Nieuws

Reportage Hillclimbing Andler-Schönberg

Het Ardense gehucht Andler-Schönberg stond eind augustus weer in het teken van de jaarlijkse Hill Climbing. Talloze waaghalzen doen een poging om de 105 hoogtemeters te overwinnen, wat doorgaans niet echt zonder slag of stoot gaat. Menig offroadje vond er zijn Waterloo en daar wilden we graag eens een keer zelf getuige van zijn. En dat was om meerdere redenen…eh…memorabel!

“Ja, het is alweer de 23e keer dat we dit organiseren”, krijgen we met enige trots te horen aan de kassa. “Al was het in het begin allemaal een stuk kleinschaliger. Toen waren er twee of drie rijders die wel een poging wilden wagen, en daar hebben we een biertent bij gezet. Dat was het eigenlijk wel.” Woorden die een behoorlijk contrast vormen met de 2024-editie van de Hill Climbing Andler-Schönberg, zoals het evenement officieel heet, die heel wat groter qua opzet is. Veel meer rijders, grotendeels van een hoger niveau ook, diverse grote sponsoren waaronder Red Bull en ook het biertentje heeft een beste groeispurt doorgemaakt. Aan authentieke charme ontbreekt het echter niet, de boel is gelukkig niet dood gereguleerd zoals dat bij zoveel evenementen wel het geval is. Daar zijn we bij aankomst maar wat blij mee, bij het afrijden van de camping een dag later overheerst dan weer de gedachte dat de teugeltjes her en der misschien best wat strakker aangetrokken hadden mogen worden. Maar daarover later meer.

Na de officiële plichtplegingen moeten de financiën even geregeld worden: zeventig euro per hoofd. Da’s best riant voor één nacht, maar het betreft een standaardprijs voor verblijf op de camping (inclusief entree) voor het volledige evenement, waarbij de camping is geopend van donderdagavond tot en met maandagmorgen. Bovendien is ook een consumptiekaart van tien euro bij de prijs inbegrepen. Zo bezien is de prijs dan wel weer schappelijk. Dan volgt de vraag of we op de camping bij het ‘Faherlager’ willen staan of de rustige camping aan de andere kant van de weg. Eén vluchtige blik naar links op die eerste is voor collega Ad en mij voldoende om voor de tweede optie te kiezen. Zowel optisch als akoestisch is zo’n bonte, anarchistische kakafonie aan beeld en geluid, dat zelfs de meest doorgewinterde boeddhist hier zonder een flinke dosis Ritalin nog overprikkelt zou raken. Brommertjes starten en maken dat we naar de andere kant van de weg komen dus…

Daar aangekomen blijkt de term camping een best wel rekbaar begrip. En het woord rustig ook trouwens, getuige de tig muziekinstallaties die één ding gemeen hebben: het volume staat op maximaal. Plaats om onze bescheiden eenpersoonstentjes neer te planten is er voldoende, en de eigenaar van het weiland heeft zelfs nog de moeite genomen om er even met een maaimachine overheen te gaan. Maar daarmee is het hoofdstuk ‘campingfaciliteiten’ eigenlijk wel besproken. Bij de ingang van de wei staan weliswaar twee Dixi’s, maar da’s best aan de bescheiden kant voor de paar honderd man die hier tijdelijk resideert. Veel klandizie krijgen ze overigens ook niet, dit in tegenstelling tot de omliggende bosjes/bomen. De rondstaande campers en busjes zijn trouwens ook een gewild object om het rijk ingenomen Schültenbrau en Jupiler tegenaan te dumpen.

Een douche is er eveneens niet, wat na een dag bochtjes pakken bij een temperatuur van tegen de dertig graden, én het opzetten van een tent in de brandende zon (onder het genot van Rammstein aan de linkerkant en snoeiharde techno rechts), ook best aangenaam zou zijn. “Er stroomt wel een riviertje langs de camping, daarin kun je ook prima afkoelen en wassen”, weet de poortwachtster van het terrein te melden. Een suggestie die we naast ons neerleggen, gezien het aantal campinggasten dat her en der langs het stroompje een poging doet om het water tot 37° Celsius op te warmen.

