Reizen Namibië
Bovenstaande kop zou heel goed kunnen slaan op Namibië, het staat niet op ieders netvlies als het vakantieland bij uitstek immers. Toch verwelkomt het land in het zuiden van het Afrikaanse continent meer toeristen dan ooit. Waarom? Dat lees én zie je op de volgende pagina’s!
Je houdt er van of niet. Ik persoonlijk ben van de laatste partij, waar het groepsreizen betreft althans. En daarom gaat het hier. Niet dat ik er faliekant tegen ben, maar ik ben als het op reizen aankomt graag op mezelf. Zelf bepalen waar je heen gaat en voor hoe lang, zelf de regie in handen kortom. Dus toen ik door een vriend met een eigen motorreisorganisatie werd gevraagd of ik niet als begeleider en fotograaf mee wilde op een van zijn groepsreizen, stond ik bepaald niet direct te springen. Waarom ‘nee’ zeggen me toch zwaar viel? Omdat ik Ralf al lang ken, het is een aardige vent en die wil je natuurlijk niet teleurstellen. Bovendien mocht ik ook iemand meenemen voor het besturen van de volgauto, best prettig. En dan was er ook nog de bestemming, Namibië. Het Afrikaanse continent heeft me altijd al getrokken, en over dit aan Zuid-Afrika grenzende land had ik heel erg goede dingen gehoord. Dus om een lang verhaal kort te maken, het werd ‘ja’.
Stephan, een avonturier van het eerste uur, behoefde niet veel overtuiging om eveneens toe te stemmen. En zo staan we onder de aangenaam warme zon in Namibië onze spulletjes over te pakken. Hier in het zuiden van Afrika, aan de andere kant van de evenaar, is het momenteel zomer. Het Europese miezerweer waar we de afgelopen maanden mee zijn geconfronteerd is dus snel vergeten. Het gros van de bagage wordt in een vette Toyota Landcruiser geladen, die de rol van volgauto op zich genomen. Kan ik de tanktas van mijn XT660R de komende tijd gebruiken voor het meenemen van wat noodzakelijke spulletjes en m’n camera. Kijk, tot dusver bevalt me dat groepsreizen nog helemaal prima. Dan kunnen we nu eindelijk gaan! Of toch niet?
Stephan geeft een korte knik en kijkt achterom: alle deelnemers en tweede tourguide Björn zitten ook allemaal startklaar in het zadel. Björn neemt het woord en wijst de deelnemers op een best wel bijzonder element van de trip: “Denk eraan, in jullie navigatiesysteem staat de route van vandaag en de komende dagen. Zo kan iedereen zijn eigen tempo rijden, stoppen om foto’s te maken, een peukje te roken of wat anders te doen. Ik rij achteraan, mocht je op problemen stuiten, wacht dan gewoon, ik kom vanzelf voorbij!”
Omdat ik ook foto’s van de groep moet maken, is het nu zaak om als eerste op pad te gaan, zodat we bij de pittoreske plekje klaar staan voor de hele bups langskomt. En vervolgens moeten we de boel weer inpakken, naar de volgende locatie rijden en begint het weer van vooraf aan. Maar gaat dat überhaupt wel werken? Weliswaar jakkert er niemand hier in Dakar-tempo door het zand en stof, maar een bejaardentempo houden ze er ook bepaald niet op na. Bovendien is er nog het stof, dat maakt inhalen hier bijna onmogelijk. Ik leer al snel de volgende les: rij nooit sneller dan het stof voor je oplost. Maar ja, hoe fotografeer je een groepsreis, wanneer de groep al gepasseerd is? Het antwoord volgt na een dagje experimenteren en is eigenlijk heel simpel. Ik ga als eerste weg, gebruik de pauzes van de groep om ze bij en in te halen en kom ’s avonds, wanneer het licht op z’n mooist is, als laatste bij de overnachtingsplek aan. Tot zover de theorie, kijken of het in de praktijk ook zo goed werkt!
Een van de weinige pauzemogelijkheden op de weg naar Fishriver Canyon is het Canyon Roadhouse. Een paar kilometer daarvoor werkt de snelle piste zich over een heuveltop het dal in naar een vlakte in de rimboe. In mijn ooghoek zie ik nog net een bord dat vrachtwagens waarschuwt voor de aanstaande afdaling. Maar ik ben geen vrachtwagen, en als motoren ergens geen problemen mee hebben, dan is het wel met een lekkere afdaling. Dus wordt het waarschuwingsbord genegeerd. Alleen blijkt het bord niet het volledige verhaal te vertellen, én zeker niet het belangrijkste deel ervan. Een waarschuwingsbord met een scherpe bocht erop, dat had de situatie nog geen honderd meter verderop duidelijk meer recht aangedaan. Direct achter de heuveltop, terwijl de blik nog heerlijk in het onschuldige, blauwe oneindige van de lucht zweeft, buigt de weg strak naar links. Oeioeioei…dat ging echt maar net goed. Korte blik in de spiegel: een werkelijk enorme zandfontein spuit de hoogte in, ik zie nog net hoe hij de Landcruiser met Stephan achter het stuur opslokt. Snel draai ik de Yamaha om en rij terug. Hij zal ‘m toch niet op z’n kant hebben gegooid?
