+ Plus

Reportage Alentejo Rally

Ook weer zo verlekkerd naar de Dakar-rally op televisie gekeken en weggedroomd over hoe het zou zijn om zelfs eens mee te rijden in zo’n rally? Toch zal de Dakar-deelname voor de meesten van ons wel een droom blijven, maar voor de hobbyrijder worden er gelukkig ook alternatieven aangeboden, zoals de Alentejo-rally in Zuid-Portugal. Ideaal voor iedereen die wel eens wil proeven aan een avontuurlijke motorrally. Eric Bulsink ervoer dat meedoen zeer verslavend is!Natuurlijk kennen we de Dakar-rally allemaal. Daarnaast rijden de ‘profs’ nog een stuk of vijf van deze woestijnrally’s per jaar. Maar ook voor de amateurs met veel kleinere budgetten is het mogelijk om eens aan het fenomeen rally te proeven. Gerjan Leppink van Leppink Adventure (www.leppinkadventure.nl) en Ewout Grevengoed van Rally Bike Center (www.rallybikecenter.com) zijn twee Nederlanders die de Oost-Europa Rally en de Alentejo Rally organiseren. Kleinschalige rally’s die te betalen zijn, waarvoor je geen superdure rallymotor hoeft te hebben en met Nederlandse begeleiding. Afgelopen najaar reden wij mee in de Alentejo Rally in Zuid-Portugal. Een rondrit op roadbook (met elke dag een special test voor het klassement) in de provincie Alentejo, een heuvelachtig gebied dat maar iets kleiner is als Nederland en waar slechts 750.000 mensen wonen. De duizenden kilometers paden lijken er wel speciaal voor offroad-rijders aangelegd!In vergelijking met het rijden achter een gids of je eigen weg zoeken is de deelname aan een amateurrally wat avontuurlijker en minder gezapig. Je moet nu zelf na blijven denken, want er is niets voorgekookt, afgezien van de uitgezette route dan. Bovendien zorgt het wedstrijdelement voor een extra kick en zorgt het voor een vleugje ‘Dakar-gevoel’, maar dan voor normale budgetten en met een heuse Nederlandse backup, zodat je nooit echt aan je lot wordt overgelaten.Gerjan Leppink uit het Groningse Sellingen doet niets liever dan zijn deelnemers de mooiste paadjes van Europa laten ontdekken op hun enigszins aangepaste offroadmotor. En bij dat laatste aspect komt Ewout Grevengoed om de hoek kijken, die met zijn Rally Bike Center tegenwoordig dagtaak heeft aan het ombouwen van offroads tot rallykanonnen. En dat ombouwen kun je zo kostbaar en ingewikkeld maken als je zelf wilt. Grevengoed: “Het hoeft echt allemaal niet zo moeilijk en duur. Met een iets grotere tank, een setje Bib-mousse binnenbanden tegen het lekrijden, beschermkappen om het stuur tegen afbrekende hendels en beschermbeugels om de radiateurs kom je al een heel eind in een amateurrally, zonder dat de kosten meteen de pan uit rijzen.”Het enige wat je verder nog nodig hebt, is een roadbook voor de routebeschrijving, want bij een rally rij je immers niet blindelings achter een voorrijder aan, maar moet je de route volgen via je eigen routebeschrijving. De echte bikkels gaan natuurlijk op pad met een papieren roadbook en een kleine GPS voor de waypoints. Net zoals de Dakar-mannen zeg maar. Het rijden met zo’n papieren roadbook vraagt wel oefening, plus een stoere roadbookhouder op je motor, maar het is ook wel het ‘echte rallyrijden’. Stap je net in, dan kun je beter gebruik maken van een Tripy, waar de organisatie de route inzet. De Tripy is een ‘elektronische roadbook’, dat je vervolgens automatisch van punt naar punt de weg wijst, als een veredelde TomTom. Dus gewoon het pijltje op digitale beeldscherm narijden, dan kan het gewoon niet misgaan en dat blijkt ideaal om zonder al teveel navigatiekennis je eerste rally-ervaring op te doen.Het rijden van een buitenlandse rally begint eigenlijk al een paar weken van te voren, als je de motor klaarmaakt en je tas en metalen rallykist (afmetingen 80 x 45 x 32 cm) moet inpakken. Motor en bagage gaan immers ruim van tevoren op transport zodat je zelf relaxed met een budgetvlucht naar Faro in Portugal kunt vliegen. Dus zit je een dag of tien van tevoren met