Reizen Vulkaaneifel Duitsland
Een goede tienduizend jaar geleden werd het landschap er gevormd door ongeveer 350 grote en kleine vulkanen. En nee, we hebben het hier niet over bekende vulkanische gebieden als de Canarische Eilanden of Hawai, maar gewoon over de naast de deur liggende Eifel. Een prachtig gebied dat jaarlijks tienduizenden motorrijders verwelkomt. Begint het alweer te kriebelen?
Ken je dat gevoel bij het wakker worden, dat je heel even niet meer weet waar je ook alweer precies bent? Waar zit de lichtknop? Aan welke kant van de kamer staat het bed en waar is de deur? Oh, de verkeerde kant! Ik strompel en struikel half over mijn eigen spullen naar een kleine streep licht die onder de deur doorschijnt. Het enige licht in de ruimte. Ah, gordijnen, en een raam. Niet veel later valt het daglicht eindelijk de kamer binnen. De omgeving is in een dichte nevel gehuld, en zelf ben ik ook allesbehalve helder.
Langzaam maar zeker begint het weer te dagen, we zijn in Bollendorf. Gisterenavond laat ben ik aangekomen, Diana stond me al op te wachter op het terras van het hotel. Aan de tafel naast ons zat ook een motorrijder, die tijdens het gesprek opmerkt al jaren niet meer naar de Alpen te gaan. Hier is het allemaal veel beter, vond hij. Dichter bij huis, lang niet zo druk en toch grandioze routes. En dan had ‘ie het nog niet eens over de prijzen gehad, die hier ook veel vriendelijker waren. Om zijn woorden kracht bij te zetten, bestelde hij nog maar eens een groot glas bier. Het bleek niet zijn laatste…
Het ontbijt met een paar bakken sterke koffie verdringt de laatste flarden slaap. Het begint meteen al goed, Diana en ik duiken de grens over het buitenland in. Klinkt spannender dan het is, het is namelijk niet voor lang en ook niet ver, honderd meter slechts. Bollendorf ligt op de grens met Luxemburg en daar is het behoorlijk wat goedkoper tanken. Vriendelijker prijzen, de man had het nog gezegd.
Dan zetten we ons vizier op het zuiden. Fijne nevel vormt zich op onze vizieren tot steeds grotere druppels. De mist blijft hangen hier langs de Sauer, die als een doffe spiegel naast de weg ligt. Eigenlijk zouden we deze gewoon kunnen blijven volgen, tot de rivier bij Wasserbillig uitmondt in de Moezel.
Maar dan zouden we de hele tijd over de grote Bundeswegen rijden, en daar hebben we geen zin in. In Ralingen slaan we daarom linksaf richting Olk, Newel en aansluitend Aach. Hier, op de heuvels boven de Sauer en de Moezel is de mist allang verdwenen en komen we eindelijk lekker op stoom met de beide tweewielers. Niet voor lang, want we laten ons afremmen door Unesco. Semi-vrijwillig welteverstaan.
We steken de Moezelbrug over voor een bezoekje aan de oudste stad van Duitsland. Dat is tenminste de titeldie Trier zelf claimt. Niet onterecht, want al tweeduizend jaar geleden voelden de Romeinen zich hier al thuis.
Onder andere de stadspoort Porta Nigra herinnert nog aan die lang vervlogen tijden. Zelf heb ik dit toeristische hoogtepunt al een paar keer gezien, maar voor Diana is het een première. Behalve wij en een paar bustoeristen, die ogenschijnlijk zo uit de jaren 70 lijken gestapt, staat Tom aan de rand van het plein voor de befaamde poort. Helm en jas heeft hij afgezet en uitgedaan, deze liggen op zijn Suzuki Bandit die op z’n zachtst gezegd de nodige gebruikssporen heeft. We praten kort over waar we vandaan komen en waar we heen willen. Tom heeft een week tot zijn beschikking en heeft een reis door heel Duitsland gepland. “Helaas had geen van mijn vaste reismaatjes tijd”, betreurt hij. “Of zin meer waarschijnlijk, drieduizend kilometer in zeven dagen vinden ze teveel.”
