Sleuteltip: gereedschap
Doorgewinterde sleutelaars zullen nu een klein beetje geduld moeten uitoefenen, we gaan namelijk helemaal terug naar de basis. Of beter gezegd nog: naar de meest elementaire voorwaarde voor goed zelf kunnen sleutelen. Iedereen is ooit klein begonnen, met als eerste stap de aanschaf van gereedschap.
Wie zelf aan zijn motorfiets wil sleutelen, heeft natuurlijk gereedschap nodig. Ongeacht of het om onderhoud, reparatie of ombouwen gaat. De meeste motorrijders zullen dan ook al wel over een min of meer goede basisverzameling huis-, tuin- en keukengereedschap beschikken. Veelal ontbreekt bij zo’n door de tijd bij elkaar gesprokkelde collectie echter het specifieke voor je eigen motor benodigde gereedschap, en met name het handige speciaalgereedschap dat het sleutelen een enorm stuk makkelijker maken.
Prijs en kwaliteit: het belangrijkste bij het selecteren van gereedschap is de kwaliteit. In de praktijk blijkt vaak dat goedkoop duurkoop is. Werken met slecht gereedschap leidt vaak tot rondgedraaide boutkoppen en moeren, of uitgelubberde schroeven die niet meer los te krijgen zijn. Goedkoop gereedschap kan schade aan de machine opleveren en bovenal een berg frustratie. Koopjes uit de ‘eurobak’ van de lokale bouwmarkt of een discounter-supermarkt nemen het doorgaans niet zo nauw wat betreft de maatvoering en de kwaliteit. Deze moet je eigenlijk links laten liggen als je motor je lief is.
Goed gereedschap koop je bij de speciale vakhandel of gereedschapsspecialist. Dat kan uiteraard online, maar in een fysieke winkel kun je even goed kijken en voelen of dit stukje gereedschap precies is wat jij zoekt, en of het ook ‘lekker in de hand’ ligt. Ook voor kwaliteitsgereedschap hoef je niet altijd heel diep in de buidel te tasten, want vaak zijn er wel ergens kortingsacties en speciale aanbiedingen waarbij je voor een acceptabel bedrag een redelijke uitrusting kunt kopen. Vaak worden er ook speciale complete gereedschapsets aangeboden in mooie koffers of in een luxe gereedschapswagen. Deze vormen over het algemeen een goede basis, die je daarnaast nog kunt uitbreiden met specifiek motorfiets-gereedschap. Hou er bij zo’n complete set wel rekening mee dat je veel van die stukken weinig tot nooit zult gebruiken: boutkoppen met een sleutelmaat van 16, 18 of 20 mm zijn uiterst zeldzaam…
Beginnende sleutelaars hebben in het beginsel helemaal niet zoveel gereedschap nodig. En in de wetenschap dat goed gereedschap een aanschaf voor het leven is, relativeert dat een stevige prijs ook enigszins. In het middensegment is er al heel veel prima bruikbaar spul te koop; profs en veel-sleutelaars doen er evenwel goed aan om hun heil te zoeken bij gerenommeerde merken als Beta, Hazet, Gedore, Facom, Snap-on en Wera.