Onder het motto ‘niet schoon, maar wel fris’ wordt er een bus deo op het fysiek geleegd en vervolgens gaat het richting de groeve waar het echte werk plaatsvindt. Het is vier uur in de middag en de eerste trainingsruns zijn net begonnen. Nou had ik in gedachten al wel een soort van voorstelling van de te bedwingen piste, maar die doet absoluut geen recht aan de realiteit die nog véél indrukwekkender is. Het eerste gravelachtige deel gaat nog enigszins, maar halverwege transformeert de ondergrond zich tot rotsen, waarbij het hellingspercentage ook nog eens toeneemt tot schrikbarende proporties. Niet normaal, het laatste deel lijkt wel gewoon verticaal. Om het allemaal nog uitdagender te maken, is de aanloop gereduceerd tot een geschatte paar meter. Het is moeilijk te beseffen dat er ooit iemand hieronder heeft gestaan, naar boven keek en bedacht: ‘Ach, laten we het eens proberen’. Dat anderen het vervolgens nadoen, is misschien nog wel opmerkelijker.

Gedurende twee dagen gaat elke rijder vier keer naar boven, mits de conditie van rijder/motorfiets het uiteraard toestaat. En dat is een grote mits. Eén trainingsrun, gevolgd door drie wedstrijdruns. De afstanden van de twee beste pogingen worden bij elkaar opgeteld en degene met de meeste hoogtemeters mag zich de winnaar noemen.
Rond de veertig à vijftig coureurs telt het deelnemersveld, verdeeld over verschillende klassen, onder andere standaardmotoren en specials. Er is zelfs een Junior-klasse, waarin de jongsten net de zeven jaar aantikken. Sommige daarvan lijken niet in het bezit te zijn van het angst-gen en jagen hun tachtig cc crossertje boven de zeventig meter. Wat echt héél indrukwekkend is.

Indrukwekkend is ook hoe snel de deelnemers elkaar opvolgen. Dat allemaal dankzij een uiterst gesmeerd functionerend team helpers, dat op verschillende hoogtes op de berg hangt (en nee, dit is geen schrijffout). De beste tactiek lijkt daarbij het gas domweg zoveel mogelijk openhouden, waarna de machine aan het begin van het rotsige deel wordt gelanceerd en met een beetje geluk bij het neerkomen, een meter of tien hoger, nog iets grip krijgt en er wat extra hoogtemeters kunnen worden gepakt. Indien geen grip, storten de rijders zich naar links in een poging zich vast te grijpen aan de banden die daar de piste flankeren. Lukt dat niet, dan is er nog een tweede reddingsboei in de vorm van de helpers op de berg, die zich onverschrokken op zowel rijders als motorfiets storten. Daar zijn ze behoorlijk bekwaam in geworden in de loop der jaren zo blijkt. Ondanks dat verschillende rijders een flinke vlucht maken en de spatborden, handkappen en andere kuipdelen rijkelijk door de lucht vliegen, kan toch iedereen ’s avonds omhoog voor de eerste echte poging om de knikkers. Na het nodige herstelwerk uiteraard!

Die run begint pas om half negen in de avond, wat Ad en mij mooi de gelegenheid biedt voor een rondje over de ‘niet rustige’ camping. Hoewel nu stralend weer, heeft het de dagen voorafgaand aan het evenement behoorlijk geregend, wat de conditie van het gras geen goed heeft gedaan. Dat heeft echter nog meer te lijden onder het grove profiel van de banden van tuintrekkertjes, crossmotoren, quads, trikes, brommers, scooters en zelfs een achtwielige side-by-side die massaal over de camping en een geïmproviseerde crossbaan denderen. Omdat het de voorgaande jaren blijkbaar wat uit de hand is gelopen op de camping(s), was de organisatie dit jaar helaas genoodzaakt om wat strengere regels te hanteren. Zo heerst er een – we citeren – ‘algemeen rijverbod op de campings (behalve voor aankomst en vertrek). Dit verbod geldt voor alle gemotoriseerde vervoermiddelen.’ Dat memo is alleen duidelijk niet bij iedereen aangekomen.

