Reizen langs de Havel, Duitsland
Hemelsbreed zit er krap nog geen honderd kilometer tussen bron en monding, maar op de grond kronkelt de Havel er een dikke 336 kilometer lustig op los. Op weg naar de monding in de Elbe verstopt de rivier zich maar wat graag tussen groene weiden, uitgestrekte velden en andere kleurrijke gewassen. Een heerlijk stroompje om eens te volgen!
Wat heeft Altentreptow met de Havel te maken? Eigenlijk helemaal niets. Ik ben er alleen maar omdat het ‘Hotel am Markt’ het dichtst bij de bron ligt. Deze rivier ga ik vanaf morgen even flink op de huid zitten, maar dat is Torsten, de waard, net ven wat te kort door de bocht. Volgens hem is er ook in Altentreptow en omgeving het nodige te aanschouwen, de stad kent een rijke geschiedenis en heeft ook op geologisch vlak veel te bieden. De man is goed in het aanprijzen van de bezienswaardigheden in stad en omgeving, en wekt mijn nieuwsgierigheid bijvoorbeeld met iets reusachtigs, de grootste zwerfkei van het Noord-Duitse vasteland. Deze weegt 360 ton en heeft een volume van 133 kubieke meter. Klinkt immens en dat is het ook, al kleeft er wel een flinke maar aan het verhaal. Tweederde van de massa is niet zichtbaar, omdat het onder de grond ligt. Maar, zo weet Torsten te vertellen, er worden pogingen ondernomen om het geheel aan de oppervlakte te brengen. Aan enthousiasme en welwillendheid om te helpen bij de opgraving ontbreekt het niet, alleen de financiering staat nog op wankele grond. Het zal dan waarschijnlijk ook nog wel even duren voor de steen in zijn volle omvang te bewonderen is.
Achter een bezienswaardigheid als deze schuilt natuurlijk ook een goed verhaal. Volgens de legende heeft de duivel zelf deze gigantische steen lang geleden naar de kerktoren van Altentreptow geslingerd, maar hij miste. Goed verhaal, en hoewel ik de aanreis van dik zeshonderd kilometer nog een beetje in onderrug en zitvlak voel, stap ik toch maar weer in het zadel om deze stenen reus te inspecteren. Torsten weet zijn gastenecht te overtuigen!
De volgende ochtend concentreer ik me weer op mijn oorspronkelijke plan. De bron van de Havel ligt ergens veertig kilometer naar het zuidwesten, in de buurt van Ankershagen. Het exacte punt heb ik al op de kaart gemarkeerd, maar nog voor ik in Ankershagen ben, dirigeer ik de twin in de richting zuiden. In de stad Havel, 65 kilometer verder, heb ik namelijk afgesproken met Axel. We kennen elkaar al lang, hebben elkaar meer dan tien jaar geleden in Mongolië ontmoet en wilden weer een keer samen op stap. Iets dat gedurende die tien jaar maar één keer lukte. Het gebied rond Berlijn is praktisch zijn voortuin en toen ik hem dan ook vertelde over mijn Havel-ambities, was het pleit snel beslecht: als doorgewinterde kenner van de omgeving gaat Axel als gids mee.
Volgens het navigatiesysteem ben ik met een klein uurtje op plaats van bestemming. Tot zover de theorie, een klein uurtje kan gemakkelijk veel langer worden wanneer deze je door een aantrekkelijke en inspirerende omgeving leidt. Gisteren kreeg ik op de B96, die Fürstenberg en Altentreptow verbindt, al een bescheiden voorproefje van het fraaie landschap. Gisteren was het echter ook vrijdag en dus was Berlijn op weg naar de Baltische kust. Het drukke verkeer liet het niet toe om echt te genieten van de schoonheid van West-Pommeren. Deze zonnige zaterdagochtend is echter perfect om het landschap in me op te nemen. Maar de tijd dringt en als ik Axel ken, is hij al ter plaatse. En als ik te laat kom, krijg ik dat zeker te horen…
Maar geen nood aan de man, ik ben netjes op tijd, al kom ik wel licht gehaast aan. Axel grijnst en dat is niet alleen omdat hij blij is me te zien. Hij zit in een café vlak naast de grote kerk, een uitstekende plek om plannen te maken. Axel heeft nog niet helemaal bedacht waar het eerste deel van de trip heen gaat, maar dat hij een aantal goede suggesties heeft, dat staat vast. Na drie koppen koffie staat de route van vandaag vast. Eerste bestemming, de bron, en de kaart is duidelijk op dit punt. Ergens in de buurt van Ankershagen moeten we in de velden rondneuzen naar de bron van de Havel.
