Rijbewijs halen (3) – het AVB-examen
De afgelopen weken heb ik flink wat meters gemaakt, aangezien het AVB-examen steeds dichterbij komt. ik heb ook meer vertrouwen gekregen in de CBF, die ik nu steeds soepeler over de Markelose landwegen stuur. Hoe meer meters ik er op maak, hoe vloeiender het gaat en hoe meer vertrouwen ik krijg in de jaar oude Honda. Op een oude fiets moet je het leren!
Maar na al die uurtjes op de CBF is het is tijd voor het AVB-examen. Op een natte en grijze maandagochtend oefen ik de verrichtingen nog één keer met mijn instructeur, zodat ik zeker weet dat ik er alles aan heb gedaan om zo goed mogelijk het examen te doen. Ruim op tijd rijd ik daarna de nabijgelegen examenlocatie op. Ik zet de motor aan de kant en wacht rustig tot de examinator aan komt lopen. Ter opfrissing: het AVB-examen bestaat uit vier clusters. Het vakparkeren valt als enige verrichting in cluster 1. Hier druk je de motor het parkeervak in, zet je ‘m op de bok en loop je het vak weer uit. In cluster twee vallen vijf oefeningen: de langzame slalom, denkbeeldige acht, halve draai, stapvoets rechtdoor rijden, en wegrijden uit het parkeervak. De snelle slalom, uitwijk- en vertragingsoefening vallen in het derde cluster. Bij laatstgenoemde is het de bedoeling dat je afremt naar 30 kilometer per uur, terugschakelt en daarna met een trekkende motor een korte slalom afwerkt. Het laatste cluster bevat de noodstop, stopproef (noodstop met terugschakelen naar één) en de precisiestop. Naast de verplichte verrichtingen (vakparkeren, langzame slalom, uitwijkoefening en noodstop) krijg je in elk cluster één extra oefening. In totaal krijg je dus zeven verrichtingen, waarvan je er vijf goed moet hebben.
De examinator is inmiddels gearriveerd en legt uit wat de bedoeling is. Hij sluit af met de woorden: “Ga er vooral van genieten.” Dat ga ik proberen, maar voor het zover is, zijn er voor mij eerst twee andere kandidaten die het examen afleggen. De ene is na twee (verkeerd uitgevoerde) verrichtingen helaas al terug, de andere kandidaat kijkt – na een klein uitstapje over de betonnen stootrand van de parkeerplaats en de daar naastgelegen grasstrook – ook niet erg vrolijk. En dan is het mijn beurt. Ik zet mijn helm op en maak me klaar voor de eerste verrichting: het vakparkeren. “Ik had slechter kunnen beginnen”, bedenk ik me terwijl ik de 128 kilo ‘zware’ CBF het vak in druk. Goedgekeurd, dus door naar de uitwijkoefening. Onbewust heb ik toch een beetje gezonde spanning, en bij een snelle blik op de teller zie ik dat ik niet genoeg snelheid heb als ik de pionnen nader. Dat heeft ook de examinator door: “Als je nou slim bent, en je rijdt op zo’n opgevoerde brommer, neem dan genoeg afstand zodat je op 50 per uur zit” De tweede keer gaat goed, dus die is ook binnen. Hierna volgen de precisiestop, noodstop, wegrijden uit het parkeervak, langzame- en snelle slalom. Bij terugkomst krijg ik het beoordelingsformulier onder m’n neus gedrukt, waar ik in eerste instantie weinig van snap. maar als de examinator aanvult “Die ene herkansing was ook nog eens onnodig” begrijp ik het, ik ben geslaagd! Met een goed gevoel stap ik op de motor terug richting Markelo. Vrijwel direct gooien de weergoden de sluizen boven me open, maar dat doet me weinig. Mijn regenjas en -broek verrichten goed werk, en eigenlijk vind ik het helemaal niet zo erg om met dit weer te rijden. Iets minder wind zou wel fijn zijn, ik word alle kanten op geslingerd op de éénpitter. Maar ik ben geslaagd, daar gaat het om. Op naar de volgende!
Cris Leuvelink is motor(sport)fanaat en stagiair op de MotoPlus-redactie. In deze vierdelige column-serie gaat hij als 18-jarige op jacht naar het (A1-)motorrijbewijs.