Sleuteltip: olie verversen motorfiets
Of het nu om voetbal, de economie of een motorfiets gaat; er wordt overal gesmeerd, en vaak is het verplichte kost. Voor een lang en gezond motorleven is een controle van het oliepeil en het regelmatig olie verversen van niet te onderschatten belang. Zo smeer je correct!
Olie in een motorblok is een echte alleskunner. Maar net als alle smeerstoffen veroudert het en moet je het regelmatig verversen. Minstens zo belangrijk als dat verversen is een regelmatige controle van het oliepeil, want alleen het juiste peil behoedt het motorblok voor schade. Logischerwijs is het olieverbruik ook een belangrijke indicatie voor de slijtagetoestand van het motorblok.
Motorolie is een complex product, dat in basis bestaat uit een minerale of synthetische olie, waar een cocktail aan additieven wordt toegevoegd om verschillende taken te kunnen uitvoeren. Alle motoroliën smeren de drijfstang- en krukaslagers, de nokkenassen en de loopvlakken van de cilinders en koelen het motorblok. Omdat de meeste motorblokken een geheel met de versnellingsbak vormen en vaak ook nog een oliebadkoppeling hebben, zijn er speciale additieven nodig om te voorkomen dat de koppeling niet doorslipt en de olie niet beschadigd raakt door de krachten van de versnellingsbaktandwielen.
Controle oliepeil
Als een motorblok een te laag oliepeil heeft, leidt dat tot een verhoogde slijtage door te weinig smering en in het ergste geval tot motorschade. In het omgekeerde geval, bij een te hoog oliepeil dus, verliest een motorblok vermogen, aangezien de olie in zo’n geval de draaiende onderdelen afremt. De olie kan daardoor gaan schuimen en zijn smerende werking verliezen. Bovendien wordt de oliedruk binnen het motorblok verhoogd, wat tot lekkende pakkingen kan leiden of olie kan via de carterontluchting in het luchtfilter komen. Het oliepeil verandert, omdat een bepaald olieverbruik normaal is, maar het mag niet meer zijn dan 0,4 liter per 1.000 kilometer voor een vloeistofgekoeld motorblok en 0,7 liter per 1.000 kilometer voor een luchtgekoeld motorblok. Onder bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld door benzineverdunning) kan het oliepeil ook omhoog gaan. Regelmatig controleren dus!
Het correcte olieniveau meet je bij een warm motorblok (ca. 80 graden), vijf tot tien minuten nadat je de motor hebt uitgeschakeld, waardoor de olie terug kan stromen. Bij een motorblok met drie liter olie kan het verschil tussen een koude en warme motor meer dan 0,1 liter bedragen! De meeste motorfietsen hebben een wet-sump smeersysteem, waarbij de olievoorraad dus in het carter zit. Bij een meting met peilstok is het belangrijk om te weten of de peilstok los op de vulopening moet worden geplaatst of volledig moet worden ingedraaid. Kijk hiervoor in het instructieboekje van je motor. Met een peilglas heb je dat probleem uiteraard niet. In beide gevallen moet de motorfiets helemaal vlak en rechtop staan – niet altijd even gemakkelijk bij motoren zonder middenbok. Bij een peilstok kun je gewoon op de motor gaan zitten, maar bij een peilglas heb je enige yoga-ervaring of een helpende hand nodig. In het meest ideale geval ligt het oliepeil op de helft tot driekwart tussen ‘min’ en ‘max’. Maar opgelet: al naar de model/bouwwijze zijn er afwijkende voorschriften voor wat betreft de controle (bijvoorbeeld controle op de zijstandaard). Sommige motorfietsen (bijvoorbeeld de BMW F650) hebben een dry-sump smeersysteem. Hierbij bevindt de olie zich in een apart reservoir, waar in de meeste gevallen ook de peilstok zit. Houd je dus aan de bijbehorende voorschriften!
De juiste olie voor je motorfiets
Er zijn drie verschillende soorten: minerale, halfsynthetische en synthetische motorolie. Als een fabrikant een bepaalde olie voorschrijft, is iedere discussie overbodig als je tenminste aanspraak wilt kunnen blijven maken op garantie of coulance. De juiste hoeveelheid, aanbevolen viscositeit en specificaties kun je in het instructieboekje van je motorfiets vinden.
