Reizen Via Mediterra (slot)
Zeven maanden na het begin van mijn reis op de HP2 om de Middellandse Zee dient Europa zich weer aan. Nog altijd resten er tweeduizend kilometer tot aan het startpunt in Marseille. En als je denkt dat die kilometers niets meer behelzen dan een noodzakelijk kwaad, dan heb je het mis. De mooiste trajecten en ontmoetingen met de aardigste, of meest bizarre mensen liggen nog in het verschiet in dit vierde en laatste deel van mijn Odyssee om de Middellandse Zee.Libië! Libanon! Syrië! Landen vol spannende verhalen en avontuurlijk stuurwerk. Die liggen nu allemaal achter me. Net als alle Franse, Spaanse en Italiaanse toeristenfuiken. De zomerhitte is voorbij, de stranden zijn weer lege vlaktes en voor iedereen in de toeristenindustrie begint de vakantie. Het leeftempo heeft zijn normale dagelijkse ritme weer opgepakt, maar wat is normaal?Een piepklein veerbootje spuugt mij en de HP2 uit op de kade van Kos. Na zo’n drie maanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten ben ik terug in Europa. Ik kan Marmaris aan de Turkse Rivièra, waar vandaan mijn ferry was vertrokken, nog zien. Maar opeens lijkt het heel ver weg te liggen. De afvaart van de volgende boot naar Piraeus is pas tegen middernacht, dus heb ik wat tijd om op Kos rond te rossen.Het moet door mijn recente verleden in de Oriënt komen, wanneer ik maar even de kans zie verlaat ik de gebaande weg en duik een piste op. Ik heb geen GPS bij me en ben ik te lui om een kaart van het eiland te kopen. Maar oriëntatie op een eiland van dit formaat is geen probleem en ook hier bewijst elk nadeel zijn voordeel te hebben. Na iedere bocht overkomt me een nieuwe verrassing en de zuidelijkste uitloper van het eiland spant de kroon. Een stoffig pad kronkelt omlaag naar een eenzaam strand. De wind is al op herfstkracht, maar heeft nog altijd zijn zomerzachtheid. Een houten hut die schaduw en bescherming moet geven is behangen met droogbloemen, schelpen en zongebleekte botten. Je zou haast verwachten er een glimlachende John Lennon aan te treffen die je vertelt dat zijn overlijden alleen in scène was gezet zodat hij hier van de rust kon genieten. Samen met Elvis.De vroege ochtendnevel stijgt op tussen de witte gebouwenmassa’s van Piraeus en Athene. Ik ben blij dat ik niet in de megastad hoef rond te dwalen, met dank aan Stella en Vangelis die me hebben beloofd in de haven op te pikken. Wij zijn elkaar in Tunesië tegen het lijf gelopen toen ik op mijn visum voor Libië wachtte. Zij waren er op vakantie en binnen een paar dagen voelden we ons de beste vrienden. En na een tijd alleen onderweg te zijn geweest is het een feest om weer bekenden te ontmoeten.Op het moment dat ik in de hoofdstad arriveer, staan mijn twee vrienden op het punt Athene te verlaten. Niet voor alweer een vakantie, maar om een nieuw leven te beginnen op het eiland Syros, op vier uur varen van Athene. De komende dagen leer ik dat Athene een stad is die veel biedt, maar ook veel energie kost. Voor nogal wat mensen wegen de minpunten echter het zwaarst. Vangelis had een drukke baan als grafisch ontwerper. Ik vraag hem wat hij op Syros voor de kost gaat doen. Zijn ogen stralen me vanachter zijn brillenglazen tegemoet: “Mijn droom is om macrobiotische boer te worden. Ik heb al een perceel gekocht op het eiland en als alles goed gaat kan ik straks direct mijn eerste oogst courgettes binnenhalen. En daarna komen de olijven.” Wat is een leven zonder dromen? Ik neem afscheid met de belofte ze op Syros te komen bezoeken.Een paar dagen later rij ik kriskras door de Pelopnnesos. Fantastische stuurweggetjes vreten er het laatste profiel van mijn