Reizen Sierra Nevada
In het hoogste gebergte van het Iberische schiereiland is de hemel ronduit dichtbij, terwijl de volledig dicht gebouwde Costa del Sol toerisme-horror aan de Middellandse Zee al heel snel ver weg is. Wie de verre reis naar het Spaanse Andalusië niet schuwt, vindt in de Sierra Nevada een waar bochten walhalla!
Werd je niet door je ouders meegesleept het vliegtuig in voor een zon-zee-strand-vakantie naar Torremolinos of Malaga aan de Costa del Sol, dan bleef Andalusië een ver-van-mijn-bed-show voor je. Met de auto of motor erheen? Vergeet het maar. Maar we leven al lang niet meer in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. En tijden veranderen. Behoorlijk zelfs. En dan kan het maar zo, dat je ineens onderweg bent met een flink bepakte R1200GS, om via Frankrijk door de Pyreneeën naar dit deel van de Spaanse Middellandse Zeekust te gaan. Bijna lege snelwegen, cruise-control, dan gaat zo’n reis zelfs verbazingwekkend veel sneller dan vooraf verwacht. Al krijgen we daar vlak voor Valencia wel de rekening voor gepresenteerd: 36 euro aan tol. En dat nog buiten de Franse tol. Oef! Nou ja, snel vergeten.
Datzelfde doen we ook met het kortstondige bezoekje aan Mojácar Playa, waar appartementencomplexen en hotels als onkruid woekeren. En ook van de bijna 350 vierkante kilometer aan tuinbouw- en akkervelden, waar loonkorting en moderne slavernij hoogtij vieren, worden we allesbehalve vrolijk. Maar nu over naar de zonnige kant van het leven. De AL 5105 slingert zich in zuidelijke richting als een grijze slang van het blauw van de Middellandse Zee naar het groen/bruin van de cactuskoloniën in het binnenland. Aansluitend gaat het naar Cabo de Gata, naar een lang, nog altijd ongerept zandstrand met daarop diverse boten. Sommige worden middels een handlier aan land getakeld, anderen verkeren in een grotendeels verrotte staat, wat het geheel een enigszins pittoreske uitstraling geeft. Een prachtig gezicht eigenlijk.
Vandaag staat er nog een laatste uitdaging voor de GS Rallye op de agenda: de klim naar vuurtoren Faro de Cabo de Gata. Waarbij een beetje haast geboden is, willen we nog kunnen genieten van de zon die langzaam in de Middellandse Zee zakt. We zijn net op tijd, het wateroppervlak baadt in een zachtgeel/oranje licht, een zachte bries maakt de temperatuur meer dan aangenaam. Niet veel later serveert de keuken van het hotel kunstig gearrangeerde calamares op een grote schaal, terwijl de overige gasten in een wurggreep worden gehouden door een voetbalwedstrijd op de TV. Tijd voor bed!
Oogverblindend wit, als de tanden van stervoetballer Ronaldo, komen de andere ochtend de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada aan de horizon in beeld. Sneeuw in Andalusië? Dat willen we van dichtbij zien. We werken ons door de vele rode verkeerslichten van provinciehoofdstad Almeria en zetten koers richting de ruige Sierra de los Filabres. Een deel van de route oogt enigszins bekend. Niet verwonderlijk, bekende westerns als Once Upon a Time in the West en A Fistfull of Dollars blijken hier opgenomen. Het is ook een fantastische omgeving en daarom laten wij de GS verder draven over de asfaltprairie. Net achter Gérgal geeft Andalusië alvast een voorproefje van wat het aan diversiteit voor ons in petto heeft.
Een eenzaam en verlaten landschap bijvoorbeeld. En verbazing! Niet alleen over het indrukwekkende landschap, maar ook over randzaken. Zo worden we op weg naar de grootste sterrenwacht van Europa, het Centro Observatorio Astronómico op de 2.168 meter hoge Calar Alto, in een haarspeldbocht plotseling geconfronteerd met een oranje monster uit wiens stalen bek grote witte brokken vallen. Een sneeuwploeg! Het moet niet veel gekker worden.
In een vloeiend tempo dansen we vervolgens van de Calar Alto naar beneden richting Las Alcubillas Altas. De AL-3407 wordt omsloten door kleurrijke heidebrem en door harde wind scheef geblazen naaldbomen, waarbij er zich eigenlijk maar één vraag op de voorgrond dringt: is deze weg speciaal voor ons alleen gebouwd? Onbegrijpelijk hoe rustig het hier is.
Op de zuidelijke flanken van de Sierra Nevada liggen de Alpujarras, een heuvelachtig landschap met diepe dalen. Van oost naar west lopen daarbij twee knallers van routes parallel aan elkaar. Hoewel, wat heet parallel. Enerzijds is er relatief rechte A-348/A-44 richting Lanjarón en vervolgens Granada met een totale lengte van zo’n 120 kilometer. Iets ten noorden daarvan echter ligt de beduidend minder rijbewijsgevaarlijke alternatieve route. Als door een kinderhand getekend slingert de weg over de landkaart waarna er op de eindbestemming in Capileira 315 kilometer op de teller staan. Pfff, bedtijd!
