Reizen Pyreneeën
Tent en slaapzak, gereedschap, binnenbanden en een noodrantsoen. Het zijn nog maar een paar dingen die op de Endurofun-checklist staan, wanneer je aan de Trans Pyreneeën begint. Deze avontuurlijke motorreis voor allroads gaat door de bergen van de Middellandse zee naar de Atlantische oceaan. En dan zoveel mogelijk offroad, dus vooral via gravelwegen, bergpaden, singletracks en onverharde wegen door de bossen.
Je kunt natuurlijk op honderd-en-één manieren met je motor op vakantie gaan. En een van die manieren is heel basic, met roltas achterop waarin een tentje, luchtbed en slaapzak zitten. Plus een noodrantsoen eten en drinken, voor het geval je in de vrije natuur moet overnachten. Ik kon me er eerlijk gezegd niet meer zo gek veel bij voorstellen, want het was alweer flink wat jaren geleden dat ik na een verregende motorvakantie het tentje had afgezworen. Maar toch trok de lokroep van dit avontuur me weer over die drempel. Gelukkig, zou ik bijna zeggen, want achteraf gezien maakte het ‘back-to-basic’ de hele reis enorm intens en onvergetelijk. Met een kleine groep van elf mannen en twee vrouwen – inclusief de superenthousiaste Endurofun-reisleiders Bart Bronckart en zijn vriendin Maja Dumortier – intensief onderweg zijn op flink bepakte allroads (variërend van een Yamaha XT600 tot een BMW R1200GS Adventure), samen kamperen op een verlaten camping, of rond het middaguur lunchen op een bergweide met een homp stokbrood en een stuk worst, dat blijkt uiteindelijk meer indruk te maken dan het duurste vijfsterrenhotel…
De Endurofun Trans Pyreneeën is een reis door de ruige bergen, van oost naar west. In totaal duurt het twee weken, maar je ook één week meereizen. De eerste week gaat van Palau-del-Vidre bij Perpignan naar de bij veel motorrijders bekende camping Isabena in La Puebla de Roda in het hartje van de Pyreneeën. De tweede week gaat het dan vanaf deze camping door naar Biarritz. Er zit wel verschil in week 1 en week 2: de eerste week wordt voornamelijk op campings gekampeerd (dus met douches, wc’s, plus eten in het campingrestaurant). De tweede week is een tikje primitiever, omdat dan bij vaker in de vrije natuur wordt overnacht, waarbij er eigen een potje moet worden gekookt op het kampvuur. Bij dat alles wordt er natuurlijk wel goed naar het weer gekeken, want dat kan zeer veranderlijker zijn in dit hooggebergte. Het ene moment is eind augustus in deze streek nog dik 30°C, de volgende dag regent het en zou je zomaar in de sneeuw terecht kunnen komen…
Juist omdat je met zo’n groep behoorlijk afhankelijk bent van elkaar, is meedoen niet zomaar een kwestie van inschrijven, betalen en opstappen, maar heeft Endurofun vooraf een paar cursusdagen voor alle deelnemers ingepland, zoals een rijtraining (om de basisvaardigheden van het offroad-rijden bij te schaven), een Adventure School en een Mechaniek-cursus. Bij die Mechaniek-cursus leer je klein onderhoud aan je motor te verrichten en bijvoorbeeld de remblokken te vervangen. Verder krijg je les in het repareren van een lekke band met behulp van bandenlepels en in het gebruik van binnenbanden. Ook wordt uitleg gedaan over de banden die geschikt zijn voor dit avontuur. Bijkomend voordeel van deze cursus is ook dat je de overige Pyreneeën-rijders al even leert kennen.
Tijdens de Adventure School wordt besproken welke materialen iedereen zelf bij zich moet hebben, maar ook vooral wat echt overbodig is voor deze reis. De bagageruimte is immers niet onbeperkt. Uit eigen ervaring weet ik nu dat je thuis drie dagen aan het pakken bent om alles mee te krijgen, om daar ter plekke al na een dag te beseffen dat je minimaal de helft thuis had kunnen laten. Je loopt in de praktijk immers eigenlijk de hele dag in je motorkleding, dus met een paar T-shirts, wat ondergoed en één spijkerbroek of afritsbroek voor ’s avonds kom je al een heel eind. Ook merk je na een paar dagen precies welke spullen je altijd onder handbereik moet hebben (een lampje, een mes, een drinkbeker en schoenen of slippers), en wat je gerust helemaal onderin je koffers kunt pakken. De harde praktijk blijkt voor dit soort dingen nog altijd veruit de beste leerschool.
