+ Plus

Snelheidsrecordpoging Triumph

De uitgedroogde Bonneville zoutzee is de thuishaven voor speedjunks. In het Amerikaanse Wendover snelde Triumph al in 1955 naar de eerste records. Is deze inmiddels in carbon gehulde traditie zestig jaar later naar een snelheid van meer dan 650 km/uur te jagen?

Ze bestaan, die magische snelheidsoorden. Plekken waar het landschap in zeer ruime mate de gelegenheid biedt om langdurig volgas te rijden. Plekken ook waar de toeschouwer van een haast surrealistisch schouwspel kan genieten. Plekken waar gedreven speedfreaks hun fascinatie voor snelheid en de stopwatch volledig kunnen botvieren. Er zijn gelukkig meer van dat soort plekken dan je in eerste instantie zou verwachten. Het TT-parcours op het Isle of Man bijvoorbeeld, de Nordschleife van de Nürburgring – of hier de Bonneville zoutvlakte op de staatsgrens tussen Utah en Nevada.
Magische oorden zouden echter niet magisch zijn als alles voorspelbaar zou zijn. Op en rond de Nürburgring regent het vaak. Dat weten we. Maar hier? In dit karige landschap op anderhalf uur rijden van Salt Lake City? Daar overheersen in de late herfst heftige winden, lage temperaturen en neerslag. Deze troebele weerscocktail brengt ons naar een verhaal. Een verhaal met een stemmig begin en een onzeker einde.
Van midden jaren vijftig tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw gingen Amerikaanse teams met Engelse Triumph-motoren op recordjacht in Bonneville. In deze tijd gingen concurrerende teams bijna wekelijks in de slag met de in het zout gefreesde recordtijden. Bij succes hoorden deze moedige speed-ridders bij de ‘200 MPH Club’, een barrière die halverwege de jaren vijftig werd geslecht. De wilde heren accelereerden in 1956 al naar een snelheid van 345 km/uur! Met maximaal getunede motoren plus aerodynamische finesse in de vorm van zorgvuldig geklopt aluminium. Slimme techneuten bouwden in die tijd al een afgeschreven brandstoftanks van straaljagers om tot ‘Streamliners’, stroomlijn in goed Nederlands. De gevestigde records op de zoutvlakte werden uiteraard optimaal gebruikt voor marketingdoeleinden. Zo bracht Triumph in 1959 met de Bonneville productiemotor een tot op de dag van vandaag wereldwijd bekend icoon uit. En wees eens eerlijk: de meesten onder ons zullen de naam Bonneville eerder linken aan Triumph dan met aan de naamgever, een drooggevallen zoutzee.
Maar terug naar het voorgenomen recordjaar 2016. De huidige Triumph Streamliner brengt de meeste dagen bewegingsloos door aan zijn mobiele onderhoudsstation. Bonneville is, zoals wel vaker de afgelopen jaren, onverbiddelijk. Ieder jaar is er maar een zeer beperkt tijdvenster, waarin het zout droog genoeg is. Dan rukken de opzichters uit om de parcours machinaal te prepareren. Het moet zo vlak en glad mogelijk zijn. Skiërs kennen dat gevoel: een met een pistenbulli geprepareerde piste op perfecte sneeuw geeft de meeste lol en snelheid. Papperige sneeuw in combinatie met gaten en harde gedeelten kan zo maar in een gipsvlucht resulteren.

Streamliner-rijder Guy Martin, held van de Isle of Man TT, zit tijdens zijn recordpoging slechts enkele centimeters boven een nog steeds nadrukkelijk hobbelige piste en bestuurt zijn sigaar als een vliegtuigpiloot. Met de linker joystick kan hij de kleinste stuurbewegingen maken en met een druk op de knop schakelen. Maar het echte op koers houden doet Martin met de rem onder zijn rechtervoet of met de gas-joystick aan de rechterzijde. Zijn moed en fijne motoriek moeten op de onberekenbare piste het zo gehoopte 400-mijl-record opleveren. Matt Markstaller, constructeur van de Streamliner, omschrijft het als volgt: “We sprinten op een natuurlijke ondergrond. We gebruiken de 1.000 pk vermogen alleen voor een maximale acceleratie, om op het meetpunt na vijf mijl hopelijk het record neer te zetten. Vervolgens moeten we met behulp van de vliegtuig-carbonremmen en de remparachutes binnen de resterende drie mijl tot stilstand zien te komen.”
Het is nog een lange weg tot het rempunt. Het huidige wereldrecord van het Ack Attack Team met Rocky Robinson als rijder staat sinds september 2010 op 376,363 mijl oftewel 605,697 kilometer per uur. Ook bij dat team was het record het resultaat van een jarenlang gevecht met de techniek en het weer en de nodige ongevallen. Het doet een beetje denken aan ruimtevaart: in principe niet zo heel ingewikkeld – maar complex. Maar voor een mogelijk succes moeten eerst de nodige veiligheidschecks worden afgewerkt: kan de rijder binnen dertig seconden zonder hulp uit het voertuig klauteren? Werkt het parachutesysteem, enzovoort. Wie een door de FIM goedgekeurd record wil vestigen, moet zich goed in al deze procedures verdiepen. Maar het loont.
Het risico bij deze hoge snelheden blijft ondanks alle voorzorgsmaatregelen immens hoog. Ook in 2016 waren er helaas weer ongevallen met dodelijke afloop. Wellicht dat er alleen daarom al rijders van het kaliber van Guy Martin nodig zijn. Rijders zonder doodswens, maar met een haast onbedwingbare nieuwsgierigheid naar extreme uitdagingen en veel moed. Rijders ook die met een druk op de knop beschikbaar zijn. Alleen bij het miniemste zuchtje wind, een droge piste en een perfect functionerend voertuig gaat het licht op groen.
Om daarmee te besluiten: 2016 was nog niet het jaar van de Triumph Streamliner. Toen de weersomstandigheden de eerste door de FIM voorgeschreven proefrun toelieten, schoot de exclusieve Streamliner meteen twee keer naast de baan. Guy Martin bleef daarbij ongedeerd, maar de carbon-kevlar-monocoque en daarmee ook het hele team liepen daarbij krassen op. Toch nog te veel problemen in het totale systeem? Hoe dan ook, aan de bal blijven Triumph! Hopelijk brengt 2017 meer geluk!

Lees meer over

Triumph

Gerelateerde artikelen

Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-