inmiddels 20.000 kilometer oude TKC 80’s. Ik geniet onder de strakblauwe herfstlucht en vergeet er aan de komende winter te denken. Maar ook hier heeft elk voordeel…Een strandbar in Skoutarië bij de Golf van Lakonia, de oudere restauranthoudster kamt bezorgd haar grijze haar uit haar gerimpelde gezicht. De wind blaast het onmiddellijk weer uit model. Jazeker, ze heeft slechtere tijden mee gemaakt, maar het is ook veel beter geweest. “De toeristen blijven weg”, vertelt ze bijna wanhopig. ”In 2009 zakte de industrie met twintig procent, en dit jaar is het nog erger.”Tijdens een reis vormen grenzen veelal je ijkpunten. Soms, zoals bij de oversteek van Frankrijk en Spanje, stelt een grensovergang niets voor. Je kunt gewoon doorrijden. Maar er zijn ook grenzen waar al je nachtmerries over autoriteiten, bureaucratie, smeergeld en steekpenningen uitkomen. En wanneer je denkt alles wel meegemaakt te hebben, ben je klaarblijkelijk nog nooit in Albanië geweest. Het is niet eens zozeer de douane procedure, die verloopt eigenlijk best gladjes. Er hoeft zelfs geen smeergeld betaald te worden. Het is de daadwerkelijke grens zelf die hier het verschil maakt. Het is het verschil in tijd. En dan heb ik het niet eens over het verschil tussen de Oost- en Centraal-Europese tijdzones. Dit tijdverschil tel je niet in uren maar in tientallen jaren. De grens tussen Griekenland en Albanië oversteken brengt je misschien wel vijftig jaar terug in de tijd. Tot aan het eind van het Stalinistischs dictatorschap van Enver Hoxha was Albanië het meest geïsoleerde land van Europa. Er waren geen verharde wegen en privé voertuigbezit was verboden. Het meest bizarre was evenwel Enver Hoxha’s visie op de verdediging van zijn land. Het moet pure paranoia zijn geweest die hem liet denken dat de wereld, en vooral de Amerikanen, er op uit waren zijn postzegelgrote landje binnen te vallen. In plaats van een enorm leger gewapend met hooivorken of massavernietigingswapens besloot hij echter zijn hele land vol te plempen met betonnen éénpersoonsbunkertjes. Misschien niet eens zo’n heel verkeerde gedachte, want Albanië is immers nooit binnen gevallen door vreemde mogendheden. Daarmee zou dan bewezen zijn dat betonnen éénmansbunkertjes een betere beveiliging zijn dan een atoommacht. Hoxha’s visie was in ieder geval veel goedkoper, hoewel het resultaat nu wat surrealistisch aandoet. Ten zuiden van Vlore ligt een baai in de vorm van een halve maan. Een unieke plek om lekker te rijden, maar wat vanuit de verte op een zandstrand leek, blijkt in praktijk een kiezelstrand. Dat mag niet uitmaken! Ik rij immers een perfecte offroad en heb de afgelopen maanden voldoende ervaring opgedaan op het onverhard. Een paar honderd meter verder kan ik dan mijn tentje in alle privacy opzetten. Maar ‘de perfecte offroad’ en ‘een paar honderd meter’ pakken in praktijk wat anders uit dan gehoopt. Een paar minuten later zwoeg ik met de wielen tot aan de velgrand in het losse grind over het strand. Ik zit tegen hyperventileren aan. Waarom moest ik ook zo nodig met een uniek uitzicht kamperen? Eenmaal onderweg kan ik evenwel niet anders dan verder. En laat in de volgende ochtend heb ik pas weer de moed verzameld om me door de kiezelzee een weg terug naar het asfalt te vechten. Het grootste meer van de Balkan, het Skutari meer, deelt zijn oevers met Montenegro en Albanië. En de gecombineerde auto- en spoorbrug prikt vanuit Montenegro over het noordelijk deel van het meer. Een perfecte plek voor een fotootje, maar op het ultieme fotopunt staat een piepklein hutje. In een tuinstoel ervoor zit een man ontspannen in de najaarszon. Met alle beperkingen