Uiteindelijk bleek ik dus precies 42 kilo aan bagage op mijn dikke KTM 1190R Adventure te hebben gepakt! In de linker aluminium koffer zaten kleding, toiletspullen, slippers en verbanddoos met wat extra medicijnen (totaal 11,8 kg). Rechts zaten alle motorspullen (o.a. extra handschoenen, crossbril, col, regenpak), plus gereedschap en twee binnenbanden. Verder een kettingslot en drinkbeker, bord en bestek. Plus dus wat blikjes drinken en wat te eten en diverse mueslirepen. Bij elkaar goed voor 12,6 kilo. De roltas achterop woog 14,6 kilo en daarin zaten mijn twijfelachtige Aldi-tentje (zie ook het Warmdraaien in MotoPlus 17), luchtbed, slaapzak en goede binnenslaapzak. Die laatste was dan weer wel een hele slimme aankoop: bij warm weer kun je er zo in slapen en bij koud weer levert het een graad of zeven extra isolatie op. Verder zaten in de roltas nog mijn bergschoenen en wat klein campingspul en er zat ook nog een vouwstoeltje van 1,9 kilo achterop geknoopt; een hele week op de grond zitten op de camping is namelijk ook niet alles…
Op zondagmiddag treft de hele groep elkaar op een camping in Zuid-Frankrijk, op steenworp afstand van de Middellandse zee. Reisleider Bart verrast de groep van vijf Nederlanders en acht Vlamingen met een prachtige Iberico-ham en een fles Ricard en terwijl iedereen hiervan geniet vertelt hij over de komende week. Iedereen zit nog wat onwennig bij elkaar, zo’n eerste uur, maar dat zal de komende dagen snel veranderen. Vooral op de lastige stukken route met soms verraderlijke klimmetjes op met keien bezaaide paden is het vaak ‘alle hens aan dek’ om iedereen boven te krijgen. En ook bij technische problemen als een lekke band steek iedereen een helpende hand toe en worden de problemen als groep opgelost. Mooi om te zien hoe dertien individuele motorrijders binnen een paar dagen als een hechte vriendenclub gaat fungeren. Dat is ook absoluut één van de voordelen van zo’n kampeerreis, waar je echt een hele week samen optrekt. In een hotel kan iedereen zich wat makkelijker terugtrekken en op zijn eigen kamer voor de tv gaan hangen. Of de hele avond bezig zijn op internet. En dat ligt op een camping zonder tv en zonder 4G toch heel anders, zodat je automatisch meer als groep met elkaar optrekt.
De eerste ochtend is het nog even wat onwennig: alles snel opruimen en inpakken, zodat we direct na het ontbijt aan het echte avontuur kunnen beginnen. Het duurt niet lang voordat we de Spaanse grens oversteken, het asfalt verlaten en de natuur inrijden over mooie gravelpaden. Een eerste klim wordt beloond met een prachtig uitzicht over de Middellandse zee. Het is dus de bedoeling dat een deel van deze groep (zelf reed ik alleen de eerste week mee) aan het eind van twee weken Trans Pyreneeën op dezelfde manier de Atlantische oceaan gaan zien.