Onmisbaar: boordgereedschap: klein, licht en functioneel, dat zijn de minimale vereisten die aan boordgereedschap worden gesteld. De beschikbare ruimte op een motorfiets is immers beperkt. Vaak is een boordgereedschapset daarom ook zo geconstrueerd dat bepaalde onderdelen met elkaar gecombineerd kunnen worden, denk aan een schroevendraaier met verschillende passtukken en bitjes, of een ringsleutel die heel handig vier maten combineert. In principe is het boordgereedschap specifiek bedoeld voor kleine noodreparaties onderweg. De avontuurlijk ingestelde motorrijder, die wel eens van de gebaande paden af gaat en ook zelfvoorzienend wil zijn kan het boordgereedschap uitbreiden met bijvoorbeeld een bougiesleutel (plus een reservebougie in een speciale waterdichte houder) of de haaksleutel voor het aanpassen van de veervoorspanning. Soms zit deze al wel bij het standaard-boordgereedschap, maar dat betreft doorgaans een kwalitatief bedenkelijk exemplaar, waarmee je bovendien je vingers lelijk kunt openhalen als hij ‘schampt’. Sowieso blijkt in de praktijk vaak dat het standaard boordgereedschap maar matig bruikbaar is, verwacht daar dus geen wonderen van. De ringsleutel (met soms mini-verlengstuk) is weliswaar goed bedoeld, maar niet bedoeld om echt regelmatig te worden gebruikt. Bovendien krijg je een vaak met meer dan 100 newtonmeter aangetrokken moer van de achteras, met of zonder gebruik van de voet, maar met moeite – en enige handigheid- los. Veel rijders van moderne motoren hebben dat probleem overigens al niet meer, aangezien de meeste gangbare sets tegenwoordig niet veel meer omvatten dan een haaksleutel (indien nodig), een kunststof handvat met verwisselbare stift als schroevendraaier en enkele inbussleutels en steeksleutels. Veel meer heb je onderweg voor de EHBP (Eerste Hulp Bij Pech) ook niet nodig.
Toch is het zeker bij de langere en/of avontuurlijkere trips toch wel fijn om wat extra’s echter de hand te hebben (zie het kader ‘reisuitrusting’). En tijden veranderen ook, kijk maar eens naar het standaard boordgereedschap van een BMW R75/5 uit de jaren zeventig. Dat bestaat uit een redelijk volumineuze, oprolbare tas met een keur aan kwalitatief prima gereedschap, tot en met twee bandenlichters aan toe, En aan het frame hing zowaar een heuse handpomp om je banden weer op te pompen na een lekke band! Maar goed, ‘das war einmal’. Wie nu wil kunnen terugvallen op een echt bruikbare set onderweg, zal dus zelf in de buidel moeten tasten voor het samenstellen van een gerichte gereedschapset.
Die set zou bij voorkeur het volgende moeten bevatten: ring-steeksleutels in de maten 8, 10, 12 (bij Japanse motoren) of 13 (voor Europese), 17 en eventueel een in maat 19. Plus een platte ringsleutel die past op de voor- en achterasmoer, meestal 22, 24 of 27 mm, maar soms zelfs wel 32 mm! Omdat zo’n grote ringsleutel erg veel ruimte inneemt, korten ‘handige harry’s’ die vaak in tot een iets handzamer formaat.
Verder kun je denken aan een kleine ratel met verschillende kleine doppen en (inbus-, torx- en ster-bitjes), een mesje, een bandenspanningsmeter en een combinatietang. Verder is wat dun ijzerdraad, kabelbinders en isolatietape altijd makkelijk. Bij voorkeur probeer je alles onder te brengen in een handige tas of rol. Een en anders staat of valt natuurlijk wel met de bagagemogelijkheden op je motor. Heb je de beschikking over een volledige kofferset, dan kun je begrijpelijkerwijs wat meer spulletjes meenemen dan wanneer je alles onder je buddy moet zien te verstouwen. Er bestaan ook speciale waterdichte boxen of koffertjes, maar wikkel het gereedschap dan wel in een oude poetslap of handdoek om rammelen te voorkomen. Trouwens zo’n handdoek kan ook nuttig zijn voor als je hebt moeten sleutelen onderweg: hier kun je je handen tenminste weer mee schoonvegen, eventueel in combinatie met een tube ‘garagezeep zonder water’. Van de met name onder chopperrijders populaire leren gereedschapsrollen zijn we minder gecharmeerd: deze zijn eigenlijk nooit waterdicht en gereedschap houdt niet van water.
