Reizen Yorkshire Dales & Moors
Veel Britser dan het in noordelijk Engeland gelegen graafschap North Yorkshire krijg je het bijna niet. Één blik op het landschap, de huizen en de mensen en je weet dat je je op Engelse bodem bevindt. Een bodem ook, waar je als motorrijders meteen thuis voelt. De meeste boeren in de Yorkshire Dales rijden in een Landrover. Maar de jeugdige agrariër Ross niet. Hij geeft de voorkeur aan een “farm bike”, en dat wil hij weten ook. Met veel kabaal komt hij voorbij gerost op zijn witte Yamaha Raptor quad, om vervolgens op vrijwel volle snelheid al stuiterend door haakse bocht te kegelen. Met de voorwielen pontificaal richting hemel wijzend verdwijnt hij vervolgens uit het zicht. “Als de weg nat is gaat het nog beter, dan schuif ik gewoon de bocht om”, zegt de gemotoriseerde hooligan grijnzend wanneer we hem later bij de pomp in het dorpje Pateley Bridge spreken. Hij geniet op zijn manier van de Yorkshire Dales, ook wel bekend als ‘Gods Own Country’. Wij doen het wat kalmer, ons plezier is er evenwel niet minder om.Al op Hollandse bodem kregen we een voorproefje van het komende bochtenwerk aan de andere kant van het water. Steil stijgend slingerden we ons bij het vallen van de avond omhoog naar dek zeven van de Pride of Rotterdam, de nachtboot die ons van Rotterdam naar Hull brengt. Behulpzaam personeel stond er klaar om ons te assisteren bij het vastzetten van de fietsen, zodat ze niet zouden omvallen als er eens wat deining zou zijn op zee. En ‘s morgens net na achten braakt de boot ons weer uit in het grauwe Hull, waar we direct in diepe worden gegooid van de Engelse ochtendspits. De Engelse bestuurders blijken echter gedisciplineerd en tonen zich inschikkelijk ten opzichte van motorrijders. Na een minuut of vijf laveren we al ijverig tussen de voorkruipende files door, ook in linksrijdend Engeland kruipt het motorrijdersbloed waar het niet gaan kan.Omdat de snelweg eigenlijk maar een verspilling van tijd is, duiken we bij de eerste de beste gelegenheid de ‘polder’ in. Binnenweggetjes zijn rustiger, bieden meestal ook aantrekkelijker bochtenwerk en voeren je langs de mooiste plekjes, dat blijkt ook hier weer. Zo ontdekken we onder meer het brouwerijcomplex in Victoriaanse stijl van John Smith, dat majestueus over het stadje Wetherby uittorent.Ook het Yorkshire Air Museum – net ten oosten van York by Elvington – blijkt de moeite van het afstappen waard. Het museum herbergt een collectie van zo’n veertig historische toestellen. Er staan niet alleen de obligate Spitfire en Hurricane, maar bijvoorbeeld ook een gigantische Handley Page Victor, een van de eerste Britse atoombommenwerpers. En wat te denken van de Hawker Hunter van de Royal Airforce, ooit gebouwd door Fokker Aviolanda in Papendrecht, die gebroederlijk naast een uitgevlogen Tornado staat. Stuk voor stuk imponerend om te zien.Dankzij de tot in detail gerestaureerde gebouwen is Elvington Air Field een puntgaaf voorbeeld van hoe Britse vliegvelden er in de Tweede Wereldoorlog uitzagen. In een van de loodsen wordt zelfs nog volop aan antieke vliegtuigen gesleuteld.Gesleuteld wordt er ook door modelvliegclub de Jet Gypo’s met het buitengewoon amusante motto ‘In thrust we trust’. Ze houden hier vandaag een oefendag met hun miniatuur straaljagers: 1 op 8 schaalmodellen van de F15, de Hornet en de Eurofighter. Eenmaal in de lucht oogt en klinkt het schouwspel als een echte luchtshow. Het model van de Eurofighter presteert het zelfs om in een hoek van 45 graden uiterst traag voorbij te glijden, waarheidsgetrouw gekopieerd van de echte. Toch is John McNamara, de man aan de knoppen, niet veel later gedwongen om het toestel middels een professionele noodlanding aan de grond krijgen. Bij de start had het namelijk zijn neuswiel verloren, iets minder waarheidsgetrouw dus…York presenteert zich niet veel later als een schitterende, historische stad. Omdat we vrezen dat een bezoek aan het verkeersvrije oude centrum teveel tijd