Het duurt niet lang voordat de rijtechnische vaardigheden op de proef worden gesteld. De paden worden al snel smaller en we komen terecht op een bergpad met losse stenen, dat door het prachtige landschap slingert. De eerste hellingen en afdalingen zijn ook even wennen, maar al snel komt iedereen tot ontdekking dat een dikke allroad – ook volgepakt met bagage – veel meer aankan dan je denkt. De GS-sen, de Adventure’s, maar ook de Tiger’s en de XT – hobbelen als volleerde offroad-machines over de keienpaden en kruipen probleemloos omhoog. De gemonteerde noppenbanden blijken zich goed vast te bijten in de stenige ondergrond en de machines geven werkelijk geen krimp. Een hele enkele keer blijkt een obstakel te lastig of verliest het achterwiel grip, maar dan zijn er vele helpende handen om een extra zetje geven, zodat iedereen bovenkomt en het groepsgevoel enorm groeit. We rijden aan de Spaanse kant langs het hooggebergte, dus aan de mooie zonkant. De temperatuur loopt daardoor al vrij snel op en de motorjas verdwijnt dus al snel onder de extra snelbinders op de roltas. Een bodyprotectorvest met een cross-shirt blijkt ruim voldoende bij deze zomerse temperaturen. Uitdagende afdalingen, af en toe langs steile afgronden, kenmerken de tweede dag. We hebben overnacht op een camping iets boven Olot en de tweede dag vraagt uiterste concentratie en veel rijtechniek. We lunchen op een eilandje in een behoorlijk droog gevallen stuwmeer. Het is geen stralend weer die dag, maar dat weerhoudt sommigen er niet van om een frisse duik te nemen. Met wat brood, een stuk wordt en een beker cola, zitten we allemaal weer te genieten. Mooier wordt het leven als allroad-rijder niet! Na de lunch volgt een 25 kilometer lange afdaling over de weg, bestaande uit oneindig veel bochtjes waar iedereen van geniet. Die avond bereiken we droog de camping iets boven Berga, maar tijdens ons heerlijke avondeten slaat het weer toch wat en gaat het regenen. Dat betekent dat je dus niet alleen in je tentje ligt, maar dat ook al je motorkleding en bagage onderdak moet hebben om droog te blijven. Tja, dan blijkt zo’n tweepersoonstentje opeens toch heel erg klein, dus de laarzen en wat andere bagage moeten buiten overnachten in een paar vuilniszakken. Gelukkig is het de volgende ochtend weer droog en deze nachtelijke regen zal zich deze week nog een aantal keren herhalen. Tijdens het rijden houden we het dus bijna altijd droog en door die regen zijn de paden ook niet stoffig, wat ook weer een voordeel is. Maar de ene geplande nacht wildkamperen wordt om die reden geschrapt in deze eerste week. Als je het elke nacht regent en je ook nog de luxe van een douche, een wc en een droge kantine om lekker te eten mist, wordt het toch wel soort van afzien.
Per dag rijden we een kleine 200 kilometer, waarvan ongeveer driekwart offroad. En dat offroad varieert van gravelpaden waar je met dik 100 overheen stuift, tot lastige singletracks met stenen, waar je een uur over 10 kilometer doet. De derde dag rijden we met een grote boog onder Andorra langs. Het parcours bestaat vooral uit bospaden en gravelwegen. Het afwisselende landschap zorgt steeds weer voor fascinerende beelden. Regelmatig wordt er even gestopt om wat te drinken, foto’s te maken en te genieten van de prachtige omgeving. Op de camping onder La Sue d’Urgell aangekomen neemt iedereen een verfrissende duik in het zwembad. Het eten is – zoals de hele week – geweldig goed en onder het genot van een paar glazen komen de sterke verhalen los aan tafel. Hoe later het wordt, hoe steiler de paadjes en hoe groter de stenen op het pad!
Het is al na middernacht als iedereen in zijn slaapzak kruipt. Gelukkig is het ontbijt de volgende ochtend pas om 9.00 uur, wat later dan gebruikelijk en de vierde dag staat in het teken van de zelfbenoemde ‘Col du Misère’: een uitdagende beklimming via een smal bergpaadje. Niet eens extreem steil en met zijn 500 meter niet extreem lang, maar wel bezaaid met keien of behoorlijk diep uitgesleten regengeulen, waar je niet in terecht moet komen. Het betekent goed en ver vooruitkijken en veel slalommen om de regengeul regelmatig dwars over te steken. En dat dus met 250 a300 kilo bepakte motorfiets onder je! Maar het is ongelooflijk wat die motoren aankunnen: als je eenmaal in de Pyreneeën bent geweest, is elk bospad in onze lage landen een makkie.
