Rij-impressie Honda Monkey
Van pretparkattractie tot motorfiets. Niet bepaald de reguliere weg, maar de Honda Monkey is het gelukt en met de nieuwste telg binnen de familie, die in 1961 gesticht werd, wordt die titel dubbel en dwars onderstreept. Een handzaam pakketje plezier dat zich prima leent voor de betonnen én groene jungle.
Je hoeft niet in de tijd van de originele Monkey te hebben geleefd om warme gevoelens te krijgen bij de aanblik van Honda’s mini-motor. Zijn extreme aaibaarheidsfactor gecombineerd met eigenwijze en herkenbare looks maken het aapje direct tot een cultobject. Dat geldt zowel voor de nieuwe als het origineel. Klein, schattig en geliefd door iedereen. Het is dus niet voor niets zo dat de Monkey tot een van de meest legendarische motorfietsen uit de stal van Honda behoort. De keuze om, na een korte afwezigheid, de mini-motor uit de jaren 60 en 70 nieuw leven in te blazen is dan ook geen straf. Het was immers 1961 toen de Monkey, destijds Z100 genoemd, voor het eerst het levenslicht zag. Ontworpen als attractie voor Tama Tech Park van Honda en overduidelijk een schot in de roos. Rondjes rijden op de potsige motorfietsjes was namelijk mateloos populair. Zo erg zelfs dat Honda in 1963 besloot om een straatversie van de Z100 te maken. En terwijl de Monkey Z50 in Japan tot en met 2017 op de markt was, liep het feestje in Europa in de jaren 80 al af. Jammer, aangezien de vraag naar kleine funbikes niet per se verdween. Getuige alleen al de populariteit van de Honda MSX125 die in 2014 gelanceerd werd. Het bewijs dat niet alle motorrijders op zoek zijn naar een surplus aan pk’s. Met dat in het achterhoofd is de herintroductie van de Monkey dus niet zo vreemd.
Dus… Hoe staat het er anno 2019 voor? Kijkende naar de door Honda opgegeven specificaties, behoorlijk goed. De A1-geschikte eenpitter heeft een topvermogen van 9,4 pk bij 7.000 toeren en 11 Nm bij 5.250 toeren. Prima score. Oke, niet bepaald een krachtpatser en nee het is ook geen snelheidsduivel. Toch is het genoeg om de Monkey, met zijn rijklaargewicht van slechts 107 kg zo’n 100 km/uur te laten rijden. Mits het windstil is en de bestuurder niet te zwaar is. Met die snelheid tik je overigens niet alleen het maximale van de eencilinder aan. Ook het rijcomfort is dan tot een vage herinnering gereduceerd. De korte wielbasis en kleine 12 inch wielen zijn in dat opzicht geen recept voor een stabiel ritje. Met die kennis is het dus geen motor voor op de snelweg. Pittig rijden is sowieso niet zijn forte. Zowel de 31-mm-upside-down voorvork als de dubbele schokdempers achter zijn daarvoor te zacht afgeveerd. Komt het comfort misschien ten goede, maar beperkt de sportiviteit. Geen schande, want de Monkey is niet als sportief stuurijzer in de markt gezet. Honda mikt met de funbike duidelijk op stads- en binnenwegen. In deze grijze en groene jungle is de oerwoudbewoner dan ook op zijn best.
Wie overigens bang is zich zo’n beetje op te moeten vouwen om op een Monkey te kunnen rijden, kan opgelucht ademhalen. Vergelijk de dimensies van de oer-Monkey met zijn moderne nazaat en het is een volwassen motor. Prima te doen voor iemand van 1.94 meter. Dit moet uiteraard wel in het juiste perspectief gezien worden. Vergelijk hem bijvoorbeeld met een Africa Twin, en je kunt niet anders dan concluderen dat het een kleine fiets is. Het comfortabele zadel van de Monkey torent bijvoorbeeld slechts 775 millimeter boven het asfalt uit. Gevolg is dat je de knieën bijna op gelijke hoogte met de kroonplaat hebt. Wil dat zeggen dat het niet leuk is om op de Monkey te rijden of zijn het dealbreakers? Nee, zeker niet! Alles bij de Monkey draait immers om plezier. In dat opzicht wil en kan je hem eigenlijk ook niet met andere motoren vergelijken. Wie voor een Monkey kiest, treedt willens en wetens in de wereld van de kleine aap. Eenmaal binnen is het een genot om te zien én horen wat de 125 cc allemaal in zijn mars heeft. Zo kan het best een actieve machine zijn om te rijden. Je schakelvoet hoeft zich bijvoorbeeld geen moment te vervelen. Zeker niet als je hem tot het uiterste dwingt. Het geringe formaat en lage gewicht, in combinatie met het rijwielgedeelte en prima remmen, lenen zich daar goed voor. Kijk dus niet vreemd op als je een breed glimlachende Monkey-bestuurder tegenkomt.
Bijkomend voordeel is dat de Honda er ook nog eens onwijs goed uitziet. Niet in de laatste plaats omdat de ontwerpers zich duidelijk hebben laten inspireren door het origineel. Van de ronde koplamp en kleine dikke bandjes, tot het kenmerkende hitteschild op de uitlaat en de kleurstelling. Klassiek, maar niet gedateerd. Het moderne aspect komt vooral in de techniek naar voren. Zo heeft Honda haar mini-motor rondom voorzien van ledverlichting, is de Monkey nu uitgerust met ABS en pronkt er een digitaal display aan de voorzijde. Ook is de sleutel uitgerust met een antwoord-functie die de lichten van de Honda laat knipperen als je hem indrukt. Zo hoef je niet bang te zijn dat je hem over het hoofd ziet bij het terugzoeken op de parkeerplaats. De verwachting is echter dat die optie niet vaak nodig zal zijn. Het is makkelijker om te zien waar zich een groepje lachende mensen heeft verzameld. De kans is namelijk zeer groot dat ze bij de Monkey staan.