Reizen Monti Lessini, Italië
Klaverjassers weten het, pokerspelers weten het ook: het is altijd wijselijk om een troef achter de hand te hebben. Wat dat met de regio rond het Gardameer vandoen heeft? Wanneer toeristen zich en masse met hun auto’s, caravans en campers op de oeverstraten en prachtige dorpswegen werpen en daarmee het spitsuur op de Amsterdamse ring simuleren, wordt het tijd om je aas te spelen: de heerlijke Monti Lessini!
We hebben het er net precies, bij de laatste stop voor Ala, nog met elkaar over gehad. “De afslag naar San Michele is een verraderlijke, daar rij je zomaar aan voorbij wanneer je niet goed oplet!” De kaarsrechte SS17 door Val d’Adige sust ons echter bijna in slaap. Rechts stroomt de rivier in de richting van de Adriatische Zee, links buigen de wijnranken onder het gewicht van de toekomstige Riesling en Sylvaner. Het navigatiesysteem op mijn Multistrada begint opgewekt met het aftellen van de resterende meters tot aan de afslag. Nog vijfhonderd meter. Thierry zou zo langzamerhand toch voorzichtig van het gas moeten gaan. Nog 250 meter tot de afslag. Raoul zou nu toch wel het linker knipperlicht aan kunnen zetten. Nog honderd meter. Ik bereid me voor op een bescheiden noodstop in de laatste seconde. Dan wijken de wijnbergen kortstondig om plaats te maken voor een splitsing… En we zijn er voorbij! Twee hoofden vliegen in het rond in een plotseling, maar te laat besef: ‘Dat was ‘m volgens mij, de afslag’. Het derde hoofd vraagt zich af: zou dit misschien de reden zijn waarom zo weinig mensen de weg naar Lessinia of de Monti Lessini weten te vinden?
In een sierlijke, bijna balletachtige omwenteling draaien we onze tweewielers en rijden terug naar het kruispunt. We worden het achterland ingezogen door een weg die al heel snel versmalt tot de breedte van een kleine zakdoek. Het rubber voert over behoorlijk gerijpt asfalt dat bijna doet denken aan een schrale olifantenhuid. De motoren zijn nog maar net op toeren in de derde versnelling, of er is al geen ruimte meer voor een middenstreep. We schakelen nog heel kortstondig op naar de vierde versnelling, maar dan beseffen we dat het voorlopig gedaan is met de hogere versnellingen. Het lijkt wel alsof we in een draaimolen zitten. Een draaimolen in Repelsteeltje’s paradijs!
In een bijna verticaal sprookjesbos vol grillige rotsen en knokige bomen klampt de ene steile haarspeldbocht zich aan de volgende vast. Remmen, eerste versnelling, scherp insturen en de motor onder me weg duwen. De Ducati vindt het heerlijk, beloont me met een heerlijk zuivere lijn. Dan naar de tweede, derde versnelling, terwijl ik achter me Thierry’s boxer diep hoor brommen. Vervolgens is het weer hard in de ankers en herhaalt het onderhoudende ritueel zich weer. Keer op keer, zou dit ooit gaan vervelen? In de haarspeldbochten ver beneden ons trompettert Raoul’s driecilinder vrolijk van hairpin naar hairpin. Acht kilometer later, wanneer we al hoog boven de rivier de Adige zweven, breekt eindelijk de blauwe lucht door de dichte boomtoppen bij Passo Fittanze. In de achteruitkijkspiegel schittert de warme middagzon en voor ons bijten de pupillen zich vast in de waanzinnige indrukwekkende, steile rotswanden van de Piccole Dolomiti (Kleine Dolomieten). In één woord adembenemend!
“Hoeveel verder is het nog, eigenlijk?” Raoul’s vraag heeft betrekking op Rifugio Branchetto, onze bestemming voor vandaag. “Nog een goede 22 kilometer.” “Da’s dus een stijf kwartiertje rijden nog!”, grijnst Thierry. Op de snelweg zou je dat wellicht inderdaad redden in die tijdspanne, maar in dit spaghetti-bochtenparadijs moet je van goede motorhuize komen, wil je dat in vijftien minuten realiseren. Toch verandert de weg wel. Minder bochten, meer als een rechte tuinslang die iemand over de heuvelachtige weides heeft uitgeworpen. Telkens weer zakt het asfalt weg achter een bescheiden top. Hoewel het aandeel bochten beduidend minder is dan op de voorgaande kilometers, is dit nog altijd geen omgeving voor haastige naturen. En dus verstrijkt er een goed half uur voordat we gedrieën de oprit naar de parkeerplaats van Branchetto opdraaien. Mattia, de nieuwe gastheer van de herberg, verwelkomt ons met de juiste vraag op het verkeerde moment. “Grappa heren?”
