Reportage Giornate Mondiale Guzzi
Het ‘Giornate Mondiale Guzzi’ is een terugkerend evenement voor Guzzi-adepten bij de Moto Guzzi fabriek in Mandello del Lario. Dit jaar stond het GMG in het teken van het 90-jarig jubileum van de fabriek aan het Italiaanse Comomeer. Guzzisti van over de hele wereld vierden tijdens dit massale treffen dat de heren Parodi en Guzzi in 1921 dit illustere merk zijn gestart. Voor een Guzzi-fan een goede reden om met de motor naar Italië te reizen. Dat maakt het uiteindelijke doel alleen maar leuker, nietwaar? Wind en donkere wolken jagen over de Duitse ‘Autobahn’ richting Oberhausen. Er liggen een paar prachtige dagen motorrijden voor me, maar ik ben blij dat ik vandaag onder deze sombere hemel maar tot Düsseldorf hoef. Daar neem ik samen met mijn Moto Guzzi 1200 Sport de trein naar het Oostenrijkse Innsbruck, waar hopelijk een aangenaam zonnetje wacht. Aangekomen bij de ‘Autozug’ blijk ik lang niet enige motorrijder die de saaie snelweg laat voor wat het is. Na een gezellig avondje kletsen met collega-motorrijders in de couchette arriveert de trein ’s ochtends vroeg iets voor schema in Innsbruck en gaat het al snel via secundaire wegen richting Gerlos Via de eerste haarspeldbochten begint de klim over de Gerlos Alpenstrasse. Een mooie route om er in te komen. Na het tolpoortje bij de Kimmelpas rijd ik de wolken in. Dat heeft niets met de grote hoogte te maken, maar alles met de laag hangende bewolking. Vanaf Mittersill gaat het over de Felbertauernstrasse. De tunnel is vanzelfsprekend geen uitdagend stuk, tenzij je claustrofobisch bent. Na de tunnel is de lucht blauw en stijgt het kwik. Zo ook het tempo. Het strakke en brede asfalt van de B108 vliegt onder de Guzzi door. De lange en korte bochten in verschillende variaties maken heerlijk swingen mogelijk. De Staller Sattel is de eerste pas die boven de 2.000 meter uitkomt, en tevens de pas waarop ik de grens tussen Oostenrijk en Italië passeer. Het bijzondere aan deze pas is dat bij de afdaling naar Italië je alleen maar de eerste vijftien minuten na het hele uur mag doorrijden. De resterende 45 minuten zijn voor het stijgende verkeer vanuit Italië. Het gaat overigens alleen om de laatste paar kilometer naar de top, want die zijn smal en bochtig. Met het doven van de rode lamp ben ik als eerste weg om ongestoord de haarspeldbochten te nemen en mijn weg te vervolgen naar de volgende pas in de Dolomieten.De Dolomieten laten zich van hun beste kant zien en achtereenvolgens gaat het over de Valparola, Falzarego en Grötnerjoch, allemaal ruim boven de 2.000 meter. De verkeersdrukte in september valt enorm mee en het magistrale uitzicht op het ruige gebergte van de Dolomieten is adembenemend. Het is een dag om geen genoeg van te krijgen, maar zoals een goede vriend zegt: ‘Tot het genoeg is en dan nog een stukje verder. Eigenlijk is het genoeg zo, maar ik rijd door langs Bolzano naar het noordoosten. Het is al laat, maar de weg is zo mooi en spectaculair dat de vermoeidheid spontaan over is. Een kers op de taart, dit laatste stuk naar het pension, waar een heerlijke espresso wacht. De volgende ochtend gaat het naar Mandello del Lario, via een kleine omweg over de Stelvio dat wel. Na wat drukte achter Merano is het op de Stelvio zelf verrassend rustig, hier en daar een fietser, auto of motor. Via een onophoudelijk lint van haarspeldbochten gaat het naar de top op 2.757 meter. Na de Stelvio kies ik voor de lange route, via de Umbrial- en Ofenpas, naar Bormio. De route tussen de twee passen heeft nog een bijzondere verrassing in petto als de geasfalteerde weg van de Umbrail overgaat in een stuk offroad. Weer eens een compleet andere beleving van een haarspeldbocht! Via Livigno, de Berninapas en Sankt Moritz komt het Comomeer binnen bereik en stijgt het aantal Moto Guzzi per kilometer gestaag. In de vele tunnels onderweg naar Mandello sluit ik aan bij een groep Guzzi California’s, het uitlaatgeluid uit de dikke twins is magistraal. En het wordt helemaal oorverdovend als een aantal oude LeMans-en en een Magni’s aansluit met hun open Lafranconi pijpen. In Mandello kunnen ze nu ongetwijfeld horen dat de arend huiswaarts keert, zoals ze het zelf in hun aankondigingen al noemden. De groepen worden groter en groter en in alle dorpen en langs doorgaande wegen hangen Moto Guzzi vlaggen.In het arendsnest zelf is het al een drukte van belang. Mandello zelf is gedeeltelijk afgezet en je mag er alleen op twee wielen in, of het moet al een driewielige Guzzi zijn. Bij de fabriek is het één en al Guzzi, van alle leeftijden en soorten. Na registratie op de parkeerplaats van de fabriek heb je toegang tot de fabriek en het museum. Uiteindelijk passeren er in het weekend 20.000 geregistreerde