vergt, rest ons niets anders dan er omheen te rijden. We zijn hier per slot van rekening om te rijden, en in het westen lonken de Dales en de Moors. Bovendien ligt ook de rest van Yorkshire vol met fraaie oude steden, en daar mag je wel met de motor in.Nadat we in Ripon de imposante zandstenen kathedraal van dichtbij hebben bewonderd, wippen we nog even aan bij Fountains Abbey. Zo’n achthonderd jaar geleden stichtten hardwerkende Cisterciënzer monniken ergens in niemandsland een kleine abdij, die dankzij de zeer winstgevende handel in wol binnen een paar eeuwen uitgroeide tot een gigantisch bouwwerk. Deze gouden periode eindigt echter abrupt in de zestiende eeuw, toen koning Henry VIII ruzie kreeg met de paus over een echtscheiding. De koninklijke heethoofd hield kennelijk niet van half werk en begon zijn eigen staatskerk, waarbij hij en passant ook alle abdijen de afgrond in duwde door simpelweg de loden dakbedekking te laten verwijderen. De skeletten van de eens majestueuze godshuizen staan verspreid over heel Engeland, dat Fountains Abbey de minst gehavende abdij in heel Groot-Brittannië is, heeft vooral een praktische reden. Doordat het complex op zo’n verlaten plek staat, was het voor plunderaars gewoonweg teveel moeite om alle herbruikbare bouwmateriaal naar de bewoonde wereld te slepen. Gelukkig maar, anders hadden we hier nu niet ademloos door een schemerig doolhof van poorten, bruggen en gewelven kunnen dwalen. Net ten noorden van Pateley Bridge maken we een pitstop voor de onvermijdelijke kop zwarte thee met een forse scheut melk. Vanaf het terras bij de Bridge Inn hebben we een fraai uitzicht op het gigantische schoepenrad van de 17e-eeuwse watermolen, de plaatselijke bezienswaardigheid. De Foster Beck Hemp Mill, een voormalige hennepmolen, heeft zijn gloriedagen inmiddels achter zich liggen en herbergt tegenwoordig appartementen. Wellicht een nog meer dankbare taak dan voorheen.Dag twee van onze Britse toer voert ons de volgende morgen vanuit Harrogate naar het nationale park Yorkshire Dales. Onderweg passeren we het gehucht Blubberhouses en de radarbollen van RAF-basis Menwith Hill, die als een nest gigantische dinosauruseieren de volledige horizon beslaan. Nadat we bij Bolton Abbey opnieuw zijn geconfronteerd met het vandalisme van Henry VIII, wordt het rijden echt indrukwekkend. Open slingerwegen voeren ons door een grasgroen heuvelachtig landschap, doorsneden met gestapelde stenen muurtjes en aangekleed met verspreid geboomte, de bermen staan vol bloeiend fluitekruid. Het is het land van de schapen, en die staan niet alleen in de wei. Veel zijn er ook op reis, getuige het geblaat vanuit de regelmatig passerende aanhangers.Bijna alle dorpen hier zijn oud en schilderachtig, zoals bijvoorbeeld Grassington, dat vol staat met bruine, zandstenen huisjes en bloembakken, terwijl veel straatjes nog met kinderkopjes zijn geplaveid. De toeristen hebben het fraais blijkbaar ook ontdekt, resultaat is her en daar geparkeerd en bewegend blik.Die drukte verandert gelukkig op de hogere delen van de Dales. Daar waar het gras overgaat in heide, als voorbode van een onwezenlijke leegheid. De in grijstinten gekleurde lucht loopt hier naadloos over in laaghangende bewolking, van waaruit soms motregen valt. ‘Hill fog’ noemen de Engelsen dit weertype. In dit desolate landschap, op vijf- tot zevenhonderd meter hoogte, leven alleen schapen. Zelfs de schaarse boerengehuchten waar we doorheen pruttelen lijken volledig uitgestorven. Op de smalle en natte weggetjes, soms niet meer dan sporen, ligt regelmatig zand, grind of schapenpoep. Voorzichtig aan dus, zeker als we vochtige en modderige schapenrasters in het wegdek passeren. Koppeling in en laten rollen is hier het motto op het echte platteland van de Yorkshire Dales, waar geen toerist zich laat zien.Het grasgroene landschap van de dalen ligt vol met gestapelde stenen muurtjes. Het materiaal voor de veekeringen is door de eeuwen heen met de hand van het