Rij-impressie Indian Challenger RR
In de VS kom je het nationale motto ‘Bigger is Better’ op bijna iedere straathoek tegen. Maar om een kilometervreter als een bagger in te zetten op een circuit? Dat is onzin – maar dat is precies waarom dit monster van de raceafdeling van Indian zo fascinerend is.
In het land van de onbegrensde mogelijkheden zijn we wel wat gewend als het om gekke ideeën gaat – Amerikanen zijn gewoon een beetje anders. Toen de promotors van het Amerikaanse Superbike-kampioenschap (afgekort AMA) drie jaar geleden na wat alcoholische versnaperingen besloten om een dozijn imponerende baggers van Harley-Davidson en Indian naar Laguna Seca te laten komen voor een showrace, moet de meerderheid van de raceliefhebbers gedacht hebben: “Een show? Wat moeten we hier nu mee?”. Maar de kritiek verstomde in een mum van tijd. De race was een spektakel en een enorm succes. Dit was racen op zijn best, gekruid met een flinke snuf ‘gekkigheid’, die je in de moderne racerij nauwelijks meer tegenkomt. Door het enorme succes in de media groeide het eigenlijke ‘once-in-a-lifetime-event’ uit tot het King-of-the-Baggers-kampioenschap, dat nu tot ver buiten de Amerika furore maakt.
Waar er in 2020 nog licht aangepaste standaard baggers over de startlijn rolden, sturen Harley-Davidson en Indian nu motoren naar de races die vooral één ding gemeen hebben: het zijn angstaanjagende racemonsters geworden.
Indian’s ‘weapon of choice’ is de Challenger RR, gebouwd door S&S Cycles en gebaseerd op de gelijknamige cruiser. Maar, beste racefans: afgezien van het frame en de tank heeft deze RR verder helemaal niets gemeen met zijn toeristisch ingestelde zus. Dit is een brute en rauwe racemotor, die met zijn aanwezigheid alleen al voor klamme zweetdruppels op je voorhoofd zorgt. Ter gelegenheid van het 2022-King-of-the-Baggers-kampioenschap is er nu een exacte replica van de Indian-fabrieksmachine van Jeremy McWilliams en Tyler O’Hara te koop in een gelimiteerde oplage van 29 stuks voor een prijs van – jawel – € 99.000,-. Als je naast een goedgevulde portemonnee over een stel stallen zenuwen beschikt, is dat in ieder geval mooi meegenomen. Alleen het krijgshaftige uiterlijk zorgt namelijk al voor een gevoel van ‘mag ik naar huis?’, maar wanneer de startknop wordt ingedrukt, gaan de poorten van de hel pas echt open. Het prachtig bewerkte titanium uitlaatsysteem stoot een onweersbui van geluid uit, tot 120 decibel luid is, waardoor het luidsprekersysteem op het Anglesey Circuit in het noorden van Wales bijna naar beneden komt. Indian houdt de lippen op elkaar over het vermogen van de getunede 1.833 cc metende 60-graden-V-twin (met onder andere titanium drijfstangen, boring met twee millimeter vergroot tot 110 mm). Maar als je de tanden op elkaar zet en de gasschuiven volledig opent, accelereert de droog 281 kilo wegende RR (liefst 80 kilo minder dan standaard) zo bruut dat je slechts met de grootste moeite op dit beest kunt blijven zitten. Tot aan de derde versnelling trekt de Dunlop slick achter dikke vette strepen op het asfalt als je een hoek uit accelereert.
Maar voor het zover is, moet je eerst wennen aan de eigenaardige zitpositie. Erg hoge en ver naar achteren geplaatste voetsteunen en een breed stuur zorgen in combinatie met een verlengde tank voor een zithouding die eerder doet denken aan die van een dragbike dan aan die van een circuitmotor. De zithoogte van 889 millimeter is ook ongebruikelijk. Zonder een tweede persoon om de Challenger vast te houden bij het op- en afstappen, kunnen zelfs langere rijders gewoon in stand omvallen. Als je eenmaal je plek hebt gevonden op deze giga-racemotor, ben je klaar voor de eerste bochten.
En dan wordt het spannend. Van traag insturen is geen sprake. De RR doet wat dat betreft eerder denken aan een handzame toermachine, zoals bijvoorbeeld een BMW RT, dan aan een zware bagger. Geleid door een ultrasjieke Öhlins FGR250-voorvork, voorzien van speciaal ontwikkeld binnenwerk en omklemd door machtig gefreesde kroonplaten, stuurt de Challenger speels en precies de bochten in. Aan de achterzijde zorgt een volledig instelbare schokdemper, ook ontwikkeld door Öhlins, ervoor dat het flinke vermogen van de Indian netjes het asfalt bereikt.
De schokdemper wordt ondersteund door een aluminium swingarm, die ook in de MotoGP wordt gebruikt. Verschillende afzonderlijke onderdelen zijn daarbij uit massief aluminium gefreesd en aan het einde van het productieproces aan elkaar gelast om dit kunstwerk van glanzend aluminium te creëren. Het bochtenplezier wordt verder vergroot door een set 17 inch gesmede wielen, die de RR handelbaarder maken dan de standaard combinatie van 19 inch voor en 16 inch achter. Desondanks is dit waarschijnlijk een van de fysiek meest veeleisende racemotoren ter wereld – spieren van Schwarzenegger zijn dan absoluut een voordeel.
Ook bij het remmen moet de biceps even flink worden aangespannen, waarbij je tegelijkertijd de bovenbenen stevig in het verlengde deel van de benzinetank moet drukken. De dikke Brembo-M4-remklauwen, waarvan de remblokken zich middels een Brembo rempomp vastbijten in 330-millimeter-remschijven, stoppen de Challenger RR in een een fractie van een seconde af. Nog een voordeel bij remmen is dat je je door de gigantische wielbasis van 1.670 millimeter geen zorgen hoeft te maken dat de achterkant omhoog komt.
Na twee bochten op dit monster doen al je botten pijn, ben je buiten adem en ben je eigenlijk gewoon blij dat je het hebt overleefd. Afgemat dus, maar halleluja, wat een rit!