Guzzisti de fabriekspoorten, en dan hebben we het nog niet eens over de duizenden bezoekers die zich niet registreren. Mandello del Lario, dat zelf nog geen 11.000 inwoners telt, puilt uit! Veertig procent van de bezoekers komt uit Italië zelf. Van de overige zestig procent is Nederland als derde vertegenwoordigd met 1.200 geregistreerde bezoekers. Maar de bezoekers komen uit alle werelddelen. Er waren zelfs een paar Australiërs die hun Guzzi per zeecontainer vooruit gestuurd hadden om Mandello binnen te kunnen rijden. Dat is pas merkliefde!Voorafgaand aan het grote feest wordt op het Piazza Leonardo da Vinci midden in het dorp onder grote belangstelling het monument ter ere van Carlo Guzzi onthuld. Mandello is blij met Moto Guzzi en laat dat blijken. Per gemeenteverordening is bepaald dat in dit weekend ieder vrij stuk publieke grond te gebruiken is om een tent te plaatsen in de commune Mandello. En dat gebeurt ook. Geen plek zo scheef of klein of er staat een tent op met een Guzzi ernaast ter legitimatie. Ik laat de grote feesten nog even voor wat ze zijn en wandel langs de winkels in het dorp en die hebben allemaal wel iets met Guzzi gedaan in hun etalages. Er liggen Guzzi vlaggen, onderdelen of er staan motoren in, echt of als model. Ook de particulieren doen volop mee, want in veel steegjes staan Guzzi’s te pronken in geopende garageboxen. Zelfs het restaurant aan het meer gaat mee in het feestgebeuren, want de menukaart is voorzien van Guzzi logo’s en Guzzi menu’s, hoe gek wil je het hebben? In een poging de grote stroom voor te zijn, is het zaterdagochtend al vroeg druk bij de fabriekspoort. Het museum staat op het programma en dat kent een chronologische opbouw van de Guzzi-historie. Het begint met de eerste Guzzi’s, waaronder de oer-Norge, de motor waarmee Giuseppe Guzzi, Carlo’s broer, in 1928 naar de Noordkaap reed en waarnaar de huidige Norge is vernoemd. Er zijn technische hoogstandjes bij, zeker wanneer je de motoren in de betreffende tijdspanne plaatst. Er zijn de ‘compressore’, ‘tre’ en ‘quattro cilidri’ en ook motoren met cardan, en voor alle duidelijkheid: dan hebben we het over de periode eind jaren 30 tot midden jaren 50 van de vorige eeuw. Op een van de wanden van het oude kantoor van meneer Parodi hangt een grafiek met de verkoopresultaten in die periode. Eind jaren 40 tot midden jaren 50 stijgt de verkoop explosief. Dan valt samen met de grote successen in de racerij met onder andere GP-zeges en winst in de Isle of Man TT. De assemblage- en productiehallen zijn aan de buitenkant zeer gedateerd en charmant, maar van binnen modern en functioneel. Toch zie je aan de aankleding en indeling dat Guzzi een haast ambachtelijk merk is, er hangt zelfs een vliegtuigje met Guzzi-motor aan de dakspanten van een van de hallen. Op de testbanken staan nieuwe 4-kleps blokken, zoals ze tegenwoordig in modellen als de Griso, Norge en Stelvio zitten. Aan het eind van de productiestraat gaat de complete motor op de testbank en worden alle functies getest. De legendarische kombaan van Moto Guzzi heb ik helaas niet meer kunnen vinden, maar de minstens even befaamde windtunnel wel. Die ziet er echter uit alsof het nog maar een kwestie van tijd is voor ook dit archaïsche stuk techniek plaats moet maken. De Piaggio-groep, waar Moto Guzzi onder valt, heeft uitgesproken plannen voor vernieuwing en nieuwbouw en daarmee lijkt de werkgelegenheid in Mandello gewaarborgd. En dat is de afgelopen jaren wel eens anders geweest, waarin sluiting van de fabriek en integratie in de moderne productiefaciliteit van Piaggio als een donkere schaduw boven de fabriek hing. Daarmee zou natuurlijk gevoelsmatig ook het hart en de ziel van Moto Guzzi verloren zijn gegaan. Laten we hopen dat Mandello del Lario en haar bewoners ook in 2016 de Guzzisti weer op hartverwarmende manier kunnen ontvangen voor de volgende jubileumeditie van het ‘Giornate Mondiale Guzzi’! [kader]INFORMATIEDe routeDe route die we reden, beslaat in totaal een kleine 1.400 kilometer van Innsbruck tot Meiringen in Zwitserland, verdeeld over vier rijdagen. De rit is in diverse formaten te downloaden op www.motoplus.nl onder het kopje ‘Toeren’. De autotreinDe ‘Autozug’ kent een aantal opstapplaatsen en bestemmingen, maar wij reisden van Düsseldorf naar Innsbruck. Daar vertrek je om 22.00 uur ’s avonds om de volgende ochtend om 9.00 uur in Innsbruck te arriveren. Kijk voor prijzen en verdere en details op www.dbautozug.de/site/dbautozug/nl/start.html.Moto Guzzi Museum in Mandello del LarioHet museum is op werkdagen geopend van 15.00 tot 16:00 uur en de toegang is gratis. De ingang is aan de Via Parodi 57, Mandello del Lario. Parkeren kan voor de deur. Info: www.comoeilsuolago.it/eng/museomotoguzziE.htm