omliggende land geraapt, een hele klus zo lijkt het. De lege uitgestrektheid van de Dales leent zich daarbij uitstekend tot rondzwerven over binnendoor wegen. Die zijn weliswaar smal, maar bevatten ook mooie steile haarspeldbochten en hellingen met soms 25 procent stijgingspercentage! Het stuurwerk is er echt uitdagend. In de noordelijke Dales ontsnappen we aan het druilerige weer door een bezoek aan Bolton Castle. Het spectaculaire 14e-eeuwse kasteel in Normandische stijl torent indrukwekkend hoog boven het Wensleydal uit. Het massieve vierkante kasteel met vier torens op elke hoek is ooit gebouwd puur voor de sier, gevochten is er eigenlijk nooit. De donkere gewelven blijken een knusse tearoom te bevatten, waar we ons tegoed doen aan een gepofte aardappel met tonijn.Via Reeth en Thwaite belanden we weer op een fraaie route, waarover we al klimmend en dalend zuidwaarts slingeren richting Hardraw. Halverwege het traject worden we plots geconfronteerd met een gigantische natuurlijke koelkast. Een cluster diepe gaten, uitgehold door vallend water in de kalkstenen bodem, is kennelijk zo koel en constant dat de boeren de putten eeuwenlang gebruikten om er hun boter in te bewaren. De gaten heten dan ook de ‘Butter Tubs’.Voorbij Hardraw krijgen we weer eens de gelegenheid om onszelf uit te laten. Over het uitstekende wegdek van de open en licht meanderende B6255 ronken we richting Ribblehead. Het stuk weg is geen onbekende voor de Engelse motormuizen, want het barst hier van de motoren. En ze gaan hard ook! Het kan haast niet anders of dit is één van de wegen waarover de man van Fountains Abbey grote schande sprak. “Ze jagen andere weggebruikers de stuipen op het lijf en brengen zichzelf en anderen in gevaar”, had de man misprijzend opgemerkt. En helemaal ongelijk kan ik hem achteraf niet geven.Het fraaie stadje Settle even verderop heeft nog een van die oude stationnetjes, die de Engelsen van de vooruitgang hebben weten te redden. Het van 1876 daterende complex in Gotische stijl, aan de spoorlijn tussen Londen en Carlisle, ligt erbij alsof er gisteren pas de laatste hand aan is gelegd. Vooral de gietijzeren loopbrug over het spoor en de ‘verkeerstoren’ met hendels voor de bediening van verre wissels zijn behoorlijk indrukwekkend.Van de Yorkshire Dales naar het nationale park van de North Yorkshire Moors is het maar een paar uur rijden. De B1363 vanaf de noordelijke ringweg van York, blijkt een uitstekende route om er te komen. Felgeel bloeiend koolzaad geeft het toch al wonderschone landschap nog een beetje extra kleur. Naarmate de Moors dichterbij komen, wordt het ook steeds drukker met motorrijders, als we Helmsley binnenrijden begrijpen we ook waarom. Het dorpsplein van het schilderachtige stadje vormt een verzamelpunt voor de vele motorliefhebbers, vele tientallen doen zich dan ook op deze zonnige zondagmiddag tegoed aan een kop thee en fish-and-chips.Wel blijkt dat je hier voor het parkeren van je motor moet betalen, waarbij de gemeente het klassieke probleem van het zoekrakende ticket lijkt te hebben opgelost. De speciaal voor motoren bedachte parkeerautomaat braakt namelijk twee bonnetjes uit, één voor op de motor en een voor jezelf. Het is overigens geen koopje, want voor een motor betaal je evenveel als voor een auto.De B1257 ten noorden van Helmsley maakt overduidelijk waarom het plaatsje zo’n aantrekkingskracht heeft op motorrijders. De piste tot aan Chop Gate is de perfecte motorweg: vol fantastische slingers en hellingen, en met een wegdek om te zoenen. Ik heb nog nooit zoveel motorrijders zo snel zien gaan. Zonder zichtbare politie of snelheidscamera’s lijkt iedereen zich hier volledig uit te leven, waarbij de knietjes rijkelijk het asfalt toucheren en het op de rechten stukken beduidend harder gaat dan de ter plaatse geldende 96 km/uur limiet. Toch is de weg ook met inachtneming van de maximum snelheid nog steeds een regelrechte uitdaging. Al was het alleen maar door de continue