Welke olie je gebruikt, is niet in de laatste plaats een kwestie van overtuiging, die op diverse fora vaak met een haast fundamentalistische overtuigingskracht wordt uitgedragen. Wie echter eens goed in de materie duikt, zal zich echter verbazen. Het hoeft namelijk niet altijd de duurste en de vermeende beste olie te zijn. In verschillende testen verslaan goedkopere oliesoorten soms zelfs de beste merkproducten, en de ervaringen op diezelfde internetfora laten zien dat niet iedere motor, en met name de koppeling, iedere olie verdraagt. Dat dealers graag synthetische olie verkopen, ligt voor de hand, aangezien deze duurder is en de winstmarge vaak groter is. Overigens zijn alle oliën in principe met elkaar te mengen. Let bij aankoop in ieder geval op de volgende zaken:
- Viscositeit: de viscositeit is in feite de maatstaf voor de dikte van de motorolie. De olie moet zich aan de thermische omstandigheden van het motorblok aanpassen. Als de motor koud is, moet de olie dun zijn. Stijgt de temperatuur, dan moet er sprake zijn van voldoende smeerfilm. Bij normale motorfietsen, die minerale olie gebruiken, wordt meestal 10W-40 of 15W-40 gebruikt. Synthetische oliën hebben meestal een hogere bandbreedte voor wat betreft de viscositeit, bijvoorbeeld 5W50.
- Kwaliteit: de bekendste kwaliteitsnorm voor olie (die overigens betrekking heeft op automotoren) is de API-norm (naar het American Petroleum Institute). Deze heeft bij verbrandingsmotoren als eerste hoofdletter een S, de daaropvolgende hoofdletter geeft de vermogensstandaard aan. Daarnaast is er ook de Japanse JASO-norm, de belangrijkste classificatie voor motorfietsolie. Voor motorfietsmotoren met wet-sump gesmeerde koppelingen en versnellingsbakken zijn met name de oliën met JASO MA/MA2-normering geschikt.
Olie motorfiets verversen
Aangezien olie veroudert, moet je regelmatig olie bijvullen. Ofwel na een bepaald aantal kilometers, ofwel na een bepaalde tijd, dat laatste vaak in het geval van gelegenheidsrijders. Check bij het bijvullen van de olie ook altijd even of er nergens olie lekt, zo voorkom je dat je binnen no-time weer nieuwe olie in je motorfiets moet gieten. Veel oudere motorfietsen hebben nog een onderhoudsinterval van 6.000 kilometer, nieuwere modellen vaak 10.000 of 12.000. Ook kan het zijn dat de olie om het jaar moet worden ververst. Daarbij moet ook het oliefilter worden vervangen. Als de wisselinterval bijna is bereikt, is een oliewissel voor de winterslaap aan te raden. Oudere olie heeft namelijk nog maar een deel van de corrosiebescherming, die verse olie heeft. En verse olie bevat nog geen door de verbranding ontstane agressieve bestanddelen.
Het verversen van de olie is een relatief eenvoudig onderhoudsklusje en is met een beetje planning ook voor een leek geen probleem. In tegenstelling tot een auto zijn aftapplug, oliefilter en vuldop vaak goed bereikbaar.
Je hebt nodig: de juiste hoeveelheid verse olie, een maatbeker, het nieuwe oliefilter, een nieuwe pakking voor aftapplug, een passende trechter en, voor het geval je teveel hebt bijgevuld, een spuit met slang om het teveel aan olie af te tappen. Ook het juiste gereedschap om de olie-aftapplug los te draaien en een bak om de oude olie op te vangen, mogen niet ontbreken. Als er ook stroomlijndelen verwijderd moeten worden om olie te kunnen verversen, is het uiteraard ook handig om daarvoor het juiste gereedschap klaar te leggen. Belangrijk zijn verder een momentsleutel en het juiste aanhaalmoment voor de aftapplug en eventueel het filterhuis, aangezien de windingen in het motorblok makkelijk kunnen beschadigen. En als je slim bent, dek je ook de garagevloer goed af en zorg je ervoor dat je geen olieflessen geopend op de vloer hebt staan in verband met omstoten.
