Reizen Mecklenburg-Vorpommern
Onder Nederlandse toeristen is het vooral een volledig onbekend stukje Duitsland, de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. Toch heeft deze noordelijk gelegen landstreek van onze oosterburen bijna alles: een pittige zee, een ferm landschap en een eindeloze horizon. Wij reden dwars er dwars doorheen en lieten ons verrassen door de drang-naar-verre-landen-flair die er heerst!
Ik ben een beetje aan de late kant. Waarom precies? Nou gewoon: hier een kleine file, daar een niet geplande plaspauze die dan ook nog eens werd verlengd door een koffiepauze. Bij elkaar zijn dat aardig wat uurtjes. Dus veel verder zal ik vandaag niet meer komen. Misschien tot aan Rerik? Of toch tot Warnemünde?
De zon gaat bijna onder, staat al laag aan de hemel. Over het zoute strandmeer razen wolken van muggenzwermen. Iedere keer als ik door een wolk heen duik houd ik instinctief mijn adem in. En iedere keer laat de muggenwolk weer een nieuw arrangement achter op mijn windscherm en vizier. Ik moet linksaf slaan om naar het eiland Poel te gaan, waarop het dorpje Timmendorf ligt. Zal ik het doen? In Timmendorfer Strand, en ook aan het strand daarvan, was ik al een keer, maar dat ligt in Sleeswijk-Holstein. Het plaatsje Timmendorf op Poel heet, ondanks het strand, gewoon alleen maar Timmendorf. Hoewel Poel heel overzichtelijk is, moet ik twee keer op de kaart kijken om de juiste weg naar het strand, het strand van Timmendorf dus, te vinden. Plotseling, terwijl ik in het kaartenvakje van de tanktas gluur, krijg ik van rechts een duwtje. Ik deins terug en val zowat van mijn zadel. En dan houdt degene die me een zetje gaf ook nog eens zomaar zijn neus in mijn open vizier. En hij is niet alleen.
Een hele kudde paarden is, terwijl ik mijn oriëntatie helemaal kwijt ben, naar mij toegeslopen en wil alleen maar even goedendag zeggen. Wondermooi glanst de bruine dierenhuid in het warme avondlicht. Ze schrikken niet eens terug op het moment dat ik mijn motor weer start. Integendeel: ik rijd langzaam weg en de hele kudde sjokt met me mee. Des te harder ik rijd, des te onstuimiger galopperen ze door het kniehoge gras. Als ik een paardenliefhebber zou zijn, zou ik intens genieten van dit schouwspel. Als stadsmens heb ik altijd al een enorm respect gehad voor grote dieren, nu slaat mijn hart over. Ik koop direct een DVD van Black Beauty als ik weer thuis ben.
Ik ben vandaag extra vroeg mijn bed uitgekomen om de verloren tijd van gisteren weer goed te maken. Nog voor het ontbijt rijd ik naar de pier van Warnemünde. Net op tijd om de binnenvarende Finnlady uit Helsinki te zien. Alleen aan de kade kom je nog dichter bij de grote schepen. Ik zou nu wel een kop koffie lusten en dan schieten mij opeens de woorden van mijn vriend John-Paul te binnen: “Je moet in ieder geval naar de vuurtoren van Bastorf!” “Waarom?” “Vanwege het duindoornijs.” Maar dat is weer terug richting Rerik! Mijn innerlijke stem begint zich ermee te bemoeien: “Nou en? Koffie kun je daar ook krijgen en gisteren ben je er gewoon achteloos langs gereden.” Jaja, komt goed.
De Oostzee schittert met een zekere chique bleekheid, die lijkt over te slaan op de o zo graag mondaine badplaats Heiligendamm. Net als de paarden gisteren, sukkelt nu Molli stampend naast mij mee. De stoomtrein, wier koosnaam bij sommigen bepaalde amoureuze associaties oproept, hobbelt nog door tot Kühlungsborn. Als Molli daar aankomt ben ik al bij de vuurtoren van Bastorf. “Een kop koffie en een duindoornijsje alstublieft”. De serveerster bij de vuurtoren kijkt me verbouwereerd aan. “IJs? Zo vroeg in de morgen?” “Ik heb beloofd zo’n ijsje te nuttigen.”
Vlinderachtige klaprozen sieren de rand van de weg. Vizier open, rustig tempo en diep ademhalen. Het duindoornijsje heeft aromasporen achtergelaten in mijn mondhoeken. Aan de horizon zie ik een witte Scandinavische veerpont voorbijschuiven. Waarom heb ik me gisteren eigenlijk zo gehaast? Telkens weer moet ik van de weg af, de hard geworden berm in. De weg is te smal voor twee auto’s of een auto en een motorfiets om elkaar te passeren. De mensen hier zijn het gewend, alleen vreemden vertrekken hun gezicht als ze met hun SUV of motorfiets over een tweederangs ondergrond moeten rijden.
De net nog diepblauwe hemel schuift mij een donkere regenwand van jewelste tegemoet. Zal ik uitwijken naar Rügen? Hieraan ontsnappen is niet mogelijk. In het meest positieve geval lost de zwarte wolk boven het eiland iets sneller op dan boven het vaste land. Enkele minuten later vraag ik mij af hoe ik mij zo heb kunnen vergissen. Is het toeval dat regen en rügen zich alleen maar van elkaar onderscheiden door één letter?
