Reportage NSF100 Cup
Eind 1982 stierven de 50 cc GP’s en nationale kampioenschappen. Hierdoor ontstond een gapend gat onder aan de ladder van de motorsport. Om dat gat te vullen werd in de zomer van 1988 op de wielerbaan De Lindenholt te Nijmegen de eerste brommerrace georganiseerd. Een eclatant succes en hieruit zou de Stichting Organisatie Brommer Wegraces (SOWB) ontstaan. Drie keer raden wie daar, twee dagen na de eindexamens middelbare school, zijn allereerste knietje aan de grond reed? Jawel, hier bloeide mijn fascinatie voor snelheid op als een klaproos in de ochtenddauw. Het decor verschuift ruim twintig jaar voorwaarts als mijn mobiele telefoon rinkelt. Ik hoor een jongensstem: “Hallo, spreek ik met Matthijs de endurance rijder?” Ehm ja, ik rijd wel eens langeafstandsraces. “Nou ik ook, binnenkort een 4-uurs race met mijn Honda NSF100. Wil jij dan mijn teammaat zijn?” Zeg dan nog maar eens nee… En zo vind ik mijzelf op de deelnemerslijst van de traditionele seizoensafsluiter van het raceseizoen van de SOBW (7 raceklassen, zie ook www.sobw.nl), de 4 uurs race op het Noord-Franse circuit Croix-en-Ternois, als teammaat van een van de jongere coureur(tje)s van de Honda NSF100 Cup, de 10-jarige Vasco van der Valk. Vanwege zijn gewicht van 33 kilo en het gegeven dat mens en machine tezamen minimaal 130 kilogram moeten wegen, hangt er 14 kilo lood onder aan de NSF. Hm, dat gaat me vast niet helpen. Gelukkig hebben we twee vrije trainingen om aan de NSF te wennen, maar helaas is de baan drijfnat en dat nodigt bepaald niet uit tot een steile leercurve. Ik had me er beslist op ingesteld dat de Honda een compact machientje zou zijn, maar het ding blijkt dermate klein dat ik er in langzame bochten amper controle over heb, omdat mijn benen zover opgetrokken zijn dat amper op de voetsteunen te duwen is en mijn handen bevinden zich zo ongeveer tussen de knieën, vreemd. Om het geheel af te ronden staat de vering en demping afgesteld op een mannetje van 33 kilo en die 40 extra kilo’s van mij geven in de meeste bochten beslist extra sensatie en soms zelfs op de rechte stukken. Om 13.00 uur gaat op een droge baan het startveld van 80 equipes(!) van start en da´s een beste ochtendspits. Aangezien de NSF´s met hun 8,4 pk de minst vermogende machines zijn, laat de organisatie deze club van vijftien achteraan starten, verstandig. Vasco neemt de start voor zijn rekening omdat ik een gewichtig nadeel heb en hij dus veel harder van de lijn zal komen. In zo´n groot veld stokt alles in de eerste paar bochten, maar in de eerste ronde laat hij al zeven rijders achter zich.Reglementair dient in de vier uur die deze race duurt zeven maal gewisseld te worden en dus komt nummer 92 na een half uur binnen en na een bliksemwissel ronk ik op een 60e positie de baan op, terwijl ik me inprent dat ik nog geen micrometer met een NSF op een droge baan heb gereden. Pff, een endurance race blijkt toch een slechte plek om een motorfiets te leren kennen, want ik word niet alleen op pure snelheid voorbij gefloten, maar zeker ook in en door de bochten. Direct valt op dat de toprijder(tje)s tijd winnen direct de bocht uit door een betere acceleratie vanwege hun gewichtsvoordeel, op top omdat ik wel wat uitsteek hier en daar, maar zeker ook doordat ze die NSF-fen ongelooflijk hard de hoeken in kwakken. Volledig vertrouwend op de grip van de Dunlop´s sturen ze binair in, rechtop of maximaal op zijn kant. Prachtig om te zien hoe die 10 tot 14 jarige kleine apen ermee rossen. We klimmen in mijn sessie een aantal plekken, maar in dat halve uur veroorzaakt de compacte zit ook een waanzinnige