Reizen Odenwald, Duitsland
Volgens de sage vond Siegfried de drakendoder er ooit de dood, maar gelukkig gaat het er vandaag de dag een stuk vrolijker aan toe in het Odenwald. Met zijn prachtige natuur en ontelbare bochten is dit groene stukje Duitsland nog altijd sprookjesachtig mooi. Zeker voor motorrijders!
‘Het optimale uitgangspunt voor een paar bochtige dagen in het Odenwald!’ Was getekend Gasthof Lärmfeuer, dat zijn opvallende naam dankt aan een nabijgelegen alarmstation dat onderdeel uitmaakt van een lange signaalketting van verschillende stations, die de bevolking moest waarschuwen tegen vijandelijke troepen. Lang vervlogen tijden, het hotel luiert vandaag de dag loom in de groene omgeving. Het etablissement wordt gerund door Stefan en Isabella Beck, die er in hun spaarzame vrije tijd graag op uit mogen trekken op hun best wel bijzondere Rennkuh-boxers, van de gelijknamige tuner uit Wörth. De ene zwart, de andere matzwart, waarmee ook direct het volledige kleurenspectrum van Rennkuh is afgedekt.
Uitbater Stefan vergezelt me vandaag op een toer door de regio, de 125 paarden van zijn ‘flat twin’ krijgen echter de kans niet om de spieren een beetje los te lopen. Nauwelijks zijn we op weg of hij stopt al in Reichelsheim-Beerfurth bij een bedrijfje genaamd ‘Odenwälder Gäulchesmacher’. Al sinds 1899 wordt hier houten speelgoed gemaakt, waaronder de beroemde originele Odenwalder hobbelpaarden. Het echtpaar Krämer-Boos vormt de huidige lichting van het bedrijfje dat de wereld verblijdt met ambachtelijk, volledig met de hand gemaakt speelgoed. De bont geschilderde speelgoedpaardjes lijken evenwel helaas met uitsterven bedreigd. “Het meest opvallend vind ik nog wel het stokpaard, kinderen weten simpelweg niet meer wat dat überhaupt is!”, lacht Harald Boos. Weemoed? “Nee, integendeel zelfs, tijden veranderen nu eenmaal, liever kijken we vooruit”, laat Boos zich van een realistische kant zien. Voor ons wordt het nu echter wel echt tijd om onze eigen paardjes eens te laten draven.
En die van Stefan ziet er bijna als een compacte sumoworstelaar uit. Zijn Rennkuh pronkt met 140 newtonmeter koppel, staat op 17 inch wielen en heeft een lekker rank gesneden derrière. De tweewieler begon zijn leven als doodgewone GS, maar is nu een echte eyecatcher, meer funbike dan allroad ook. Hij ziet er bovendien niet alleen wat frisser uit, dankzij een motorisch kuurtje is hij ook duidelijk sneller dan het standaardmodel. Geen wonder dat Stefan zijn keukenschort, wanneer mogelijk, graag verruilt voor wat dynamische lol op twee wielen door zijn achtertuin, het Odenwald!
De eerste portie ‘middengebergte bochten door dicht woud’ krijgen we geserveerd tussen Klein-Gumpen en Laudenau. De tweede volgt na de onvermijdelijke verkeerslicht rally door Fürth. Het betreft het oude bergcircuit Zotzenbach, gelegen tussen Rimbach en Waldmichelbach. Niet minder dan negen kilometer aan bochten, een recht stuk lijkt er niet te bestaan. Wie kan dan de verleiding weerstaan om nog een keer aan te schuiven voor een extra portie? Net als bij een buffet. Maar bochtengastronomen opgelet: de piste is op zaterdag vanaf 14.00 uur afgesloten voor motoren, net als op zon- en feestdagen.
En doorrrr! Langs het vestingstadje Dilsberg en Neckargemünd onder andere. Een waanzinnig mooie route gelardeerd met talrijke ruïnes en burchten. Zoals bijvoorbeeld slot Hirschhorn, waarbij je je op het prachtige terras kunt laten trakteren op de zonnige, en zoete, kant van het leven. Heel wat minder romantisch daarentegen is de drievoudige ‘Beerfelder Galgen’. Hangend aan één van de drie dwarsbalken eindigde hier het leven van talloze pechvogels met slechts een laatste blik over het prachtige Odenwald. Een nogal lugubere gedachte.
Wat volgt is wederom een hemelse ondergrond voor motorrijders. Het voormalige heuvelklimcircuit Krähberg, dat bijna parallel loopt aan het wonderschone Sensbachtal, weet het motorgemoed in ieder geval perfect te prikkelen. Een beetje té goed zelfs. Menig hersenloos ‘coureur’ heeft zijn racer hier dwars door de toerenbegrenzer gejaagd, daarbij meer dan eens naaast zijn eigen rijstrook beland met alle gevolgen van dien. Voor hem-/haarzelf, maar helaas zijn nu ook de goedwillenden er de dupe van. Ook hier zijn motorrijders in het weekend en op feestdagen niet meer welkom, doodzonde!