De stof gaat liggen en gelukkig staat de Toyota nog op alle vier de pootjes. Stephan staat ernaast. Niets gebeurt gelukkig, maar de hartslag heeft duidelijk meer tijd nodig om te zakken dan het stof. Dagen later, in de buurt van de Namib Naukluft Lodge, verdwijnt de weg wel vaker in het niets. Nu ben ik er gelukkig op voorbereid. De slecht aangegeven verkeerssituaties zijn overigens niet het enige probleem waar Namibië me mee confronteert. Er is ook nog een andere, eentje die zonder twijfel onder het kopje ‘luxeproblemen’ kan worden geschaard. Het rijden hier in het Naukluft Gebergte en over de Namibische duinen is zo indrukwekkend, dat ik het fotograferen soms helemaal vergeet. De overige leden van deze ‘expeditie’ vergaat het al net zo. Daarom besluiten we met een groepje om er tegen zonsondergang nog een keer op uit te trekken voor een fotografisch uitstapje. Kan ik meteen mijn nieuwe speeltje uitproberen, een drone!
De weinige wolken aan de hemel zijn dieprood gekleurd, wanneer de drone de hoogte in vliegt. Onder de gloed van de ondergaande zon volg ik de XT’s, die nog slechts als schimmen te herkennen zijn. Het glijdende wit van de koplampen en het oranje oplichtende stof dat door de wielen omhoog is geworpen, vormen een bijna epische aanblik op dit onnavolgbare landschap. De eenzame Naukluft is slechts één van de vele gezichten van het fascinerende Namibië, dat een onbeschrijflijk gevoel van vrijheid tentoon spreidt. Het is hier zo waanzinnig mooi dat ik me afvraag wie er nu beter af is, de jongens in het zadel van de XT’s, of ik die dit bijna niet te bevatten zo mooie tafereel voor de eeuwigheid mag vastleggen.
Kobo Kobo is wederom een stukje paradijs op aarde, dat bovendien voor slechts enkele gelukkigen toegankelijk is. Wij genieten gelukkig dat privilege. Enkele kilometers vanaf de hoofdweg naar Swakopmund, spot ik kleine, maar schitterende stenen huizen op reusachtige rotsen. Na meerdere lange rijdagen in het zadel blijven we twee nachten hangen op deze indrukwekkende plaats. Geen overbodige luxe, want de XT’s hebben wel wat behoefte aan onderhoud. Een klusje dat Björn op zich neemt. Na de lange dagen van de afgelopen week, verheug ik me op een ochtend lekker uitslapen. Het ritme heeft me echter te pakken en ’s ochtends ben ik alweer vroeg wakker. Het is zelfs nog donker, wanneer ik in alle vroegte zo stil mogelijk het terrein af rijdt richting de opgaande zon.
Waarom eigenlijk? Ik heb niet echt een bepaald doel, maar soms word je gewoon overvallen door een bepaald gevoel. En dat gevoel stelt vandaag niet teleur. Ik heb de motor nog maar net in de schaduw van een grote rots geparkeerd, wanneer er in de dorre bosjes een kleine honderd meter verderop iets beweegt. Een luipaard! Deze gevlekte katachtigen zijn normaliter extreem schuw. Vermoedelijk staat de wind net gunstig genoeg, zodat hij me niet ruiken kan. Toch duurt het slechts drie seconden, dan is ‘ie weer weg. Maar wel drie seconden die aan de ontbijttafel voor grootse verhalen zorgt. Al blijft het niet bij deze ene ontmoeting met het Namibische wildleven!
Vanaf de grandioze Grootberg Lodge slingert een fraaie piste zich richting een met tamarisken versierde vlakte. We zijn de laatsten van de groep en het hangende stof van de overige groepsleden zijn nog kilometers ver zichtbaar, bijna als een scene uit de Dakar Rally. Ik zit wat te mijmeren wanneer er plots vanuit de bosjes een giraffe de weg op stapt. Midden op de piste blijft hij staan en kijkt vanaf een metertje of vier hoog over ons heen. Instinctief heb ik de motor al uitgezet, zo dichtbij is het beest. Wat een reusachtig dier! Een momentje om op camera vast te leggen, maar ik durf me bijna niet te bewegen. Heel voorzichtig pak ik m’n camera en leg het dier op de gevoelige plaat vast. Net op tijd, want net zo plots als de giraffe verscheen, wordt het elegante dier ook weer opgeslokt door de dichte bosschages. Vlak daarna komt Björn aanrijden. “Alles in orde?” “Ja hoor”, klinkt het bijna te nuchter uit mijn mond. Ik weet niet of het schrik, adrenaline of enthousiasme is dat mijn wat onderkoelde toontje voedt. Wat ik wel weet, is dat ik ineens ook best van het groepsreizen ben!