Ook handig voor onderweg: gereedschap voor het uitbouwen van de wielen, het aanpassen van de vering, het spannen van de ketting en het demonteren van kuipwerk en tank. En mocht je dan nog plaats over hebben, dan is een bandenreparatie-set ook bijzonder handig om bij je te hebben. Of een extra (houten) pootje voor rechts onder het motorblok, zodat je bij een motor met alleen een zijstandaard toch het achterwiel van de bodem kunt krijgen om in je eentje de ketting te smeren.
Verder een doosjes met wat reserveschroefjes en moertjes, vloeibare pakking, kneedbaar metaal, een stuk benzineslang, eventueel een kabel-reparatieset, reservelampjes en zekeringen. Een busje motorolie is ook prettig om achter de hand te hebben, eventueel met een papieren wegwerptrechter.
De ketting moet onderweg natuurlijk ook ingevet worden, een busje kettingspray (tegenwoordig zijn ze er in heel handzame busjes van 75 ml) is derhalve onmisbaar. De ervaring leert dat veel pech onderweg gevallen een elektronische oorzaak hebben, mocht de ruimte het toelaten dan is raadzaam om een multimeter en accubooster (met startkabels) mee te nemen. Die laatste zijn tegenwoordig enorm compact en heel betaalbaar. Ga je trouwens met een groep op pad, maak dan vooraf even onderling afspraken over wie wat meeneemt, want het is toch een beetje overdreven om bijvoorbeeld met acht bandenspanningsmeters op pad te gaan!
Uitbreiding voor thuis: gedurende een sleutelcarrière groeit de sortering aan verschillende gereedschappen doorgaans continu mee. Met toenemende ervaring stijgen ook de eisen die je aan je gereedschap stelt, en dan wordt het doorgaans een stukje duurder. Met de tijd leer je ook wat je echt veel gebruikt en nodig hebt, het geld dat je bespaard door zelf onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, kun je dan investeren in een nog hoogwaardiger werkplaatsuitrusting.
Daarbij horen natuurlijk minimaal een uitgebreid assortiment aan schroevendraaiers (kruiskop en plat), steek- en ringsleutels in de maten 6 tot en met 32, waarbij je een aantal veelvoorkomende maten dubbel moet hebben, ook al om de geborgde schroefverbindingen van bijvoorbeeld de kettingspanners te kunnen lossen. Verder zou je kunnen investeren in een goede doppenset met diverse verloopstukken, evenals een set torxsleutels en inbussleutels. Die laatste bij voorkeur met aan één kant een bolle kop, zodat je de bout ook kunt verdraaien als je er niet 100% recht voor kunt komen.
Erg praktisch zijn ook een telescopische magneet of een mechanische grijper en magneetschalen om je schroefjes in te bewaren. De natte droom van een sleutelaar is natuurlijk een verrijdbare gereedschapswagen met verschillende lades met inlegbladen voor alle soorten gereedschappen. Dat zorgt ook voor orde en overzicht, wat duidelijk prettiger werkt dan constant moeten zoeken naar de juiste maat sleutel.
Heeft je motor geen middenbok, dan is een paddockstand ook onmisbaar om je motor stabiel neer te zetten. En verder natuurlijk een werkplaatshandboek van je motor, een werkbank met bankschroef, handschoenen en kabelbinders voor het fixeren van gedemonteerde onderdelen (bijv. remklauw). Raadzaam is bovendien het gebruik van een milieumat om te voorkomen dat kleine delen wegrollen en om gelekte olie op te vangen.