op taalgebied raken we aan de praat. Ik wil weten wat hij daar doet. Ik maak er uit op dat hij de bewaker is en ervoor moet zorgen dat de treinen niet ontsporen en terroristen de brug niet opblazen. Achter hem staat een geweer uit het jaar nul tegen de muur, waardoor zijn feitelijke verdedigingsplan me enigszins onduidelijk blijft. Tegen Mount Lovcen opblazen is een feest! Er licht een eindeloze rij scherpe bochten voor me. Tijdens het accelereren wordt de voorkant van de BMW telkens heel licht. Of ik ooit uitgekeken zal raken op het motorrijden? Dacht het niet! Als ik niet beter had geweten zou ik zweren dat dit Noorwegen is. De Golf van Kotor is ingesloten tussen de steile wanden van de Orjen en Lovcen, en oogt precies als een fjord. Dit is de meest indrukwekkende baai van het Middellandse Zee gebied. Er staat een bordje dat ik me op 1.300 meter boven zeeniveau bevind. Naar Alpenbegrippen valt dat nog wel mee, maar wanneer je 1.300 meter onder je de zee ziet… Toch stijgt de hobbelige weg nog verder. Wat een uitzicht! Het kan echter nog mooier, want verder op ligt Perast op me te wachten.Het is kwart voor drie. Als ik de slingerweggetjes over de bergen neem, kan ik nog voor zonsondergang bij Perat zijn. Het alternatief is om terug te gaan naar Kotor en de trip de volgende dag dunnetjes over te doen. Ik kies voor de spanning en het avontuur en stuur de bergen in. Het weggetje presenteert zich als smal en kronkelig. Er is geen plek voor tegenliggers en eenmaal over de bergtoppen merk ik pas hoe steil de afdaling is. Dit is waanzinnig. Weer terug op zeeniveau ligt Perast niet ver weg meer. Op afstand lijkt het gewoon een dorpje, maar dichterbij onthullen de villa’s van voormalige reders hun schoonheid, evenals een kerk die zo uit Venetië had kunnen komen. Bewijzen van de Italiaanse historie van dit zo goed verborgen plaatsje. Net voor Perast liggen twee eilandjes in zee. Het ene, St. George, wordt gebruikt als begraafplaats, terwijl het andere, St. Mary op de Rots, de basis is van een indrukwekkend klooster. Het eilandje is kunstmatig. Eeuwenlang hebben de bewoners van Perast er stenen in de zee gegooid en er afgeschreven schepen laten zinken tot het eiland, dat nu de kloostermuren draagt, boven zee verrees. De vroege morgenmist kruipt lui over de baai. St. Mary lijkt boven het water te drijven als op een surrealistisch schilderij. Om mijn ontbijt te scoren rijd ik door de mist naar Kotor. Een majestueus cruiseschip, dat er veel te groot voor de baai uitziet, heeft juist bij de stadsmuren aangelegd. Hele kuddes toeristen, teveel toeristen voor zo’n klein plaatsje, stromen aan wal. Kotors oude centrum is verboden voor gemotoriseerd verkeer en ik parkkeer mijn HP2 pal naast de stadspoort.Achter de stadswallen verandert Montenegro in Italië. Cafetaria’s, trattoria’s, barretjes en al het andere wat je daar zou verwachten, vind je hier. En het is geen goedkope kopie van Bella Italia. De cappuccini en verplichte cornetto zijn er net zo watertandend lekker als in het befaamde Trastevere kwartier in Rome. Kroatië en zijn Adriatische kust bieden het beste van wat ik op deze reis ben tegengekomen als het op wegen en vergezichten aankomt. Fantastisch dat er na zoveel piekervaringen nog steeds zulke verrassingen zijn. Een paar dagen lang is elke blik die ik over mijn stuur werp een wallpaper waard. En elke bocht een feest. Tegen zonsondergang tank ik in Makarska. De pompbediende, een jongeling met een pluizige baard, drentelt om de HP2 heen. Met een sombere blik vertelt hij me er ook eentje te willen. En dat hij feitelijk miljonair is. Hij schudt de laatste druppel in mijn tank. “Maar wat doe je op een tankstation als je miljonair bent?