Tips & Tricks MP 115-2008
Handen en voeten. Ze zijn er in alle soorten en maten. Wie de hendels en pedalen van de motor er op de juiste manier op afstelt, rijdt niet alleen meer ontspannen, maar ook veiliger. POSITIE VAN DE HENDELS1. Ga in de rijpositie zitten, pak het stuur losjes met geopende handen vast en leg de vingers over rem- en koppelingshendel. 2. De denkbeeldige lijn die boven het stuur door de onderarm, pols en vingers loopt, moet zo recht mogelijk zijn (foto A).3. Als de lijn naar onderen wijst, staan de hendels te laag (foto B). Buigt de lijn naar boven, staan de hendels te hoog (foto C). HENDELS INSTELLEN1. Draai de boutjes van de stuurklemmen (foto D) los (niet er uit draaien!) en de draai de complete hevelarmatuur in de gewenste positie. Al naar gelang merk en model worden inbus- of zeskantbouten gebruikt. Bij sommige motorfietsen zijn de hevels compleet gefixeerd en dus niet verstelbaar. 2. Draai de bouten weer vast. Eerst de bovenste bout, tot de klem bijna sluit, en vervolgens de onderste (steeds met 10 Nm). Heb je de klem helemaal los gehad, zorg er dan bij het monteren voor dat de pijl en/of ‘UP’ op de klem naar boven wijzen. Pas op dat er geen kabels worden afgekneld!SCHAKELPEDAAL INSTELLENAls het schakelpedaal direct op de schakelas zit, is verstellen een koud kunstje: Klembout losdraaien, hevel verzetten, klembout vastdraaien. Klaar. Maar bij de meeste motoren is het schakelpedaal echter aan de voetsteun of aan het schetsplaatje gelagerd en wordt middels een verstelbare stang verbonden met de schakelas. In principe moet de korte, om de schakelas geklemde hevel (foto E) loodrecht naar boven of beneden gemonteerd zijn (bij een klein aantal motoren, waaronder de Yamaha R6/R1 en de Honda CBF1000, staat deze hevel scheef). Belangrijk: verander niet de hoek van het schakelpedaal, waardoor de korte hevel in een andere positie op de vertanding van de schakelas komt te staan! Als deze niet loodrecht (dus 90° t.o.v. de schakelstang) op de as is gemonteerd, kunnen er door de verkeerde hoek schakelproblemen ontstaan. Bij veel motorfietsen is het exacte montagepunt voor de hevel op de schakelas gemarkeerd (foto E). Houd bij het verstellen de volgende werkwijze aan:1. Beide contramoeren van het kogelgewrichten van de schakelstang losdraaien en minstens twee omwentelingen terug draaien. Bij het losdraaien (en ook weer bij het vastdraaien) de contramoeren van de schakelstang tegenhouden met een tang om te voorkomen dat de kogelgewrichten beschadigen. Let op: de ene moer draait rechtsom en de ander linksom! 2. Door de schakelstang naar rechts of links te draaien, verschuift de positie van het schakelpedaal naar boven of beneden. 3. Als de juiste positie gevonden is, de beide contramoeren weer tegen de kogelgewrichten vastdraaien. REMPEDAAL INSTELLENDoorgaans voelt het ’t prettigst aan als rem- en schakelpedaal zich op gelijke hoogte bevinden. Om dat netjes uit te meten, leg je een waterpas op de voetsteun – waterpas uiteraard – en vervolgens meet je de afstand tot het onderste punt van het rem/schakelpedaal (foto F). Doorslaggevend is het comfortgevoel en als dat zegt ‘rempedaal naar beneden’, dan moet het schakelpedaal in dezelfde mate omlaag. Het verstellen van het rempedaal geschiedt door het in- of uitdraaien van de drukstang, die naar de remzuiger in de hoofdremcilinder leidt (foto G). Let op: er moet een vrije slag voelbaar zijn in het rempedaal, omdat je anders altijd een iets slepende achterrem houdt! 1. Sleutel op de contra- en stelmoer en de contramoer een paar slagen losdraaien. 2. Bovenste stelmoer draaien tot de gewenste pedaalhoogte is bereikt. 