Remblokken vervangen
Remblokken vervangen is niet zo’n moeilijk karweitje, al moet je wel over het juiste gereedschap beschikken. En over wat technische kennis, want je kunt je niet permitteren om fouten te maken. Bij twijfel moet je dit klusje dus overlaten aan de dealer. De staat van de remblokken en de remschijven is gemakkelijk te controleren.Indien je af en toe even langs de remschijf naar de blokken kijkt, zie je de dikte van de remvoering. Soms kun je daarvoor ook een dekseltje bovenop de remklauw verwijderen. Je kunt ook afgaan op de indicatiegroef die veel fabrikanten in hun remblokken aanbrengen. Is die groef bijna weggesleten, dan is het tijd om nieuwe remblokjes te monteren. Vervangen bij een voeringdikte van minimum 2 millimeter is echt de grens. Dunne blokken worden erg heet, waardoor de remwerking terugloopt. Bovendien kan bij een versleten voering de stalen achterplaat van de remblokken in aanraking komen met de remschijf, waardoor deze beschadigd. En dan moet je dus niet alleen de remblokken, maar ook de remschijf of –schijven vervangen en dat is een dure grap. Voor welk type remblokken je kiest hangt af van je eigen voorkeur. Originele blokken zijn over het algemeen altijd goed, maar je kunt ook voor een ander merk kiezen. Bovendien bestaan er binnen één merk ook vaak nog verschillende specificaties (zie ook de remblokkentest in MotoPlus nr. 2) Laat je op dit vlak goed voorlichten door je dealer. Om nieuwe remblokken te monteren moet je meestal de remklauwen los maken. De remleidingen kunnen blijven zitten, let er wel op dat deze niet knikken of lek raken! De montagebouten van remklauwen willen wel eens muurvast zitten. De oorzaak is het te hard aandraaien van de bouten bij montage, maar ook de vervuiling speelt hier een rol. De remklauwen en hun bevestigingspunten zitten nu eenmaal in de vuurlinie van vocht, vuil, strooizout en dergelijke. Met een vaste hand, goed gereedschap en wat kruipolie is veel op te lossen. Je kunt er ook voor kiezen om het wiel met de remschijf eruit te halen, zoals wij deden (de achterband moest namelijk ook gewisseld worden) [1]. Niet alle remblokken zijn op dezelfde wijze gemonteerd. Let daarom goed op hoe je de remblokken verwijdert, want de nieuwe exemplaren moet je op dezelfde manier weer monteren. Verwijder het dekseltje [2]. De remblokken worden met geleidingspennen, die door de remkauw en door de ogen in de achterplaten van de remblokken gedrukt zijn, op hun plaats gehouden. Het geheel wordt geborgd door een verende plaat en door kleine borgveertjes. Wat we nu nodig hebben is een klein tangetje. Daarmee verwijderen we de borgveertjes van de geleidingsstaafjes [3]. Bij sommige remklauwen zitten de pennen geschroefd en moet je ze er met een inbussleutel uit draaien, bij andere kun je ze er zo uit trekken [4]. Nu kunnen we veerplaat (tegen het klapperen van de blokken) en de remblokken eruit halen [5]. Voordat je de nieuwe blokken monteert, is het raadzaam om het geheel eerst grondig te reinigen. De remklauw zit veelal onder de remstof. Verwijder met remreiniger alle stofsporen die je ook maar kunt ontdekken. Borstel indien nodig hardnekkig vuil weg met een kleine, zachte borstel. Een tandenborstel is daarvoor een ideaal hulpmiddel. Zorg ervoor dat de uitsparingen waar de blokken precies in passen mooi schoon zijn. Probeer ook even of de nieuwe blokken er soepel tussen passen. Wat zeker ook niet over het hoofd mag gezien worden is het schoonmaken van de geleidepennen. Die moeten er niet alleen voor zorgen dat je remblokken netjes op hun plaats blijven zitten, maar ook dat ze vrijelijk en zonder haperen kunnen verschuiven. Als de pennen al te smerig zijn, kun je ze poetsen met fijn staalwol. Als alle vuil verdwenen is, duw je de remzuigers heel voorzichtig terug in de klauw Door het verslijten van de oude blokken, zijn die zuigers steeds verder naar buiten gekomen. Probeer de zuiger van de ene kant tegen te houden en duw dan de ander kant met beleid terug. Soms heb je hier een tang [6] of hevel voor nodig. Of je doet even de oude blokken terug en wikt er een schroevedraaier tussen. Smeer vervolgens de pennen in met wat kopervet [7]. Hetzelfde doe je bij de achterplaat van de remblokken [8]. Let op: soms zit er achterop de remblokken nog een dunne metalen drukplaat geklemd. Deze zorgt voor recht afslijten van de blokken en moet je altijd overzetten op de nieuwe blokken. Pas dan kunnen de nieuwe remblokken in de klauw gemonteerd worden [9]. Plaats vervolgens de veerplaat op de juiste manier terug [10] en monteer de geleidepennen [11] en de borgveertjes [12]. Als je de bevestigingsbouten hebt losgehaald, kijk je of die nog in goede staat verkeren. Vervang ze bij twijfel. Het is een goede gewoonte om de schroefdraad van de bouten met kopervet te behandelen voor je ze vastzet. Kopervet weerstaat namelijk aan de grote hitte waaraan het remsysteem wordt blootgesteld en zorgt er voor dat de bouten in de toekomst gemakkelijk te demonteren zijn. Trek alle bouten nog een keer na met de juiste aanhaalspanning met een momentsleutel. Het spreekt voor zich dat de remvoering en de remschijven zelf absoluut olie en vetvrij moeten blijven. Het is een goede gewoonte de schijven na dit klusje grondig schoon te maken met remreiniger. Na het monteren van het dekseltje plaatsen we het achterwiel terug [13]. Daarna is het zaak het rempedaal enkele keren te bedienen [14]. Daardoor komen de remblokjes netjes tegen de remschijven aan te liggen en zijn deze klaar voor hun werk. Controleer nu het niveau van de remvloeistof en vul zonodig bij met de juiste remvloeistof. Remblokken inrijden is écht nodig voor een goede remwerking. Vermijd tijdens dat inrijden hevige remacties want dat is echt niet het doel van de inrijperiode. De remvoering moet zich optimaal aanpassen aan het raakvlak met de remschijf. Ga je toch stevig remmen, dan “verglazen” de remvoeringen en is de remwerking meteen al niet niet meer zo goed als eigenlijk mogelijk is. Als de blokken eenmaal secuur zijn ingereden heb je daar weer vele duizenden kilometers plezier van.
