Reizen Verweggistan
Het komt wel eens voor, meer dan eens moet ik zeggen, dat op de TV, in de krant of over de radio een gebeurtenis wordt besproken in een plaats, streek of land waarvan niemand lijkt te hebben gehoord. ‘De ver van mijn bed show’ denkt de één, een ander noemt het – en dat hebben we te danken aan een eend die behalve als hij gaat zwemmen altijd half naakt rondloopt – Verweggistan. Donald Duck ging er dus heen, maar waar ligt dat nu eigenlijk? We gingen op zoek naar de geheimen van Verweggistan, het werd een verrassende tocht.“Waar ga je heen?”, vraagt een kennis aan me. “Naar Verweggistan,” is mijn bondige antwoord. Hij is ondertussen wel gewend aan enigszins vreemde namen en lastige routebeschrijvingen, maar moet er deze keer toch iets over kwijt. “Voor mij is het allemaal Verweggistan waar je heen gaat. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de dingen die jij soms beschrijft hier in Europa gebeuren, laat staan dat ik de onuitspreekbare plaatsnamen daadwerkelijk in ons werelddeeltje kan vinden.”Jammer, denk ik, want die vreemde en (volgens de kennis) ‘gevaarlijke’ plekken liggen soms niet eens zo gek ver. Europa is misschien wel de meest diverse plek ter wereld. Als Verweggistan ergens ligt, dan moet het wel in Europa zijn.Spittend in kaarten, turend op oude wereldbollen, speurend in bijna verpulverde reisgidsen kom ik namen van oude vergeten landen en volkeren tegen, maar nergens wordt er gesproken over de weg naar Verweggistan, of over Verweggiërs, Verweggianië of Verweggierijk. Ook alternatieven als Afgelegerije komen nergens in voor. Halfweg en Heelweg, daar moest ik het mee doen, maar dan ben je er nog niet. De kennis lacht als hij het teleurstellende resultaat van mijn speurtocht hoort: “Misschien heet het wel Fata Morgana of Hersenspinsel.” De niet aflatende, irritant klinkende pieptoon die me abrupt uit mijn droom wegrukt, bewijst dat de wekker, die om 5 uur in de morgen afloopt, een gewillig type is. Moeizaam kruip ik het warme nest uit. Ik hoop ineens dat Verweggistan aan het eind van de straat ligt en dat ik dadelijk met mijn droom verder kan. Mijn XT brengt me gelukkig op andere gedachten. De aluminium koffers, de allroad banden met ietwat grover profiel, de schapenvacht op de buddy, hij is klaar voor het grote avontuur.Het is stil op de weg en de mist die over het land hangt zorgt zelfs dat de koeien aan mijn zicht worden ontrokken. De grensloze grens wordt zorgeloos genomen en het geel–zwart van de kentekens op de auto’s die net als ik oostwaarts rijden, wordt al snel overwegend zwart-wit. Weten ze wel waar ze heengaan? Het oude stadje Monschau leek me een mooie plek om de expeditie vandaan te starten. Het is voor velen bekend gebied en mijn teamgenoten zijn er inmiddels ook gearriveerd. We voelen ons Karavanisten, een zelf bedacht woord dat mooi in het Verweggistaans woordenboek zou passen. ‘Volg de bochten’, schreeuwen de borden direct na vertrek, om vervolgens met satanische wreedheid een einde aan de stuurpret te maken door via een ‘Baustelle’ naar een zielloos dorp te gaan. ‘Monreal’ staat er even verderop op een bordje, hetgeen in het Frans bijna ‘echte berg’ zou betekenen. Maar niet bij de ‘zwart-witten’, want het hoogteverschil tussen Monreal en de zeespiegel zal nauwelijks meer dan een meter zijn. Wat wel veel hoger is, is de uiterst scheve kerktoren van Mayen. “Hier heeft de duivel een hand in gehad,” weet de waardin van de plaatselijke Stube ons te vertellen. “Omdat er geen kroeg maar een kerk werd gebouwd heeft hij de spits in de hand genomen en er een slinger aan gegeven zodat deze nu krom en gedraaid is.” Ze kijkt even om zich heen en knikt: “Echt waar hoor!” We vervolgen onze weg en komen steeds meer geheimzinnige aanwijzingen tegen. De ene gaat richting ‘Umleitung’ en de ander naar ‘Ausfahrt’. Gelukkig komen we er