestoren me als het ware richting de binnenstad. Net voor ik het stadje binnenrij, tref ik op de oever van de IJzer de Dodengang aan: een overblijfsel van de loopgraven waarin de Belgische soldaten gelegerd waren tussen 1914 en 1918. Naast de loopgraven vind ik één van de markeringspalen die men liet aanbrengen in de frontstreek om de uiterste punten aan te geven van de Duitse opmars. De monumentjes tonen een granieten blok met tekst, helm, gasmasker en een granaat. Even verder in het centrum van de stad tref ik de Grote Markt, het stadhuis, het Belfort, het “Manneke uit de Mane” en het Begijnhof uit de dertiende eeuw aan. Diksmuide blijkt met de vele hotels, horecagelegenheden en bezienswaardigheden een echte voltreffer. Op de andere oever van de IJzer voert de route door kleine dorpjes die bijna een eeuw geleden onder Duitse bezetting leefden en allemaal een belangrijke rol speelden in de IJzerslag: Leke, Keiem, Koekelare, Werken en Vladslo. In dit laatste dorpje stop ik bij de Duitse militaire begraafplaats aan de rand van het Praetbos. De begraafplaats doet kil en koud aan, als een fragment uit een horrorfilm dat werkelijkheid is geworden. Dit in tegenstelling tot de sierlijke Britse kerkhoven. Je moet de proef op de som nemen en zelf op een duistere najaarsdag eens een wandeling maken op één van de grote Duitse begraafplaatsen; ijzingwekkend vreemd. Tussen de stilte, de namen op de massagraven en een rij bazalten kruisen, kruipt de ellende en eenzaamheid langs je ruggengraat naar beneden. Hier voel je de zinloosheid die op deze grond plaatsvond door je hele lichaam. Het Vladslo-kerhof geniet zijn bekendheid vooral dankzij het beeldhouwwerk van Kathe Kollwitz. De kunstenares vervaardigde het beruchte beeld van een treurend ouderpaar dat – hoe sinister – aan het graf van hun zoon staat, die als achttienjarige vrijwilliger naar het front trok. De grafsteen die voor het beeldhouwwerk ligt draagt het opschrift: “Peter Kollwitz Musketier 23.10.14”. Na Vladslo gaat het via de N301 richting Ieper, om vervolgens af te buigen richting de N313 met plaatsen als Houthulst, Poelkapelle en het Bos van Houthulst. Hier vonden de uiterst wrede man-tot-man-gevechten plaats, soldaten met bajonet op het geweer en de officieren met sabel. In het uitgestrekt bos heeft de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen – in de volksmond bekend als DOVO – haar thuisbasis. Dagelijks, met de regelmaat van een Zwitsers uurwerk, worden er stipt om 12.00 en 16.00 uur granaten uit WOI tot ontploffing gebracht. Jaarlijks worden nog ettelijke tonnen aan niet ontploft springtuig uit de grond gehaald. Een bewoner aan de rand van het militaire domein vertelt: “Wanneer de boeren in het voorjaar hun akkers omploegen, komen de granaten naar de oppervlakte. De landbouwer legt ze eenvoudig langs de kant, waarna ze door DOVO worden opgehaald. Dat hoort hier nu eenmaal bij het dagelijkse leven en we weten hoe we er mee om moeten gaan.” Aan de rand van het bos in Poelkapelle tref ik het grootste Belgische oorlogskerkhof van dit gebied aan, gebouwd in de vorm van een Davidsster. In Langemark dient zich het “Studentenfriedhof” aan, genoemd naar de vele cadetten en studenten die hier begraven liggen. Misschien wel de meest lugubere van alle begraafplaatsen die ik tot nog toe ben tegengekomen. De entree wordt gevormd door een monumentale poort van roze zandsteen. Een eind verder steken aan de rand van het bos vier treurende bronzen soldaatfiguren van de Münchense beeldhouwer Emil Krieger af tegen de horizon. Intussen heb ik het vlakke polderlandschap verlaten en rij door het glooiende landschap van het Heuvelland. Je moet niet meteen hairpins uit de Alpen verwachten, maar het contrast met het platte achterland van de kust is opmerkelijk. Na de vlakke en kronkelende baantjes zijn de heuvels een regelrechte verademing. Helemaal de “beklimming” van de Kemmelberg is een welkome afwisseling. Ook hier tref ik weer verschillende plaatsen aan die me terugvoeren naar aan het sombere verleden. De meeste historische plekken hebben Engelse benamingen. Zo is er Hell Fire Corner (genoemd naar de dagelijkse bombardementen), No Man’s Cot, Pilkem Ridge, Sanctuary Wood, Maple Avenue (gedeelte van het front waar de Canadezen vochtten), Locre Hospice Cemetary, Messines Ridge en Hill 60 en 62. De privé-musea zijn niet te tellen en de toegang bedraagt over het algemeen slechts een paar euro. Vele van de musea hebben gerestaureerde loopgraven en bunkers, die een goede indruk geven over hoe het dagelijkse leven van de soldaten eruit zag. De Ieperboog eindigt uiteindelijk bij de Mesense heuvelrug, de Ossuaire Français op de Kemmelberg en het kerkhof van Lijssenthoek. Natuurlijk mag een bezoek aan Ieper zelf niet ontbreken. Geen enkel gebouw bleef hier gespaard, maar