+ Plus

Reizen Schotse Highlands

Machtige Keltische goden hebben lang geleden met een enorme ploeg een landschap uiteengereten tot een land dat we tegenwoordig kennen van familieclans, oeroude tradities, eindeloze meren, woeste natuur, indrukwekkende kastelen, geruite kilts én verfijnd goudbruin destillaat: Schotland. Wij trokken met onze verchroomde strijdrossen door het visitekaartje van dit ruige maar o zo wonderschone land: de machtige Highlands. Behoedzaam rijden we buik van de Princess of Norway uit richting de uitgang van de terminal. Natuurlijk zijn we op de hoogte van het primaire gevaar van het links rijden, maar bij onvoorziene situaties neemt het automatisme nu eenmaal de overhand, wat weer tot vervelende zaken leiden. En onze oplettendheid wordt direct op de proef gesteld door de grote hoeveelheid rotondes waarmee Newcastle is gesponsord. Een sprong in het diepe, maar wanneer we later op de provinciale weg en snelwegen richting het kustplaatsje Oban rijden, gaat het er gelukkig een stuk ontspannender aan toe. Na een uitstekende lunch cruisen we vanaf Carlisle over de lichtglooiende snelweg richting Glasgow. De lucht is betrokken en het begint zachtjes te regenen, maar dat deert niet. De beide Vines & Hines Longshots blaffen hun zware db’s uit over het asfalt en we voelen ons king of the road. Omdat we volledig opgaan in deze roes zijn we niet echt bij de les op het spaghetti wegennet rond Glasgow. Tevergeefs vraag ik de weg bij een tankstation. Het begint inmiddels harder te regenen en onze kletsnatte routekaart vertoont, net als mijn geduld, al wat scheurtjes. Glasgow oogt nat en grauw, net als iedere andere druilerige, verregende grote stad. De bevlieging om de stad in te rijden verliest het van de drang er zo snel mogelijk uit te scheuren. Gelukkig is het inmiddels wel droog geworden. Na wat aanwijzingen van een behulpzame Schot zetten we koers richting het kustplaatsje Greenock, niet ver van Glasgow. Daar pakken we de ferry en raken aan de praat met een goedgebekte Schot, die ons vele bezienswaardigheden aanwijst op de reeds doorweekte kaart, evenals een mooie route naar Oban. We nemen dankbaar afscheid van de Schot en geven gas zodra we weer aan wal staan. De vriendelijk glooiende heuvels veranderen van karakter naarmate onze tocht vordert richting hogere klippen waarvan de pieken onbegroeid zijn. En we rijden nog maar aan de voet van de Highlands. We laten de bewoonde wereld achter ons, wat rest zijn enkele dorpjes met een oude kern en de vanzelfsprekende kerk als middelpunt. Industrie is hier niet of nauwelijks. Het lijkt alsof we een paar kilometer door een tijdmachine zijn gereden en daardoor in een andere wereld zijn beland. De dichte bebossing is intens en meerdere watervalletjes denderen over de bergwanden naar beneden. We steken over oude, bemoste bruggetjes en absorberen het oude Schotse landschap met volle teugen. Verkeer is er ook niet of nauwelijks. Hier heerst bijna volledige rust, enkel wijzelf zijn de oorverdovende spelbrekers. Waarschijnlijk tergen we daarmee de oude Keltische goden, want het regent pijpenstelen ondertussen. Gezicht- c.q. halsdoek raakt doorweekt en het water sijpelt langs m’n liezen en onderbenen. Halverwege de avond komen we verkleumd aan in het kustplaatsje Oban, onze uitvalsbasis de komende tijd. De plaats kenmerkt zich door de karakteristieke lokale bouwstijl, de vele sfeervolle etalages, boulevard en andere bezienswaardigheden. Door de straffe wind schommelen de talrijke vissersboten in de haven onder een flauwe, ambergele verlichting.. We kapen een Bed & Breakfast en laven onze honger aan een heuse Schotse specialiteit: Chicken Tandori.De volgende dag begint met een traditioneel ontbijt van gebakken eieren, spek, toast en marmelade. De zon breekt door als we opstappen en droogt onze nog vochtige pakken. Het kompas wijst richting Inveraray Castle en in het volle daglicht ervaren we pas echt de prachtige kleurschakeringen van het landschap. Uitgestrekte meren liggen aan de voet van beboste heuvels. De