WK Superbike Assen 2017
Precies 0,8 seconde achter snelste man Jonathan Rea sloot Michael van der Mark de eerste dag af als achtste, net voor teamgenoot Alex Lowes. In de middag slaagde Van der Mark er als enige binnen de top 10 niet in om zijn tijd van de ochtendtraining te verbeteren. “Het was een dag met twee gezichten”, oordeelde de coureur zelf. “Ik deed in de eerste vrije training een lange run die goed was, en aan het eind probeerde ik een softe band en daarmee maakte ik een grote stap. ’s Middags pakten we aan het eind de softe band en het was totaal niet beter. De pace met de harde band is niet onwijs slecht, maar het ging wat moeizaam. Dan kijk je naar waar je staat en dan denk je ‘elfde is slecht’. Het werkte niet met de softe compound.”
In die Superpole verbeterde Rea het drie jaar oude polerecord met ruim 0,8 seconde – “misschien wel mijn beste ronde ooit op een racer”- voor teamgenoot Tom Sykes en Chaz Davies. In de uitloopronde kwam het tot een incident tussen Rea en Davies, toen de Kawasaki-coureur de jagende Davies in de weg reed. Die deelde Rea een flinke klap uit op de arm en in het parc fermé kwam het tot een verhitte discussie tussen de twee, waarbij de woedende Davies scheldwoorden bepaald niet schuwde. “Ik wist dat er iemand aan kwam en ging uit de weg, maar blijkbaar niet ver genoeg. Toen greep hij mijn arm en schold me de huid vol tot in parc fermé”, vertelde Rea. “Ik bood mijn verontschuldigingen aan, maar die wilde hij niet accepteren.”
Daarmee sprak Rea slechts de halve waarheid, want aanvankelijk hield hij vol Davies niet in de weg te hebben gereden. “Als jij gewoon zou zeggen ‘sorry, vriend, ik zat je in de weg’, was het voor mij goed geweest”, brieste Davies tegen Rea, die vervolgens – ogenschijnlijk daarvoor aangespoord door een Dorna-official – zijn verontschuldiging aanbood. De wedstrijdleiding besloot echter Rea vanwege het incident drie plaatsen terug te zetten naar de vierde startplaats, waardoor Sykes promoveerde naar de pole. Michael van der Mark zette de achtste tijd. “Mijn rondje was gewoon goed. We missen de drive tussen de bochten en we missen vermogen. Qua rijden was dit het maximale.”
In de eerste bocht waren Van der Marks kansen op een resultaat al verdwenen. Hij kwam in de knel toen teammaat Lowes hem passeerde in het aanremmen van de eerste bocht en vervolgens blokkeerde. Van der Mark blokkeerde zijn voorwiel, moest rechtuit en stuurde daardoor ook Nicky Haydens race in de war. “Hij wist wie hij passeerde”, was Van der Mark weinig spraakzaam over het incident met Lowes. “Het was onnodig.”
Van der Mark begon aan een furieuze inhaalrace die echter slechts tot in de derde ronde duurde. Richting de Strubben was hij te agressief op het gas en crashte. Het was zijn tweede DNF van het seizoen. Bij de val bezeerde de Yamaha-coureur zijn rechter bovenarm. “Ik dacht dat ik ‘m nog opving, maar ik was ‘m kwijt. Ik was boos na die eerste bocht en ik bleef boos”, beschreef hij later zijn veel te korte en teleurstellende optreden. “Mijn start was niet super, maar ik werd opgesloten. We hadden de motor korter gemaakt dan die van Alex en daardoor miste ik de drive. Ik merkte ook al gauw dat ik niet de grip had van de derde vrije training bij het ingaan en uitkomen van de bochten. Die crash… Tuurlijk had ik haast. En dat het hier in Assen gebeurt: het meest frustrerende is dat ik met de pace van FP3 misschien wel vierde had kunnen worden. Het verschil met de top 4, 5 is zo bizar groot, maar wij zijn constant. Ik weet dat we niet de snelste zijn, maar we zijn wel goed.”
Op zondag revancheerde Van der Mark zich op voortreffelijke wijze. Vanaf een elfde startplaats reed hij in acht ronden naar de vierde plaats achter Rea, Sykes en Davies. Zijn pogingen om Davies te achterhalen, staakte hij toen hij in het razendsnelle Hoge Heide ternauwernood een spectaculaire ‘wobble’ overleefde. De rijders die starten vanaf de negende, achtste, tiende en elfde plaats tekenden voor de eerste vier posities in de race: terwijl Jonathan Rea in zijn 200e WSB-start zijn elfde overwinning in Assen boekte en zijn vijftigste totaal, Tom Sykes op 0,025 andermaal tweede werd en Davies zijn weekend met een derde plaats op afstand toch nog een podium pakte, was Van der Mark tevreden met zijn vierde plaats, zijn beste resultaat van het seizoen. Zijn teamgenoot Lowes finishte als vijfde. “Dit was geweldig na gisteren”, vertelde een opgetogen Van der Mark. “Mijn start was niet slecht, maar daarna klopten alle inhaalacties. Toen ik achter Chaz zat, wist ik dat ik mijn eigen pace moest blijven rijden. Na gisteren wist ik dat ik met een vierde plaats tevreden moest zijn, en vanaf de elfde plaats starten is dan niet ideaal. Mensen zeggen altijd dat er veel druk is in een thuiswedstrijd, maar ik wil gewoon altijd winnen of op het podium staan. Vanaf Thailand, Aragon waren we al redelijk snel, hier hebben we bewezen dat we een goede basis hebben. We moeten nog een stap zetten, maar de bedoeling is dat we consequent in de top 5 kunnen finishen.”