“, luidt mijn vraag. “Het is allemaal de schuld van mijn grootvader”, legt de jongeman uit. Zijn grootvader had veel voor de kerk gewerkt en meestal betaalden de priesters hem niet met geld, maar met een stukje grond. Onvruchtbare, steenachtige grond. “Nu”, glorieerde Goran, “betalen de rijke Russen veel geld voor elk stukje land aan de kust. Alleen wil mijn grootvader zijn land niet verkopen aan kapitalisten.” Goran moet dus als enige erfgenaam nog even wachten met cashen. Wanneer je de kust verlaat en de binnenlanden in rijdt, kom je een stukje duistere, maar recente geschiedenis tegen. Ten zuidoosten van Zadar bijvoorbeeld, staan er verlaten huizen met de lelijke littekens van kogel- en zwaardere projectielinslagen in de muren. Gebroken ramen, geforceerde deuren. Op de muur naast een deur staan vijf namen. Waarschijnlijk de namen van elkaar opeenvolgende bewoners. Vier ervan zijn door gestreept, de vijfde is blijkbaar ook weg. In het huis is het spookachtig. Iemand heeft er blijkbaar nog de tafel voor het ontbijt gedekt. Kopjes en borden staan verlaten en stoffig te wachten. De slaapkamer ernaast is een puinhoop, het laat zich wel raden in welke haast de laatste bewoners hier zijn vertrokken. De lucht is kristalhelder en de Emiglia Roma is enorm. Het graan is geoogst, de bomen hebben hun bladeren verloren. Heel in de verte, maar toch goed zichtbaar, markeren de Alpen de grens van het Mediterrane gebied. De eerste sneeuw van het seizoen is al op de toppen gevallen. Over een paar weken zullen ook de dalen weer wit zijn. Nog één grens te gaan, die nauwelijks noemenswaardig is. Zo direct ben ik terug in Frankrijk, waar mijn reis ook begon. Met enige weemoed rijd ik de buitenwijken van Marseille weer in. Frankrijks oudste stad zet me evenwel meteen weer op scherp, omdat ik in de spits terecht kom. De teller wijst 11.000 kilometer meer aan dan ik had geschat. Gelukkig is geen enkele kilometer er een te veel of tevergeefs geweest. Moet een reis om een complete zee eindigen in een chaotische stad? Ik dacht van niet! Wat ik nu nodig heb, is nog een ongebroken uitzicht over de Middellandse Zee. Ik rijd met de HP2 naar het beginpunt van mijn reis: het brede en eindeloze strand van l’Espiguette. De versleten banden doen hun best om mijn motorfiets door de laatste paar honderd meter zand te laten ploegen. Ik sta alleen bij de zwartwitte vuurtoren en de branding. Over een paar minuten gaat de zon onder. En in vlammend oranje zet de zon een streep over de zee die de afgelopen negen maanden mijn gezelschap was. Meer dan prettig gezelschap!Dit Via Mediterra reisverhaal is het laatste in een serie van vier delen, die in de afgelopen edities van MotoPlus zijn gepubliceerd. Wil je ze allemaal nog eens rustig nalezen dan kun je MotoPlus uitgaven 2, 3 en 4 nabestellen via onze lezersservice (tel. 0251-257932 / email: abonnee@motoplus.nl). Daarnaast kun je de uitgaven ook online lezen in ons digitale archief (gratis voor abonnees).________________________________________[INFOKASTEN]INFOMIDDELLANDSE ZEELigging: tussen Zuid-Europa, West-Azië en Noord-AfrikaLengte: +/- 3.850 km Gemiddelde breedte: 600 kmGemiddelde diepte: 1.430 meterOppervlakte: +/- 2.000.000 km².MEDITERRANE LANDENNoordoever: Spanje, Frankrijk, Monaco, Italië, Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Albanië, Griekenland, TurkijeZuidoever: Syrië, Libanon,Israël, Egypte, Libië, Tunesië, Algerije en Marokko Autonome eilanden: Malta en Cyprus Belangrijkste eilanden: Balearen (Mallorca, Menorca en Ibiza), Corsica, Sardinië, Sicilië, Malta, Djerba, Kreta, Rodos en Cyprus