tijd lijkt hier stil te hebben gestaan en onze zintuigen worden voortdurend geprikkeld door prachtige natuurlijke schouwspelen. De provinciale weg slingert bochtig om de meren heen, afgeschermd door een muur van soms ondoordringbaar oergroen. De omgeving ademt robuuste rust uit en het is niet moeilijk voor te stellen dat de ruige omstandigheden hier de karakteristieke eigenschappen van de Schotten versterken. Ondertussen is er alweer wat hemels vocht over ons heen gesprenkeld. De doorbrekende zon veroorzaakt lichtharpen in de mist van de dichte bossen en ook het slingerende asfalt dampt voor ons in het tegenlicht. Kraakhelder water klettert langs de bergwanden en door kreekjes. Het wegennet is fantastisch, maar de toplaag van het wegdek lijkt op een te lang gebruikt grofkorrelig schuurpapier. We beschouwen het maar als een completering van het ruige totaalpakket van dit land. In het mooie dorpje Inveraray aan Loch Inveraray, een zoutwatermeer. Verbazingwekkend aangezien we ons hier diep in de binnenlanden wanen, toch blijkt het meer een open verbinding met zee te hebben. De kaart beaamt dit, de inhammen vanuit zee zijn werkelijk immens. Iets verderop ligt het kasteel Inveraray, een prachtig kasteel waar we ruim de tijd nemen voor het maken van foto’s. Aansluitend besluiten we om een eind rond het Loch Fyne heen te toeren. Wind, zon en regen zijn vandaag verwikkeld in een grillig samenspel. Richting Largiemore stoppen we bij een brede rivierbedding. Het zoete water stroomt van hier naar het zoute loch en we zoeken met succes naar mosselen tussen de enorme trossen bruin zeewier. In het zonnetje zittend bekijk ik de kaart welke meren nog meer een bezoekje waard lijken en noteer deze in m’n ‘lochboekje’.Na een heerlijk avondmaal besluiten we wat sfeervolle opnames in Oban. Er is redelijk wat volk op de been, nagenoeg allemaal in uitgaanskleding, aangezien het zaterdagavond is. Ideaal, aangezien een echte fotosessie natuurlijk niet compleet is zonder wat kortgerokte dames bij onze Intruders. Twee meiden die aan wat specifieke eisen voldoen poseren voor een pub bij onze machines. Ze laten zich gewillig fotograferen onder het toeziend oog van hun vriendjes, die zich stuk voor stuk ’s morgens voor werk eerst bij de reclassering lijken te moeten melden. Even later komt er een ook nog een vent met een traditionele Schotse kilt bij de motoren staan. Ook prima fotovoer en hij geeft te kennen best even te willen zeker even poseren. Al met al een gezellig avondje, al wordt het dan toch wel tijd om de blokhut met bloemetjesbehang op te zoeken.De volgende ochtend arriveren we in toeristische Fort William waar we ons in een wapenwinkel vergapen aan de hardstalen souvenirs. Vervolgens koersen we naar Ben Nevis, met 1.344 meter Great-Brittain’s hoogste berg. Naarmate we klimmen over een heerlijke slingerweg wordt de bebossing rondom veel minder. De ruige ondergrond wordt hier niet meer gecamoufleerd door het tanende herfstgroen. De scheidingen tussen de verschillende landerijen worden gevormd door tijdloze muurtjes van zwarte keien waarachter Schotse Hooglanders ons vanaf veilige afstand vanonder hun rode bobtail aangapen. Een glinsterende witte slang van asfalt kronkelt voor de motoren uit tussen de majestueuze bergen door. Het zonlicht en de bewolking creëren een lappendeken van schaduwen en heldere lichtvlekken in het adembenemende landschap. We voelen ons nietig, maar tegelijkertijd ook geestelijk rijk wanneer we dit schouwspel tot ons nemen. Bergstroompjes zoeken zich een weg tussen de rotspartijen door in een ongeorganiseerd woest landschap waar iedere klip, plant of druppel toch zijn perfecte plek lijkt te hebben. Als ik ooit op de motor door de hemelpoort rijd, dan mag wat mij betreft dit de eerste blik in het eeuwige paradijs zijn. We rijden verder naar Fort Augustus, oftwel het begin van Loch Ness. Er is hier veel meer toeristische activiteit omwille van een stukje historisch fictie. Een Tornadojager van RAF jakkert strak over het meer. Wij grijnzen. Als gevolg van