Samen draaien we ons om naar de Porta Nigra. Op mij maakt de donkere poort opgetrokken uit Eifel zandsteen altijd de indruk van een groot landhuis zonder glas in de ramen , dat in de roetwolken van een steenkolenfabriek heeft gestaan. En ja, ik ben me er terdege van bewust dat dat behoorlijk respectloos is om te zeggen over een monument dat de status van werelderfgoed geniet. Ik ben echter niet de enige die de Porta niet op waarde weet te schatten, heel veel toeristen zijn er niet en dat heeft weer zo zijn positieve kanten: er staat geen eindeloze rij Instagrammers de boel op te houden om hun tijdlijn de ‘feeden’. En beste Instagrammers, ik begrijp jullie inmiddels ook wel, zelfs na een kwartier frummelen met de camera heb ik nog niet één fatsoenlijke foto weten te schieten. Mijn lichte frustratie is ook Diana niet ontgaan en haar blik spreekt inmiddels boekdelen: opzadelen!
Met het bijna zwarte zandsteen van de Porta Nigra nog voor ogen, glijden we langs prachtige rode zandsteenrotsen in het Loricher Bachtal en duiken dan een stukje oerbos in. Verse, groene bladertapijten hullen zich boven ons gezelschap en de typische, soms wat gronderige bosgeur streelt de neusvleugels totdat de bomen ons bij Kordel ineens loslaten. De weg leidt steil door het dorp naar de traag stromende Kyll, precies het tegenovergestelde van onze rijstijl op weg er naartoe. Niet dat het asociaal hard gaat, maar traag is wel het andere uiterste. Integendeel: we zijn inmiddels lekker opgewarmd voor het echte werk.
Maar goed ook, vanaf nu wisselen rustige dalen, winderige hoogten en dichte bossen vol slingerend asfalt elkaar af. Zemmer, Hetzerath, we laten ons gevoelsmatig meevoeren door de wind en genieten van de Eifel. Des te meer verrast ben ik wanneer de Moezel plotseling weer voor ons opduikt. Het water onwerkelijk blauw, de wijngaarden met hun geometrische patronen die extra worden geaccentueerd door de inmiddels laagstaande zon. De dag loopt ten einde en dat brengt de vraag met zich mee, waar we de nacht gaan doorbrengen? Hotel? Pensioen? Diana kijkt me een beetje verwonderd aan vanonder haar helm en ik hoor haar lachende stem over de intercom: “Waarom hebben we de tent dan eigenlijk meegenomen?”
In Klüsserath worden we op onze wenken bediend, zo op het eerste gezicht althans. Leuke camping, met als enige probleem dat alle plaatsen aan het water bezet zijn, meer richting de weg zijn er nog wel wat plaatsen vrij. Op zo’n eersteklas trip tevreden zijn met een plaats op de tweede rang? Ik dacht het niet en ook Diana schudt haar hoofd. Er moet iets beters zijn. We vervolgen onze weg langs de rivier. Stroomafwaarts varen twee vrachtschepen over de Moezel, doorklieven het wateroppervlak dat zich vlak achter hen weer sluit. Witte plezierboten varen in tegenovergestelde richting. “Daar! Een bord met een camping symbool.” “Waar zijn we?” In Trittenheim, zo blijkt. De schaduwen van de wijngaarden hebben de oevers van de Moezel nog niet bereikt wanneer de tent al staat. Op slechts twee meter van de rivier met de dichtstbijzijnde buren op respectabele afstand. Perfect!