voorlopig nog niet, want de weg erheen wil je gewoon niet missen. Slingerend door eindeloze dalen en over heerlijke heuvels, gadegeslagen door molenwiekende windvangers, komen we aan bij een rivier met bekende naam, de Rijn. Moeizaam duwen vrachtschepen hun lading stroomopwaarts. De rivier baant zich een weg door het landschap dat vooral in de buurt van St. Goar bijna Verweggistaans mooie trekken krijgt. Bovenop een machtige klif huisde eens de verleidster Lorelei, die met haar gezang menig schip reddeloos tegen de klippen liet varen. Een verderfelijke bezigheid natuurlijk, die onder het wakend oog van de vele burchtheren plaatsvond. Lorelei verdween, misschien wel tegelijk met de burchtheren. Wat rest zijn de ruines van hun kastelen. Toch voel ik de aanwezigheid van een onbestemd en ver land naderbij komen. Wanneer we via Frankenstein het dorp Neidenfells binnenrijden weet ik het zelfs zeker: Verweggistan is dichterbij dan ooit. Een gebied als dit, waar gloeiwormen elk jaar een festival houden, is daar toch bij uitstek de aangewezen plek voor?Uitgegloeid komen we in Triberg aan en er vallen direct twee zaken op. Het eerste is de aankondiging dat met zijn ruim 160 meter lengte hier Duitsland’s hoogste waterval te bewonderen is. En ten tweede dat de koekoeksklok niet uitgestorven, maar nog ‘sehr lebendig’ is. We bekijken de waterval die meer wegheeft van een snel naar beneden stromende beek dan een echte waterval en worden voor de tweede maal beetgenomen, wanneer we het aangekondigde bergmeer bereiken dat nauwelijks de benaming visvijver mag dragen. Jammer, want Triberg is zonder deze overdrijvingen mooi genoeg voor een bezoek, dat blijkt ook uit de hoeveelheid motorrijders die het plaatsje aandoen.We gaan verder op zoek naar Verweggistan en rijden via een niet aflatende stroom bochten naar ‘Die grosse Bodensee’. Het is warm en op het grote meer dobberen ontelbare zeilbootje futloos heen en weer wachtend op een zuchtje wind. Op de smalle strandjes rond het meer zoeken honderden mensen verkoeling in het water. We stoppen bij een café en kijken naar de vele open auto’s van waaruit vooral veel wat oudere heren onze blikken controleren op enige vorm van goedkeuring. Ook het meer verraad geen geheimen, weten we na een poging om er achter te komen of op de bodem ‘het verdronken land van Verweggistan’ ligt. Het geeft in ieder geval wat verkoeling, want in deze hittegolf ligt de avontuurlijke geest een beetje op apegapen. We rijden in een rustig tempo nog een stukje verder. Plots duikt er in de verte een machtig massief op. De imponerende bergen verschijnen zwart en dreigend aan de horizon. Tegen de wanden staan kastelen. Nou ja, hangen is misschien een beter woord, want sommige lijken er wel tegenaan gelijmd te zijn. Een doet me denken aan de mierzoete serie over Keizerin Sisi, zo taartachtig ziet het eruit. Dat blijf ik maar raar vinden, een keizerin naar een frisdrank vernoemen. Of was het andersom?De bergen fungeren als onneembare muren en de slingerende wegen die ertegenaan geplakt zijn lijken betoverend op ons te werken. Gebiologeerd volgen we bocht na bocht na bocht, alsof de weg onze aandacht van het landschap erachter wil afleiden. Hoger en hoger stijgen we in het landschap, waar de enkele rivier die er doorheen durft te stromen zijn woestheid eindigt in een meer waaruit ontsnappen onmogelijk lijkt. Verder gaat de tocht en we denken eindelijk een doorgang gevonden te hebben wanneer we tot staan worden gebracht door een slagboom. “Hier wordt tol geheven,” zegt een strenge man. Hij knijpt heel even met zijn ogen en onderdrukt een glimlach op zijn gezicht als ik hem vraag of dit de langverwachte opening naar Verweggistan is. “Misschien,” mompelt hij, “misschien.” De hitte drukt op ons en we kunnen de verleiding niet weerstaan de kleren uit te trekken voor een zeer snelle duik in