stroom aan inhalende Rossi-wannabees doe door de spiegels flitsen.Wanneer ik de volgende morgen in Pickering aankom, verlaat de plaatselijke stoomtrein juist de remise om z’n wagons op te pikken voor een eerste rit richting Grosmont. Sissend en gehuld in stoom schuift het zwarte gevaarte voorbij achter de witte houten hekken van de spoorwegovergang. Tijdgebrek dwingt me om de lonkende binnenweggetjes in het nationale park links te laten liggen. Mijn prioriteit vandaag is de Weeldale Roman Road noordwaarts, parallel aan het spoorlijntje. De voormalige Romeinse weg – hier en daar is het oorspronkelijke plaveisel nog naast het asfalt te zien – voert over hoge lege heidevelden, waar alleen de wind hoorbaar is. De hoogte wordt soms abrupt onderbroken door een diep dal met ruisende beken, maar zonder bruggen. Een manshoge peilschaal, die kennelijk tevens dienst doet als schietschijf, suggereert dat je de actuele waterdiepte het beste even van tevoren kunt checken voordat je de oversteek waagt. In de lagere delen van de Moors gaat de paarsbruine heide weer over in het groen van de bewoonde wereld. Muurtjes maken plaats voor heggen, sommige van geelbloeiende gaspeldoorn. Alle gehuchtjes hier, zoals Egton Ridge, Grosmont en Goathland, lijken nog amper aangetast door de moderne tijd. Dat beeld verandert behoorlijk in Whitby aan de kust, waar tegenwoordig het accent ligt op de krab- en kreeftenvisserij en de exploitatie van een jachthaven. Vandaag is de historische driemaster Grand Turk de grote attractie in de haven. Het schip staat vol figuranten die allemaal in afwachting zijn van het begin van de filmopnamen. Een op z’n minst nogal bizar schouwspel, wel een leuke overigens.Op de route terug naar de veerboot in Hull ontdek ik in Robin Hood’s Bay een juweel van een prachtig historisch dorpje, dat nog altijd de reputatie geniet van een voormalig smokkelaarsnest. De zandstenen huisjes staan hier zo dicht opeen gepakt tegen een steile klifhelling, dat je er alleen te voet in mag. Overal staan bloembakken met viooltjes en groeit blauwe regen tegen witgekalkte muren.Op weg naar Scarborough krijg ik eindelijk weer eens de gelegenheid om de Kawasaki 1400GTR flink de sporen te geven. Op het brede asfalt gaat ’ie als een speer, messcherp de ruime lang aanhoudende bochten volgend. Zo is kilometers maken een waar feest!Scarborough zelf is een typisch Engelse badplaats, waar vermaak zich voornamelijk aandient in de vorm van disco’s, bingohallen, kermis en ezeltje rijden op het strand. Het zicht op de boulevard is echter volledig verziekt door een gigantisch appartementen- annex winkelcomplex pal aan zee, dat nog het meest lijkt op een modern voetbalstadion. De fraaie havenkom bij de oude kern, vol met kleine vissersbootjes, maakt gelukkig weer een hoop goed. Blijft eeuwig zonde evenwel.Voor de liefhebbers van spectaculaire natuur liggen verderop langs de kust de kliffen van Bempton, waar vele tienduizenden zeevogels al hun energie in het broedseizoen steken. Op de richels tegen de loodrechte kalkstenen wanden zitten de zeekoeten, stormvogels en Jan van Genten per strekkende meter, terwijl beneden in de diepte krijsende zwermen vogels een levend tapijt vormen. Het schouwspel ziet er prachtig uit, ruikt evenwel een stukje minder.De avondspits in Hull blijkt niet veel voor te stellen en al snel zitten we met een tevreden blik in de bar van de Pride of Hull, waarna we onze hut opzoeken voor een goede nachtrust. Bij aankomst in Rotterdam wacht ons de volgende ochtend nog een onverwachte toegift in de vorm van een levende wereldhaven op z’n allerbest. Onder een stralend ochtendzonnetje schuiven we langs een boeiend panorama van kranen, mammoettankers, opslagtanks en rokende schoorstenen. We schuiven er op de ferry langzaam aan voorbij; op zulke momenten blijkt zelfs industriële bedrijvigheid mooi te zijn…________________________________________[INFOKASTEN]INFODe gebieden Dales en Moors liggen in het Noord-Engelse Graafschap