een hele berg motorkleding en reserveonderdelen diep na te denken wat er allemaal wel en niet meemoet. Gelukkig geven Gerjan en Ewout hiervoor prima advies.In Faro ligt het eerste (en laatste) hotel van de rally op steenworp afstand van het vliegveld. De motoren staan daar allemaal al mooi in het gelid rond het zwembad. De eerste dag is er gelukkig nog geen rallyetappe, dus mooi tijd om te acclimatiseren, nog wat aan de motor werken en met een paar man alvast een trainingsritje maken.Aan de vooravond van de rally krijgen de deelnemers de roadbooks, worden de Tripy’s geladen en is er een uitgebreide briefing over wat ons de komende zes rallydagen allemaal te wachten staat. Onder de deelnemers zijn Dakar-rijders Richard de Groot, Wouter van der Beek en Jaap van der Kooy, die deze Alentejo-rally gebruiken als voorbereiding op de rally in Zuid-Amerika en met name hun navigatieskills willen bijschaven in Portugal. Dat zijn natuurlijk mannen die de klappen van de rallyzweep inmiddels al wel kennen, maar er zijn ook minder ervaren rallyrijders onder de deelnemers. Wel heeft iedereen enduro- of offroad-ervaring en dat blijkt hier in Portugal met de vele klimmen en rotsachtige afdalingen geen overbodige luxe.De volgende ochtend vertrekt iedereen individueel of in kleine groepjes bij het hotel, na de bagage in de Leppink-bus te hebben gegooid. Die bus met bagage en rallykisten staat vanavond bij het volgende hotel weer voor ons klaar. De vertrektijd mag jezelf bepalen, het enige dat je van de organisatie meekrijgt is dat de special test die dag op 25 km van het hotel begint en dat je daar tussen 10.00 en 10.30 uur moet zijn. Verder zoek je het dus maar lekker zelf uit!En dat is meteen het allergrootste verschil tussen een rally en het rijden met een voorrijder: nu moet je opeens overal zelf aan denken. Hoe zit het met mijn benzine, zal ik hier wat eten, of straks? Of helemaal niet? Heb ik genoeg water? En, en, en… Vooral de eerste dagen ben continu aan het denken of je niets vergeet, later in de week kom je in het ritme en gaat alles meer automatisch. Eerst voel je je een beetje als een kat in een vreemd pakhuis als je helemaal in je uppie ’s morgens wegrijdt bij het hotel, later is het juist ontspannen om je eigen weg te gaan, op niemand te hoeven wachten en je ook van niemand iets aan te trekken. Het enige wat belangrijk is, is dat je op tijd bij de start van de special bent. En ’s avonds weer voor de afgesproken tijd bij het hotel. In de praktijk rijden de meesten in kleine groepjes samen, maar ook onderweg zie je regelmatig andere deelnemers die wat zitten te eten, rusten of wat foto’s aan het maken zijn. Echt alleen ben je dus ook weer niet op de route. Het rijden met de Tripy blijkt probleemloos te gaan en bovendien krijgen we elke dag nog een A4-tje met belangrijke punten en aanwijzingen voor die dag.Iedereen staat te trappelen van ongeduld, dat blijkt wel als de hele groep op dag 1 bijna een half uur te vroeg aanwezig is bij CP1, waar de special test begint. Daar geven mensen van de organisatie je een startkaart en kun je de proef in. Aan het einde van deze proef staat Gerjan Leppink ons hoogstpersoonlijk op te wachten om de eindtijd te noteren, daarnaast is er soms is er halverwege nog een routecontrole. Verder fungeert Ewout Grevengoed als narijder om de mensen met problemen onderweg te helpen. Uiteraard heeft iedereen een telefoonlijst meegekregen en kun je onderweg overal gewoon bellen, als er iets is.Hoewel ik vooraf geen enkele illusie of verwachting heb van het rijden van een rally, merk ik toch dat mijn hartslag en bloeddruk oploopt naarmate mijn startminuut dichterbij komt. Dan komt de competitiedrang blijkbaar toch weer om de hoek kijken: als je ooit wedstrijden hebt gereden, blijft dat in je lijf zitten. Na een paar honderd meter in de special draaien we het asfalt af, om de komende uren alleen nog maar onverharde bergweggetjes, bospaden en lastige hellingen te