Dag twee, de zon lacht ons tegemoet. Isabella bakt een taart en Stefan heeft zijn airbagvest weer ingeruild tegen een kookschort. De sleutels van zijn Rennkuh heeft hij aan vriend van de familie Karlheinz, alias Charly, gegeven. Hij blijkt al net zo’n diepgaand Odenwald-kenner en leidt ons via kleine straatjes rondom de Tromm berg het lichte bos in. Een uitstekend begin van de dag, vering en blok mogen direct vol aan de bak. Onder het frisgroene bladerdek slingert de weg als een dolle achtbaan door het landschap. De route van vandaag brengt ons onder meer over de Juhöhe, een beschaafd pasje, naar Heppenheim, geboorteplaats van Formule 1-coureur Sebastian Vettel. Weten we meteen waar hij het bochtjes rijden geleerd heeft. Bochten ook op de lange toegangsweg naar de Starkenburg, die tegenwoordig dienst doet als jeugdherberg. Niet dat je hier echt tempo kunt maken trouwens. Enerzijds omdat het niet mag van de max. 30 km/uur borden, anderzijds omdat het uiterst onprettige ‘kopfsteinplaster’ (een soort kinderkopjes) rijwielgedeelte en achterste teistert en een beetje snelheid maken schier onmogelijk maakt. Cultuurfreaks kunnen vervolgens verder naar de Karolingische Torhalle in Lorsch, drakenfans naar het museum in Lindenfels waar een expositie aan deze mythische fabelwezens is gewijd. Gumpener Kreuz, Winterkasten, Brandau, Staffel en Biergarten ‘Kuralpe’, Charly weet duidelijk waar het mooi rijden en aansluitend ontspannen is. Wie de tweewieler ook wel eens wil ruilen tegen de benenwagen, doet er goed aan uitstapjes te plannen naar het Felsenmeer (bij de Felsenberg), de uitkijktoren Melibocus en het Auerbacher Schloss. En voor wie wel van een beetje spanning houdt, van de vele ruïnes in het Odenwald is met name de burcht Frankenstein een echte aanrader. Al was het alleen al vanwege de tiptop geasfalteerde, slingerende weg die erheen voert. En dan hebben we ook nog een echte uitsmijter op het menu staan in de vorm van de B47 bij Ober-Gersprenz, lokaal beter bekend als de ‘Hutzwiese’. Een lieflijke naam voor een piste die maar blijft uitdagen tot het betere knie-aan-de-grond werk. Maar we blijven beschaafd, niet dat ook deze weg voor motorrijders wordt afgesloten immers.
Na ons bezoek aan de kinderspeelgoedfabrikant gisteren, volgt vandaag een bezoekje aan de fabrikant van grote mensen speelgoed. In Wörth am Main bestiert Michael Welsch zijn werkplaats. Welsch is de man achter Rennkuh, na het zien van de boxers van Isabella en Stefan, moet ik hier wel even langs. De showroom staat vol met stuk voor stuk unieke kunstwerken, onderin de kelder liggen alle onderdelen waarvan Welsch zijn unicaten bouwt. “Van voren een Megamoto, van achteren een HP2 Sport, het mixen van twee volledige verschillende stijlen vind ik mooi”, legt Michael zijn filosofie uit. Als kers op de slagroom krijg je daar desgewenst snelle zuigers, nokkenassen en mappings bij op de koop toe. Bij op de duurdere koop weliswaar, maar toch.
Tijd om verder te gaan. Niet al te ver, eerst een middagpauze in Miltenberg. Een dorpje dat de harten van vakwerkliefhebbers ongetwijfeld sneller doet kloppen. De motoren parkeren we aan de oever van de Main. De middeleeuwse markt vormt een passende coulisse voor een kop koffie met gebak, geserveerd onder het weelderige bladerdak van het terras van ‘Domus bei Toni’. Al net zo oogstrelend trouwens is het oude raadhuis van Michelstadt, dat gebouwd is op eiken spanten. We hebben ons oog echter laten vallen op iets anders, het privé motormuseum van Irmgard Künzel-Litschko met rond de tweehonderd motoren, deels van voor de oorlog. De uitbaterin is er zelf niet vies van om de handjes smerig te maken en sleutelt naar hartenlust aan haar collectie, enkel voor het verchromen stuurt ze onderdelen op.
Terug naar de straat. Krap een uur en ettelijke honderden Odenwald-bochten later staat de dagelijkse portie adrenaline weer op het menu in de vorm van het stukje ‘Hutzwiese’. Voor we de prachtweg opduiken stopt de snelle Charly even: “Rij jij anders een keer voorop, ik kan me hier altijd maar moeilijk inhouden!” Begrijpelijk, de verslavingsfactor van het Odenwald voor bochtenjunkies is simpelweg te groot!