Reizen Vogezen
Wie het niet tot in de Alpen redt of domweg eens wat anders wil, die moet eens zijn bochtengeluk zoeken op de Col du Bonhomme, Col de la Schlucht, Grand Ballon en andere pieken in de fraaie Franse Elzas. Al was het alleen maar omdat het bochtenparadijs landschappelijk gezien een intrigerende ruigheid uitstraalt, die zich alleen met de motor laat verkennen.Een verweerd gezicht, blauwe ogen, blonde lokken. Uit zijn poriën druipt niet alleen zweet, maar ook benzine. Zo staat Steve voor ons. Daarachter zijn zeven vrienden in een vettig lerenpak, allemaal alleen met een tandenborstel en creditkaart vanuit Engeland naar Munster in de Elzas neergestreken. De leden van de Britse Aprilia club duiden op onze Mana, die schuilt tussen een veredelde RSV en Tuono. “How is the automatic transmission?” We proberen 700 kilometer ervaring in twee minuten samen te vatten. Als de Britten hun tweecilinders starten, gaat het gesprek over de bochten. Men concludeert dat het in de Boven-Elzas gelegen Munster, beroemd om zijn zachte kaas, de beste basis is voor een rit over het hoge deel van de Vogezen. Er klinkt geklapper, van kleppen wellicht? Nee, sinds 30 jaar verblijft er in Munster een ooievaarskolonie. Steve doet zijn helm op, vertelt en passant dat de Aprilia Club Engeland niet minder dan duizend leden telt en de jongens regelmatig door Europa knallen. Hier zo rijdend kan ik niets anders dan begrip voor de lads opbrengen. Aangekomen bij het oude Hôtel La Cigogne (De Ooievaar) staat er een prikkelende Rosé d’Alsace Turckheim, een uitstekende tarte flambée met Munsterkaas en de beste crème brûlée op het menu. We lopen de gereden route van vandaag rustig na. Na een reis door de pittoreske binnenstad van Colmar hebben we de D11 ontdekt, die steil naar Les Trois Epis slingert en verder naar Orbey. Daar lonkten de D48 en de oevers van Lac Noir en Lac Blanc, beide ingedamd door hoge bergen. Het was duidelijk dat we de Col du Bonhomme een bezoek zouden brengen, al was het maar omdat het daar stikt van de motorrijders. Via de Routes des Crêtes (D148, D61) bewoog de Aprilia ons over het ruwe en met mos bedekte bos direct de Col de la Schlucht op, waarna we afdaalden langs weelderige weides vol koeien, die de basis vormen voor de Munsterkaas. Wie in Hôtel la Cigogne verblijft, ontkomt niet aan het ooievaarsgeklapper. De toren aan de zuidkant van het Place du Marche vormt hun broedgebied, net als het paleis van de naburige voormalige bisschop. De dieren leven hier in hun eigen wereld, verkeerslawaai deert hen net zo weinig als minimumtemperaturen of hitte. Die laatste heerst de volgende dag op de route die ons richting Grand Ballon brengt. De kleine D40 draait zich over de Col du Firstplan, vervolgens de wijnheuvels in richting kleine wijndorpen als Voegtlinshofen of Gueberschwihr. Het leven van de mensen hier draait om de wijnproductie, men bekommert zich om de jonge wijnstruiken. De bodem is goed gedraineerd, bouwt zich voort op kalkrijk conglomeraat en mergel. Op vele opritten huist een waakhond. De Aprilia snuift aan de kleinste straatjes alvorens ze weer de D40 op rolt op weg naar Soultzmatt en aansluitend Lautenbach. Een stuk D430, dan D5 en vervolgens begint de pas naar de met 1.424 meter hoogste Vogezen bergtop, de Grand Ballon, een uitdaging voor wielrenners. Als een reusachtige kale piek stijgt de Grand Ballon op uit het rondom groeiende bos. We stuiten er onder meer op een hotel, restaurant en een radarstation, die de vliegtuigen helpt bij het aanvliegen naar Basel en Straatsburg. Ook staat er een monument die herinnert aan de ‘diables bleus’(vrij vertaald ‘blauwe duivels’), een Frans elite berginfanterie bataljon, dat hier in de eerste wereldoorlog was gehuisvest. Gedenktekens van deze oorlog begeleiden je weer dalwaarts vanaf de Ballon. Rechts rijst de Hartmannswillerkopf de hoogte in, ook wel ‘menseneter’ genoemd, omdat daar vooral in de winter van 1915 zwaar gevechten met ontelbare slachtoffers plaatsvonden. Links op de Col du Silberloch vind je het Monument National, een eerbetoon dat alle resten van de 12.000 gesneuvelde soldaten herbergt. Eindelijk, de jungleachtige groene omgeving en de laatste bochten achter me latend is daar eindelijk de top. Hier lag in het verre verleden enkele heilige plaatsen van een Keltische zonnegod genaamd Bel, waar de berg zijn naam ook aan te danken heeft. Zijn geest is er nog altijd, de zonnestralen zijn te zien door de dikke zwarte wolken, tegelijkertijd het dondert flink. Dus beter het gas erop en