Wanneer je ooit bij de Moezel bent, moet je jezelf trakteren op een prachtig panorama, zo weten we inmiddels uit ervaring. De rivier zit vol prachtige bochten, maar waar is er een fatsoenlijke uitzicht over de fascinerende loop van deze beroemde rivier? Achter Piesport klimt de weg in vijf leuke haarspelbochten het hoger gelegen achterland in. Voordat deze het volgende bos induikt, buigt een smal straatje hard naar rechts af. Borden met teksten als ‘Panoramablick’, ‘Moselpanorama’, ‘Moselloreley’ en ‘Aussichtspunkt Wetterstein’ beloven veel goeds. Dit is voedsel voor de ogen en de camera. Er zijn hier panorama’s in overvloed gelukkig. Iets meer naar boven stuit ik op een ander panoramapunt, en die heeft niets met de Moezel te maken.
Waar Moezelhellingen zich doorgaans als behoorlijk spectaculair presenteren, doet de weg omhoog naar Wittlich dat op een wat bescheiden manier. Tientallen wegen leiden het kleine stadje uit, wij zoeken specifiek die naar Bergweiler. Deze klimt kaarsrecht omhoog richting de autosnelweg. Met het stille geraas van de A60 op de achtergrond parkeren we de motoren tussen verspreid staande bomen en lopen de laatste meters naar de Fintenkapelle. Deze ligt in een soort klein dal, waarachter het landschap zich als in een waanzinnige 3D-animatie vormt. Een heer met dun haar en een geruit overhemd spreekt ons ongevraagd aan met zijn duidelijk Eifelse tomgval. “Mooi hier, is het niet? Dertig jaar ben ik precies hier getrouwd. De snelweg was er nog niet en na de plechtigheid hielden we hier een enorme picknick met aansluitend een groot feest.” Zijn ogen worden vochtig wanneer hij ons mee terugneemt in de tijd. Waarom, dat durven we niet te vragen. Hij haalt diep adem: “Fijne reis nog!”, wenst hij ons toe, waarna hij traag tussen de bomen wegloopt.
We blijven ietwat verbaasd achter met een lichte brok in de keel. Het duurt even om die kwijt te raken. Met onze gedachten nog bij de Fintenkapelle, hebben we totaal niet gemerkt dat de hemel zich langzaam om ons heen sluit. Dan exploderen de eerste regendruppels op het vizier. Waar is een brug, een schuilplaats? Het water komt al met bakken uit de hemel wanneer we in de buurt van Zemmer een houten schuilplaats vinden. Is dat een oude bushalte of zo? Het maakt niet uit, zelfs de motorfietsen passen eronder. Gelukkig is slechts tien minuten later de bui alweer overgewaaid en zitten we weer in het zadel. De laarzen zijn nog steeds wat nat, maar de zon droogt de weg snel. En dat is goed, want we zijn weer in een feeststemming!
Achter Orenhofen stijgen flarden lichte mist boven een bos op. De laatste resten van de stortbui van zonet verdwijnen. De weg draait in scherpe bochten naar Auw. We hadden graag een korte pauze ingelast in het idyllische Alten Pfarrhaus, een restaurant met gezellige ‘biergarten’, maar we zijn te vroeg. Aan de andere kant van het dal van de Kyll kruipt onze route weer omhoog, kruist de hoogten van Idenheim en Meckel, en daalt vervolgens weer af naar Prümzurlay. “Nu dan een korte pauze?”, vraag ik Diana. “Echt niet, ik zit er nu heerlijk in, laten we gewoon verder gaan!” En verder gaan we. Naar Ferschweiler, en Schankweiler. De kleine KTM 390 Adventure krijgt veel moois voor de voeten.
Nog even een keer diep inademen en dan is het alweer tijd voor de laatste kilometers van de dag. In ontspannen tempo gaat het van Nussbaum naar Bollendorf, onderweg kijken we elkaar even aan en grijnzen. Er zijn bijna geen auto’s op de weg, het was sowieso rustig op alle wegen vandaag, en dat maakt het simpelweg extra genieten in zo’n waanzinnige omgeving. Niet veel later draai ik de parkeerplaats van het hotel op. De man van gisterochtend had helemaal gelijk: dichter bij huis, niet zo druk, prachtige routes en schappelijke prijzen. Wat wil je nog meer?