Of je olie kunt verversen bij warme motor? Zeker! Belangrijk bij het verversen van olie is de juiste temperatuur. Het motorblok moet warm gereden zijn (ongeveer 15 kilometer/80 graden). Dan kun je de olie het snelst wisselen, zonder dat er zwevende deeltjes aan de binnenwanden van het motorblok blijven zitten. Dat gebeurt namelijk als je de olie bij een koude motor wisselt. Let er op dat er in de motor nog relatief warme olie zit en draag een beschermende handschoen bij het losdraaien van de aftapplug- verbrandingsgevaar! Op dit punt zijn er twee dingen die vaak mis gaan. De aftapplug kan in de opvangbak vallen, en die bak wil er ook nog wel eens niet goed onder staan, waardoor de olie naast de bak terechtkomt.
Als de olie goed kan uitstromen, kan het oude oliefilter worden losgeschroefd. Er zijn twee verschillende soorten filters. Een patroon-oliefilter, dat lijkt op een blikken doosje en volledig wordt losgedraaid. Dat losdraaien kan trouwens met behulp van een oliefiltersleutel vergemakkelijkt worden. Bij de andere filters moet eerst de filterbehuizing worden verwijderd om bij het echte filter te kunnen komen.
Nadat de olie volledig is uitgestroomd, kan de aftapplug samen met een nieuwe pakking weer worden ingedraaid en met het juiste moment worden aangetrokken met de momentsleutel. Een patroon-oliefilter wordt meestal alleen met de hand handvast aangedraaid. Bepalend zijn hierbij uiteraard de instructies van de motorfabrikant. De rubberafdichting van het filter kun je vooraf met een beetje olie met een vinger insmeren. Bij filters met een behuizing moet je de behuizing eerst grondig reinigen en vervolgens het nieuwe filter nauwkeurig plaatsen. Eventuele pakkingen en afdichtringen moeten worden vervangen en de bout(en) dienen met een momentsleutel te worden aangetrokken.
Nu moet alleen de nieuwe motorolie er nog in. Hierbij zijn een trechter en een maatbeker handig. Vul eerst een halve liter minder dan aangegeven bij, laat dan de motor even kort lopen en controleer vervolgens het oliepeil. Vul aansluitend in kleine stapjes olie bij tot aan de max-markering. Als je per ongeluk te veel olie hebt bijgevuld, dan is een grote kunststof injectiespuit met slang handig om het te veel aan olie weer makkelijk te verwijderen. Voor je de oude olie in een kan giet om het af te voeren, kan het geen kwaad om het eerst met theezeef te filteren. Achtergebleven metaalsplinters of kleine kunststof deeltjes duiden namelijk op bijvoorbeeld mogelijke versnellingsbakschade of problemen met de nokkenas-kettingspanners.
Handige extra’s
Ongeacht de olie die je kiest, is rustig warmrijden van de motor veel belangrijker voor de levensduur, pas dus altijd op met een koude start. De juiste temperatuur is het best met een oliethermometer te controleren. Als je kiest voor een elektronische variant in de vorm van een accessoire, dan wordt er vaak een gever gebruikt, die op de plek van aftapplug wordt geplaatst. Een oliewissel is dus het ideale moment voor de montage.
Ook handig en vooral een schone constructie is een stalen bus met uitstroomklep. Deze vervangt de standaard aftapplug. Bij het verversen van de olie hoef je alleen het afdekkapje maar te verwijderen en het aansluitstuk voor de slang met een snelsluiting aan te sluiten. Als deze vastzit, wordt de klep geopend en kan de olie door de slang rechtstreeks in een opvangkan stromen. Bij het lossen van de slang sluit de klep weer zelfstandig en hoeft alleen het afdekkapje nog maar te worden aangedraaid. Het geheel werkt zonder gereedschap, en je hebt niet eens een nieuwe pakking nodig.