rijden. Uitzetter Leppink schept er een bijna duivels genoegen in om het navigeren lastig te maken met veel aanwijzingen in één kilometer en ook hele pittige stukken op te nemen in de route. Zelden volg je kilometers lang hetzelfde pad, de aanwijzingen volgen elkaar vlot op en voor de roadbookjongens is dat behoorlijk lastig. Zelfs met de digitale Tripy blijft het uitkijken, ook al omdat er hier in deze regio zo bizar veel offroad-paden zijn, dat je heel makkelijk op snelheid een verkeerd pad kiest. Over het rijden in de provincie Alentejo ben ik al na een paar uur helemaal om. Wat een geweldig offroad-gebied en wat een mogelijkheden. Het is een enorm uitgestrekt heuvellandschap, dat voornamelijk wordt gebruikt voor de bosbouw. En dan met name kurkbomen of snelgroeiende Eucalyptusbomen waarvan het hout is bestemd voor de papierindustrie. Vanwege die bosbouw lopen er duizenden en duizenden kilometers aan onverharde paden door deze heuvelachtige bossen; wat een offroad-paradijs!Maar ik dwaal af: terug naar de proef. Het venijn zit in de staart, want zelfs met de Tripy is het laatste stuk bergop lastig te vinden in het struikgewas. Op goed geluk stuur ik vanuit een beek links omhoog en na een lastig steil stukje sta ik opeens op een vrij open berghelling, waar Gerjan Leppink me met een dikke grijns op staat te wachten: welkom bij het einde van de eerste special! Alleen Alex van Ginkel en Dirk-jan Schermer zijn me voor en die avond blijkt dat ik het Tripy-klassement van die dag heb gewonnen. Mmm, niet slecht op mijn standaard Yamaha WR450, compleet met knipperlichten! Al wil ik over mijn Yamaha echt geen kwaad woord horen, want het is absoluut ongelooflijk wat zo’n standaardding al aankan! Een beter en probleemlozer maatje had ik me niet kunnen wensen in deze heuvels. Wat een klimgeit, zeker met die lekker zachte mousse-binnenbanden erin, die voor erg veel grip zorgen.Dat het verschil tussen winnen of verliezen trouwens maar heel erg klein is in dit terrein, merkt Paul Sesink, die in 2009 de Oost Europa Rally nog won en dus we een stukje kan sturen. Hij raakt in de allereerste proef heel even het spoor bijster, schiet van het pad en komt tien meter lager in een smalle vallei uit, van waaruit hij slechts met een dik uur zwoegen, trekken en tillen weer weg kan komen. Hij bereikt de eerste dag teleurgesteld de finish; zeker met een snelle man als Alex van Ginkel aan de leiding bij het Rallyklassement, is de overwinning in de Alentejo-rally voor hem al na één dag al heel ver weg. Al blijkt er ook in de rest van de week eigenlijk geen kruid gewassen tegen Van Ginkel, die duidelijk over een gave beschikt dat hij op volle snelheid zijn papieren routebeschrijving vlekkeloos weet te lezen en situaties supersnel kan inschatten. Zelfs blind achter hem aanrijden is al bijna onmogelijk, laat staan dat je dan ook zelf de weg nog moet zoeken…Bij de finish van de special is het tijd om te hergroeperen en rijdt iedereen in kleine groepjes verder op de route richting het hotel voor de komende nacht. We doen een klein dorpje aan, waar kan worden getankt en in een lokaal cafeetje een sandwich wordt gegeten. Daarna maken we ons op voor de resterende 100 van de 185 km die eerste dag. Die 85 kilometer blijken te gaan over fraaie brede gravelwegen, die enkele jaren geleden nog de eerste special vormden in de Dakar-rally, toen die nog door Portugal kwam. En aangezien daar ook vrachtwagens aan meededen, weet je ongeveer wat voor soort paden het zijn. Maar mooi om te rijden…Al na de eerste dag is mijn bewondering voor Gerjan Leppink als uitzetter tot grote hoogten gestegen. Leppink vertelt ’s avonds in het luxe resorthotel in Beja, midden de Portugese wijnstreek: “Dat uitzoeken van een route vind ik het mooiste dat er is. Voor elke rallydag ben ik ongeveer een week in touw geweest, want het roadbook moet 100% kloppen. Het begint moet zoeken naar geschikte hotels en tankstops onderweg. Vanaf die