En de tijden van de ‘officiële nachtrust: donderdag van 22.00 tot 6.00 uur ’s morgens, vrijdag en zaterdag van middernacht tot 6 uur ’s morgens’ worden ook een klein beetje opgerekt. Wanneer je fikkende motorfietsen, banden en pallets als een bescheiden vuur beschouwt, houden de campinggasten zich dan wel weer netjes aan punt acht van de plaatselijke verordening: ‘Kleine vuurplaatsen zijn toegestaan.’ Altijd fijn zo’n gehoorzaam publiek.
De sfeer op beide campings is echter helemaal top. Het rookt, het brandt, het klinkt, het vlamt, en iedereen heeft een heeft een dikke glimlach op het gezicht. Hier zijn allemaal gelijkgestemden die maar één ding willen: vier dagen lang ongeremd feestvieren. En al even ongeremd die berg op.

Om klokslag half negen begint het echte spektakel. De zon is inmiddels verdwenen en talrijke schijnwerpers werpen hun kunstlicht op de piste, die er daardoor nog indrukwekkender uitziet. De junioren bijten het spits af, waarna het de beurt is aan de ‘grote jongens’. Voornamelijk Duisters aan de start, maar ook Belgen natuurlijk, evenals Nederlanders en opvallend veel Polen. De organisatie heeft ook een kleine unicum voor het publiek paraat: voor het eerst neemt er een elektrische motor deel. Een omgebouwde Sur-ron Ultra Bee om precies te zijn, met een groter tandwiel en aangepaste elektronica voor nog meer power vanaf de start. Tijdens de testrun op zaterdagmiddag blijkt er best potentie in het concept te zitten, want de Sur-ron haalt een bijzonder nette 85 meter. ’s Avonds gaat het wat minder florissant, zowel qua hoogte als afvangen door de helpers. Die grijpen naast de Ultra Bee, die vervolgens naar beneden tuimelt en daarbij scheutig met onderdelen strooit, die toch echt wel noodzakelijk zijn voor een beetje fatsoenlijk functioneren. Eenmaal terug in het dal, lijkt het ding volledig afgeschreven.

Gedurende twee uur vliegt de ene na de andere coureur omhoog, toch is het de berg die vandaag zegeviert. Geen enkele deelnemer red het tot de top, met honderd meter komt er eentje slechts enigszins in de buurt. Morgen mogen ze het nog twee keer proberen, wellicht hebben ze dan meer geluk.
Via het ‘Fahrerlager’ gaat het terug naar de tent. Het voelt bijna als een scene uit ‘From dusk till dawn’. Verschillende vuren kleuren de lucht oranje, Rammstein blijkt nog altijd favoriet en schalt door de omgeving en onderweg struikel ik over een uitgebrande motor, die ik in het donker over het hoofd zie. Na een ietwat gebroken nacht, de oordoppen-op-maat bleken niet helemaal opgewassen tegen de muziekinstallaties van de buren, worden we de volgende ochtend strak om acht uur gewekt door Nana Mouskouri zelve: “Guten Morgen Sonnenschein, guten Morgen!” Waarvan acte…

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

19 september, 2024

Ruim twaalf jaar – sinds de komst van de NC700 DCT – had Honda zo’n beetje het alleenrecht op ...
Alpenmasters 2024 (3) – Finale

Alpenmasters 2024 (3) – Finale

19 september, 2024

Bij de Alpenmasters is het als bij een EK of WK voetbal: iedereen wil uiteindelijk door naar de finale. Acht ...
Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

5 september, 2024

Waarom de KTM 990 Duke en Yamaha MT-09 tot de succesnummers van deze twee fabrikanten behoren, wordt niet alleen op ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-