verder. De Route des Crêtes gaat verder in noordwestelijke richting en bereikt na zeven kilometer bandenvretend asfaltgeluk de Markstein, een bergzadel met veelbelovend uitzicht. Vervolgens versnelt de Mana naar beneden waarbij tegemoetkomende wielrenners herinneren aan het Tour de France die hier in het verleden ook regelmatig passeerde. Ons volgende succeservaring is de Col de La Schlucht en zijn broer de Hohneck. Aangrijpend panorama, met name het zicht op Lac de Longemer. Het restaurant op de top van de Hohneck dient als een vast punt voor alle BMW-rijders. De Hoge Vogezen presenteren zich als ruw, bijna als de Schotse hooglanden. Als vergeten skeletten staan deels verroeste liftinstallaties er verlaten bij. De toeristische vernieuwde skigebieden La Bresse en Géradmer stralen in de zomer melancholie uit. Niet dat er niets te doen is, wandelen kun je hier als de beste en ook paragliden blijkt er een favoriet tijdverdrijf voor velen. Of anders de Col du Haut de la Côte volgen. Nieuwsgierigheid drijft ons over de Col des Crois richting des Plateau des Mille Étangs, het duizend meren gebied. De bebossing wordt minder, bergen vlakker en armoede groter. We doorkruisen het merengebied via de kleinste weggetjes, nadat we Mélisey en La Laterne et-les-Armonts achterons hebben gelaten. De Moselgletscher heeft het zuidwesten van de Vogezen zo’n 12.000 jaar geleden herschapen, na het wegsmelten ervan ontstonden talloze beken, moerassen en wilde vegetatie. De Mana beweegt zijn kop van links naar rechts tussen talloze kleine meertjes door. Begroeide, open, licht en donker. De variëteit aan waterpartijen lijkt oneindig en al snel rijst de vraag hoe ze zijn ontstaan. De campingeigenaar weet te melden dat de Middeleeuwse monniken talrijke dijken hebben opgeworpen in het vochtige gebied met de dit als resultaat. Een bizar schouwspel, dat met de oprijzende nevel van de omliggende weiden in combinatie met nodige alcoholische versnapering al goed is geweest legio prachtige spookverhalen. Met tegenzin verlaten we deze door het massatoerisme nog onontdekte schat van de Zuid-Vogezen en gaan we verder richting. Daar komen we een ander juweeltje tegen: gelegen op de heuvel Bourlemont bij Ronchamp ligt de in 1955 door architect Le Corbusier gebouwde kerk Notre Dame du Haut de Ronchamp. Een magnifiek stukje bouwkunst, net als de infrastructuur alhier trouwens. We kunnen nog eeuwig doorgaan met bochten vreten en plaatsen ontdekken, helaas moeten we echter weer terug naar het alledaagse leven, de schrijftafel. Maar nu we nog hier zijn genieten we nog even van de mooie Cols die tussen ons en onze thuisbasis liggen. En als we dan toch aan het rijden zijn, dan ook maar weer even langs Munster. De Tarte Flambée aldaar kun je immers niet zomaar voorbij rijden.________________________________________[INFOKASTEN]INFO ELZAS / VOGEZENDe Elzas en Vogezen, een waar paradijs voor motorrijders die het het graag wat dichter bij huis zoeken maar wel van het echte bochtenwerk willen genieten. De relatief snel te bereiken regio’s bieden een geweldige afwisselend schouwspel van toppen en dalen, terwijl iets richting zuiden het duizend meren gebied lonkt.Ligging: noordelijke deel van West-FrankrijkBuurlanden: gelegen op de grens van Duitsland, Zwitserland en FrankrijkHoofdstad: Straatsburg (Elzas)Afstand vanaf Utrecht: 560 km tot Straatsburg (5 uur rijden) Oppervlakte: 8280 km² (1/5 van Nederland)Inwonertal: 1,9 miljoen (Elzas)Hoogste punt: 1.424 meter (Grand Ballon, Vogezen)Toeristische trekpleisters: thermaalbaden, Notre Dame de Strasbourg, kuuroorden, wijnmakerijen, verschillende WOI musea en diverse kastelen en burchtenTaal: FransSchrift: Latijnse schriftMunteenheid: EuroTijdsverschil: geen Klimaat: De Elzas kent als één van de weinige Franse regio’s een landklimaat dat wordt gekenmerkt door warme zomers en redelijk koude winters. In de hogere delen van de Vogezen kan de winter wat langer aanhouden dan op het omringende laagland, de zomers zijn er met gemiddeld 25° iets minder warm.Landschap: Veel groen, mooie waterpartijen en heuvelrijk met uitschieters tot 1.400 meter in de Vogezen. Beste tijd: Het klimaat is qua temperatuur redelijk vergelijkbaar met Nederland, al kunnen de temperaturen er in de maanden juli en augustus makkelijk tot boven de 30° stijgen. Voor sommige motorrijders wat veel van het goede, dan beter in het voor- of najaar een tripje plannen.Contact: www.franceguide.comReisduur: 5 dagenGereden aftsand: 1.100 kilometer________________________________________