deze inspiratieboost geven we flink gas langs de oevers van het uitgestrekte meer en bezoeken even later het Urquhart Castle. De behulpzame manager van dit kasteel staat ons toe dat we de motoren in de buurt van de ruïnes mogen fotograferen. Afgezien van de legende rond Loch Ness, is het hier verder niet erg bijzonder. Weinig te beleven eigenlijk en dus keren we terug naar de blokhut.We besluiten om ons tijdens een van de vele Highland Games goed te amuseren aan de ongetemde krachten van de ruige noorderlingen. Op de plaats van bestemming, ruim 100 mijl naar het oosten, horen we dat de games zijn afgelast vanwege de extreme regenval van de laatste weken. Als we aangeven dat ons dat enigszins tegenvalt van een volk dat toch als volhardend te boek staat, krijgen we in onvervalst Schots te horen: “Het werd door de Engelsen georganiseerd en ook door hun afgelast!” We druipen lachend af naar een Countryside fair met een overvloed aan stands met jachtgerei, houtsnijsnuisterijen, wiskeyproeverijen, petsupplies en nog veel meer. Animatieridders tonen, met een prachtig Schots kasteel als decor, hun strijdkunsten te paard en zwepen daarbij het publiek op. Er worden hondenshows gegeven en uiteraard prijzen uitgedeeld. De sfeer is zeer goedmoedig. Het geheel wordt prettig overstemd door de schelle tonen uit de doedelzakken van trotse spelers in uniform. Naast de prachtige jachtvogels, die je van dichtbij mag bekijken, passeren er ook een hoop vreemde vogels, daarmee doelend op de soms vaak nogal opvallend geklede country deernes die er rond lopen. Kun je de hele daag naar kijken, desondanks besluiten we even later af te taaien. De modder koekt aan onze broeken en laarzen. Nadat ik m’n motor gestart heb klap ik mezelf zoals gewoonlijk een keer met de vuist op de borst. Een vochtige walm ontsnapt vanonder m’n harnas, maar niet aan mijn neus. Op advies van onze ferry begeleider koersen we vandaag richting Loch Duich waar het kasteel van Eilean Donon staat. Deze oude vesting vormde ooit het decor voor de film The Highlander. Ik stap op de motor en voel dat m’n zitvlak protesteert. Armen voelen wat verstijfd en een starre pijn in nek en schouders maken de verre van comfortabel. De troosteloze hemel zit gevangen in een pak grijze watten. De regen valt loodrecht naar beneden, geen zuchtje wind te bespeuren, ook geen spoor van eventuele opklaringen. We kijken elkaar aan en halen de getergde schouders op. Onze Intruders beginnen tegelijk te blaffen. Binnen no-time zijn we doornat, maar echt koud hebben we het niet, nog niet. Via de A82 naar Invergarry nemen we de afslag naar het oosten via de A87. De mate van regen wisselt per dal, gebergte of water waar we langs rijden. Soms steekt er ineens een straffe wind op, die even snel weer gaat liggen terwijl ook de regen verdwijnt. En niet veel later is het mistig in de bergtoppen en slaat de regen weer striemend tegen het lijf. Er is geen peil op te trekken. Wat ons ook opvalt is dat er tot dusver geen wegen over de bergen liggen zoals in bijvoorbeeld Zwitserland. Alle provinciale wegen lopen hier netjes om de bergen heen, wat niet wegneemt dat we wel met hoogteverschil te maken hebben. Ook is er bijna geen verkeer op de weg, op een enkele vrachtwagen na die met veel luchtdruk regenwater in onze snufferds perst. Gelukkig hebben we vandaag onze politiek correcte helmen weer vastgesjord en de oordoppen ingepropt. In het enorme weidse landschap denderen vanaf de kale bergtoppen honderden watervallen in slowmotion naar beneden. Donkere paars-en groentinten reiken zijdelings hoog in de hemel en worden onderbroken door gladde bruinzwarte klippen en wit neerstortend water. Het magnifieke gebergte links van ons reflecteert in een helder stuwmeer. We minderen vaart om het schouwspel te absorberen. Zeker nu het weer wat droger begint te worden nemen we uitgebreider de tijd om de omgeving beter te leren kennen. Terwijl de Intruders door het inmense landschap bulderen besluipt een gevoel van prettige eenzaamheid me. Het is hier grauw en verlaten