Test 7 leren raceoveralls
Bij de sportieve motorfractie nog altijd veruit favoriet: het leren pak. En wie dan af en toe eens een circuitdagje meepakt, komt automatisch uit bij een eendelige raceoverall. Zeven eendelers uit de bovenste middenklasse mogen zich bewijzen in een uitgebreide test, zowel in de praktijk als het laboratorium!
Heel misschien zijn ze er: motorrijders die tijdens hun decennia lange hellingshoekcarrière nooit de controle over hun motor zijn verloren en er dus nooit afgevlogen zijn. De kans dat iemand die regelmatig aan circuitdagen of races deelneemt ooit eens een keer valt, is echter niet alleen hoger in vergelijking met iemand die gewoon lekker op de openbare weg rond rijdt, maat domweg hoog. Wie altijd snel rijdt en flinke hellingshoeken maakt, kortom steeds de grenzen opzoekt, valt een keer! Punt. Gelukkig zijn op afgesloten circuits de gevolgen daarvan over het algemeen niet bijzonder ernstig, wat blauwe plekken en een deukje in het ego na dan. Ondanks dat een val absoluut geen teken van onkunde is natuurlijk. Het risico laat zich door een doordachte rijstijl weliswaar minimeren – rustig laten rollen, de grenzen aftasten en niet alleen maar in de ‘laatste gaatje modus’ rijden -, maar desondanks kan het gewoon een keer mis gaan. En daar moet je natuurlijk wel op voorbereid zijn. De garderobe van een beetje circuitadept omvat dan ook minimaal een goede helm, handschoenen, rugprotector (indien niet in pak geïntegreerd), sportlaarzen en – inderdaad – een deugdelijk leren pak.
Die is er in een één- en tweedelige uitvoering, de echte circuitrijder kiest daarbij altijd voor de eendeler, ook omdat deze op sommige circuits ook gewoon verplicht is. Bij voorkeur ook nog een op maat gesneden pak, om er zeker van te zijn dat de pasvorm ook past. De overall moet immers zou nauw mogelijk op het lichaam aansluiten, bijna als een tweede huid. Pas dan is een optimale bescherming namelijk gewaarborgd, met name omdat de protectoren dan bij een eventuele val niet kunnen verschuiven.
Typische zwakke punten van een leren pak zijn een te wijde snit van de armen in het ellenbogenbereik, evenals te wijde broekspijpen. Het is voor fabrikanten echter ook moeilijk om een universele pasvorm te bepalen. Met name grotere, wat uit de kluiten gewassen rijders hebben bijvoorbeeld vaak niet de benodigde schouderbreedte voor een standaardmaat, waardoor de schoudergewrichten extra kwetsbaar worden. Helaas is een maatpak, waarvan de prijs doorgaans door de 1.500 euro-barrière schiet, lang niet voor iedereen weggelegd. Begrijpelijk! Onbegrijpelijk is het echter dat sommige race-fans klakkeloos 300 euro doneren voor een carbon huggertje of iets dergelijks, zichzelf daarentegen enkel een via internet gekochte, merkloze leren eendeler van bedenkelijke kwaliteit gunnen. Zonder te passen natuurlijk, want hij is zo lekker goedkoop!
De waarheid ligt zoals zo vaak in het midden. Daarom hebben we voor deze vergelijkingstest kandidaten gezocht in de bovenste middenklasse. En daaruit bleek dat je voor een investering van tussen de pakweg duizend en 1.600 euro goede tot zeer goed exemplaren koopt, waarmee je vol vertrouwen het circuit op kunt. In de selectie natuurlijk pakken van gevestigde fabrikanten als het Italiaanse Dainese en Alpinestars, die zich als tientallen jaren in de professionele racerij hebben doorontwikkeld, maar ook van exoten als het Nederlandse Damen Leathers en Italiaanse Gimoto, die ondanks een middenklasse prijs wel gewoon een maatpak in de strijd gooien. Bij Damen kun je je maten laten opnemen bij het TT Circuit in Assen of bij Damen in Breda zelf, maar je kunt ook simpelweg je maten doorgeven via een standaardformulier. Dezelfde weg bewandelt ook Gimoto, gewoon via internet doorgeven of persoonlijk je maten laten opnemen bij Gimoto-importeur Casco Sportivo in Frederiksoord. Overigens bieden ook Dainese en Held de mogelijkheid om het pak op maat te laten maken, echter dan wel tegen een meerprijs van minimaal 300 euro. Eveneens interessant voor hobby-racers: de mogelijkheid om logo’s, startnummer of andere individuele accenten te laten aanbrengen. Op Rev’it en Alpinestars bieden alle fabrikanten deze service, uiteraard tegen meerprijs.
Dan nog een laatste woord betreffende het thema rugprotector, een onderwerp waar heel uiteenlopend over gedacht wordt. De één houdt vast aan het principe dat een rugprotector zo dicht mogelijk op de huid gedragen dient te worden en dus niet in het pak geïntegreerd hoort te zijn. Een losse rugprotector dus en daar is best wat voor te zeggen. Dekt een geïntegreerde protector de rug en stuit echter goed af, dan is dat zeker ook prima. Belangrijkste echter is bovenal dat de eendeler perfect zit: strak, maar nèt niet té!