vaste punten ga je pionieren, eerst met mijn KTM 950 Adventure en als ik de grove route dan heb, dan stap ik op mijn Yamaha WR om de echte route uit te zetten. Je wilt niet weten hoeveel werk dat is, maar wel het mooiste werk van de wereld! En als je iedereen dan na een paar honderd kilometer aan het einde van de middag weer ziet binnenkomen met een dikke grijns, dan weet je dat het goed zit.”De overige rallydagen verlopen allemaal volgens dit principe, waarbij we vervolgens eerst twee dagen in een hotel aan de kust bij Milfontes zitten en aansluitend twee dagen in Portimao, waarna de laatste etappe ons weer van Portimao naar Faro terugbrengt. Elke dag rijden we ruim 200 kilometer en is er telkens een lange geklokte special van circa 50 kilometer. Plus vaak nog één andere test, zoals een crossproef of een lastige heuvelklim. Bij veel lastige klimmen biedt Leppink ook wel een alternatief aan, maar die kosten dan uiteraard wel meer tijd. Het terrein is zeer afwisselend, van brede gravelwegen tot kilometers lang kruip-door-sluip-door werk door het hoge gras en dichte struiken, waar niet eens een pad is. Af en toe voel ik me op dat soort stukken meer een padvinder dan offroad-rijder, maar ik begrijp dat dit soort trajecten typisch zijn voor Gerjan Leppink: “Rechtuit gasgeven kan iedereen, goed kijken en nadenken en dan je eigen weg zoeken is veel mooier.”Jeroen van Daele rijdt met zijn KTM 530 de laatste jaren minimaal één rally per jaar en ook zijn ervaringen met de Alentejo zijn zeer goed: “Het is een fantastische enduro-rally met alles erin: mooie volle rallydagen met prachtige snelle paden, (on)neembare klimmetjes, loodzware afdalingen, stenen paden, rivierbeddingen, los klapzand en zelfs een stuk strand. De proeven zijn allemaal rond de 50 kilometer, maar soms met roadbook best lastig te navigeren. Dat maakte het spannend en zelfs uitputtend. Meestal moest ik na de proeven echt even bijkomen. Met een Tripy is dat natuurlijk een stuk eenvoudiger. Maar wat me het meeste bijblijft van deze rally zijn de schitterende routes door de provincie Alentejo met bijna Afrikaanse savanne, de ruige Atlantische kust en veel bergen in de uitgestrekte eucalyptusbossen. Voor een deel reden we nog oude Dakar-routes, geweldig. De organisatie is ronduit perfect. Alles klopt gewoon, geen dagelijkse wijzigingen in het roadbook, prima hotels, lekker eten en een supersfeer. Ik hoop voor Gerjan en Ewout dat er volgend jaar meer rijders aan de start staan; ik ben er in elk geval zeker weer bij!”Eerlijk gezegd onderstreept dat ook ons eigen gevoel van deze Alentejo-rally: ik raakte met de dag enthousiaster. Vanwege het heerlijke rijden in deze afwisselende streek, maar ook vanwege het competitie-element, waardoor je – ook al gaat het eigenlijk nergens om – toch telkens weer je beste beentje probeert voor te zetten en ook net even wat steviger en langer achtereen doorrijdt dan bij een boemelritje. Het maakt de beleving groter en intenser.Ik ben dan ook nog niet thuis, of ik zit al te bedenken wat ik de volgende keer anders zou willen doen. Niet eens zozeer wat mijn motor betreft, want de absoluut probleemloze en volkomen hufterproof Yamaha WR450F heeft vriend en vijand èn mijzelf verbaast. Maar met iets serieuzere voorbereiding (lees: meer trainen met de motor), betere kleding en een paar andere kleine zaken denk ik dat het me allemaal nòg beter af had kunnen gaan daar in Portugal. Ja, het rallyvirus heeft me genadeloos te pakken![kader]INFOKijk voor meer informatie en een uitgebreid rallyverslag op www.leppinkadventure.nl

Lees meer over

Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

19 september, 2024

Ruim twaalf jaar – sinds de komst van de NC700 DCT – had Honda zo’n beetje het alleenrecht op ...
Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

5 september, 2024

Waarom de KTM 990 Duke en Yamaha MT-09 tot de succesnummers van deze twee fabrikanten behoren, wordt niet alleen op ...