Omdat stoppen op ‘Col du Misère’ uit den boze is omdat je niet meer op gang komt, gaan we één voor één omhoog, met de andere rijders van de groep op strategische plekken langs de helling, om als het nodig is even te helpen en een duwtje te geven. Het kost even wat tijd en zweetdruppels, maar uiteindelijk is na anderhalf uur iedereen boven: de Misere bleek dit keer niet eens zo heel groot. Al bleek de koppeling van een KTM 950 Adventure het toch te begeven op deze helling, dus zit er niets anders op dan de sleepkabel te pakken en deze KTM en zijn bestuurder naar de lunchstop in een befaamd bergrestaurantje te slepen. De eigenaar van dit restaurantje jaagt zelf in de bergen op zwijnen en maakt daar gedroogde worsten en ragout van, die echt overheerlijk smaken. Na het eten wordt het koppelingsdeksel gedemonteerd, maar de schade blijkt behoorlijk desastreus en met onze beperkte middelen niet te herstellen. Via de reisverzekering wordt contact gelegd met alarmcentrale in België, die ervoor zorgde dat de KTM en zijn bestuurder wordt gerepatrieerd naar een KTM-dealer in Lleida, met de bedoeling dat ze zich een dag later weer bij de groep kunnen aansluiten. Omdat die Spaanse dealer de benodigde spullen echter niet op voorraad heeft en reparatie langer zal duren, wordt de motor uiteindelijk naar België teruggebracht en vliegt de gestrande Tom helaas terug naar Brussel. Maar het is wel een bewijs dat een goede reisverzekering bij dit soort reizen echt noodzakelijk is!
Overdag rijden we eigenlijk altijd met droog weer, maar zodra de avond valt begint het elke avond te regenen, waardoor het wildkamperen in de bergen dus wordt geschapt en het programma iets aangepast. We zetten in de loop van dag 4 nu meteen koers naar camping Isabena in La Puebla de Roda, waar we twee nachten zullen blijven staan. Dag vijf wordt dan een dagtocht vanaf deze camping en dat is ook geen straf, want deze sublieme motorcamping (ze staan ook in Utrecht op de Motorbeurs) ligt het hartje van de Pyreneeën.
Omdat ik na één week afhaak, is deze camping voor mij ook meteen het eindpunt van de geweldige reis, die voor mij uit-en-thuis precies 3493 kilometer lang was, inclusief dik 2.700 km heen- en terug over de snelweg. De gemonteerde Conti TKC80-noppenbanden hielden dat trouwens prima uit. Vooraf was ik bang dat ik de noppen op de heenreis al versleten zou hebben, maar dat bleek ongegrond, want bijna 3.500 km later zagen de banden – ondanks de woeste 150 pk’s in de 1190R Adventure en het gemak waarmee je hard rijdt op deze allroad – er nog steeds redelijk uit. Ze hadden het zeker nog wel 1.500 km volgehouden.
De week rijden in de bergen vloog echt om. Zo stap je vlakbij Perpignan op om met een groep vreemden een week in de bergen over onverharde paden te gaan rijden, zo sta je een week later afscheid te nemen van een hechte vriendengroep, waarmee het goed rijden, eten, drinken en vooral goed lachen was. Deze Endurofun Trans Pyreneeën blijkt op alle fronten een absolute aanrader. Je ontdekt dat het kamperen juist in deze drukke en hectische tijden absoluut zijn charme heeft, maar je ontdekt ook dat je veel meer kunt doen met een zware en bepakte allroad, dan je vooraf had durven dromen. Je komt daardoor op plekken waar je anders nooit van je leven was geweest en kunt genieten van unieke uitzichten. Bovendien ben je een met een groep gelijkgestemde zielen onderweg, en groeit die groep enorm naar elkaar toe. Ik ga binnenkort maar vast eens kijken op www.endurofun.nl of www.endurofun.be om te zien wanneer de reis volgend jaar weer gepland staat. Zodat ik die dagen maar vast eens kan aankruisen in mijn nieuwe 2015-agenda…