het ijskoude water van een van de brutale bergstromen. De afkoeling zorgt voor hernieuwde energie en die hebben we hard nodig, want we sturen daarna nog uren over wild slingerende wegen, voordat we op een plek komen waar we kunnen overnachten. Het is ook tijd om onze oren bij de lokalen te luisteren te leggen, want waar zitten we eigenlijk? “Daar,” zegt de jongeman, wijzend naar een berg. Ik volg zijn vinger langs een bomenrij naar boven. “Daar waar de bomen stoppen, daar is het,” legt hij uit. Ik kijk en zie iets van een dak boven op een kale rots. “Ga daar morgen maar eens kijken,” wordt ons aangeraden. We staan de volgende morgen vroeg bij de poorten van een kassa, die ons toegang zal verschaffen tot een merkwaardige plek. De tocht erheen moeten we met een bus afleggen, met spijt in het hart laten we onze trouwe motoren achter. Via de luidsprekers in de bus wordt ons de mooiste pas van Europa beloofd, maar dat nemen we niet serieus, want die kun je alleen beleven op de motor en nooit vanuit een touringcar. Die laatste brengt ons eerst naar het destijds 150 miljoen mark kostende theehutje van een verderfelijk man, Adolf Hitler. “Kaart afstempelen en in marstempo naar de lift,” klinkt de eerst zo vriendelijke stem ons nu weerbarstig in de oren. De lift slingert ons vervolgens 160 meter naar boven waarna we op de plek staan waar Adolf Hitler in totaal 13 maal heeft staan te dromen, misschien wel over Verweggistan. Zijn droom van een onmetelijk rijk werd voor miljoenen mensen een nachtmerrie en het is ongelooflijk dat hij in deze wonderschone omgeving niet tot inkeer is gekomen. Die avond, moe geworden door nog veel meer tollende wegen, slaan we het bivak op in een prachtig stadje met de naam Cesky Krumlov, waar mensen in het water naast hun boten lopen. “Dat is toch wel erg vreemd,” hoor ik vanuit de groep. De in mierzoete kleuren geschilderde kerktoren in het oude centrum vormt een schril contrast met de machtige burcht erachter. De vele nauwe straatjes en steegjes zijn spannend, maar de warmte die er tussen is blijven hangen maakt ons loom, alsof de natuur erover waakt dat we Verweggistan niet opmerken. Zou het echt? Dit alles bedenken we ons natuurlijk pas wanneer we de volgende ochtend een lichte regenbui inrijden die de lucht fris en open maakt en ons weer helder laat denken.We hebben vandaag een forse rit voor de boeg. Het eerste gedeelte volgen we nog de mooie landwegen door een glooiend gebied. De wegen zijn smal maar verlaten, de kwaliteit is prima en de bochten zo talrijk dat je bijna vergeet hoe een rechte weg eruit ziet. Maar tijd is deze dag niet onze vriend dus moeten we het landelijke verruilen voor het moderne snelle leven op de autoweg. Na al het gedraai en gezwier, valt het niet mee de aandacht erbij te houden. We vechten tegen slaapaanvallen en bedenken ons dat het rijk der Verweggistanen waarschijnlijk aan het einde van deze weg ligt, die niemand ooit bereikt. Auto’s op parkeerplaatsen kondigen de eerste snurkpartijen aan en wij moeten enkele krachtige koppen koffie drinken om onze poging vol te houden. Lukt niet en dus verlaten we de snelweg en volgen borden naar Oswiecim. De naam is niet bijzonder, totdat je beseft dat dit plaatsje een andere naam draagt die door velen met afschuw wordt uitgesproken. Auswitsch staat voor zinloos geweld en haat. Het is een plek waar je zo ver verwijderd bent van alles wat beschaafd en vredig is, zou het ook Verweggistan kunnen zijn? Onze zoektocht kan en moet hier niet eindigen. De volgende dag gaan we ietwat uit het veld geslagen weer op pad. In onze hoofden draaien beelden rond die niet in ‘ons’ Europa thuishoren. Het duurt lang voordat we dankzij de verscholen dorpjes in luisterrijke dalletjes en een lieflijke omgeving weer op het goede spoor zijn teruggekeerd. Maar goed ook, want voor ons doemt het Reuzengebergte op en