Rijtips: motorrijden in een groep
Een lekker stuk toeren is een fascinerende belevenis, geeft dat ongrijpbare vrijheidsgevoel en zorgt vaak voor onvergetelijke momenten. Doe je dat in een groep, dan wordt die euforische stemming nog intenser. Maar waar moet je eigenlijk op letten voor het betere teamwerk?De meeste motorrijders houden van hun hobby vanwege het pure individuele en ongebonden karakter. Vrijheid, blijheid. Toch kan een ritje met vrienden de belevenis van het motorrijden nog verder intensiveren. Groepsreizen zijn niet voor niets zo populair. Ongeacht of je nu met een nerveuze supersport, een lome cruiser of een avonturier op hoge poten onderweg bent, de gezamenlijke belevenis verbindt alle soorten en maten. Want wat is er nu mooier dan het delen van waanzinnige vakantiepanorama’s, rijervaringen en het biertje ’s avonds in de bar? Net als bij sporten die in groepsverband worden uitgeoefend, gelden er ook bij het gezamenlijk motorrijden bepaalde regels die je in acht moet nemen om de rit tot een succes te laten worden. De groepsleden moeten zich er al voor vertrek van bewust zijn dat een technisch intacte machine en respect voor elkaar de basis vormen voor iedere groepsrit. En dat geldt niet alleen voor een ritje waarbij ervaren rijders met beginners op pad gaan. Ook ervaren rijders onderling moeten zich bewust zijn van de aard van het traject en hun eigen fysiek, ofwel de vorm van de dag. Enige planning is daarbij zeker niet verkeerd. Kom voor vertrek alvast even samen en bespreek de route. Belangrijk daarbij zijn de afzonderlijke etappes, mogelijke rust- en keerpunten en de totale lengte van het traject. Het laatste moet hoe dan ook worden afgestemd op de zwakste rijder. Juist daarom moeten alle rijders naar elkaar toe openhartig zijn over rijervaring, rijstijl en behoeften onderweg. Opscheppen over grasmaaien met de ellebogen, terwijl de punten van je laarzen nog nooit een grasspriet van dichtbij hebben gezien, is dus niet handig. Van belang is daarbij ook dat er afspraken over specifieke communicatievormen binnen de rijdende groep worden gemaakt. Duidelijke signalen met bijvoorbeeld de knipperlichten, het remlicht of de arm van de voorrijder zorgen voor een stukje extra veiligheid bij afslagen of voor dreigend gevaar. Om alle rijders voldoende tijd te geven om op een dergelijk signaal te reageren, is het verstandig om met maximaal acht personen in een groep te rijden. Ideaal is echter een groep van vijf rijders. Bij een groter aantal is het aan te raden om de rijders al naar gelang persoonlijke voorkeur over een paar kleinere groepjes te verdelen, bijvoorbeeld in een groepje dat veel waarde hecht aan het bekijken van het landschap en een groep voor wie juist de dynamiek van het sturen heel belangrijk is. Om onnodige tussenstops zoveel mogelijk te vermijden is het natuurlijk handig om allemaal met een volle tank te vertrekken. De motor met de kleinste tankinhoud bepaalt uiteraard de tankstops, waarbij het weer handig is om dan gewoon alle motoren af te tanken. Dat zorg niet alleen voor mooi gelijkmatige etappes, maar ook voor pauzes waarin je even lekker met elkaar kunt kletsen en weer op krachten kunt komen. Doe dat dus ook, want marathonetappes in groepsverband kunnen makkelijk in een verkeerd soort eerzucht ontaarden en daar is niemand bij gebaat. Onze ervaring leert dat het maximum aantal kilometers per dag rond de 700 kilometer snelweg, 400 kilometer secundair of 200 kilometer bochtenrijk parcours ligt. Hoe korter de etappe, hoe groter het plezier en de ontspanning. Maak tenminste na iedere twee uur een stop om de accu weer even op te laden. Een licht verteerbare maaltijd en voldoende drinken zorgen voor een goede concentratie en een lekker gevoel tijdens het volgende deel van de rit. Wie in een groep een onderlinge race wil rijden, zijn kick zoekt in zo veel mogelijk inhaalmanoeuvres of in het latent opdrukken van zijn voorganger, kan beter een keer een circuitdagje boeken om zich uit te leven. Veilig rijden in een groep betekent: Voldoende afstand houden en ‘baksteensgewijs’ rijden, waardoor iedereen vrij zicht naar voren heeft en eventuele hindernissen snel kan zien. Volg nooit blind het achterlicht van je voorganger, dat kan niet alleen in noodsituaties, maar ook in gecompliceerde bochtcombinaties fatale gevolgen hebben. Daarmee komen we bij de volgorde in de groep. Voorop rijdt degene die de route het beste kent en die de groep met een geroutineerde, vloeiende rijstijl gedecideerd kan leiden. Achter de eerste motor