Reportage Sleutelclub Kamerik
Waar veel kinderen motoren alleen nog maar kennen van hun spelcomputer sleutelen de deelnemers aan de Sleutelclub Kamerik nog ‘gewoon’ met vette vingers aan tweewielers. Het hoogtepunt? Vanaf hun twaalfde mogen ze brommer rijden.
De hoeveelheid energie van de stuiterende in overalls gestoken groep jongens en meisjes neigt op deze vrijdagavond na een lange werkweek naar het ondraaglijke, maar tegelijk is het geweldig om te zien. De drukte van een kinderfeestje van met suiker afgetopte jongetjes valt er bij in het niet, maar als deze overenthousiaste groep geen motorrijders voortbrengt weet ik het ook niet meer. De reden? Vanwege de komst van de fotograaf mogen ze een extra keer op brommers rijden. Normaal mag dat een keer per maand, dit is een pure bonus. En die laat niemand zich ontnemen.
Het idee voor de Sleutelclub Kamerik – in het gelijknamige Utrechtse dorp – ontstond in 2009. Het initiatief komt van motorliefhebber Maarten Verkleij. “Veertig jaar lang ben ik deurwaarder geweest en daarbij zag ik te vaak kinderen die nergens geld voor hadden. Het waren de zogenaamde sleutelkinderen die de hele dag over straat zwierven. Ook zag ik soms families met drie achtereenvolgende generaties die de verkeerde beroepskeuzes maakten. Pa zat dan in de WW, zoon had een slechte baan en kleinzoon deed helemaal niets. Terwijl ik altijd heb geweten dat techneuten de toekomst hebben. Daarom wilde ik kinderen een goede toekomst geven door ze te laten kennis maken met sleutelen. Hopelijk motiveert dat tot het maken van een goede beroepskeuze.”
Een jaar na de eerste ideeën beginnen twee kinderen en net zo veel begeleiders met de restauratie van een Fiat 600 op twaalf vierkante meter in een boerenschuur. “De week erop namen ze twee vriendjes mee en verdubbelden we al in omvang”, herinnert Verkleij zich de vliegende start. Het is de opmars voor een onstuitbare groei. Tegenwoordig komen er 250 kinderen – waarvan zestig procent uit Kamerik – bij de Sleutelclub. Een indrukwekkend aantal voor een dorp van bijna vierduizend inwoners.
De locatie groeit net zo explosief. Van een boerenschuur waarbij de boer telkens zijn trekker verplaatst om ruimte voor sleutelactiviteiten te maken tot de huidige locatie die in 2019 werd gevonden. “Zelfs de burgemeester van dorp zocht met ons mee”, herinnert vrijwilliger Ruud Buurman zich. “Het begin viel precies samen met corona. Daardoor hadden we geen kinderen, maar wel alle tijd om het pand volledig naar onze wensen te verbouwen. Om contact te houden met de kinderen maakten we wekelijks bouwpakketten die ze buiten het gebouw konden ophalen.”
Het succes is op eigen kracht behaald, al had de Sleutelclub de wind soms extra in de zeilen. Verkleij: “We haalden de finale van de Kroonappel-verkiezing (verkiezing van succesvolle Nederlandse sociale initiatieven van het Oranje Fonds, red.) en dat sprak de voorzitter van het Oranje Fonds aan. Het was ook best knap dat we zo ver kwamen met zo’n houtje-touwtje stichting in een boerenschuur. Daarop heeft de voorzitter ons project twee jaar financieel gesteund. Daardoor hebben we niet alleen de kop boven water kunnen houden, maar ook een professioneringsslag kunnen maken.”
De vrijwilligers van de Sleutelclub Kamerik doen niet aan borstklopperij, maar veren wel op als ze gevraagd worden naar de resultaten. Buurman: “Sommige kinderen zie je hier echt groeien en dat is fijn want veel kinderen hebben een rugzakje. We hebben hier een meisje van twaalf dat redelijk beperkt is, maar dit voelt voor haar als een tweede huis, het is een veilig plekje voor haar.” Verkleij vult aan: “Twee oud-deelnemers hebben nu een eigen bedrijf omdat we de interesse voor techniek bij ze hebben gewekt. Het is overigens net zo fijn dat een achtjarig jochie dat te agressief was voor de openbare school nu gewoon weer naar school gaat.”
Het aanbod van de Sleutelclub is net als het aantal deelnemers flink gegroeid. Het draait niet alleen meer om het sleutelen aan brommers en fietsen, maar er is ook een knutselclub en de mogelijkheid tot houtbewerking. Daarbij bouwen de kinderen onder meer door henzelf gelaserde houten bouwpakketten. Door die laatste twee activiteiten weten ook meisjes de weg naar de club te vinden. Voor alle activiteiten geldt dat ze gratis zijn. Buurman: “De gemeente begrijpt niet dat we geen contributie heffen, maar alles moet gratis blijven. Anders werpen we een barrière op en dat willen we absoluut niet. Het geld verdienen we met de verkoop van opgeknapte fietsen, brommers en gelaserde bouwpakketten. Verder profiteren we van sponsoring en subsidies.”
Hoe ver gaat het sleutelen? Techniekman Verkleij legt het uit: “Het kan zo ver gaan als een volledige restauratie van een bromfiets. Dan trekken we zo’n ding helemaal uit elkaar. Kinderen mogen hierbij lekker klooien, we gaan ze ondanks onze 45 vrijwilligers niet pamperen. Als het verkeerd gaat, doe je het de volgende keer beter. Bij een Lego-doos zit een handleiding die je van A tot Z aan de hand neemt, hier zoeken ze de juiste volgorde zelf maar uit. Het levert ze inzichten op hoe ze iets moeten bouwen. Ze moeten hun koppie en hun handen gebruiken. Techniek is de basis, het sociale is de bijvangst. Als ze elkaar helpen komt iedereen verder.”
Het mooiste van alles is het brommerrijden waarop de Sleutelclub Kamerik een keer per maand trakteert. In het jaar dat ze twaalf worden mogen de kinderen in de afgezette straat en het achterliggende boerenterrein rijden. Buurman: “Dan weten ze direct of ze goed hebben gesleuteld en of de brommer verkoopbaar is.” Als we vertrekken is de lange rij jongetjes en meisjes voor het brommer rijden nog lang niet uitgestuiterd. Het blijft een heerlijk gezicht om te zien.