die neem je niet zomaar. En alsof de reuzen het op ons gemunt hebben, moeten we ons erdoor vechten, geteisterd door regen en mist die ons het zicht ontnemen. Mijn XT geeft niet zonder slag of stoot op en werpt dapper het licht van de koplamp in het duister. Ergens hier in de buurt moeten rotssteden zijn, maar in dit hondenweer kan Verweggistan niet liggen en dus gaan we verder.Als het opklaart hebben we de reuzen achter ons gelaten, maar heeft het gevaar zich anders gekleed, nogal schaars om eerlijk te zijn. Vrouwen langs de kant van de weg proberen ons te verleiden en tegen de klippen te laten lopen. Allemaal Lorelei’s? Wij blijven trouw aan onze motoren en het enige rubber dat wij gebruiken, is dat van onze banden. “De betovering wordt heftiger,” roepen we naar elkaar, maar bieden weerstand. Als we de volgende dag in het plaatsje Pirna in een museum naar de restanten van een ander Fata Morgana, de DDR, kijken, bedenk ik me dat wij, net als vele anderen, soms dromen hebben die misschien wel bedrog zijn. In een ultieme poging Verweggistan te vinden rijden we naar de Harz, het heksencentrum van Duitsland. En weer die weg die zich in allerlei bochten wringt om ons van ons doel te weerhouden. Zou het dan toch? Nee, besef ik me niet veel later terwijl ik me volledig overgeef aan het ritme van de schitterende weg. Verweggistan ligt overal en nergens. In dit prachtige gedeelte van Europa, in de bergen en dalen, de rivieren en meren. In de bochten, de dorpen en stadjes, de burchten, torens en kastelen… Ja zelfs in de reuzen, de vrouwen, de mist en de regen. Geen heks die daar ook maar iets aan kan veranderen!________________________________________[INFOKASTEN]VERWEGGISTANDe zoektocht naar Verweggistan is een initiatief van Ride-on MotorTours, die deze reis thans onder de naam ‘Centraal Europa Tour’ in haar programma heeft opgenomen (20 t/m 29 september 2010). De tiendaagse reis voert van België en Duitland richting Oostenrijk, Tsjechië en een klein stukje Polen, om vervolgens in de Duitse Harz te eindigen. Per dag leg je tussen de 150 en 450 kilometer afDag 1 > Mayen (D)Vanuit Monschau nabij Aken gaat het via een mooie route door de Eifel en de Haute Fagnes. Afstand ca. 150 kmDag 2 > Triberg (D)Het eerste deel voert door het stroomgebied van de Rijn, aansluitend gaat het via het Nordpfalzer Bergland en een aantal natuurparken zuidwaarts naar Triberg in het Schwarzwald. Afstand ca. 430 kmDag 3 > Waal (D)Eerst een stukje langs de Bodesee tot vlakbij Zwitserland, daar buigt de route af naar het oosten en gaat verder door het Oberschwabische land. Afstand ca. 285 kmDag 4 > Berchtesgaden (D)Via het noorden van Oostenrijk, door de bergen, gaat het verder oostwaarts naar Berchtesgaden, de plek waar Adolf Hitler zijn Adelaarsnest had. Afstand ca. 285 kmDag 5 > Cesky Krumlov (CZ)Vanuit de bergen in het Duits-Oostenrijkse grensgebied loopt de route via het stroomgebied van de Donau en langs het prachtige Passau naar het Tsjechische Sumavegebied en Cesky Krumlov, één van ’s werelds mooiste steden. Afstand ca. 310kmDag 6 > Kutna Hora (CZ)Door heerlijk glooiend landschap met vele boerendorpjes naar het middeleeuwse Telc en aansluitend door naar Kutna Hora met kathedraal vol mensenschedels en botten. Afstand ca. 260 kmDag 7 > Rokytnice (CZ)Het verbluffende Reuzengebergte in het noorden van Tsjechië staat op het programma, evenals een klein stukje Polen. Afstand ca. 220 kmDag 8 > Frauenstein (D)Een mooie rit door veel kleine dorpjes op zoek naar een groep ‘rotssteden’, aansluitend naar Theresienstadt. Afstand ca. 265 kmDag 9 > Benneckenstein (D)Een mooie route over de Duitse landwegen naar de Harz. Afstand ca. 340 kmDag 10 > Huiswaarts. Totaal gereden afstand ca. 2650 kmCONTACTRide-On MotortoursAsterstraat 127255 XW Hengelo (Gld)T 0575-463136E info@ride-onmotortours.comI www.ride-onmotortours.com