Reizen Wallonië, België
Onder motorrijders staat België niet bepaald bekend als droombestemming, en dat is eigenlijk best onterecht. Zeker het zuidoostelijke deel van onze zuiderburen herbergt met de Ardennen en vallei van de Maas prachtige landschappelijke snoepjes om te ontdekken. En helemaal in de vroege herfst wanneer de natuur zich in een bonte kleurenpracht hijst, zijn verrassingen gegarandeerd!
Het is nog donker wanneer Birgit en ik in Monschau de motoren aanslingeren. Vanwaar die haast? Het is toch immers vakantie? Nou, we willen voor zonsopgang op de Hoge Venen zijn, om daar het magische, opkomende licht boven de veenmoerassen te ervaren, wanneer de eerste zonnestralen de zachte mistwolken boven de plassen oranje kleuren. Daarvoor moet je alleen vroeg opstaan, ook al is het vanaf hier amper een half uur rijden naar het hoogste punt van België. Daar aangekomen beginnen we meteen aan het houten vlonderpad. De met de hand vervaardigde loopbruggen kronkelen door het veen en ze verlaten is niet alleen verboden, maar ook gevaarlijk. Ooit wel eens van het woord veenlijk gehoord? Zo vroeg in de ochtend zijn we hier nog moederziel alleen, we wandelen een paar honderd meter dit eigenaardige landschap in, dat meteen verrukt met zijn ruwe charme. Het gele veengras wuift in de zachte wind, luchtbelletjes stijgen vanuit uit diep van het zwarte water naar de oppervlakte, boomskeletten rijzen spookachtig op uit het veen de gele ochtendhemel in. Zitten en verwonderen, iets anders kun je tijdens het hier en nu niet doen!
De wind steekt op en neemt de magie van het vroege uur weg. Is niet zo erg, want we hebben nog niet ontbeten. Daarom rijden we naar Malmedy, waar we al snel een bakkertje vinden met verse croissants, baguettes en een paar eclairs. Die laatste gaan mee in de tanktas voor later, al zal het waarschijnlijk niet heel lang duren voor ze eruit worden gehaald.
We gaan op weg. Gluren nog even over het hek naar het legendarische circuit van Spa, maar afgezien van een paar gecamoufleerde prototypes valt hier niets te zien. Er zijn helaas geen uitkijkpunten op het circuit, zoals bij de Nordschleife wel het geval is. Borden maken melding dat er het komende jaar weer genoeg te beleven valt op racegebied, zoals de ‘24H SPA EWC Motos’en uiteraard de Formule 1. Nou zijn onze qua vermogen redelijk bescheiden bedeelde allroads niet direct messcherpe wapens om het asfalt van het circuit mee aan te vallen, maar toch begint het stiekem wel een beetje te kriebelen. Maar geen tijd om ons op te winden, we moeten verder!
Verder omdat we het vizier op de Ardennen hebben gericht. We nemen de mooie kronkelende zijweg langs de rivier de Lienne en rijden ontspannen naar het zuiden. Op doordeweekse dagen is hier bijna extreem rustig qua verkeer, en dat is wel zo prettig. We rijden door kleine stadjes als Stoumont, Lierneux en Cherain. Best onderhoudend, maar ook vergeten zodra het plaatsnaambord in de achteruitkijkspiegel verdwijnt. Tussendoor moeten de eclairs op, het was al wel duidelijk dat ze het niet lang zouden overleven.
Het wordt nóg eenzamer, de weg smaller en de heuvels statiger. Heuvels die toch nog altijd een goede vijfhonderd meter hoog zijn. De Ardennen laten zich vandaag van een duistere kant zien. Ergens in het dennenbos ontspringt de Ourthe, eerst een wilde beek met beverdammen, al snel een kalme rivier zonder echte diepgang, maar wel met mooie toekomst voor zich. Het is mooi om te zien hoe het karakter van beek naar rivier verandert naarmate de stroom breder en breder wordt. De weg draait naar het westen en volgt de Ourthe naar La Roche, een hartverwarmend oud stadje in een verrassend smalle vallei. Oude grijze huizen met boven op een heuvel de ruïne van wat ooit een statig middeleeuws kasteel was, dat nog altijd trots de wacht houdt boven de stad. Het plaatsje heeft alles wat een dorp als deze te bieden heeft, onder meer een boulangerie met verse eclairs. Én een paar winkels met een ongelooflijke uitstalling van verschillende bieren. En blijkbaar kan op biergebied alles in België, elke smaak is mogelijk. Sommige daarvan komen in je stoutste dromen nog niet voor. Waar die opzienbarende variëteit vandaan komt? Wel, toen een zekere Emile Vandervelde, destijds de Belgisch minister van Justitie, in 1919 de verkoop van sterke dranken in cafés verbood, nam de diversiteit aan Belgische bieren toe. Vooral de vraag naar zwaardere bieren. En zo mengde elk van de ongeveer 140 brouwerijen zijn eigen, soms gewaagde creaties, waardoor Belgisch bier het meest gevarieerde ter wereld werd. Waar anders vind je rond de duizend biervarianten?