rijdt de ‘zwakste’ schakel van de groep, dus de rijder met de minste ervaring. Afgewisseld volgt er dan steeds een ervaren en een minder ervaren rijder. De laatste rijder van de karavaan combineert in de meest ideale situatie de sterkste motor met de meeste rijervaring. In deze samenstelling wordt voorkomen dat de minder ervaren rijders boven hun kunnen gaan rijden en met veel risico’s in het spoor van de snellere rijders proberen te blijven. Op een bochtig traject kunnen de minder ervaren rijders bovendien veel leren van de routiniers en zich bijvoorbeeld toeleggen op het kiezen van de juiste lijnen. Enorm belangrijk daarbij is dat je niet blind achter je voorganger aan rijdt, maar dat je ver vooruitkijkend de door hem/haar gekozen lijn leert begrijpen. Hetzelfde geldt bij het inhalen van langzamere verkeersdeelnemers die niet bij de groep horen. Volg hoe dan ook nooit als een kip zonder kop je voorganger, maar ‘scan’ zelf eerst de verkeerssituatie en geef dan pas gas. Voeg na de inhaalactie zo ver mogelijk naar rechts weer in om de volgende rijder uit je groep voldoende overzicht en ruimte te geven om ook weer in te voegen. Als je ziet dat een groepslid ongeconcentreerd of riskant rijdt, spreek hem/haar daar dan bij de eerstvolgende stop op aan en probeer gezamenlijk tot een oplossing te komen. Alleen zo kun je ongelukken vermijden. De voorste rijder kan zich onnodige stress besparen door bij onduidelijkheden in de verkeerssituatie de hele groep compact aan te laten sluiten. Daarnaast moet iedere rijder door regelmatig in de spiegels te kijken, controleren of de groep nog compleet is. Als er een te groot gat tussen de rijders onderling ontstaat, stop dan op een goed zichtbare plek langs de weg en verzamel daar de groepsleden weer. Blokkeer in ieder geval niet in boemeltempo de weg. Komt het ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch tot een ongeval, dan is het als achteropkomende rijder zaak om de blik zo snel mogelijk van de gevallen rijder af te wenden en een uitwijkende lijn te kiezen. Blijf je verstijfd naar het ongeluk kijken, dan stuur je er onbewust naar toe en kun je niet meer uitwijken. Om in het geval van een ongeluk adequaat te kunnen reageren, is het nuttig om je al voor vertrek in dergelijke gevaarlijke situaties te verplaatsen en er steeds weer mentaal op te trainen. [Kasten]DE 10 BELANGRIJKSTE REGELS1.RouteplanningPas de lengte van het te rijden traject aan de zwakste rijder van de groep aan en plan regelmatig een pauze. 2.GroepsomvangIdeaal is een groep tot vijf rijders. Acht is het maximum om het nog enigszins overzichtelijk te houden. 3.RijstijlPas het tempo aan de zwakste rijder aan of vorm kleinere groepjes onderverdeeld naar bijvoorbeeld snelheid en ervaring.4.GroepsvolgordeDe ‘reisgids’ voorop, de ervaren en minder ervaren rijders in wisselende volgorde er achter. Sterkste motor/beste rijder achteraan. 5.ConfiguratieVoldoende afstand houden en versprongen/baksteensgewijs achter elkaar rijden. 6.CommunicatieDefensief rijden. Spreek onderling een stop- en gevaarteken af. 7.OrdeNiet dringen, inhalen of de voorrijder tot versnellen aansporen. 8.Eigen verantwoordelijkheid Volg bij inhaalacties en ook in andere situaties nooit blind de groep. Kijk, beoordeel en stuur altijd zelf. 9.AfslaanGeef voor een afslag tijdig richting aan, voorkom abrupte remacties. 10.BewustzijnKijk regelmatig in de spiegels, check of de groep nog compleet is en laat achterblijvers in het uiterste geval bij een afslag aansluiten. [Kasten beim Zeichnungen]‘BAKSTEENSGEWIJS’ OM ONGELUKKEN TE VOORKOMENAls een groep in ganzenpas recht achter elkaar rijdt, kan het bijvoorbeeld bij tegemoetkomend links afslaand verkeer erg gevaarlijk worden. De achterste rijders kunnen het gevaar namelijk niet zien en worden volkomen verrast door de remacties van de voor hun rijdende groepsleden. In een zijwaarts versprongen formatie, ook wel ‘baksteensgewijs’ rijden genoemd, blijft de situatie zelfs overzichtelijk als het gevaar, zoals in dit voorbeeld, kort achter een bocht opduikt. Zo kan de complete groep tijdig en veilig remmen. [Lay-out][Wir mussen Platz gewinnen und deshalb lassen wir das Bild oben an Seite 75 weg und (wenn notig) auch das Bild in die Mitte von Seite 76 – 77][Unterschrift bei Bilder unter Seite 76][Bild links]GOED[Bild rechts]FOUTDe groep links doet het uitstekend: versprongen rijden en met voldoende afstand tot elkaar. De groep rechts waaiert te breed uit en is chaotisch geformeerd. In noodsituaties is deze groep erg kwetsbaar.