steek in rechterkuit. Zodra ik de machine heb overgedragen spoed ik richting medische post, omdat in endurance racen dergelijke kwaaltjes onmiddellijk moeten worden behandeld. Na een pittig pilletje en een zacht zalfje kan ik er weer tegenaan. Na anderhalf uur tanken we voor de eerste maal en er gaat 3 (drie!) liter bij. Het verbruik is dus ongeveer 1 op 35. Dit maakt onze `strategie` iets gemakkelijker, want de laatste 2½ uur hoeft niet meer getankt te worden. We rijden onze stints strak, Vasco rijdt binnen 1 seconde van de snelste NSF, ik daar weer zo´n 2 seconde per ronde achteraan, de NSF ronkt tevreden, we kruipen gestaag naar voren en na ruim drie uur rijden we op de 3e plaats in de NSF klasse en 28e algemeen. Dan slaat het noodlot toe, want mijn kompaan haalt in de snelle rechtslinks slinger een rijder buitenom in die al aan het uitwijken is en vervolgens komt er een snelle expi-machine hard aan waardoor het erg krap wordt en men elkaar raakt. Tja, dan is het wel een nadeel als je klein, jong en licht bent, want het stuur wordt gewoon uit zijn handen gereden. Wij staan in de pitstraat te wachten en zien dat Vasco in een ambulance op een brancard ligt. Er komt geen woord uit en hij ligt met wijd open ogen recht naar boven te staren. Oei, die is duidelijk wat aan het verwerken. Het valt allemaal wel mee, ik buig en timmer wat rempedalen en kuipframes recht en met zo´n twintig minuten vertraging kan ik weer verder. Ik rijd de wedstrijd uit, maar helaas zijn we naar de 45e plek teruggevallen. Mijn maatje heeft gelukkig weinig en da´s maar goed ook, aangezien hij een week erna in Spanje mag strijden om het WK in de NSF100 Cup.Voor mij was deze race een ´trip down memory lane´ en het was briljant om weer eens mee te rijden in de klasse waar mijn fascinatie voor snelle motorfietsen ontstond, tussen de hooggierende Kreidlers, enkele Honda SS viertaken en andere vette tweetakten. Soms laat je oude herinneringen beter oude herinneringen, maar in dit geval levert teruggaan naar mijn wortels een prachtige déjà-vu op. Mijn cirkel is rond. [Beeld: Molenaar met parapulu op startveld]INTERVIEW ARIE MOLENAARINITIATIEFNEMER NSF100 CUP? Hoe is het idee voor de NSF100 cup ontstaan?! “Enkele jaren terug reed de Japanse NSF100 Cup in het GP-voorprogramma op Suzuka. Op dat moment was ik al aan het nadenken hoe de jeugd vroeg met een serieuze vorm van wegrace in contact gebracht kon worden en dit was het antwoord. Wat later heb ik 25 NSF100´s naar Nederland gehaald en in 2009 is de cup opgezet. ? Wat levert het jou op?! “Allereerst is het echt heel erg leuk om het enthousiasme en de reacties van die mannetjes te zien. Dat is nóg veel leuker dan ik verwacht had. Tegelijkertijd ken ik al die jochies en vooral ook hun ouders nu goed, zodat het contact gemakkelijk te leggen is mocht één van hen een dusdanig talent blijken dat hij of zij de stap naar de GP´s zou kunnen maken. Voor ons team is het gewoon erg goed om met Nederlandse rijders te werken.” ? Wat komt er na de NSF100 Cup?! “Wij zetten daar niets voor op, maar in 2011 gaat de Moriwaki 250 Cup van start en dat klinkt als een prima vervolg.”? Is er talent in Nederland?! Ja, beslist. Kijk maar naar de kampioen in Nederland, Livio Loi, die rijdt in Italië echt helemaal voorin en die wordt hier kampioen, maar wint beslist niet altijd of gemakkelijk.[Beeld][Opener Startfoto]Wegens verkeersdrukte is de snelheid beperkt tot … volgas![Actiefoto zijaanzicht]Dit lijkt het tegenovergestelde van Pedrosa op een Fireblade. [Ik weet niet of er plek is voor nog een foto, zo ja, dan maak ik daar later een bijschrift bij]