Met 3.482 meter is de Mulhacén de op één na hoogste berg van Spanje, enkel de Teide op Tenerife overtreft hem. Vroeger kon je vanuit Capileira met lichte offroads nog richting de top rijden, maar tegenwoordig is die enkel nog te voet bereikbaar. Onze voeten laten we echter liever gewoon op de voetsteunen staan, want ook onderaan de Mulhacén weet de Sierra het gemoed nog met gelukshormonen te vullen.
Bijvoorbeeld met de prachtige witte huizen van Capileira, Bubión, Pampaneira en andere pittoreske dorpjes, die als een soort acrobaten aan de bergflanken kleven. Alsof de zwaartekracht geen invloed op hen heeft! Het landschap is werkelijk een aaneenschakeling van bijzondere indrukken. Er staat een rondrit op de planning vandaag, verschillende fotostops en oneindig veel alternatieven naar de beide hoofdroutes door de Alpujurras gooien de planning echter volledig overhoop. Wie als doorgewinterde toerrijder zijn navigatiesysteem, of wat meer analoog zijn roadbook, eens van goed voer wil voorzien, doet er goed aan om in ieder geval de volgende bestemmingen in te voeren: Pampaneira, Órgiva, Almegíjar, Notaez, A-345, GR-5202, GR-6202 en Embalse de Benínar. Deze laatste, een grandioze coulisse rond een stuwmeer, is een absolute must.
Na veel kort kap- en draaiwerk over de kleine weggetjes opent zich na een tijdje een wat bredere pas over de tweeduizend meter hoge Puerto de la Ragua, waarna het niet veel later voorbij gaat aan de burcht van La Calahorra, die liggend op een grote heuvel over het gelijknamige dorp uitkijkt. Guadix wordt aangedaan, het Alhambra in Granada bezocht en via Bubión gaat het aansluitend weer terug naar Capileira. Na 325 kilometer verwelkomt het gelige stadslicht ons in het schemerdonker weer
Vandaag is alweer onze laatste dag in de Sierra Nevada, er staan dan ook iets minder kilometers op de agenda. “Jamón, Jamón”, klinkt het veelvuldig in het ‘hamdorp’ Trevélez, zodat we al snel aan quasi ons tweede ontbijt zitten. Heerlijke ham in overvloed, naar een bakker voor het bijbehorende brood is het echter even zoeken. Hoeft ook niet allemaal in één keer op. Voor een flinke 70 euro aan bijzonder smakelijke eetwaar hebben we gekocht, en daar is best nog wel ruimte voor in de aluminium koffers. En anders maken we er ruimte voor!
Via Nieles, Timar en Motril willen we toch weer even de zilte lucht van de Middellandse Zee opsnuiven. Bij Almuñécar echter, houden we het alweer voor gezien. Beton domineert hier de wat optimistisch tot Costa Tropical gedoopte kuststreek, niet echt het aanzien waard. Na de afslag richting het meer landinwaarts gelegen Otívar is het echter een kwestie van doorademen, doorschakelen voor het weer à la ‘stairway to heaven’ de bergen in gaat. Citroenbomen en abrikozen zonnen op de vruchtbare oevers van de Rio Verde, waarna de A-4050 dwars door de Sierra del Chaparral en de Sierra de Albuñuelas zaagt. En wel op zo’n enerverende wijze dat de flanken van de banden het er warm van krijgen!
Een uurtje of twee later zijn die alweer flink afgekoeld. Via een waar netwerk aan haarspeldbochten zijn we de Mulhacén weer op gereden, dit keer vanaf de kant van Granada. Een miezerige twee graden vermeldt de boordcomputer, wanneer we op 2.500 meter hoogte in het skioord Pradolla zijn. Hier smelten witte wolken succesvol samen met het wit van de sneeuw, laten in het midden wat land en wat lucht is. Voor de nabijgelegen Pico del Veleta is het bovendien een koud kunstje om zich te verstoppen vandaag. De Veleta is met 3.384 meter ook de hoogst berijdbare punt van Europa, zij het dat je daar wel een speciale ontheffing voor moet hebben. Of je moet je als passagier inschepen in een van de vele minibusjes, want deze opmerkelijke bergketen van de Sierra Nevada geniet al sinds 1989 de status van nationaalpark en is daarom afgesloten voor regulier verkeer.
Het loopt alweer vlotjes richting het eind van de dag. Terug naar Granada daarom, voor een laatste blik op de Alahambra, een prachtvoorbeeld van hoe indrukwekkend mooi Islamitische bouwkunst kan zijn. En dan redelijk op tijd naar het hotel, morgen staat de lange terugreis op het programma immers. De zware, warme motoroutfit worden geruild tegen wat luchtiger vrijetijdskleding en vanaf het terras genieten we voor een laatste keer van de heldere hemel! Salud!!