tussen deze onheilspellende bergen met hun grillige weersomstandigheden, maar toch werkt het als een katalysator op mijn geestelijke gevoel in. De Keltische goden voorzien dit gebied nog immer van alle ingrediënten om stervelingen ontzag in te boezemen. De avondschemer is al ingezet als we bij Eilean Donan Castle aankomen. Het is droog. Het kasteel staat op een eilandje dat middels een brug met de rotsachtige oever verbonden is. We nemen de tijd om het van een afstandje te bekijken. De hemel doet krampachtig doch vruchteloze pogingen om open te breken. Loch Dulch ligt er spiegelglad in schier matte kleuren bij. Het voelt als kijken naar een tijdloos schilderdoek van een oude meester. Het druppelt weer als we de machines starten en op terug gaan naar onze warme mand met bloemetjesbehang.Regenwater teistert het landschap om ons heen, plenst op de wegen en tergt twee motorrijders die het land zuidelings doorkruisen. We willen zoveel mogelijk kilometers maken en onderweg het aantal kijkstops beperken. Aan de horizon lijkt het helderder te zijn dan hier, een aanblik die ons hoopvol stemt. We snijden door een moerassig gebied waarna vervolgens de ruigheid van het landschap al snel afneemt. We verlaten de Highlands, of beter gezegd Wetlands. ’s Middags volgt nog een bezoek aan Stirling Castle en vervolgens knallen we langs Glagow over de M74 richting Carlisle. Het is al weer een tijdje droog, maar wanneer we de snelweg verlaten voor de broodnodige stops, zien we dat de overvloedige regen tot veel overstromingen in de dorpen heeft geleid. Het schijnt de afgelopen twintig jaar niet zo erg geregend te hebben. We nemen aan het eind van de toerdag onze intrek in een Bed & Breakfast die de typische mix van lieflijkheid en goedkope truttigheid combineert. Ook deze vrouw des huizes is weer zeer vriendelijk en behulpzaam, en biedt zelf handdoeken aan om onze motorjacks droog te wrijven. We slaan haar gulle aanbod omwille van het lieve mens d’r wasgoed beleefd af. Het avondeten wordt ons voorgeschoteld in het smalste hotel ter wereld, het Star Hotel in Moffat. Als ongelovigen wordt ons het diner als bewijs voorgeschoteld in combinatie met het Guiness Book of Records. Deze laatste avond moet ik mezelf als bijna geheelonthouder toch bewijzen door een traditionele Haggis te verorberen. Een allegaartje van voornamelijk slachtafval, wat met veel kruiden wordt bereid. Zeg maar de Schotse variant van onze frikandel, maar dan bereid en geserveerd in een schapenmaag. Hoewel alle zintuigen tegensputteren bij de gedachte van wat komen gaat, moet ik toegeven dat het bijzonder goed smaakt! Het gerecht heeft iets weg van een combinatie van ragout en gehaktpastei. Al verdenk ik de kok ervan rekening gehouden te hebben met smaakverzachtende ingrediënten voor z’n culinair onderontwikkelde gasten.Als we ’s ochtends door het raam langs de rode begonia’s kijken zien we dat het stralend weer is. Er is geen wolkje meer aan de lucht te bespeuren. We nuttigen een klassiek ontbijt, maar bedanken voor de witte bonen. Mijn knieën zijn stijf, het achterwerk doet zeer, de onderrug protesteert. Schouders en nek voelen aan of we onze motoren de afgelopen vijf dagen op de rug hebben gedragen. En mijn pak? Is nog altijd vochtig, net als de laarzen overigens, en stinkt naar oude Schotse runderen. Niet getreurd, we kunnen nu lekker opdrogen en uitwaaien op weg richting Newcastle. We besluiten tot een route binnendoor hetgeen ons toevallig bij de schitterende priorij van het rustieke Lanercost doet belanden. Het centrale deel van de priorij staat nog overeind en is ook nog altijd in gebruik, maar rondom is het een wirwar van ruïnes die de tand des tijds amper hebben doorstaan. Het aangrenzende kerkhof is een bezienswaardigheid op zich, al was het alleen al door de aanwezigheid vanwege de eeuwenoude, overwoekerde graven met Keltische symbolen en bijna onleesbare grafteksten. Aansluitend sturen we ook nog even langs de Hadrianus Wall, zo’n geschiedkundig enorm belangrijke plek mag je eenvoudigweg niet overslaan. We