Het is maar goed dat La Roche ook een prima basis is voor een voor een overnachting. Zo hebben we ’s avonds alle tijd om een of twee exotisch klinkende en soms avontuurlijk smakende bieren te proberen. En nog op tijd de pijp aan Maarten te geven, zodat we zeker weten dat we ’s ochtends weer enigszins fit in het zadel zitten. Dat is op de kleine en soms tergend slechte wegen wel bijna een noodzaak, wil je in ieder geval tijdig te kunnen reageren op eventuele verrassingen die het wegdek dikwijls voor je in petto heeft!
De Ourthe slaat in het centrum van La Roche naar het noorden af. We volgen hem gedwee. De vallei wordt breder, waarbij de rivier zich van een meanderende kant laat zien, waardoor de weg mooie bochten maakt. In Hotton zijn druipsteengrotten te bezichtigen, maar we hebben vandaag geen zin in ondergrondse excursies. Daarvoor is het te mooi weer en het verlangen naar het bovengrondse landschappen te groot. We rijden liever door naar Durbuy, misschien wel de mooiste historische stad aan de rivier. Overzichtelijk, toeristisch, middeleeuws en stevige, grijze muren met zóveel uitstraling. De Ténéré en DR650 mogen uitrusten op de parkeerplaats terwijl wij verwonderd door de smalle straatjes van de stad slenteren. Kleine tip: in het weekend wil Durbuy vaak overspoeld worden met toeristen. Als de omstandigheden het toelaten, kun je daarom beter op een doordeweekse dag komen.
Voordat de Ourthe in noordoostelijke richting naar de Maas verdwijnt, zetten wij koers richting het westen. De bossen worden dunner, de velden talrijker, de bescheiden bergen worden heuvels en het uitzicht breder. En ineens raken we bijna bedwelmd door de heerlijke geur van verse friet. Stop! De Belgen beweren dat hun frieten de beste ter wereld zijn. En de sauzen die je erbij kunt kiezen, zoals ‘barbecue hot & spicy’, ‘andalous’ of ‘samurai’ verdienen zeker ook een kans. En hebben de Belgen gelijk over hun frietjes? Jazeker, helemaal geweldig!
Met volle buik steken we de hier al behoorlijke brede Maas over voor een kortstondige invasie in Frankrijk, waar we het historische station van Treignes een bezoek brengen. In het weekend tokkelt de trein met stoomlocomotief over het smalspoor en ook is er nog een spoorwegmuseum. Dit alles wordt met veel liefde en energie onderhouden. Respect! Het is echt een juweeltje op spoorweggebied en wie de trein een warm hart toedraagt, komt hier volledig aan zijn trekken. En wie nog nooit een echte stoomlocomotief met duidelijk zichtbare techniek in actie heeft gezien, heeft hier alle tijd van de wereld om dat te doen. Het kan dan bijna niet anders dat je de fascinatie voelt van deze prachtige, oude technologie.
Voordat het landschap zich in westelijke richting verliest in weinig tot de verbeelding sprekend landbouwgebieden, draaien wij snel af in oostelijke richting en staan al snel weer oog in oog met de Maas. Onderweg worden we getrakteerd op een verbazingwekkend aantal kastelen en bereiken al snel Dinant, de geboorteplaats van Adolphe Sax. Niet bekend? De beste man vond hier in 1840 de saxofoon uit. Een goede plek om te overnachten ook, bijvoorbeeld om ’s avonds een of twee cafés te bezoeken. Er zijn nog immers steeds de vele soorten bier die je nieuwsgierig maken….
De volgende dag volgen we de Maas verder stroomafwaarts. Een vrij saaie hoofdweg zonder bochten en met te veel verkeer. Dus gaat al snel de richtingaanwijzer naar rechts aan en slingeren we verder over kleine weggetjes de heuvels in. Prachtige dorpjes als Crupet, Mozet of Thon spreken tot de verbeelding. De website beauxvillages.be kent ze allemaal. Als je van historische plekjes met maximaal karakter houdt, dan kun je hier dagen je hart ophalen. Ook omdat de talrijke kleine straatjes al even onderhoudend zijn. Ontspannen slenteren we door het achterland tot de Maas zich andermaal aan onze zijde meldt.
We gaan verder naar het oosten, het vizier gericht op Huy. Hoe dichter we bij de stad komen, hoe dreigender de drie koeltorens van de oude en storingsgevoelige kerncentrale van Tihange worden. Hoe prachtige de omgeving net nog was, zo troosteloos is het hier. Er is werkelijk niets moois langs de Maas hier te vinden. In Huy gaan we daarom snel op zoek naar verkeersborden die de weg naar Hamoir wijzen. En die vinden we gelukkig al snel. Eindelijk gaan we weer de Ardennen in, eindelijk weer bochten en nauwelijks verkeer. In het oude stationnetje van Lienne, nabij Stoumont, vinden we een prachtig en ronduit rustiek onderkomen. Gelukkig hebben we nog een dag om het oosten van België en de Ardennen wat verder uit te pluizen. Nog een paar van die geweldige oude dorpjes ontdekken en daar dan de een of andere boulangerie van haar eclairvoorraad beroven. Daar is nog plaats voor in de koffers…