Op het grootste eiland van Duitsland krijg ik alles wat de keuken te bieden heeft. De toverkeuken. Overvolle druppels knallen op mijn vizier. De vlaggen bij een strandpromenade klapperen drijfnat aan de masten. Een eerste waterstroompje baant zich een weg mijn jack in, en dan ook nog eens verder naar beneden de broek in. Zelfs de onderste laag wordt nu nat. Ik voel aan mijn kraag. Die staat nog open, als op een luchtige zomerdag. Met mijn wijsvinger wis ik de druppels van mijn vizier en maak daarmee alleen maar weer plaats voor nieuwe. Maar dat is geen reden voor een emotionele depressie. Als het regent wordt er gewoon net zolang doorgereden totdat het weer droog is. Ik ben erg benieuwd waar de Rügen-regen mij heen spoelt.
Het verkeersbord aan het einde van bebouwde kom van Greifswald vervaagt net op het moment dat de banden in de achteruitkijkspiegel een donkere streep trekken op het opdrogende wegdek. Snel wordt hij weer onzichtbaar en de overgebleven druppels op het vizier worden snel verjaagd door de rijwind. Het droogt snel, terug naar Rügen dan maar? Geen sprake van! De monsterwolk plakt nog steeds boven het eiland. Er is bovendien nog een ander eiland dat zeer de moeite waard is, Usedom. Daar is de hemel in elk geval al lichtgrijs gekleurd. Kun je je met een natte broek meer wensen dan een regendruppelvrije rijwind?
Usedom zal mijn laatste eiland zijn tijdens dit bezoek aan deze deelstaat. Het eiland maakt een burgerlijke, maar ook erg nobele indruk. Er is echter een plaats die bijna bizar aandoet: in Peenemünde staat alles in zwaar contrast met het verder zo opgeruimde eiland. Hier werden wonderwapens geproduceerd om het einde van het Derde Rijk te verhinderen. Vergeefs natuurlijk. Het museum in de voormalige krachtcentrale schetst het duivelsverbond dat wetenschappers hadden gesloten met nazi’s. Chef van de wetenschappers was Werner von Braun, die in plaats van nazi raketten richting de vijand, later Apollo raketten naar de maan stuurde.
De Oostzee, de Baltische Zee, ligt achter me. Nog is het niet donker, maar ik kan de lichtkegel van de schijnwerper al onderscheiden op de voorbijschietende boomstammen. Met een gedempt geluid scheur ik met de motor door de kaarsrechte loofgroene ‘tunnelbuizen’. Dit hadden eigenlijk lanen moeten zijn, maar de hemel is niet te ontdekken door het dichte gebladerte. Af en toe ga ik van de weg af en rijd over onverharde wegen om uiteindelijk aan de oever van een of ander meer uit te komen. Ik heb geen noppenbanden op de motor en rijd daarom dienovereenkomstig braaf. Dan nog, wie wil er nou herrie maken in de stilte van het Mecklenburgse merenplateau?
Als ik in Neustrelitz aankom, zijn de straatlantaarns al langer aan het branden. Ik vraag om een kamer. “Nou, u bent wel een beetje aan de late kant”, zegt de receptionist met een absoluut vriendelijke stem. “Nou, u weet wel hoe dat gaat”, antwoord ik. “Hier een beetje file, dan even een ongeplande koffiepauze. Dan loopt het al aardig op.”
INFO MECKLENBURG-VORPOMMERN
Samen met Sleeswijk-Holstein en Nedersaksen maakt Mecklenburg-Vorpommern deel uit van de drie meest noordelijke gelegen deelstaten van Duitsland. Het ligt volledig in de voormalige DDR en dat zie je enigszins terug in het inwonertal, het is namelijk de dunst bevolkte deelstaat in Duitsland. In geografisch opzicht kenmerkt de regio zich voornamelijk door het vlakke landschap en vele rivieren en meren, waarlangs het heerlijk rijden is.
Hoofdstad: Schwerin
Oppervlakte: 2.380 km² (ongeveer de helft van Nederland)
Aantal inwoner: 1,6 miljoen
Hoogste punt: Helpter Berge (179,2 meter)
Reisduur: twee dagen (exclusief heen- en terugreis)
Gereden kilometers: 690 km (dagtocht)
ROUTE: tijdens de route, die begint in Travemünde en eindigt in Neustrelitz, verslind je zo’n 690 kilometers. Degene die verkeer in de grote stad gewend is zal zich de meeste tijd in het paradijs wanen. Het verkeer is behalve op de enkele hoofdverkeersaders marginaal. Dat verandert in de vakantietijd vooral bij de toeristische hotspots aan de Oostzeekust. De meeste wegen verkeren in een zeer goede toestand. Op de secundaire wegen is er vaak niet genoeg plek voor tegenliggers. De berm is meestal berijdbaar, maar vaak ook versiert met gaten en kuilen. Wie liever maar meteen onderweg is over de landweggetjes vindt genoeg mogelijkheden. De route is zoals altijd weer in diverse formaten te downloaden van onze site.
BEZIENSWAARDIGHEDEN: tijdens het seizoen van de grote vogeltrek is Mecklenburg-Vorpommern een favoriete rustplaats. In `t bijzonder komen de indrukwekkende kraanvogels met wel 40 tot 60 duizend familieleden langs. Het schouwspel kan onder andere worden geobserveerd bij een kraanvogel-safari. Meer info onder nabu.de.
Wismar en Stralsund zijn door de UNESCO benoemd tot werelderfgoed. Zeker een reden om beide hanzesteden te bezoeken. Ze liggen allebei direct op de route.
BESTE TIJD/REIS: het startpunt van de deze minimaal tweedaagse route ligt op het schiereiland Priwall in Travemünde, dat nog hoort bij Sleeswijk-Holstein. Vanaf Utrecht is het een flinke 500 snelwegkilometers rijden, daar ben je dus wel een dagje mee zoet.
Rügen en Usedom behoren in Duitsland wat betreft het aantal zonuren tot de koplopers. Door de invloed van de Oostzee staan regendagen het hele jaar op het reisprogramma. De neerslagkans is in het binnenland iets geringer.