Serena Talo en haar Moto Guzzi Sportster 1150
« Terug naar Mijn TrotsZeventien jaar is ze pas, studente Serena Talo, haar rijbewijs heeft ze nog niet en feitelijk is deze Moto Guzzi Sportster 1150 uit 1980 nog van haar vader Toni. Maar het is wel degelijk haar trots en komt ooit ook in haar bezit. Eerst echter gaat ze haar A-rijbewijs halen en dan een paar jaar ervaring opdoen op een V35 II die al in de schuur staat. “Morgen ga ik er voor het eerst op oefenen!”
“Ik ben opgegroeid tussen de motoren van m’n vader, die stonden altijd bij ons in de kamer of in de tuin. Zo lang ik me kan herinneren zat ik dan of op de tank, of mocht ik achterop mee. Naar evenementen van de Moto Guzzi Club Nederland, maar ik ben ook vaak mee geweest op kampeerweekendjes naar bijvoorbeeld de Ardennen. Niet op deze hoor, mijn vader heeft ook nog een T3 California, daar ga ik meestal achterop. Op de motor voelde ik me altijd vrij en blij, lekker rijden in de natuur en gewoon even nergens aan denken. Van kleins af aan wist ik ook al dat ik ooit zelf zou gaan motorrijden. Daar heb ik nooit over getwijfeld. En dat dan een Guzzi zou worden, stond ook al wel vast. Ducati en Aprilia vind ik ook wel mooie merken, maar Guzzi heeft iets speciaals. Bij veel moderne motoren zie je de onderdelen vaak niet meer zo goed, en dat vind ik juist zo mooi. Bij Italiaanse motoren vaak nog wel, en zeker bij de blauwe motor, zo noem ik deze Sportster altijd. Die heeft echt alles wat ik in een motor zoek, het is een absolute schoonheid. Je ziet alle onderdelen echt goed, maar hij heeft bijvoorbeeld ook een mooi zwaar geluid. En het is geen standaard motor, dat maakt ‘m ook heel aantrekkelijk. Je kunt ‘m niet zomaar in de winkel kopen. Wat hem misschien nog wel het meest speciaal maakt, is dat het echt een familiestuk is, mijn vader heeft hem grotendeels gebouwd. Daar help ik ‘m wel eens bij, beetje dingetjes loshalen en de motor schoonmaken. Best simpele dingetjes allemaal, maar in de toekomst wil ik wel iets handiger worden. Dat moet ook wel, van een Guzzi moet je wel wat dingen weten als je er veel mee gaat rijden. Maar het is voornamelijk omdat ik de techniek ook leuk vind.
Deze Sportster heeft m’n vader in 2009 gekocht. Hij was toen nog niet helemaal perfect, liep alleen maar op hoog octaan benzine en zat niet helemaal goed in elkaar. Het was eigenlijk een pure racer, terwijl m’n vader er gewoon mee op de openbare weg wilde. Hij heeft hem toen helemaal terug getuned en ook nog wat andere dingen aangepast, zoals andere knipperlichten en een nieuw uitlaatsysteem. Dat heeft ‘ie allemaal tussendoor gedaan, eigenlijk is de motor pas sinds afgelopen jaar helemaal klaar. En ik vind ‘m zoals gezegd echt mooi geworden, als ik er naar kijk, word ik gewoon blij. Ik kan ook niet wachten tot ik er op mag rijden, maar dat duurt nog even. Ik word dit jaar achttien en ga eerst mijn motorrijbewijs halen, ben inmiddels zelfs al begonnen met theorie. Alleen moet ik de eerste paar jaar nog beperkt rijden en daarvoor is de blauwe te snel. Maar ik heb net een Moto Guzzi V35 II Imola gekocht, daar mag ik wel op rijden. Vorige week zijn we naar een V50 presentatie geweest en daar stond ‘ie. Ik ging erop zitten en iedereen er omheen zei: ‘Dat is een perfect ding voor jou!’. Ik vond ‘m ook erg gaaf en toen hebben we ‘m gekocht. Mijn eerste motor, de eerste van minimaal twee. Het liefst wil ik een sportmotor, dat wordt dat natuurlijk de blauwe, met daarnaast nog een toermotor. In eerste instantie wordt dat dan de V35, maar misschien dat ik die er altijd wel bij naast hou en dat er dan nog wat bij komt. Dat zie ik allemaal nog wel, eerst het rijbewijs maar eens halen. Daarvoor ben ik al wel een beetje aan het oefenen. Op de fiets test ik vaak mijn reactievermogen met het koppelen en remmen, maar morgen gaat het echt gebeuren, dan ga ik samen met m’n vader voor het eerst echt motorrijden. Met de V35 op een grote parkeerplaats bij ons in de buurt, daar heb ik echt héél veel zin in. Mijn droom is om volgend jaar met mijn eigen motor naar Mandello te gaan, naar het honderdjarig bestaan van Moto Guzzi. Heel lang en heel ver rijden met m’n po, zo noem ik m’n vader. Lekker reizen en je vrij voelen. Ja, daar heb ik écht zin in!”