3. Stelmoer met sleutel vasthouden en contramoer vastdraaien. Controleer na het afstellen of het remlicht goed functioneert. Zodra de remzuigers aangrijpen en de eerste remwerking begint, moet het remlicht gaan branden. Gebeurt dat niet, dan moet de remlichtschakelaar opnieuw ingesteld worden. Deze zit meestal achter het schetsplaatje en is daardoor vaak niet goed bereikbaar. Draai de moer waarin de schakelaar vastgedraaid zit in de juiste mate in of uit (foto H). Hierdoor verschuift de schakelaar naar boven of beneden. Houd daarbij met één hand de schakelaar vast en verdraai met de andere hand de moer. [Bilder und Unterschriften][Das Hauptbild in Grun Brauchen wir nicht. Nur die kleinere Bilder][Seite 138 Mitte Links von oben nach unten]AJuistBFoutCFout[Seite 138 unten von links nach rechts]DKlem met ‘UP-markering’ voor het verstellen van het remhevel.EHet merkteken op de schakelas moet lijnen met de sleuf in de hevelklem. FVoor een gelijke positie van de beide pedalen kun je een waterpas gebruiken.[Seite 139 unten]GHet rempedaal kun je instellen met de drukstang naar de remcilinder (verschilt van model tot model). HDe remlichtschakelaar zit meestal in een kunststof moer achter de rechter voetsteunbevestiging. [MRD 14/2008 Seite 137 oben] EERSTE HULP NA EEN ONGEVALStabiele zijligging, hoe ging dat ook al weer? De helm afnemen. Moet die niet opblijven dan? Eigenlijk zou iedere motorrijder moeten weten hoe je in het geval van een ongeluk moet handelen. • Sluit de plek van het ongeval af. Er moet immers niet nog meer mis gaan.• Nooddiensten alarmeren. Het juiste nummer is 112. Geef nauwkeurige aanwijzingen: Waar is de hulp nodig (plaats, straat), hoeveel personen hebben hulp nodig, welke verwondingen zijn zichtbaar?• Verzorg de gewonden. Maak daarbij onderscheid tussen aanspreekbare en bewusteloze personen, de laatste categorie heeft voorrang. Zoek in het geval van een motorongeluk ook altijd in de directe omgeving van het ongeval naar eventuele duopassagiers. • Controleer de gewonden op bloedingen. Probeer deze waar mogelijk te stelpen met drukverband (schoon stuk stof, geen papieren zakdoek). • In stabiele zijligging leggen. Been buigen, arm aan dezelfde kant boven het hoofd strekken, lichaam op de kant van het gekromde been draaien en daarbij hoofd en nek stabiliseren. Leg het hoofd in de nek en de kin op de rug van de hand. [Unterschriften][Bild Links]Het afnemen van de helm gaat het best met twee personen, waarbij er één het hoofd en de nek ondersteunt.[Bild Rechts]Bij de stabiele zijligging is het belangrijk dat de mond van het bewusteloze slachtoffer het laagste punt van het lichaam is. ZUMO-TIPSVeel motorrijders maken tegenwoordig gebruik van de Garmin Zumo, in de praktijk een heel fijn navigatiesysteem voor de motor. Toch blijkt het apparaat soms ‘vast’ te lopen, maar dat is volgens Hans Vaessen van de GPS-shop in Notter meestal op te lossen door even de accu uit het apparaat te halen en opnieuw te plaatsen. De accu zit als een smalle strook tegen de achterkant van het apparaat en is geborgd met een piepklein inbusboutje (wordt meegeleverd met elke nieuwe Zumo). Door dat schroefje los te draaien, pak je de accu er zo uit. Als de accu is losgekoppeld, reset de Zumo zichzelf en werkt hij doorgaans weer normaal.De oorzaak van het vastlopen ligt veelal in de zogeheten ‘0 km-route’. Er gaat dan iets fout bij het importeren van de route en die lege route brengt de Zumo in verwarring. Heb je dus zo’n ‘lege route’ in de routelijst staan, verwijder deze dan meteen. Als andere oorzaak worden de routes van Vrij Uit Motorvakanties genoemd. Deze schijnen zo vaak uitgewisseld en gekopieerd te worden dat ze ‘vervuild’ raken. Deze routes kun je dus beter eerst in je computer laden, daar opnieuw laten berekenen en dan pas naar je Zumo overzetten.Tot slot wil het ook wel eens mis gaan bij het afkoppelen van de stroom. Als je bij de vraag doorgaan op interne accu voor ‘nee’ kiest, moet je het apparaat nog wel heel even in de houder laten zitten. Dan krijgt de Zumo namelijk de kans om netjes af te sluiten. Anders wil hij op zo’n moment wel eens vastlopen.[Bild: PICT0409]Problemen met een vastlopende Garmin Zumo zijn vaak eenvoudig te verhelpen.