We gaan eerst naar het noorden. Na Neustrelitz verlaten we de B96 en duiken de velden in. Het is niet gemakkelijk om het overzicht te bewaren. Er blijven maar wegwijzers opduiken met daarop plaatsennamen die bijna niet op de kaart te vinden zijn. Zelfs de GPS kent niet elk dorpje waar we langs of door rijden. We zitten midden in het Nationalpark Müritz en rijden over smalle wegen, die de term zandpad meer eer aan doen dan weg.
Op een gegeven moment belanden we in Pieverstorf, een heel klein en rustig dorpje doorsneden door straten van ruwe kasseien. De bron is hier vlakbij en al snel blijkt de zoektocht ernaar een avontuur op zich. Nergens ook maar de kleinste aanwijzing waar deze zich bevindt, maar gelukkig brengt een oudere dame uiteindelijk uitkomst. Ze heeft de kaart niet nodig, de bron bevindt zich volgens haar op slechts twee kilometer van Pieverstorf. Vijf minuten later draaien we een parkeerplaats op, waarna we de laatste vijfhonderd meter lopend moeten afleggen. Het pad naar de bron van deze 336 kilometer lange rivier is uitdagend. Het is bijna 30° Celsius, een temperatuur die een wandeling in motorkleding niet echt tot een welkome afwisseling maakt. We zijn dichtbij de Mühlensee en dat heeft nog een ander onaangenaam effect. Alles wat vleugels en een angel lijkt te hebben, heeft zich hier ter plekke verzameld. Het vinden van de bron blijkt vervolgens ook nog een kleine anti-climax. Een afvoer van de Mühlensee, een klein gat in de grond, bekleed met stenen, waaruit een beetje water in een klein slootje sijpelt. Dus dit is het, de bron van de Havel? Het begin van een rivier is zelden dramatisch, en daarin de bron van de Havel zo Duits als bockwurst en bier!
Ankershagen ligt op slechts een kilometer afstand. Het dorp heeft een beroemde zoon. De ontdekker van Troje, Heinrich Schliemann, bracht de eerste jaren van zijn jeugd door in Ankershagen en een museum in het dorp is gewijd aan het leven van de ontdekkingsreiziger. Je kunt het museum niet missen, buiten staat een reusachtige houten kolos, een replica van het paard van Troje.
We proberen de Havel zo goed en kwaad als mogelijk bij te houden, wat niet gemakkelijk is, omdat de rivier zich graag terugtrekt in meren, waarvan er genoeg zijn in dit deel van Mecklenburg. In Wendorf gaan we richting Kratzeburg, over een klein landweggetje met een heerlijk slingerende lay-out. We dansen vrolijk verder tot een klein bord onze reis onderbreekt. Er is een tweede, kleinere weg die naar Kratzeburg leidt, dwars door het bos over een stoffig pad. We zijn sceptisch, maar de wegwijzer maakt een zeer officiële indruk, dus nemen we deze kleine offroad optie.
Hemelsbreed zijn we nog altijd minder dan drie kilometer van de bron verwijderd en van de Havel zelf hebben we nog niet veel gezien. Wel heeft de rivier al bijna een half dozijn meren doorkruist. Dat de wateren rijk zijn aan vis staat daarentegen wel vast, want de Havelquellen Fischerei Berkholz in Kratzeburg heeft een weelderige selectie in de aanbieding: snoekbaars, meerval, zeelt en nog veel meer. Alles wat in het water leeft en kieuwen heeft, wordt aangeboden. De vis komt op precies het juiste moment, want we kunnen wel een tussendoortje gebruiken. En omdat de dame achter de toonbank ook bij het motorrijdersgilde hoort, krijgen we de culinaire hoogstandjes geserveerd inclusief een goed gesprek aan tafel. Altijd fijn!
Het gaat verder via Babke, Kakeldütt en Neustrelitz, voordat we weer de velden en bossen induiken. Maar waar is de Havel? Tot de Jäthensee hadden we hem nog in de kijker, maar nu zijn we hem kwijt. De kaart is te globaal om de loop duidelijk te herkennen en dus besluiten we om rechtstreeks naar Fürstenberg te gaan, waar we de rivier zeker zullen vinden.