weten dat de Romeinen deze muur, die helemaal van de oost- naar westkust van het eiland loopt, lieten optrekken om de woestelingen uit het noorden tegen te houden. En als die verregende noordelingen net zo stonken zoals wij nu doen, kun je de badgrage Romeinen daar niet helemaal ongelijk in geven. We stappen op en rijden verder over Engelse grond. De zon voelt prettig aan als we naar het oosten cruisen. De laatste kilometers richting de ferry gaan over de brede snelweg waarbij we maar al te graag het gas open gooien. Hoewel twee paar schouders protesteren en de windtranen horizontaal langs onze ogen lopen, genieten we toch met volle teugen. We rollen weer aan boord en een paar uur later zien we een paar bruinvissen speels met de ferry mee zwemmen. Ondanks de vele regen is het toch een meer dan geslaagde tocht geworden. Schotland, een land vol historie en ongerepte natuur. Met bewoners die als ruig, zuinig en ongelikt te boek staan, maar zich ontpoppen als zijnde vriendelijk, behulpzaam en bijzonder ruimdenkend en alleen al daarom een diepe, ridderlijke knieval verdienen. Wij biker bunzingen komen in ieder geval weer terug!________________________________________[INFOKASTEN]SchotlandLigging: Noorden van Groot-BrittanniëAfstand vanaf Utrecht: +/- 715 km hemelsbreed, +/- 1.200 km via Eurotunnel (Calais) Buurlanden: Engeland (zuiden), Atlantische Oceaan (westen en noorden) en Noordzee (oosten)Hoofdstad: EdinburghOppervlakte: 78.772 km² (bijna 1,9 keer zo groot dan Nederland)Inwonertal: 5 miljoenHoogste punt: Ben Nevis, 1.344 mToeristische trekpleisters: Loch Ness, Loch Lomond, Edinburgh, Cairngorms Nationaal Park, diverse oude burchten en kastelen, National Galleries of ScotlandTaal: Engels, Laagland Schots (dialect)Schrift: LatijnsMunteenheid: Pond Sterling (GBP)Tijdsverschil: 0 uurKlimaat: De Atlantische Oceaan is van grote, voornamelijk matigende invloed op het Schotse klimaat. Extreme uitspattingen op temperatuurgebied kent het land dan ook niet, ’s winters is het relatief warm, ’s zomer juist weer koel. De meeste regen valt in het westelijke berggebied waar vochtige lucht vanaf de Atlantische Oceaan wordt aangevoerd. Landschap: Ruwweg kun je Schotland opdelen in drie stukken: de Highlands in het noorden, de lagere Central Belt ten zuiden van de Schotse Hooglanden en als laatste in het zuiden het heuvelachtige Southern Uplands. Verder kent het land verschillende eilandgroepen (o.a. Shetlands en de Orkney-eilanden) en een kustlijn van bijna 10.000 kilometer. Beste tijd: De beste tijd om te gaan zijn de voor Europa gangbare maanden van april tot en met september. Schotland heeft de naam dat het er altijd regent, maar dat valt best mee, in Edinburgh bijvoorbeeld ligt het jaarlijkse neerslaggemiddelde onder dat van De Bilt.Wetenswaardigheden: Schotland mag dan lid zijn van de Europese Unie, net als elders in het Verenigd Koninkrijk heeft het een eigen valuta, namelijk de Britse Pond.De makkelijkste manier om naar Schotland te gaan is met de nachtferry: vanaf IJmuiden onderhoudt DFDS een dagelijkse verbinding met het Engelse Newcastle op een paar uur rijden van Schotland. Je vertrekt om 17.30 uur ’s avonds en de andere dag om 09.00 uur kun je uitgeslapen aan je trip beginnen. MotoPlus lezers profiteren deze zomer bovendien van een speciale korting, kijk voor www.dfds.nl/motoplus voor de actievoorwaarden.Contact: www.visitbritain.com________________________________________[STREAMERS]DE BEIDE VINES & HINES LONGSHOTS BLAFFEN HUN ZWARE DB’S UIT OVER HET ASFALT, WE VOELEN ONS KING OF THE ROADWIJ ZIJN DE OORVERDOVENDE SPELBREKERS, WAARSCHIJNLIJK TERGEN WE DAARMEE DE OUDE KELTISCHE GODEN, WANT HET REGENT PIJPENSTELENGEWILLIG LATEN ZE ZICH FOTOGRAFEREN ONDER HET TOEZIEND OOG VAN HUN VRIENDJES, DIE ZICH STUK VOOR STUK ’S MORGENS VOOR WERK EERST BIJ DE RECLASSERING LIJKEN TE MOETEN MELDENWE NEMEN AAN HET EIND VAN DE DAG ONZE INTREK IN EEN BED & BREAKFAST, EEN TYPISCHE MIX VAN LIEFLIJKHEID EN GOEDKOPE TRUTTIGHEID

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...