Yorkshire. Het Graafschap ademt de onmiskenbare oud-Engelse sfeer uit van de tv-series uit de jaren zeventig. Glooiend, groen heuvellandschap doorsneden met ‘dry stone walls’, gestapelde muurtjes van natuursteen zonder cement. Op vele plaatsen heeft men het oude karakter van de omgeving nog altijd in stand weten te houden en dat maakt het landschap met schitterende dorpen en steden soms tot een veredeld openluchtmuseum.Daarnaast zijn er meerdere nationale parken en area’s of outstanding beauty in het gebied, met een brede variëteit in landschappen: van bos tot hei, van gras tot kust. Dit in combinatie met schitterende stuurwegen, niet altijd over het beste asfalt, maken North Yorkshire tot een aantrekkelijke plaats voor motorrijders. Houd rekening met het feit dat men in Engeland in mijlen per uur rekent, de maximum snelheid binnen de bebouwde kom is 48 km/uur (30 mijl) en 96 km/uur (60 mijl) erbuiten. Op snelwegen met gescheiden rijstroken mag je 110 kilometer (70 mijl). OVERTOCHTDe snelste en makkelijkste manier om naar Yorkshire te komen is met de veerboot. P&O Ferries onderhoud een dagelijkse verbinding met het Engelse Hull vanuit Rotterdam, de afvaart is ‘s avonds om 21.00 uur, de volgende morgen om 08.00 uur ben je op plaats van bestemming. Een retourtje met motor in juli komt ongeveer neer op € 375,00, dat is op basis van een gedeelde hut met twee personen (info: www.poferries.nl).Een andere optie is met DFDS van IJmuiden naar Newcastle, eveneens een dagelijkse verbinding waarbij je om 17.30 uur vertrekt en 09.00 uur de andere morgen in Newcastle aankomt. De kosten voor een retourtocht met motor in juli onder dezelfde voorwaarden als P&O bedragen zo’n € 360,00 (info: www.dfdsseaways.nl).Mocht je wat meer tijd hebben dan is de Eurotunnel tussen Calais en Dover misschien ook een optie, een enkele reis is er al vanaf 34 euro. Vanaf de trein zijn hget in Engeland dan nog wel dik 400 rechtstreekse kilometers naar York, volg je de mooie kustweg dan wordt dat uiteraard nog meer.VALUTAOndanks dat Groot-Brittannië lid is van de Europese Unie, hanteren ze nog wel altijd een eigen munt, de Britse Pond. De waarde van de Britse munt daalt momenteel enorm hard ten opzichte van de euro, één Britse Pond is nog slechts zo’n € 1,15 waard. Dat betekent dus voor ons ‘vastelanders’ heel veel waar voor je geld! KLIMAAT EN ONDERDAKHet weer in Yorkshire wijkt niet zoveel af van dat in Nederland, maar vooral in de hogere gebieden kan het nogal eens miezeren. De periode met de meeste kans op goed weer is tussen mei en september.De meeste accommodaties in de Dales en de Moors zijn te vinden in de grotere plaatsen als Harrogate, Helmsley en Pickering. Naast de hotels is er ook een ruim aanbod van Bed & Breakfasts, ga je liever kamperen houdt er dan rekening mee dan het campingaanbod redelijk bescheiden is.CONTACTBrits ToeristenbureauStadhouderskade 21054 ES AMSTERDAMT 020-689 0002 E britinof.nl@bta.org.ukI www.visitbritain.nl/yorkshire________________________________________[UNTERSCHRIFTE]FOTO’s- De straaljagermodellen kunnen een snelheid van 300 kilometer per uur halen.- Uitgevlogen atoombommenwerper.- Ook bij reizen per P&O-ferry ontkom je niet aan wachten.- Jonge boer Ross rost erop los met zijn Yamaha Raptor.- De kathedraal van Ripon getuigt van middeleeuwse rijkdom.- Fountains Abbey is het meest gave abdijcomplex in Engeland.- Tony, de voorzitter van de Zeiken en Klagen over Alles-club.- De hennepmolen van Pateley Bridge heeft nu een woonbestemming.- Kettlewell in de Dales.- De weg naar Ribblehead is fraai en snel.- Helmsley is populair bij motorrijders.- De Grand Turk ligt klaar voor filmopnamen. – Robin Hood’s Bay is een plaatje.- De wereldhaven op zijn best…- Romeinse weg over de Moors.- Vanaf Helmsley gaat het oerend hard.- De stoomtrein vanaf Pickering.- Bolton Castle.- De Dales zijn een mozaïek van groen en muurtjes.- De haven van Whitby.- De haven van Scarborough.- Een zilvermeeuw pikt een visje mee.