Teammanager Paul Denning sprak over ‘één van de meest uitdagende weekends uit mijn carrière’. “Soms leer je van tegenslagen meer dan van overwinningen”, was de Brit filosofisch. “Na gisteren weten wij in ieder geval dat het team en ook de rijders in staat zijn om snel te reageren. Het was goed om te zien dat Michael na zijn teleurstelling van gisteren heel verstandig heeft gereden en gekozen heeft voor die finish. We weten dat we nog tekort komen, maar er blijven nieuwe spullen komen, op elektronica-gebied en ook motoronderdelen. Hopelijk ook snel.”
Een paar pitboxen verder was een geplaagde Ronald ten Kate verre van blij. Het Ten Kate Honda Team won sinds 2004 negen maal in Assen, op zaterdag moesten Bradl en Hayden genoegen nemen met de zesde en veertiende plaats en een tiende en achtste plaats op zondag. Hoewel Ten Kate niet van een crisis wilde spreken, gaven de twee coureurs onverbloemd hun mening. Terwijl Hayden op zaterdag (volgens Ten Kate onnodig) pleitte voor extra mankracht in de pits, sprak Bradl klare taal na het beste resultaat van het team in 2017. “Ik kan niet tevreden zijn met een zesde plaats, want die heb ik eigenlijk niet verdiend”, vond de voormalige Moto2-wereldkampioen. “Ik zou in Imola een nieuw blok krijgen, maar toen ik hier kwam, bleek ik er nu al mee te gaan rijden. Het is een stap terug van wat ik had. Daar ben ik erg teleurgesteld over. Het frame is niet slecht, maar het hele pakket past niet samen. De motor reageert te agressief en daar moeten we aan werken. Op vrijdag crashte ik als gevolg van de agressieve gasreactie. We hebben veel problemen en het lijkt een chaos op dit moment. Alsof niemand meer een totaaloverzicht heeft. Als ik de box binnen kom, kijk ik in radeloze gezichten.”
Met die uitspraak was teambaas Ten Kate zichtbaar niet blij. “Dat vind ik een groot woord, maar ik snap dat het frustrerend begint te worden. Kawasaki en Ducati hebben na vorig jaar toch nog weer een stap gezet en als je dan in 2016 ‘best of the rest’… Nu is er een gapend gat. Ik denk dat dit niet een rijdersding is, maar het is ook niet zo maar onze schuld. Alle materiaal is te laat gearriveerd en we zijn daardoor veel te laat met de ontwikkeling begonnen. Het werd later en later. Kijk eens hoe lang Ducati nodig heeft gehad met de Panigale en denk ook eens dat Yamaha eerste een jaar in de Superstock heeft gedaan met de R1. En van ons wordt verwacht dat we het in drie wedstrijden doen. Geef ook Kawasaki en Ducati op 6 januari hun nieuwe fiets: dat is gewoon te laat. Wij hadden de hoop dat we dit jaar konden beginnen waar we vorig jaar met de oude Blade waren geëindigd. Die machine kenden we door en door. We hebben inmiddels gemerkt dat de data die we op de bank zien anders zijn dan wat we op de baan zien. Het zou makkelijker zijn als we een testteam zouden hebben, dan kunnen wij de puntjes op de i zetten. Wij zétten nu de i. Eigenlijk zijn we in de races het testteam, maar in een paar maanden verlies je niet je kennis van de racerij. De komende weken moeten er rigoureuze dingen gebeuren, waardoor het vermogen beter gecontroleerd moet kunnen worden.”
Over het opzetten van een Honda-testteam was inmiddels gesproken, aldus Ten Kate. “We hebben het nooit gehad en we hebben in het verleden altijd onze problemen kunnen oplossen. Maar het ligt wel op tafel. Ik zou wel willen, maar Honda moet het ook willen en mee willen werken. Maar we hadden in september een testteam moeten hebben dat alle ‘donkey work’ al had gedaan voor ons.”
Ten Kate had maar weinig positieve dingen gedurende de thuisrace in Assen. “Het was gewoon niet goed. We wilden het graag anders, maar dit is de realiteit. De rijders beginnen ook langzamerhand het hoe en waarom te beseffen. Ik wil ook nog niet over een crisis praten. We hebben wel vaker dieptepunten meegemaakt, maar dit ligt buiten onze controle.”
De posities van Hayden en Bradl zijn voor 2018 niet zeker, bevestigde Ten Kate. “Als we het met deze resultaten moeten blijven doen, heeft het voor hun en ook voor ons weinig zin om door te gaan. Maar op dit moment ben ik nog absoluut niet bezig met volgend jaar. Met tijd zal dit wel bijtrekken, dat geloof ik echt.”