Na Fürstenberg wordt het iets makkelijker om in het spoor van de Havel te blijven. De L214 leidt ons naar Bredereiche, waar een klein bord ons de weg richting wolken wijst. ‘Himmelpfort’ staat erop, klinkt goed. Het dorpje is de thuisbasis van bijna vijfhonderd mensen en herbergt een van de negen officiële kerstpostkantoren van Duitsland. Het heeft echter ook een uiterst duistere kant, een paar kilometer verderop ligt voormalig concentratiekamp Ravensbrück. Tijdens de nazitijd werden ongeveer 130.000 verzetsstrijders, Joden, Sinti en Roma hier opgesloten, 40.000 van hen keerden niet meer terug. Vanaf Fürstenberg gaat de Havel grofweg zuidwaarts en slingert naar Berlijn. En dat vormt dan weer het beginpunt van het tweede deel van onze kleine rivierreis!
Voor de val van de muur was de Havelchaussee door het Grunewald een van de populairste motorroutes van West-Berlijn, omdat hij zo mooi en bochtig was. Daar kwam in 1989 een einde aan. Onder burgemeester Walter Momper werd een deel van de weg afgesloten voor verkeer. Hoewel dat verbod allang weer is opgeheven, geldt er nog steeds een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur.
De volgende stop is een magische plek voor motorrijders: de Spinner Brücke. Waarom deze Motortreff zo heet, weet eigenlijk niemand precies. Er doen verschillende verhalen de ronde en één ervan vertelt over de buurtbewoners die dachten dat de motorrijders ‘Spinners’ waren, ofwel gestoord, omdat ze ten tijde van het ontbreken van een wettelijke maximum snelheid met een nogal groot hart volgas over de weg reden en elkaar vervolgens ontmoetten bij de Spanische Allee voor de bekende ‘Benzingespräche’. Ook wij houden deze traditie in ere en pakken er een bak koffie.
Via een andere brug, de Glienicker Brücke in het zuidwesten van Berlijn, maken we de oversteek naar Potsdam. Een roemruchte brug, die ook wel de spionnenbrug wordt genoemd, omdat er tijdens de Koude Oorlog verschillende keren spionnen en politieke gevangenen werden uitgewisseld. De grens tussen Oost- en West-Duitsland liep namelijk over het midden van de brug. De laatste uitwisseling vond plaats in 1986, toen hooggeplaatste agenten uit oost en west van kant wisselden.
We rijden verder langs de B1 en slaan bij Groß Kreutz af in noordelijke richting. Bij Ketzin nemen we de veerpont over de Havel en varen Havelland binnen. De Havel slingert door weilanden en velden, waarbij het zich meermaals vertakt in kleinere zijrivieren. Fruitbomen gedijen bijzonder goed op de zandgrond van dit gebied. Ten tijde van de DDR groeiden hier appelbomen op een immense 11.000 hectare. Na de hereniging werden er miljoenen gerooid en inmiddels is er nog maar zo’n 900 hectare over.
We zijn de Havel inmiddels alweer uit het oog verloren, omdat de rivier na Ketzin in zuidwestelijke richting afdrijft. Bij Rathenow maken we weer contact. Vanaf daar is het nog geen dertig kilometer naar de oude Hanzestad Havelberg, de laatste grote plaats voordat de Havel zich in de Elbe stort.
Havelberg blijkt niet bepaald een levendige stad, wat ook te maken heeft met de ongunstige ligging en daarmee samenhangend het feit dat het slechts 6.500 zielen telt. Er zijn geen grote wegen in de buurt, en dat draagt zeker bij aan de rust die op een aangename manier over de straten hangt.
Het is nog maar een paar kilometer naar de monding, maar die moeten we eerst zien te vinden. We turen tussen de velden, Quitzöbel, Abbendorf en uiteindelijk Gnevsdorf. De dijk op en daar is het, de monding van de Havel: na 336 kilometer smelt de Havel hier samen met de Elbe. Van een paar druppels die uit de grond sijpelen op nog geen honderd kilometer hier hemelsbreed vandaan, naar dit. Het eind van de Havel, maar ook weer een nieuw begin. Een parallel die we kunnen doortrekken op onze reis. Waar zullen we nu eens heen gaan?