gesteund door de Britten werd deze stad weer volledig opgebouwd, inclusief de monumentale Lakenhallen en het Belfort. Een bezoek aan het “In Flanders Fields museum” staat ook op de agenda, aangezien deze in 2000 is uitgeroepen tot het mooiste en meest innoverende museum van Europa. De collectie is door haar interactieve karakter een must. Aan de hand van authentieke beelden krijg je een goede indruk van het leven ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, zoals de IJzerslag, de officieuze kerstbestanden die her en der in de loopgraven werden gehouden, het leven van de burgers in de volledig verwoeste stad en de evacuatie na de verschrikkelijke gasaanvallen in april 1915. Met het bezoek aan het museum komt er een einde aan mijn toer door West-Vlaanderen. Wel eerst nog even de innerlijke mensen versterken in één van de vele gezellige horecazaken rond de Ieperse Grote Markt. Voor motorrijders is de Westhoek een heerlijke bestemming om er een weekendje te vertoeven. Toeren door het schitterende Vlaamse landschap, afgewisseld met indrukwekkende bezienswaardigheden over een in Nederland al bijna vergeten oorlog. Maar eigenlijk is alleen de heerlijke Bourgondische levenswijze van onze zuiderburen al meer dan reden genoeg om eens een keer met de motor het Vlaamse heuvelland te ontdekken. [Kasten seite 61] INFO De Westhoek heeft alles in zich voor een mooie toerrit. Bijvoorbeeld het strookje Westkust tussen Nieuwpoort en De Panne (met een uniek duinenparadijs en uitgestrekte stranden), de poldergebieden rond Diksmuide en de heuveltoppen van het Vlaamse Heuvelland (www.heuvelland.be) rond Ieper. Wie niet houdt van de vlakke wegen in de polders kan naar het Heuvelland rijden en genieten van het uitzicht op de Kemmel-, Zwarte- en Scherpeberg. De Westhoek situeert zich, zoals de naam doet vermoeden, in het uiterste westen van Vlaanderen aan de grens met Frankrijk. Dit allemaal bevindt zich op nog geen twee uur rijden van de Nederlandse grens. Perfect voor een weekend, maar ook in één dag is de trip nog wel te doen. De reis De afstand van Breda naar Nieuwpoort is 192 km en voert via Antwerpen, Gent en Oostende. Eenmaal in de Westhoek kan je gebruik maken van twee bewegwijzerde routes, de IJzerfrontroute (79 kilometer) en de In Flanders Fields Route (82 kilometer). Deze zijn duidelijk aangegeven met witte metalen, zeskantige borden die tijdig een afslag aangeven. De routes kunnen samen in één dag gereden worden, maar met wat tussenstops en museabezoeken kun je beter één dag per rit uittrekken. Wanneer Ga je alleen voor het motorrijden, dan kun je de hele zomer hier terecht, van eind maart tot half november. Het blijft alleen een kwestie of het weer een beetje mee wil werken. Ben je echter ook geïnteresseerd in de Eerste Wereldoorlog en wil je de oorlogsmonumenten en kerkhoven bezoeken, dan is eind oktober tot 11 november de aangewezen tijd, met als hoogtepunt de vieringen op 11 november; in België een feestdag waarop iedereen vrij is. Onderdak In de Westhoek geen gebrek aan overnachtingsmogelijkheden, bijvoorbeeld in de drie grootste steden Nieuwpoort, Diksmuide (www.diksmuide.be) en Ieper (www.ieper.be). Aan de kust zijn heel wat grote hotels, die door de aanwezigheid van de zee iets prijziger zijn dan in het binnenland, tussen 65 en 100 euro per nacht voor een tweepersoonskamer. In Ieper betaal je ongeveer hetzelfde, terwijl je in Diksmuide al voor een kleine € 40,- onder de pannen bent. Overal in de Westhoek tref je “chambres d’hôtes” aan, kamers inclusief ontbijt met een prijs tussen de € 45,- en € 70,- per nacht. Wie wil kamperen heeft de keuze uit twee grote campings aan de kust, één in Nieuwpoort en camping ‘De IJzerhoeve’ in Diksmuide. Voor minder dan € 10,- mag je daar je kamp opslaan. Literatuur Reisgidsen over België algemeen en Vlaanderen in het bijzonder zijn er in grote getale en te koop op praktisch iedere hoek van de straat. Ook de VVV-kantoren in Westhoek bieden je tal van informatiegidsen over het gebied. Wil je voor de trip wat meer te weten komen over de Eerste Wereldoorlog, kijk dan eens op de volgende website: https://www.wereldoorlog1418.nl Naast een heleboel informatie en indrukwekkende foto’s, is er ook een overzicht met boeken die handelen over de Eerste Wereldoorlog op de internetsite te vinden.

Lees meer over

Suzuki

Gerelateerde artikelen

Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...
Alpenmasters 2024 (3) – Finale

Alpenmasters 2024 (3) – Finale

19 september, 2024

Bij de Alpenmasters is het als bij een EK of WK voetbal: iedereen wil uiteindelijk door naar de finale. Acht ...
Alpenmasters 2024 – Crossovers

Alpenmasters 2024 – Crossovers

5 september, 2024

De crossover-klasse is de snelste ‘groep’ in deze Alpenmasters 2024. De GSX-S1000GX levert 152 pk, de BMW S1000XR ...