Het gefermenteerde druivenpulpdestillaat zal helaas nog even moeten wachten, want voor het donker inzet staat er bij ons nog de Malga-ronde op de planning. Geen idee of het rondje echt zo heet, maar we noemen het zo omdat het langs tig zuivelfabrieken voert waar de traditionele Malga bergkaas wordt gemaakt. Niet dat wij plotseling een buitensporige belangstelling voor dit, overigens zeer smakelijke, melkproduct hebben ontwikkeld. Wat ons voornamelijk aantrekt zijn de twaalf fantastische kilometers over een zeer fijne gravelweg, die start bij Mattia’s herberg en ons vervolgens via een grote lus langs de mooiste plekken van het Lessinia natuurpark leidt. Rijmodus: Offroad. ABS-stand: precies hetzelfde!
In de schemering van de ondergaande zon stijgen luie stofpluimen op boven de Malga-lus. We winnen meter voor meter aan hoogte en al snel werpen de machtige grijze toppen van het Carega-massief zich in het voetlicht. Hoe verder we komen, hoe subtieler de gashand de achterzijde tot het betere driftwerk weet aan te sporen. Niets extreems, maar voldoende om met mooie verhalen over de kunst van het offroadrijden weer terug te komen bij de accommodatie van Mattia, die ons andermaal op staat te wachten. “En heren, is het dan nu wel tijd voor grappa?” “Certo!” Dat brengt vervolgens nog wel wat keuzestress met zich mee, hij heeft namelijk veertien soorten in de aanbieding. “Willen jullie met kaneel, of gember, karwij, honing…”
Het spul smaakte meer dan goed en waarschijnlijk hadden we die laatste beter kunnen laten staan. De volgende ochtend is de vroege ochtenddauw namelijk al lang van de motoren verdwenen wanneer we eindelijk in het zadel stappen. Vandaag trekken we de cirkel een flink stuk groter. We hobbelen langs natuurstenen muurtjes, deze rechtop geplaatste platte stenen dienen als afscheiding tussen de weilanden op het kale plateau. Bijzonder krappe bochten dwingen opnieuw tot de het inleggen van laagste versnellingen, maar toch zijn het de rechte stukken die volgen die onze mondhoeken doen verstrakken. Voor mij zoemt Thierry met zijn boxer over een bergkam, duikt een oerwoudgroene holte in waarna de weg vervolgens langs prachtige afgronden voert. Tegemoetkomend verkeer? In de verste verte niet te bespeuren. Zelfs de rustieke dorpjes lijken bijna verlaten. En toch voel je je hier op de een of andere manier bekeken.
Telkens weer doemt er namelijk wel ergens een beeld van de Madonna op in een kapelletje of in nissen van huizen langs onze route. Ik tel er vijftien op slechts een paar kilometer. Daarna eist het labyrint van bochten teveel van mijn aandacht op om te blijven tellen. Het lijdt in ieder geval duidelijk geen twijfel dat de Madonna hier nog steeds het symbool is van een diepgeworteld geloof. Misschien ook van een constante behoefte aan bescherming. Want een beetje bescherming van bovenaf kan natuurlijk nooit kwaad, toch? Ook niet wanneer je niet op twee wielen over het onverhard onderweg bent, zoals nu het geval, filosofeer ik een beetje onder de helm. Beter had ik m’n aandacht bij de weg kunnen houden, want oeps… We zijn alweer een afslag voorbij gereden!
Nou is de afslag in Novale in alle eerlijkheid ook wel een vervelende, die je nogal snel over het hoofd ziet. En het maakt ook niet uit, want we hebben de sierlijke U-bocht immers al een keer geoefend iets achter Ala. Kunnen we ‘m hier toch gewoon perfectioneren. Het keerwerk blijkt ook nog eens meer dan de moeite waard: uit het dal stuwt de SP45 zich in grillige bochten een weg de hemel in. De stormloop gaat dus gewoon verder! Na de niet te bevatten collectie aan bochten die ons sinds Ala ten deel viel, zou de Passo Pasubio de kroon op het werk moeten zijn. En eigenlijk is het dat ook wel, ware het niet dat we hier lang zo alleen niet meer zijn als in de Monti Lessini. Vele mensen hebben de afslag naar hier klaarblijkelijk wel weten te vinden. Een uitstekende reden om onze cirkel te volmaken door weer terug naar Rifugio Branchetto te gaan. Mattia wacht al op ons en heeft drie klein glaasjes op tafel klaargezet. “Grappa?” “Certo!”