Niveau 1: motorrijders die zelden tot nooit naar gereedschap grijpen, hebben aan een basisuitrusting genoeg. Kies echter wel voor een kwalitatief redelijke set, geconfronteerd met rondgedraaide bout- en schroefkoppen en ander sleutelleed zul je nooit aardigheid in het sleutelwerk krijgen. Denk qua werkzaamheden aan het demonteren van de tank, lichte onderhoudswerkzaamheden als het controleren van alle vloeistoffen en de kettingspanning, eventueel het verversen van de olie en het wisselen van de bougie(s) en accu. Ook kleine ombouwwerkzaamheden (spiegels, voetsteunen etc.) behoren tot de mogelijkheden. Een multimeter om de kabelboom en de accuspanning te kunnen meten, plus een druppellader om de accu in de winter te onderhouden kunnen ook tot deze standaarduitrusting behoren.
Niveau 2: hier hebben we het over eenvoudige reparaties als vloeistoffen verversen, onderhoud aan de remmen, montage van elektrische accessoires en een kleine algemene inspectie. Een beetje afhankelijk van motor en type vereist dit naast het basisgereedschap ook speciaal gereedschap, bijvoorbeeld voelermaten voor het stellen van de kleppen, een vacuümpomp/remontluchter voor het verversen van de remvloeistof of, wanneer je in het bezit bent van een wat oudere motorfiets, een synchronisatie-set voor het synchroniseren van de carburateurs.
Niveau 3: nu gaan we al aardig in de richting van (semi)-professionele werkzaamheden. Het vervangen van lagers, reparaties aan het blok (demontage van de cilinderkop of koppeling), zoeken naar elektronische storingen, demonteren van de vorkpoten etc. vereist in de regel specifiek gereedschap. Aangezien het hier behoorlijk zeldzame klusjes betreft, kun je jezelf de vraag stellen of het kopen van het soms prijzige gereedschap wel zo slim is. Soms is lenen/huren een betere optie. Haal je vaker een motor grondig uit elkaar, dan is de aanschaf van een hydraulische heftafel in dit stadium absoluut het overwegen waard.
Momentsleutel: aan is aan! Een gevleugelde sleuteluitspraak, alleen niet meer helemaal van deze tijd. Schroeven en schroefdraad zijn tegenwoordig van lichte metaallegeringen gemaakt en deze zijn niet trekvast. Worden ze harder aangetrokken dan aangegeven, dan kan de schroefdraad ‘dol’ worden en is er van een vaste verbinding geen sprake meer. De specifieke aanhaalmomenten van de bouten en moeren vind je in de handleiding of het werkplaatshandboek, en daar moet je je altijd aan houden om schade te voorkomen. Een momentsleutel is daarom onmisbaar, deze ‘klikt’ door als de bout of moer het ingestelde aanhaalmoment heeft bereikt. Een kleine (tot 50 newtonmeter) en een grote (tot 130 newtonmeter) voldoen voor de meeste voorkomende werkzaamheden. Ook hier zijn er wat betreft het kwaliteitsspectrum enorme grote verschillen. Tussen de koopjes (vanaf € 30,00) en exemplaren van gerenommeerde merken (bijv. van Beta 8 tot 60 Nm voor € 159,00) zit een wereld van verschil wat betreft gebruiksvriendelijkheid en nauwkeurigheid. Let op, gebruik een momentsleutel enkel voor het aanhalen van moeren, niet voor het lossen, dat kan het mechanisme binnenin beschadigen. En na gebruik draai je hem altijd weer terug naar nul, om de inwendige veer te ontlasten. Anders gaat het ten koste van de nauwkeurigheid op lange termijn. Een alternatief is tegenwoordig een zogenaamde moment-adapter, waarmee je je reguliere ratelsleutel in een momentsleutel transformeert.
Speciaal gereedschap: niet alle specialistische gereedschap hoeft heel duur te zijn. Een multimeter, stroboscoop voor het controleren van het ontstekingstijdstip, remzuiger-terugduwer of een ketting-laser voor het uitlijnen heb je al vanaf een paar tientjes. Maar je kunt het jezelf ook heel duur maken, bijvoorbeeld met een bandenwisselapparaat en een compressor. Dat zijn weliswaar prijzige zaken, maar ze maken het je wel makkelijk.